let fortuin m een Fluitist. No. 88. DINSDAG 10 FEBRUARI 1925. 40e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Raads verslag. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postbus No. 6. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Greote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Vergadering van 3 Febr. 1925 Voorzitter de heer F. Blok, burgemeester. Tegenwoordig alle leden, be halve de heer Ph. J. van Dix- hoorn. (Slot). 6. Heffing en InvorJering kuar loon Slachtlokaal De Voorz. zegt, dat het slacht- lokaal reeds eenigen tijd in ge bruik is, doch er nog geen ofii- cieele regeling of tarief voor be staat, zoodat B. en W. thans voor stellen tot aanneming van de vol gende ontwerpen De voorgestelde tarieven be rusten op de volgende begrooting voor de exploitatie Stichtingkosten f 2500,— Rente en aflossing 250,— Onderhoud 50,— Toezicht 75,— 3) Totaal f 375, Aannemende, dat de helft bestemd is voor nood- slachtingen, zoo zal de andere helft moeten op brengen f 187.50 Deze denkt men te vinden in onderstaand tarief 60 varkens beneden 100 K.G. f 1 is f 60,- 30 varkens van 100 K.G. en daarboven is 45, 30 runderen a f 2 is 60,— Andere slachtingen 22,50 Totaal f 187.50 De Voorz. zegt, dat dit slechts een raming is, zoodat men niet weet hoe men* daarmee uitkomt. Hij zou daarom in overweging willen geven om het daarmee een jaar te probeeren. Dhr. 't Gilde Het is wel waar, dat het een proef is, maar spr. heeft er eens over gesproken met enkele kleine slachters en vernomen, dat het tarief veel te hoog is. Als de tarieven lager zijn, zal er ook veel meer gebruik van gemaakt .worden en komt men ook tot hooger opbrengst. Het getal varkens dat geslacht wordt is ook veel hooger, dan hier geraamd wordt. Bovendien moeten de kleine slachters concurreeren tegen de i grootere, die een eigen slacht- j plaats hebben en dat is bij zoo'n i tarief niet mogelijk. Hij zou voor varkens het tarief willen verlagen tot 50 en 75 cent en de kleine menschen in hunne concurrentie willen steunen. De Voorz. zee£. dat het hem genoegen doet, dat dhr. 't Gilde ook een onderzoek heeft inge steld. Maar hij moet toch op merken, dat het tarief is gemaakt in overleg met den heer Boo- gaert, die als hoofd van den keuringsdienst toch precies weet, hoeveel er geslacht wordt, wat dhr. 't Gilde toch niet zoo nauw keurig we«t. Het slachthuis is ook geen filantropische instelling, ofschoon het niet de bedoeling is om- winst te maken, maar we moeten toch voorzichtig zijn, dat we er aan' uitkomen en blijkt de op brengst te hoog, dan kunnen we het volgend jaar verlagen. Dhr. 't Gilde meent, dat het tarief de draagkracht der kleine slagers te boven gaat. Ze hebben eerst keurloon te betalen, dan volgt nog slachtloon en vervoer kosten, zoodat ze niet kunnen concurreeren. Dhr. Oggel gelooft, dat die menschen juist in hun bestaan geholpen zijn met het slachthuis, anders konden "ze heelemaal niet slachten, omdat ze zelf geen ruimte hebben. De grootere slach ters zorgen zelf voor hun inrich ting en hebben daar toch ook kosten aan voor onderhoud, enz. Dhr. Dieleman vraagt hoe dat gaat in de praktijk, als alle slachters gelegenheid hebben om het lokaal te gebruiken. De Voorz. zegt, dat het tot nu best gaatdat kunnen ze onder ling regelen. Bovendien is alleen gerekend op de menschen, die j geen slachtplaats hebben, anders was het lokaal natuurlijk te klein. Dhr. Dieleman acht het tarief ook te duur om een rundje te slachten. De Voorz.Als dit door de praktijk blijkt, kunnen we altijd nog verminderen. Hierop worden de verordenin gen m. a. sj aangenomen. 7 Verzoeken om vergoeding volgens de onderwijswet. Ingekomen zijn drie verzoeken om vergoeding voor schoeisel, enz. voor schoolgaande kinderen van buiten de kom. Voorgesteld wordt de jaarlijksche vergoedin gen te bepalen op f 10 per kind voor A. Dobbelaar, f 15 voor Krina de Kotijer en f 5 voor L. de Putter. Dhr.Dieleman gaat ermee accoord omdat we niet anders kunnen, maar is niet overtuigd, dat allen het even hard noodig hebben. De Voorz Het gaat niet over het al of niet noodig hebben, maar over den afstand van 4 K.M. en dan kan iedereen het vragen. B. en W. houden even wel rekening met den oeconomi- schen toestand der aanvragers. 