Het fortuin van m Fluitist, TP Nieuws- en Advertentieblad voor Zee uw scli- Vlaanderen. No. 5. DINSDAG 21 AP1UL 1925. 41e Jaarg'. J. C. VINK - Axel. Binnenland. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER De Kaïnerverkiezingen. De lijst van den Plattelanders- bond die in alle 18 kieskringen gelijkluidend zal worden inge diend, is als volgt samengesteld 1. A. Braat, lid der 2e Kamer; 2. A. v. d. Hoven, te Alblasser- dam 3. Reitsma, te Appelscha 4 burgemeester Fokker, van Zierikzee; 5. R. Watjes, Gronin gen 6. J. Oosterman, te Rolde 7. Mr. Vervoorn, te Herwijnen 8. C. in 't Veld, te Almelo 9 R. Bossinade Azn., te OldekerkfGr.); 10, R Pruisen; 11. O. Walraven, Nieuwendijk; 12. A. J. Knophout 13. J. Mechielen, te Bodegraven 14. H. de Vries, te Appelscha; 15. Van Hateren te Vlagtwedde 16. S. de Regt te Wissekerke Mevrouw BuwaldaTonkens, te Oosterwolde 18. F. van Vessem, te Bruinisse 19. H. Wal ven 20. F. Bos te Lonneker. Donderdag zijn op de alge- meene vergadering der Staatkun dig Geref. Partij officieel candi- daat gesteld voor de Tweede Kamer: 1. ds. G. H. Kersten, Ierseke 3. ds. P. Zandt, Delft 3. P. v. d. Meulen, Kampen4. Kuyk, Amsterdam5. A. J. Ker sten, Rotterdam; 6. J. W. van Houdt, Heringen7. D. Kodde, Zoutelande8. W. A. van Os, Wageningen 9. C. B. van Woer den, Akkrum10. Hogendijk, Zeist. Dr. Abraham Bredius. Zaterdag bereikte de nestor onzer Kunsthistorici, dr. Bredius, oud-directeur van het Maurits- huis, den zeventigjarigen leeftijd. Met het doel, hem op dezen dag een blijk van waardeering aan te bieden voor het vele en belangrijke wat hij voor onze kunstgeschiedenis heeft gedaan en nog doet, had zich een com missie gevormd. Dank zij bijdragen van vele zijden, in de eerste plaats van H. M. de Koningin, H. M. de Koningin-Moeder en Z. K. H Prins Hendrik, kan de commissie haar plan ten uitvoer brengen 21) om aan dr. Bredius een kostbaar album aan te bieden, bevattend afbeeldingen van een keuze uit de vele belangrijke geschenken in bruikleen door hem aan musea hier te lande gegeven, alsmede afbeeldingen naar kunstwerken, die door Bredius' financieelen steun zijn hersteld of die door zijn initiatief voor diverse musea hier te lande zijn aangekocht. Het album werd door het lid der commissie dr. F. Hudig, die daarvoor door Minister De Vis ser is aangewezen, aan den ju bilaris ter hand gesteld te Flo rence, waar dr. Bredius tijdelijk vertoeft. Huldiging der Oostlnje-vliegers. Even over half negen versche nen Van der Hoop, Poelman en Van de Broeke, om de laatste etappe van hun reis af te leggen. De chef van het vliegveld hield namens de Fransche aviateurs een korte toespraak, waarin hij hulde bracht aan het kranige drietal voor het prachtige stuk werk, door deze, zijne Holland- sche collega's verricht. Bloemen werden overhandigd, handen gedrukt. De motor wordt aangezet en als een ranke vogel zet de groote Fokker koers naar Holland. Even cirkelen boven St. Quentin, Lille, Brussel en Ant werpen, want ze waren te vroeg en mogen niet vóór half drie landen, tot het rood, wit en blauw wappert van de daken en groep jes menschen staan te wuiven. Op weg naar Rotterdam, Den Haag en Schiphol steigen overal aviateurs op om mee te vliegen en hulde te betuigen. Te Schiphol. Reeds vroeg trokken van heinde en ver belangstellenden naar het vliegveld Schiphol. De binnen stad was in feestelijk gewaad gestoken. Van het Leidscheplein in de richting Overtoom bewogen zich honderden fietsers op weg naar het vliegveld, en tallooze auto's. Te Schiphol waren een vijftien- tal legervliegtuigen opgesteld bij een zeventiental andere vliegma chines, naast de snorrende vogels in de lucht. Ongeveer drie uur naderde het vliegtuig den grond. De vliege niers stegen uit en werden op de schouders van de toesnellende officieren onder gejuich en ge- wuif der menigte naar de offi- cieele tribune gedragen. Drie lieve meisjes boden fraaie kanten aan, waarmede zij om hangen werden en aldus bekransd en bejubeld werd de tribune onder