Iet fortuin Tan een Fluitist.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen
No. 100.
DINSDAG 24 MAART 1925.
4Ue Jaarg,
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
FEUILLETON.
Binnenland.
Ut?
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
De groote gebeurtenis, het al-
leraanzienlijkste feit van de week
over welk dit overzicht loopt, is
het antwoord van den Volken
bondsraad op het Duitsche me
morandum van 12 December j.l.
en vooral de mededeeling daarin,
dat de Volkenbondsraad de toe
treding van Duitschland tot den
Volkenbond met vreugde zal be
groeten.
De algemeene vergadering van
den Volkenbond, welke in Sep
tember zal worden gehouden,
zal beslissen over die toetreding
met volkomen gelijke rechten,
doch ook dezelfde verplichtingen
als de overige leden van den
Bond hebben.
Dit is nu het lang verwachte
en eindelijk bereikte resultaat
der 33ste vergadering van den
Volkenbondsraad en het moet in
het halfjaar, dat ons nog scheidt
van de September-vergadering al
heel raar loopen of Duitschland
zal zijn .plaats in de wereld"
ten volle hernemen.
Donderdag te middernacht is
de termijn gesloten waarbinnen
candidaten worden gesteld voor
het Presidentschap der Duitsche
republiek. Voor het aanvaarden
van Ebert's erfenis heeft men
niet gezocht naar iemand die,
als deze eenvoudige, eerlijke man,
boven de partijen zou staan,
doch naar een uitgesproken par
tijman. Er zijn thans zeven can
didaten over wie 29 Maart zal
worden gestemd.
Natuurlijk heeft elke partij den
bovenstbesten candidaat gesteld
en even vanzelfsprekend is, dat
elke partij reeds volkomen zeker
is van de overwinning Het wil
ons echter voorkomen, dat er
slechts èén ding zeker is en wel,
dat bij het groote aantal candi
daten er geen enkele bij eerste
stemming de 15 millioen benoo-
digde stemmen zal behalen, zoo
dat pas in April na omme
komst der verschillende Zon- en
hoogc kerkelijke feestdagen
een President zal worden aan-
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Graate letters werden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag II ure.
gewezen bij eenvoudige meerder
heid van stemmen.
In de financieele commissie
van den Franschen Senaat die
Frankrijks vertegenwoordiging bij
den paus wil handhaven, heeft
minister-president Herrkit ver
klaard, dat hij trouw wil blijven
aan zijn (radicale) partij-beginse
len en er niet over denkt alsnog
een voorstel te doen om de am
bassade bij het Vatikaan te be
houden.
De hooge geestelijkheid in
Frankrijk heeft zich in een zeer
kras manifest verzet tegen dezen
uitersten vorm der scheiding van
Kerk en Staat.
14)
De t*rigkc*r ran k'»nlngl»
•n Prins.
De Koningin en de Prins zijn
Zaterdagmiddag met den Parij-
schen sneltrein van 4.15 uur van
hun verblijf in Zwitserland in de
reaidentie teruggekeerd.
Het Koninklijk echtpaar werd
op het perron verwelkomd door
Princes Juliana. Zij werden bij
het wegrijden door een talrijke
menigte hartelijk toegejuicht.
Op hun doorreis door België
werden H. M. de Koningin en Z.
K. H. Prins Hendrik op het Gare
du Nord te Brussel begroet door
den Koning en de Koningin van
België, alsmede door Prins Leo
pold, met wie zij zich langen tijd
onderhielden.
Ook met den Nederlandschen
gezant en diens echtgenoote had
de Koningin een onderhoud.
Daarna werd per extra-trein de
reis naar Den Haag voortgezet.
Het zilveren LuwalQkafeeit
ran het Koninklijk echtpaar.
Zaterdag zijn te Utrecht een
groot aantal afgevaardigden van
Oranje-vereenigingen uit verschil
lende deelen des lands tezaam
gekomen ter bespreking van de
plannen in zake de aanbieding
van een huldeblijk aan de Ko
ningin en den Prins bij gelegen
heid van hun zilveren huwelijks
feest.
Aan de eigenlijke vergadering
ging vo*raf een ontvangst ten
itadhuize, waarbij o.a. de burge
meester aanwezig was, die een
toespraak hield.
In het Gebouw voor Kunsten
en Wetenschappen vond de ver
gadering plaats.
De voorzitter, de heer C. Fred.