8. Reclames school- en hon- dsnbslastfBg. Aan H. A. Kotvis wordt op zijn verzoek ontheffing verleend van zijn aanslag wegens schoolgeld, doch die van A. M. van de Bilt blijft gehandhaafd. Ook de aan slag van F. Goossen wegens hon denbelasting wordt gehandhaafd. 9. Omvraag;. De Voorz. zegt nog iets te hebben voor de geheime verga dering. a Dhr. 't Gilde zou in over weging willen geven om voor taan, als er grondwerk is, meer personen in .de gelegenheid te stellen, tot mededinging en ook om gebruik te maken van het Jeanr.e Josiphe-Hortense de la Tvvi" correspondentschap voor arbeids bemiddeling. Spr. zal niets af dingen op het werk van Mieras, maar acht het toch de taak van het gemeentebestuur om zooveel mogelijk in het algemeen te wer ken Hij hoorde daarover ern stige klachten en meent, dat de gemeente financieel gebaat zou zijn geweest, als er meer in schrijvers waren geweest. De Voorz. antwoordt, dat der gelijke werken in den regel pu bliek besteed werden. Maar hier is een uitzondering gemaakt, om dat het werk spoedig gebeuren moest. Dhr. OggelHet werd aan Mieras opgedragen voornamelijk omdat hij dadelijk beginnen kon en een kipkar met rails had, zoo dat hij het werk het vlugst en het goedkoopst kon uitvoeren. De Voorz. voegt eraan toe, dat Mieras ook werkloozen in dienst heeft genomen en daarbij gebruik is gemaakt van het ar beidsbureau. b. Dhr. 't Gilde wijst erop, dat onlangs in de Oude Stad eenige woonwagens stonden, waarvan de bewoners in de buurt last hadden. Ze wisten niet bij hun woning te komen. Spr. zou wil len, dat voor woonwagens een andere plaats werd aangewezen, waar de menschen geen ongerief ondervinden. Voorz.Dat is wel gemakke lijk gezegd, maar welke plaats wil U aanwijzen In den regel zijn woonwagens overal lastig en ook niet voordeelig voor de gemeente. Spr. dacht dat ze nu op een geschikte plaats stonden en onder politietoezicht waren. Hij heeft niet gehoord, dat er iemand overlast van had. Dhr. 't Gilde zegt, dat de men schen een grooten omweg maak ten om thuis te komen, daar ze bang waren van de groote hon den, die bij die wagens liepen. Dhr. OggelDie honden mo gen ook niet los loopen. Dhr. 'tGilde: Dat niet alleen, maar bij zoo'n woonwagen is geen plaats voor zekere behoeften, i VERORDENING oj de heffing van loon voor het gebruik van het alachtlokaal in de gemeenta Axel Artikel 1. v Voor het gebruik van het slachtlo- kaal voor het slachten van dieren wordt «en vergoeding geheven onder den naam van „Slachtlokaalkuur Art. 2 Onder het gebruik van het alacht lokaal wordt made begrepen het ge bruik van de licht- en kookinstallatie, mits door den gebruiker het noodige geld daarvoor in de muntgasmeter geworpen wordt, alsmede van de pomp in het gebouw aanwezig en van de darmenwasscherij. Art. 3. Onder het gebruik van het alacht lokaal wordt verstaan het in gebruik nemen va» de ruimte voor het slach ten van dieren voor ds consumptie en het opleveren van de localiteit in een xoodanigen staat, looals het bij den aaüvang is bevonden, me) dien ver stande, dat het aoodanig wordt opge leverd, dat geen resten van slachtin gen worden achtergelaten en alles voldoende met water is schoongemaakt. Ean en ander ter baoordeeling van dengene, die met het toezicht is be last. Art. 4. Voor het gebruik van het slachtlo- kaal voor h«t slachten van da hier onder genaemde dieren worden da volgande bedragen gehevea voor een schaap of geit f",a0, voor een varken beneden delOOK.G. fl, voor een varken van 100 E.G. en daarboven fl. 0, voor een kalf fl.— voor ean ezel fl. 0, voor een jong rund, os of stier beneden 2 jaar en daarboven f3.— voor een veulen fl.