de tonen van het „Wil helmus" bereikt. Daar bevonden zich, behalve het hoofdbestuur der Kon. ,Ned Ver. van Luchtvaart, ook de Mi nister Van Dijk en Westerveld, de burgemeester van Amsterdam, de heer W. de Vlugt, generaal Snijders en andere autoriteiten. Generaal Snijders heette den vliegers hartelijk welkom bij hun terugkeer op Nederlandschen bodem. Spr. herinnerde aan zijn rede die hij gehouden heeft toen het drietal de luchtreis naar Indië aanvaardde. Met groote be langstelling hebben wij allen, al dus spr. dien tocht gevolgd en uw doorzettingsvermogen weten te waardeeren. Teruggekeerd, brengen wij u huTde en dank voor hetgeen u drieën heeft volbracht. Namens alle aanwezigen heet spr. hen van harte welkom en verzocht een driewerf „lang zul len ze leven aan te heffen. Geestdriftig wordt aan dit ver zoek door allen voldaan. De eere wijn werd rondgediend en de gevoelige plaat legde het groote gebeuren de blijde inkomste der koene vliegers vast. Toen trad Fokker naar voren en in een kort doch van warme waardeering getuigend speechje, huldigde hij de vliegers voor hetgeen zij met de F VII «- zijn machine wisten te presteeren. Als stoffelijk bewijs van zijn er kentelijkheid bood hij een reu zen-krans aan. Daarop werd de auto-stoet ge formeerd, die de vliegers langs de menschenmenigte zou voeren ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag II ure. en waarmede ook de triumftocht naar en door Amsterdam zou plaats vinden. Te Amsterdam. De receptie, werd druk bezocht. De rij der sprekers werd geopend door den heer Edo Bergsma, voor zitter van den A.N.W.B., Toeris tenbond voor Nederland. De dames, met name de moeder van Van de Hoop, de zuster van Van Weerden Poelman en de vrouw van Van den Broeke, ontvingen een plaquette in brons, evenals de heer A. G. Fokker, directeur der Fokkerfabrieken. Vice-Admiraal Foch uit Den Helder, huldigde namens de Ko ninklijke Marine de vliegers, ver volgens voerde 't woord de heer H. J. de Jonge, voorzitter van het Comité voor de Ontvangst der vliegers te Amsterdam, gene raai Hoogenboom, namens de Vereeniging Nederland in den Vreemde. Ook werden toespra ken gehouden door vertegenwoor digers van de Alg. Ver. van Ver lofsofficieren, de Onderofficieren ver. „Ons Belang", het Amster- damsch Studentencorps, de Tram harmonie, terwijl ook vele parti culieren onder het aanbieden van souvenirs enkele woorden tot de vliegers richtten. De heer Thomassen a Theus- sink van der Hoop dankte daarna met enkele woorden allen, die die door hun medewerken het mogelijk hebben gemaakt, dat het plan van de vliegers kon worden uitgevoerd. Hij en zijn tochtgenooten hebben de voldoe ning, dat de vlucht is geslaagd en hij sprak de hoop uit, dat deze tocht 't begin zal zijn van meerderen bloei van de lucht vaart. Daarna werd het „Wilhelmus" gespeeld, medegezongen door alle aanwezigen die vervolgens nog eenigen tijd gezellig bijeen bleven. Aan een redacteur van het Persbureau Vaz Dias, deelde de leider van den vliegtocht mede, dat hij overweldigd was door de schitterende ontvangst. Hij ver telde, dat het hem en zijn tocht genooten overigens aan belang stelling nergens heeft ontbroken. De vliegers hebben ondervonden, dat zoowel in Nederland als in Nederlandsch-Indië warm is me degeleefd met het verloop van den tocht. 's Avonds had een fakkelop tocht plaats. Het Vondelpark was het middelpunt. In het Pa viljoen zat 't 3-tal bij een diner, waaraan o.a. ook Minister Van Swaal en burgemeester De Vlugt deelnamen. Omstreeks 9 uur werd een zangershulde in ontvangst genomen. Daarna defileerden eenige duizende personen in fak keloptocht langs de helden van den dag. Na de grootsche hulde, den vliegers gebracht, begaven deze zich met de vele genoodigden weer aan tafel, waar men tot in den nacht gezellig bijeen bleef. H. M. de Koningin heeft aan ieder der vliegers Nederl2nd-lndië, de heeren Van der Hoop, Van Weerden Poelman en Van den Broeke verleend de eere medaille in zilver voer voortvarendheid en