Klokke, sprak allereerst een
woord van welkom en van er
i kentelijkheid voor de groote op
komst. Toen de vereeniging
Koninginnedag-Utrecht het initia
tief nam tot het aanbieden van
een huldeblijk, gingen wij, zcide
spr., van het standpunt uit, dat
de stoot hiertoe gegeven motst
worden door Oranjevereenigingen
in den lande als hiervoor de
meest aangewezen lichamen
Maar voordat wij onze plannen
konden uitwerken, moesten wij
eerst de zekerheid hebben dat
H.M. en de Prins het geschenk
zouden willen aanvaarden. Die
zekerheid bestaat thans. De Ko
ningin en de Prins staan zeer
sympathiek ten opzichte van het
plan der Oranjevereenigingen en
zullen een huldeblijk gaarne aan
vaarden het is echter de uit
drukkelijke wensch van Hare Ma
jesteit, dat het aan te bieden hul
deblijk niet met groote geldelijke
offers gepaard zal gaan, maar
alleen als een bewijs van harte
lijke belangstelling in haar zil
veren huwelijksfeest zal dienen
te worden beschouwd. Waar in
1923 zulke belangrijke bijdragan
voor een geschenk voor de Ko
ningin zijn bijeengebracht, zou
het Koninklijk echtpaar ongetwij
feld bezwaar maken om in de
gegeven, nog niet rooskleurige
economische omstandigheden
weder een kostbaar geschenk te
aanvaarden.
Het voornemen bestaat namens
de Oranjevereenigingen aan te
bieden een groote schilderij,
voorstellende Koningin, Prins en
Prinses, en geschilderd door een
der eerste Nederlandsche schil
ders. De lijst zal geheel gebeeld
houwd worden en onder meer de
wapens bevatten van het Konink
lijk echtpaar, het rijk en de pro-
vincies. Het huldeblijk zal ver-
j gezeld gaan van een album met
de namen van het beftuur der
Oranje-vareenigingen, die er aan
hebben deelgenomen.
Spr. deelde voorts mede, dat
tal van Oranjevereenigingen reeds
steun aan de plannen van Ko
ninginnedag-Utrecht en o.a. de
burgemeesters van Amsterdam en
Den Haag hunne medewerking
hebben toegezegd. De vele be
tuigingen van instemming, welke
al werden ontvangen, geven ten
duidelijkste blijk van de sympa
thie, welke alom voor het plan
gewekt is. Inteekenlijsten zullen
zoo spoedig mogelijk aan aire
Oranjevereenigingen Worden ge
zonden, terwijl thans reeds giften
kunnen worden gestort bij de
Twentsche Bank.
Na uitvoerige bespreking ver
eenigde de vergaadering zich met
het plan als door de vereeniging
Koninginnedag-Utrecht ontwor
pen.
Ter verdere uitvoering daarvan
werd een algemeen comité samen
gesteld, dat bestaan zal uit het
bestuur van Koninginnedag-
Utrecht en een van de bestuurs
leden van de Oranje-veree«igin-
gen in de hoofdsteden der ver
schillende provincies.
Be nieuwe ziekt*- en
ongevallenwet.
Onlangs is verschenen het ont
werp Ziekte- en Ongevallenwet
1925, bedoelend eenheid te bren
gen in deze beide verzekeringen.
We ontleenen daaraan het vol
gende
Het ontwerp brengt onder de
vereischte ziekte en ongevallen
verzekering allen, die in loon
dienst arbeid verrichten. Een
loongrens is niet gesteld. Alleen
wordt het dagloon, waarnaar gel
delijke schadeloosstelling wordt
toegekend, gebonden aan een
maximum van acht gulden.
Op deze algemeene verzekering
maakt het ontwerp slechts uit
zondering voor de bemanning
van zeeschepen.
De arbeiders zullen voorts in
gevolge het ontwerp verzekerd
zijn tegen geldelijke gevolgen
van ziekte en ongeval door het
enkele feit van hun loondienst.
Ook de verplichte ziekteverzeke
ring zal een collectief karakter
krijgen.
De verzekering zal worden uit
gevoerd door bedrijfsverenigin
gen, waaronder wordt verstaan
vereenigingen of instellingen, op
gericht door samenwerking van
één of meer werkgeversvereni
gingen of individueele werkge
vers met één of meer arbeiders
verenigingen, met de bedoeling
om de verzekering uit te voeren
van de arbeiders, in dienst der
werkgevers, die het risico van
de verzekering willen laten dragen
Als aanvullende organen treden
op de Rijksverzekeringsbank en
de Raden van Arbeid, met dien
versiande, dat het risico der
ziekteverzekering wordt gedragen
door de Raden van Arbeid en
dat der ongevallenverzekering
door de Bank.
De kosten der verzekering
worden gedragen door de werk
gevers. Voor zoover deze niet
lid zijn van een Bedrijfsvereni
ging, zullen zij aan de hand van
door hen aan te houden loon
lijsten de voor beide verzekerin
gen verschuldigde premie half
jaarlijks hebben te betaien in den
vorm van een vast te stellen per
centage van het door hen uitbe
taalde loon.
