l4+i let fortuiD Tan een Fluitist. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse!) - Vlaanderen BERICHT. Zijn naaste behagen ten goede. No. 1. VRIJDAG 3 APRIL 1925. 41e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Geillustreerd Zondagsblad 85 CENT 60 CENT. FEUILLETON. Binnenland. i Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER cïïan de abonnee's van het (geïllustreerd Zondagsblad Met ingang van 1 APRIL 1925 kost het franco per post per kwartaal en is uitsluitend voor de le zers van de „Axelsche Cou rant'' verkrijgbaar. Voor degenen, wien het Geïllustreerd Zondags blad door onze loopers aan huis wordt bezorgd, wordt de prijs per 3 maanden De Administratie. Een zeer groote factor in het vormen van ons levensgeluk is onze verhouding tot onze mede- menschen. Als die verhouding, vooral tot onze naaste betrek kingen, laat ons zeggen tot onze nabestaanden, een goede en ge- wenschte is, kan die ons kracht geven in den levensstrijd, vol doende om daarin niet onder te gaan, al is die nog zoo zwaar. Is zij integendeel ongunstig of slecht, dan ontstaat niet zelden daardoor alleen reeds een strijd, die het leven verbittert en het geluk onmogelijk maakt.* Liefde en genegenheid zijn bloemen, die het zwaarste kruis dragelijk, en het doornigste levenspad be gaanbaar maken. Het is 'n goede gewoonte, elkander op geboorte dagen, bij nieuwjaar en andeie min of meer gewichtige dagen geluk te wenschen. In vele ge- 17) zinnen is de verjaardag van een der leden een feestdag. Die wordt dan niet zoozeer een min of meer groote uitzondering op de andere dagen voor de of den betrokkene door de geschenken of door extra menu van den maaltijd, als wel door den toon, waarin de jubilaris door allen wordt toegesproken, door de meer bizondere attenties, hem of haar bewezen, de welwillenheid *en hartelijkheid vooral, waarmede men hem of haar dien dag om ringt. Niet de hoeveelheid of de hoegrootheid van geschenken of verrassingen zelfs geven den be trokkenen eene feestelijke stem ming, maar de wijze, waarop die worden aangeboden en vooral de persoon, die ze aanbiedt. Is het évenwei niet treurig en 'voor ons „samenleven" veel beteeke- nend, dat die dagen van welwil lendheid, deelneming,hartelijkheid en liefdebetoon jegens ande.en, uitzonderingsdagen zijn Wij lazen gistermorgen op ons kalenderblaadje een woord van den Apostel Paulus aan de ge meente te Rome (Rom. 15 2), luidende „Dat een iegelijk van ons zijn naaste behage ten goede, tot stichting." Wat is dat een vriendelijke vermaning van dezen heiden-apostel, dachten wij! Is deze vermaning niet vrijwel in overeenstemming met het overbekende „Ach waren alle menschen wijs En wilden daarbij wel" Voorzeker! Als alle menschen wijs waren en wèl wilden, waren zij tevens allen elkander welge zind en tot stichting, dan was de aarde inderdaad een paradijs. Daar immers zou dan de liefde wonen, en waar die woont, troont en heerscht, daar woont God. Dat woord „tot stichting" klinkt in veler ooren niet bijster aan genaam. Wij weten dat wel. Er is aan dat onschuldig en betee- kenisvolle woord door velerlei onjuiste toepassingen op hande lingen en uitingen, die meer ont stichten en afbreken dan opbou wen, een bijsmaak gegeven, die walging wekt. Stichtelijk is voor velen synoniem met huichelarij en gekwezel. Omdat het door huichelaars en kwezels misbruikt is. Maar Paulus was noch het een, noch het ander, en de be- teekenis door hem aan dit woord gegeven in het door hem ge schreven woord aan de Christen gemeente te Rome, is zoo zui ver als goud wij mogen die ge rust overnemen. Als het ons streven is, ons eene behoefte is geworden onzen naaste te be hagen, zóó tegenover hem te zijn, dat hij een welgevallen aan ons heeft, niet om hem te vleien, of door ons bij hem onmisbaar te maken, maar om hem het leven te veraangenamen, het leed zoo hij dit heeft, te verzachten, het kruis, zoo hij dit draagt, te