vernuft, verbonden aan de Huisorde van Oranje. De Rijksmiddelen in Maart 1925. De opbrengst der Rijksmiddelen (hoofdsom en opcenten) over de maand Maart 1925 bedroeg f35.859.706, tegen f31.234.109 over de maand Maart 1924. Het een twaalfde gedeelte der raming over 't geheele jaar be draagt f 34.828.500. Het posttarief voor het intern, verkeer. Naar de „Telegr." verneemt, wordt thans overwogen om de internationale tarieven voor post stukken, zoowel voor brieven, briefkaarten en drukwerken naar het buitenland te verlagen. Het is de bedoeling om te komen tot een tarief van 15 cent voor een brief en 10 cent voor een brief kaart. Thans bedragen deze ta rieven resp. 20 en 127* cent. cou Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postbus No. 6. Uit het Fransch vertaald. Sedert den aanslag van dien gek van een Damiens. in wien Lodewijk een werktuig der Jezuïten meende te zien, was de koning erg wantrouwend tegen eiken onbekende, die hem naderde. Hierdoor kwam het, dat het aangename uiterlijk, de jeugd, de verlegenheid, de bevende stem van ridder Pèbre den koning hinderden. Zonder jaloersch te zijn, want hij wist te goed, dat hij oppermachtig was, verwonderde hij er zich over, dat La Pompadour hem niets van dit bezoek had meegedeeld, tegen over een onbekende toch een bijzondere gunst. Hij toonde dan ook duidelijk zijn misnoegen. .Indien wij misschien te veel zijn, markiezin, zullen wij uw „tête k tête" met uw protégé niet langer storen „Zoover heeft meneer het bij mij nog niet gebracht," merkte La Pom padour spijtig op „Ik verleen mijn gunst slechts aan werkelijke talenten en tot nog toe heb ik geen kennis kunnen maken met dat van meneer hoe is het ook weer „Pèbre, madame," antwoordde Timo- léon, wiens onrust merkbaar 'oenam „In de eerste plaats, sta tnij toe u dezen handschoen terug te geven, dien ik toevallig opraapte, toen u hem ver loor.." „O, ja, gistermorgen tijdens de mis van Saint-Jacques en Saint-Philippe," Jjqastte zich de favorite te antwoorden, terwijl zij de woorden van Timoléon tijdig afbrak. Zij liet deze woorden met een veelzeggenden blik gepaard gaan „Alles, wanneer je me niet tegen spreekt en anders de Bastille I" Ridder Pèbre was zoo gevat dit te begrijpen en voegde er zelfs aan toe, terwijl de markiezin den handschoen aannam: „Ik wilde u niet lastigvallen in de kerk en vroeg aan Dagé om raad. Deze herkende aan de kroontjes, dat hij u toebehoorde Het wantrouwen van den koning begon thans te verdwijnen. De Jezuïten hadden met dezen jongeman niets uit te staan. „Ma chère marquise," zei hij lachend, „een verloren handschoen, die men terugbrengt eischt een belooning. Een goudstuk van zes livres „Ik ben meneer Lèbre meer schuldig." „Pèbre, madame, met uw verlof." „Dan maar Pèbre! En welk instru ment bespeelt ge „Ik ben fluitist, mevrouw, leerling van meester Sacoman." „Een weinig muziek vroolijkt altijd op, nietwaar, hertog," zei Lodewijk XV, minder achterdochtig, doch nog steeds niet volkomen op zijn gemak. Hij be sloot in zijn leuningstoel plaats te nemen, doch toen hij zag, datdemai- kiezin naar haar clavecimbaal liep en eenige muziekboeken opensloeg, ging hij bij haar staan. Aldus stond Pèbre tusschen den hertog en den koningin. Een blik van verstandhouding bewees, dat zij dezelfde gedachten omtrent den onbekende koesterden. De markiezin, die dit natuurlijk ook opgemerkt had, lachte er over. Haar vrouwelijk doorzicht had terstond aan Pèbre's houding bemerkt, datditjong- mensch volkomen ongevaarlijk was. „Ik heb slechts tien minuten voor u beschikbaar en daar men het mij toe staat. zal ik maar terstond beginnen. U wilt de muziek en mijn zang dan wel met uw fluit begeleiden Hierop nam zij voor het instrument plaats, bladerde even in een der boeken en riep uit: „Le Changement, een pas torale, lijkt u dit, meneer Guèbre Begrijpend dat zij den koning amu seeren en tot andere gedachten zo's brengen door dit bekende liedje, be sloot zij haar best te doen. Versailles en Parijs, het hof en