Hoewel het ontwerp de zieken
kassen niet met zooveel woorden
uitsluit als risicodrager, stelt de
de inhoud der ontworpen rege
ling buiten twijfel, dat de be
staande ziekenkassen niet zonder
meer haar bemoeiingen, althans
voor zooveel de groepen der
volgens de wet verzekerden be
treft, zullen kunnen voortzetten.
De wettelijke eischen omtrent
minimum-omvang der verzeke
ringsportefeuille en de collectieve
verzekering zullen hier wel de
belangrijkste hinderpalen zijn.
Daarmede is echter nog niet ge
zegd, dat deze kassen gedoemd
zullen zijn haar bestaan te be
ëindigen.
AXELSCHE
COURAN
Bureau Markt C 4.
Lelef. 56. - Postbu» No. 6.
Uit het Fransch vertaald.
I egen tien uur in den avond, toen
Lantara en zjjn vriend dit hol van
Bacchu» binaentraden, waren er rtedi
heel wat bezoeker». Het teekenstift van
Collot, het penieel van Teniers, van
Craesbeke, van Adriaan Brouwer, xou-
dee alleen in staat zijn geweest u een
denkbeeld te geven van de zwartge
rookte balken, van die zwerver», die
steeds hun natje bij zich droegen, vaa
dat publiek van diverse pluimage,
zwetsend, brallend en dansend, dat
hooren en zien verging.
Chevalier Pèbre, die al heel wat
cabarets bezocht had, stond van dit
schouwspel vreemd te kijken.
Door de getraliede hoofddeur en
drie afdalende steenen trappen kwain
men langs de keuken in de groote zaal.
Daar troonde Jean Ramponaux in grijs
pluchen kuitbroek en wambuis, versiei d
met de noodige wijn- en sausvlekken,
de steek achter op 't hoofd, te midden
van twee meiden en een mosterdjongen.
Boven den schoorsteen hingen rijen
worsten, hammen, stukken spek,pannen,
roosters en verder keukengerij. In den
hoek tegen den zwartgerookten wand
stonden twee groote étagère-kasten
van eikenhout vol met tinnen kroezen
rij aan rij. Op een enorme ton stonden
de glazen met voet, gereserveerd voor
de deftige klanten. Bij die ton zat één
van de gewikste speurhonden van Mr.
de Sartine, die ongeveer vijf jaar ge-
leden hier Damiens arresteerde, ver
momd en onherkenbaar, maar met zijn
loerende oogen elke nieuwe bezoeker
nauwkeurig opnemend. Aan den over
kant ba 't haardvuur zaten de minder
gefortuneerde klanten van beiderlei
kunne met de militairen en onderoffi
cieren en hun „grisettes", Tanchette
of Iris. Verder zag men er burgers
en seigneurs met degen op zij, de
wandelstok in de ééne en om hun
vriendinnetje de ander# hand, die hier
de grootste pret hadden, wanneer ze
door gepeperde kwinkslagen de aan
dacht trokken.
Nauwelijks waren die paartjes naar
de voorzaal gegaan om te zien of daar
een plaat» vri) was gekomen, of van
alle kanten werd hun toegeroepen al»
bij een publieken feestdag.
„Ohé, Dagobert, waar heb je die
prinses opgescharreld I"
„Wat een neus I"
„Plaats voor de gemaskerd# kippe
tjes."
De cabaret had twee gesepareerde
zalen. In de ééne verzamelde zich als
bij een zwijgende overeenkomst de
„chic", de andere bevatte een gezel
schap, dat veel van een ouderwetsch
„Cour des Miracles" had.
Verminkten en kreupelen, bedelaars
en straatmuzikanten, sommigen met
hun honden en ander „gedierte" ver
gastten zich aan haring en goedkoope
vleeschschoteltjes, „begoten" met den
nopdigen wijn Militairen, modistes,
dienstmeisjes en kamerjuffers met
nachtpermissie mengden zich onder
deze groepjes, waar ook elementen
onder schuilden, wier geweten niet
volkomen zuiver was en die juist hier
de meeste kans hadden geknipt te
worden door stille „dienders", die hen
in het groote Parijs moeilijk terug
zouden vinden.
Twee „garpons", Narcisse en Beau-
luuant, twee „sen-antes", Eglantine en
Pasiphaë, moesten de talrijke fisten
bedienen en liepen van tafeltje tot
tafeltje, beladen met lesschen en bor
den, want er werd bij Ramponaux
evenveel gegeten als fedronken. Vooral
zijn vischschotels waren bjjzonder in
tel. Narcisse droef een groote vlaspruik
en zat vol sproeten, doch viel anders
niet op. Beauluisant daarentegen was
een neger, die flom als een spiegel
en deed zijn naam alle eer aan. Een
reus van een kerel, die onder Lally-
Tellendal in Indië gediend had, en een
taaltje sprak, dat vooral bij de dames
in den smaak viel. Zijn succes bij de
„beau sexe" was dan ook legendarisch.