helpen dragen, de traan zoo hij die schreit te drogen, den som beren trek, zoo hem die ontsiert, door een glimlach te vervangen, dan behagen wij ten goede en tot stichting dan immers sterken en steunen wij hem en bouwen wij hem op, maken wij hem vatbaar voor liefde, bouwen wij ook op zijn geloof in een God van liefde en in menschen, die Gods werk willen doen tot's menschen heil. Dan bouwen wij op en sterken, wat anders sterven zou. Er sterft heel wat in deze men- schenwereld, er zakt heel wat in elkander en breekt, door dat zoo talloos velen niet Gods werk; maar het werk des satans doen en er op uit zijn, den naaste niet te behagen ten goede maar hem ergeren en te kwellen ten kwade. Er is een leedvermaak in het leed van den naaste, dat satanisch is en zijn leven verbittert en bederft. Er is een ongemotiveerde anti pathie, niet zelden ook bij na bestaanden, ook wel bij leden van hetzelfde gezin, een „niet houden van" dat als een bron wel van giftig water aanhoudend den levensbeker van den naaste vergalt, en het omgekeerde is van opbouwen en stichten. De Duische dichter Friligrath heeft in een zijner verzen een roerend woord gesproken ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. „O, hebt toch iief zoo lang gij [kunt, Hebt lief, zoo lang uw harte [slaat Er komt een uur, ja de ure [komt, Dat gij bij 't graf der uwen [staat! enz. Er zijn er, die ook bij het graf der hunnen kil en roerloos blij ven. Beklagenswaardigen, wier ziel verschrompeld is door ge brek aan den dauw der liefde en die door een woord als van Paulus en van den Duitschen dichter slechts een grijns over hebben, voor wie het gebod Hebt uw naasten lief als u zelf! niets dan een onmogelijk gekwe zel is. Wij kennen dezulken. Dat de aarde thans geen pararijs maar meest een hel is, volgens Vader Camphuyzen, komt voor een goed deel voor hun rekening. Maarde aarde is niet bestemd om een hel te zijn, en niet de onwijzen en kwaadwilligen moe ten er den boventoen voeren Niet het werk des satans maar het werk Gods, d.i. dat der liefde zal en moet er. zegepralen Wie daaraan mede arbeiden, zullen zich zelf een hemel scheppen in dit leven reeds, en hun werken volgen hen na, als hier hun taak is geëindigd. Hun nagedachte nis zal ten zegen zijn en nog stichten, ook als hun eigen aard- sche tempel zal zijn afgebroken. In de eeuwige woningen des Vaders zal hun liefdeoogst groo- ter zijn, naarmate zij hier in dit leven meer liefde hebben ge strooid. Z. d. B. Woensdag zijn de Koningin, de Prins en Prinses Juliana uit Den Haag vertrokken om hun zomer verblijf op Het Loo te vestigen. Het vertrek had plaats met den gewonen Staatsspoortrein van 10 uur 24 min., waarin zich het Ko ninklijk salonrijtuig van Harer Majesteit's eigen trein bevond. Ter weerszijden van de Ko ninklijke wachtzaal hadden zich zeer velen opgesteld om van het vertrek getuige te zijn De gouverneur der residentie, generaal-majoor Benteyn. en de burgemeester van den Haag, mr. Patijn, deder. de Koninklijke fa milie officieel uitgeleide, en tot het vertrek van den trein onder hield de Koningin zich, staande voor het geopende venster van het spoorrijtuig, met deze auto riteiten. De Koningin zag er welvarend en opgewekt uit. Rechterlijke beslissing in Salaris-gedingen De Haagsche rechtbank heeft Dinsdag ontzegd de vordering van een officier die, op non-activiteit gesteld, hierin een onrechtvaar digheid ziende, een vordering tegen den staat had ingesteld tot de uitbetaling van zijn volle sa laris dat hij voor zijn op non- activiteitstelling genoot. Dezelfde rechtbank heeft ont zegd de vordering, door den Centr. Bond van het Nederl. Post- feiegkraaf- en Telefoonpersoneel ten name van A. J. M. van der Wielen te Amsterdam in verband met de intrekking van artikel 40 van het bezoldigingsbesluit tegen den staat ingesteld tot de uitbe taling van hetgeen aan salaris is tekort beneden het bedrag van traktement op 1 