— voor een jang paard (zondar breede tanden) f2,50, voor aea paard f5,- Uit het Fransch vertaald. Deze verordening treedt onmiddellijk na hare Koniaklijke goedkeuring in werking. VERORDENING op da invordering van Slachtlokaalhunr in de ge meente Axel. Artikel l. De invordering van slachtlokaalhunr geschiedt ten kantore van den ge meente-ontvanger, tegen overgave van een kwitantia. Art. 2. Bij de betaling van deze rechten wordt tevens opgegeven op welk uur gealacht wenscht ta worden. Art, 3. Het betaalde recht voor het gebruik van het lokaal slu t het recht in zich om gedurende een zesral uren da<r- over de beschikking te hebben vanaf hst uur van slachting. Art. 4. Op vartoon van de kwitantia van hat bepaalde recht, zal de persoon, die met het toezicht op hat slachtlo- kaal is belast, zorgen, dat het lokaal voor het gebruik gereed is, die tavens controleert. Art. 5. Da invorderinr treedt in werkiüg gelijk met de heffingsvordering. Jaren gingen voorbij. De grond bracht, ondanks Nde zorg van meester Simon, maar weinig op. Een reeks misoogsten en herstellingen aan de boerderij, die veel geld kostten, deden de inkomsten van den ridder gevoelig slinken, doch Timo'.éon trok zich hiervan niet veel aan en jaagde naar hartelust, alsof er geen wolkje aan de lucht was. Reads spraken de buren onder bedekte termen, dat het op zop'n manier mis moest loopen, totdat de oude huishoudster Rosalie besloot haar meester van raad te dienen. „In plaats van op patrijzen, vossen en wolven te jagen, zoudt u beter doen #p uw goed te passen of nog beter een rijk huwelijk aan te gaan Een knap jongmensch als u „Loop naar den duivel," viel Tinto- léon haar boos in de rede. „Ik meen het toch waarlijk goed met u," zuchtte Rosalie. Niets hielp. Timoléon bezocht zelfs den ouden pastoor niet meer en ook de vrienden uit zijn jeugd bemoeiden zich niet meer met hem. Toch scheen Timoléon waarde aan het leven te hechten. Hij voedde zelf zijn jacht honden tot ergernis van den stalknecht Raymondet, die het maar niet plaatsen kon dat zijn meester zich met zulke ondergeschikte dingen bezig hield en nog bovendien de manier had om zelf »ijn jachtgeweren schoon te houden. Om zijn tijd te dooden, bemoeide de jonge edelman zich met het zware werk van 't land en ondervroeg meester Simon naar den stand der gewassen, al kon men merken, dat ook hierbij geen ware belangstelling in het spel was. „Bonjour, intendant, gaan wij dit jaar rijk worden „Met de olijfboomen gaat het vrij goedde olie heeft een hoogen prijs opgebracht, maar de wijnoogst is bitter tegengevallen.* „Dan moeten wij maar minder drinken," antwoordde Timoléon. De pachter kon niet nalaten te zuchten bij zoo'n greote onverschillig heid en herhaalde voor de zooveelste maal: „Wat een wijsgeer! Als de hemel op zijn hoofd viel, zou hij er zich nog niets van aantrekken." Het liefst wandelde Timoléon nog in de pijnboom- en moerbeziënlanen om de „magnarelles" hun landelijke, ouderwetsche liedjes te hooren zingen, terwijl zij bezig waren de cocons van haar zijde te ontspinnen. Bij een van deze wandelingen overhandigde de kleine Babet hem een rouwbrief, waar in zijn nicht Hortense hem meedeelde, dat haar echtgenoot zes dagen te voren, ten gevolge van een indigestie over leden was. Behalve een nog aantrek kelijk weeuwije en zijn gerechtelijke praktijk, liet graaf van Gardanne een vermogen van driehonderdduizend livres aan rente na. Niettegenstaande haar verdriet, bleef Hortense er knap uitzien. Zij kon dus op haar vingers nalellen, dat het haar niet aan belangstelling zou ontbreken, al was die van de meesten dan ook niet zonder berekening. Zelfs op onzen ridder maakte dit bericht indruk. Ter wijl hij langzaam naar het kasteel terugwandelde, besloot hij eerst de markies van Pélissane om raad te vragen of desnoods den baron van Mariguane. De markies vertoefde echter te Versailles en de baron vocht ergens in Westfalen of Hessen, in het gevolg van den maarschalk de Broglie. Ten slotte besloot hij er eerst nog eens een nachtje over te slapen en na een goed souper en een flinken dronk kwam hij in een vroolijke stemming, die zich nog het best uitte, doordat hij onverwachts Rosalie een ducaat in de hand stopte. Den volgenden morgen vroeg kreeg Raymondet op dracht zijn