Juffrouw Efiantine, scheel als wijlen
de hertog van Bourbon, en niet al te
snugger, was zoo van achter de ganzen
weggehaald, doch Pasiphaë, bijgenaamd
„pai-s y-fier", was een bijdehandje,
die doorging voor een nichtje van
Ramponaux. Zij was in Normandië
geboren en eerst twintig jaar oud.
Haar mollige armen en haar frisch
snoetie met ondeugende oogen hadden
reeds menigeen van 't deftige publiek
in extase gebracht. Zij was dan ook
voor hun bediening speciaal aange
wezen.
Eigenlijk boden de tafels met hun
eenvoudige houten banken ruimte voor
zes personen, maar soms zaten er wel
acht aan. Het lawaai was niet van de
lucht en als Fanfan Ia Tulipe zijn
Marion niet in de haren zat en kroezen
en tinnen borden niet door de zaai
geslingerd werden, riep Ramponaux
verwonderd uit„Wat zijn mijn schaap-
jes vanavond rustig!"
Nadat Lantara en Timoléoa op luid
ruchtige wijze verwelkomd waren,
namen zij plaat» in de voorzaal. Zij
bestelden twee kroezen eri een porti#
gebakken haring, gevolgd door een
worstje met kool. Drie passen verder
zaten een waschechte hertegie met
haar „cavaiier", «atuurlijk gemaskerd,
dis hun best deden zich te amuseeren
en de keuken van Ramponaux alle eer
aandeden. Lantara at drie sinaasappelen
van zijn voorraad op, Timoiéon had
aan één genoeg en de Iwee ander*
werden door Lantara in de andere zaal
geworpen.
„Hè Bergozon, ze hebben 't daarginds
op je neus gemunt."
Dagobert, die naar voren was ge
sneld en Lantara herkende, riep:
„Lantara heeft zijn dessert meege
bracht. Leve Lantara 1"
Nauwelijks was 't lawaai gedempt
of nieuwe kreten gingen op:
„Rameau 1 Rameau I" De beruchte
zwerver Bénigne Octave, de neef en
nachtmerrie van den illusteren compo
siteur van „Castor en Pollux", deed
zijn intrée. Rameau, steunend op zijn
vriend Robbé de Beauveset, zooals een
treurspelheld op zijn vertrouweling,
keek met zijn doordringende oogen de
zaal rond en herkende aan één der
tafeltjes Lantara. Met zijn zware groc-
stem riep hij zijn collega-boemelaar
bij den naam, zoodat men een tijdlang
niets anders hoorde dan„Lantara,
Lantara Rameau, Rameau I"
Twee nieuwe bezoekers traden bin
nen Een dik mannetje in een roode jas
met zwarte bloemetjes, zijden kousen,
schoenen met zilveren gesp, gepruikt
en met een stok in de hand, vergezeld
van een dame in een groen domino
met zwart fluweel masker en over haai
kapsel een tulle mutsje. Ze schenen
door t lawaai, dat hun tegemoet kwam,
eenigszim tii hun stuk gebracht en
door hu» aarzelende bewefingen kon
een nauwkeurig toeschouwer hen roor
provincie-lui houden, meer gewoon aan
parket en tapijt dan aan de steenen
cabaretvloer. Rampenaux en de „stille"
diender namen toevallig geen notitie
van de nieuwe bezoekers, doch de
neef van Rameau zei tot Robbé de
Beauveset„Bij de heilige Salmigondis,
als dat juffie niet zoo groot was, zou
ik zweren La Pompadour voor me te
hebben."
„Hoe heb ik 't nou met je, die vrouw
is toch gemaskerd en je beweert haar
te herkennen."
„Kijk eens naar die kleine voeten en
die fijne handschoenen met hun gouden
kroontjes."
„Hou je mond, stommeling, als men
e hoort, zit je morgen in de Bastille
Oedertusschen hadden de bezoekers
in de buurt van Timoiéon plaats geno
men en reeds snelden Narcisse en Pasi
phaë toe om hunwenschen te vernamen
„Wat wensch je te eten, lieve Fran-
?oise? vroeg 't heerschap aan zijn
groene domino.
„Een gebakken haring."
„Welke wijn zullen meneer en me
vrouw drinken vroeg Narcisse.
Een zacht, eenigszins onzeker stem
metje antwoordde
„Wat denkt ge, Laurent?"
„Een flesch choisy, twee glazen en
twee haringen."
De dame knikte, trok haar handschoe
nen uit en legde ze naast haar bord.
„Waarlijk, 'tis hier echt leuk: kom
je hier vaag, Da Laurent 7'
„Het is voor 't eerst, mar Fran-
Soise." (Wordt vervolgd.)