Juli 1922. Voor reizigers Tan België en FrankrJJk. Daar 5 April (Zondag a.s.) in België en Frankrijk de Zomertijd wordt ingevoerd, komt er wijzi ging in het treinverkeer van ons land met die landen. Nederland- sche reizigers naar die landen kunnen aan onze spoorwegstations strooibiljetten krijgen waarop die wijzigingen vermeld zijn. Commissarissen ran d# koningin Bij Kon. Besluit is aan jhr. S. van Citters, commissaris der Ko ningin in de provincie Gelderland, en aan mr. A. F. L. graaf van Rechteren Limburg Almelo, com missaris der Koningin in de pro vincie Overijssel, op hun verzoek, onderscheidelijk met ingang van AXELSCHE COURANT Bureau Markt C 4. 1 elef. 56. - Postbus No. 6. Uit het Fransch vertaald. Tegen verwachting werd Dagé glifn- lachend door zijn gebiedster ontvangen. Zij wachtte hem in de toiletkamer van haar Hótel d'Evreux. Hij vreesde eenige scherpe terechtwijzingen over zijn ge ringen durf en k piomb, te zullen krijgen, doch de markiezin maakte niet de geringste toespeling en sprak zelfs niet eens over haar verloren handschoen. „Het ging er echt gezellig toe, canailleus en onbeschof!, net wat ik verwacht had. Ik heb dan ook geen spijt zoo iets van nabij gezien te hebben." „Vond u dat ik mijn rel goed speel de vroeg Dagé, terwijl hij met lichte vingers een krul op 't hoofd van zijn heerschzuchtige meesteres bevestigde. „Uitstekend, een echt burgermannetje uit de rue du Petit-Lion. Mórgen verwacht ik je weer hier, Dagé Zijne Majesteit zal nog eenige dagen te Fontainebleau blij ven en tot zoo lang zult gij mij hier te kappen heb ben A propos, mijn broeder was gisteravond niet in die cabaret, zooals ik daar door onze tafelgenooten heb hooren beweren. De markies de Ma- ngny bevindt zich bij den koning in verband met de onthulling van het standbeeld op de Place Louis XV, die de stad Parijs eindelijk van plan is te doen plaats vinden. Is er u nog ie s gepasseerd na mijn vertrek, Dagé?" „Absoluut niets... markiezin...", antwoordde de dikke pruikenmaker verlegen. „Het rapport van den lieutenant de police deelt onder andere nachtelijke aanrandingen mee, dat drie dieven getracht hebben een burger te over vallen in de rue des Mathurins. Zij hebben bekend en Sartine zal ze naar de galeien zenden. Daar ge daar ook langs gegaan zijt, was ik bevreesd „Madame la marquise is wel vrien delijk 1" „U door Legros of Frison te moeten remplaceeren." „God lof is dat nu overbodig," lachte Dagé, terwijl hij zijn kam met een sierlijken zwaai in zijn pruik stak... Op den hoek van de rue Mauconseil en Comtesse d'Artois, vlak in de buurt van de Comédie-Italienne, die 't eer biedwaardige Hótel de Bourgogne, den schouwburg, waar Corneille en Racine hun triumfen hadden gevierd, had vervangen, stond een deftig restaurant, met 't uithangbord „L'Es- cargot." Daarheen geleidde Dagé ridder Pèbre, want als elk vrijgezel wist hij waar men te Parijs de lekkerste schotels kon vinden. De twee vrienden zaten hier weldra onder een fijne flesch „vieux beaune" aan een keurig maal. De koning der coiffeurs voelde zich gevieid een edelman tot dischgenoot te hebben en dubbel gevleid, dat deze edelman hem tevenshet leven gered had. „Ik heb mijn cliénte in een uitstekend humeur aangetroffen en ik hoop weldra in de gelegenheid te zijn u te introdu- ceeren. Zij heeft van de dans, waarin Guibaudet haar les gaf, moeten afzien veertig is nu eenmaal veertig maar ze heeft een zwak voor muziek behouden. Terwijl de koning nog steeds te Fontainebleau vertoeft, wil ik uw voorspraak zijn om één dezer dagen een solo te mogen spelen en laat dan dien handschoen verder voor u spreken." „Gaarne," riep Timoiéon verheugd uit. „doch van welk nut kan de hand schoen van een onbekende mij bij de markiezin zijn." Dagé, verwonderd over deze logica, zweeg en glimlachte slechts. Er verliep een week zonder dat Ti- muléon iets van zijn vriend den kapper vernam. Daarentegen ontving hij