de stad, geheel Frankrijk, den koning en zijn ministers incluis, zongen dit lied. Lodewijk viel met het leelijke geluid, waarmee Moeder Natuur hem bedeeld had, in, en riep vroolijk tot Choiseul „Nu jij, Choiseul, u permitteert, mar kiezin Zonder haar antwoord af te wachten, begon de edele hertog het derde couplet te neuriën. Doch Mme de Pompadour werd plotseling ongeduldig, hield met spelen op en zeide, de Choiseul onderbrekend „Het is merkwaardig. Ik hoor niets van de fluit." Zij draaide haar tabouret naar Ti moléon, verwonderd over dienst stilte en verlangend den koning geheel en al gerust te stellen „Hebt u mij maar wat wijs gemaakt en speelt u geen fluit?" Choiseul keek ernstig en 's konings gelaat drukte weer wantrouwen uit. „Ik vraag mevrouw wel excuus en ook de heeren, ik heb u niets wijs ge maakt, ik speel wel degelijk fluit..." De schoonheid van de markiezin, het schitterende costuum van de twee edelen, wier naam en positie hem nog onbekend waren, kortom de geheele voor hem vreemde omgeving nadden hem als 't ware beteuterd en duizelig gemaakt. Ten slotte inziende dat thans alles voor hem op het spel stond, spande hij al zijn kracht in, vatte moed en begon te spelen. Vier af schuwelijke snerpende kreten beloon den zijn moed. Hij wilde opnieuw in zetten, doch het geschaterlach zijner toehoorders bracht hem geheel van de wijs en hij wist zijn toestand niet anders te redden dan door voor la Pompadour op de knieën te vallen. „Genade en medelijden, mevrouw 1 Neem 'tmij niet kwalijk..." De markiezin wist zelf niet goed hoe zij 't had en begon thans ook te twijfelen aan Pèbre's muzikale kennis. Zij wierp een blik naar den koning en antwoordde ernstig: „U dient in de eerste plaats den koning en den hertog de Choiseul genade te vragen voorde eigenaardige „cacophonie", waarop ge hen onthaald hebt. Dan zullen we wel verder zien." De koning! De eerste minister! De woorden van de favorite maakten zijn verwarring nog grooter, terwijl Lode wijk opeens weer beangst voor een nieuwen aanslag, zelf den kolonel van de garde ging roepen. „Hertog de Biron, onderzoek terstond of dit jongmensch wapens verborgen houdt," terwijl hij naar den sidderenden Timoléon wees. „Dit heerschap heeft onder voorwendsel fluitist te zijn, van het vertrouwen der markiezin misbruik willen maken." „Sire, u overdrijft, deze jongeman is ongevaarlijk. Dagé zou het niet wagen iemand aan te bevelen „Eerst zal hij onderzocht worden," onderbrak zijne Majesteit. Timoléon moest zich dit laten wel gevallen, al scheen hij er niets van te begrijpen, waarom men hem voor een misdadiger hield. De hertog van Biron stelde den koning terstond gerust. Hij vond in de zakken van den ridder slechts een beurs tnet drie goudstukken en een groot stuk perkament in vieren gevouwen. „Lees," riep „le Bien-Aimé." „Sire," sprak ten slotte Timoléon, terwijl hij al zijn moed bijeen raapte, „dit document moet voor mij spreken. Het is het koninklijk brevet dat eens aan mijn grootvader Clement Pèbre werd uitgereikt „Niets bewijst dat gij zijn kleinzoon zijt," antwoordde de koning, eenigszins driftig. „Ik vind uw houding, uw ma nier van optreden, uw uitvluchten verdacht en daar houd ik mij aan... Indien gij edelman waart, zou ik u terstond in ntijn Bastille te logeeren zenden." „Dat ben ik, majesteit, dat ben ik," stotterde Timoléon. Eerst nu herinnerde hij zijn adel brief en betreurde maar al te zeer zijn landgoed verlaten te hebben. „Je durft den koning in de rede vallen, snaak die je bent," riep thans de Biron uit. La Pompadour vroeg zich af, hoe dit noodlottig voorval eindigen zou. Zij zou gaarne voor hem in de bres gesprongen zijn, maar zij was bang dat het wantrouwen van den koning ook op haar kon overslaan. Timoléon trachtte zich opnieuw te rechtvaardigen door mee te deden, dat hij zelfs in het bezit was van een brief, door den pastoor de Lagirelle voor hem aan den heftog de Choiseul gericht, (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1925 | | pagina 1