lichtgroene jas met goud- applicaat uit de kast te voorschijn te halen, hetzelfde costuum dat hij aanhad toen hij Eleonore was gaan bezoeken. Waarom zou hij bij de gravin de Gardanne nu niet eens revanche nemen, en wanneer eenmaal de tijd verstreken was, die gebruik en étikette eischten, haar voor de tweede maal naar het altaar pogen te leiden De ridder sloot zich in zijn kamer op en schreef aan de gravin de Gar danne naar haar hotel te Aix „Lieve nicht. Hoewel ik niet de eer genoot den graaf van Gardanne te kennen, heeft het bericht van zijn overlijden mij ten zeerste getroffen en voel ik hot: het verlies van dezen edelen man en echtgenoot u smarten moet.,." Toch liet hij wel twee weken voor bijgaan vóór hij het schrijven verzond en toen het eenmaal zijn bestemming bereikte, was de jonge weduwe reeds tot inkeer gekomen. Zij schelde haar kamermeisje Madeion en liet den ridder weten, dat zijn komst haar welgevallig zou zijn. Daarop geeuwde zij, las een bladzijde uit den roman Angola, van ridder de la Mollière, die toen in de mode was en streek onder wijl over de glimmende haren van haar geliefkoosde hazewind Brimborion, die zij thans des te meer vertroetelde, omdat haar overleden echtvriend het lieve beest niet goed had kunnen uitstaan. Het briefje van Hortense verblijdde Timoléon en daar Babet i juist voorbij liep, kon hij niet nalaten haar getuige te doen zijn van zijn vreugde, door haar het'epistel voor te lezen. Het bloed van Gros Pierre en Lucas verloochende zich bij dezen „edelman" nooit en te nimmer. „Wel, liefje, wat raad je me aan. Zou ik naar Aix gaan. Zeg?" „Ik geloof niet," fluisterde Babet, „dat gij uw geluk bij vrouwen uit den hoogen stand zult vinden, doch spreek hier liever met pastoor de Lagirelle over. Ge zult zien, dat hij er ook zoo over denkt." De oude pastoor liet zich aldus uit „Wees op uw hoede. Ik raad u aan bij uw nichtje te Aix een eenvoudige beleefdheidsvisite te gaan maken en dan weer fluks naar hier te komen om uw wijngaarden te verzorgen. Wanneet- ge indertijd naar mijn raad had willen luisteren, en waart gaan studeereh, zou ik anders spreken. Doch ge hebt de voorkeur gegeven aart jagen en niets doen bo^en de eer der magistratuur." De jonge edelman maakte zijn excu ses zoo goed hij kon en bedankte den pastoor, en toen hij den volgenden dag in de salons van Hortense werd bin nengelaten, hoorde hij haar lieve stem hem aldus toespreken„Wel, neef, dat vind ik nu eens aardig dat ge zoo vlug zijt gekomen d'Equilles was het evenbeeld var. haar zuster Eleonore, alleen had de eerste donker haar bij het zwarte af en de laatste waslichtblond. Zooals zij daar voor haar neef stond, leek zij sprekend op één van de schilderijen van den hofschilder Nattier. Zij droeg dien dag een zwart zijden japon, doch dit maakte geen treurigen indruk. Naast Hortense was bij het binnentreden van Timoléon een veertigjarig heer opge staan, gekleed als een „petit abbé", die bezoeken aflegt. Hij was zwaar lijvig en erg ceremonieel en scheen met 't flinke voorkomen van den jeug digen ridder maar half ingenomen. Beurtelings gleden zijn blikken van hem naar de gravin. Toen zij aan elkaar waren voorgesteld, vernam Timoléon dat deze 'heer zich abbé de Courteissa- de noemde en juist bezig was de gravin uit zijn treurspel Christophe Colombe voor te lezen. Op dit oogenblik begon Brimborion, die zich tot nog toe met grommen had vergenoegd, luid te keffen en toen Timoléon het schoothondje wilde streelen, beet het mormel hem plotseling in de kuit. „Wacht, valsch serpent," liet de jager zich ontvallen, als sprak hij tot één van zijn eigen honden, „dat zal ik jou wel eens voor goed afleeren." De gravin van Gardanne werd bleek, toen zij dit dreigement hoorde, terwijl de Courteissade bij zich zelf moest lachen. Hij haalde zijn gouden snuif doos te voorschijn om nog beter te verbergen, wat er bij hem omging, Intusschen begreep Timoléon dat hij eeti flater begaan had en beproefde zich te verontschuldigen, (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1925 | | pagina 1