twee brieven van Babet, waarvan één vol met verwijten „Je vergeet de plechtige belofte mij bij je afscheid gegeven, me ge regeld te zullen schrijven. De pastoor is erg bezorgd over je en vreest dat de Parisiennes je in haarfietten vei- strikt houden. Schrijf hem omgaand eens hoe je het daarginds maakt en wanneer de goede man ons huwelijk kan inzegenen, waarnaar hij zoo verlangt, en ik natuurlijk niet min der. Je aanhoudend zwijgen veront rust ons erg. Meester Sacoman, de organist, is overtuigd, dat je die concerten van Mme de Pompadour leidt en daarom zoo weinig tijd over hebt om te schrijven, doch wees overtuigd, dat wanneer deze brief weer onbeantwoord zou blijven, ik, Babet Brunache, je verloofde, niet langer aarzel om naar Parijs te komen om mijn lief klein mannetje er voorgoed vandaan te halen Timoiéon bedekte dezen brief met kussen en zette zich terstond om hem te beantwoorden. Hij stelde zijn Babet volkomen gerust en beweerde zelfs d; t Lij n:et dc markiezin op goeder, voet verkeerde. Deze geruststelling had bij Babet een geheel andere uitwerking, dan Timoiéon zich voorstelde. Met bezwaard hart ging zij den pastoor om raad vragen. „Hij beweert, meneer de pastoor, dat hij op goeden voet met de markiezin verkeert. Timoiéon is nog zoo jong, hij ziet er goed uit en van die markie zin wordt toch al zooveel verteld." „Stel je gerust Babet, vanwaar komt die brief „Van zijn hotel Saint-Quentin, rue des Cordiers." „Uitstekend. Als jouw verloofde op intiemen voet met de markiezin ver keerde, zou zijn brief in de Bastille zijn geschreven. Vergeet niet in je volgend schrijven te vermelden, dat 't ambt van controleur van het boschwe zen vacant is, ik weet dit uit officieele bron en ik heb reeds voor je verloofde den steun weteii te verkrijgen van zijne doorluchtigheid den aartsbisschop van Aix." „Ik zal 't niet vergeten en God geve, dat hij 't krijgt." Dagé bleef zwijgen en daavom be sloot Timoiéon hem te gaan opzoeken. De huishoudster deelde hem mede, dat de koning zijn favorite verzocht had naar Fontainebleau te komen om daar haar rang van „dame du palais" in te nemen en dat de kapper haar gevolgd was. .Overmorgen zal hij echter weer hier zijn," voegde juffrouw Thibaude er aan toe, „en dan zal hij u wel terstond uitnoodigen, want hij is zeer op uw gezelschap gesteld en spreekt steeds met mij over zijn wonderbaar lijke redding, die hij aan u dankt. Mijn goeie Thibaude, zei hij laatst, als je ridder Pèbre met den getrokken degen gezien hadt- Als je gezien hadt hoe hij die schurken toetakelde, je zoudt gejubeld hebben! En dan durft die kliek van Voltaire het nut van den adel in twijfel trekken „Meneer Dagé heeft zeker een loopje met u willen nemen." „Dat heeft-ie niet, hij meent het in ernst. Hij heeft me opgedragen u dit mandje mee te geven met twee flesschen eau de Cologne, reine de Hongrie en parfum de Chypre, de lievelings-odeur van de markiezin." „Uw meester maakt me werkelijk verlegen." Timoiéon keerde door de rue Ri chelieu terug. Daar hij geen degen droeg alleen 's avonds deed hij hem om en 't mandje in zijn hand hield, geleek hij op een procureursklerk van 't Chatelet, die voor zijn meesteres in- koopen heeft gedaan. De meisjes op straat keken hem lachend aan, doch Timoiéon stoorde zich daar niet aan en werd geheel in beslag genomen door de gedachte dat hij nu weldra de Pompadour te zien zou krijgen. „Zij moet nog een schoone vrouw zijn. Veertig jaar is immers niets voor de favorite van een koning, dat is de schoonheid in haar vollen bloei en betoovering. Zou ik wel kalm en be daard kunnen blijven om voordester van Trianon en Evreux fluit te spelen, zander mij te vergissen? Welzeker, ik wil immers slagen om haar gunst te winnen, en dan slaag ik ook I" (Wordt vervolgd.) BLADVULLING. De ware rijkdom van het leven is liefde; de ware junioede Zelfzucht.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1925 | | pagina 1