0«4 e».
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- Vlaanderen
No. 77.
DONDERDAG 1 JANUARI 1925.
40e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Raadsverslag.
Het Kanaal Axel-Hulst.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postbus No. 6.
Wegens het Nieuw
jaarsnummer zal a. s.
Vrijdagavond de AXELSCHE
COURANT niet verschijnen.
DE UITGEVER.
Tik-tak, tik-tak, tik-tak
zoo hooren we de raders van het
horloge, de huisklok of de toren
klok telkens voortstuwen de se
conden, de minuten, de uren, de
dagen, de weken, de maanden,
de jaren in één zelfde tempo,
voort, immer voort, en steeds met
denzelfden regelmatigen, nooit
onderbroken gang
En wij, menschen, we moeten
mede met den tijd, mede of we
willen of niet,onherroepelijk mede.
En zoo beleven we telkens en
telkens het afscheid van een
oud het welkom van een nieuw
jaar. En het is goed, dat we dit
doen, steeds met opgewekte
stemming, met nieuwen moed,
blijde van hart, omdat het ons
reden geeft tot dankbaarheid.
Dankbaarheid voor het genotene.
Dankbaarheid voor het feit, dat
wij nog wonen in het rijk der
levenden en alzoo nog in de
gelegenheid zijn om te vergelden,
wat wij schuldig waren, onze
tekortkomingen in te zien en op
onze dwalingen terug te komen.
De poëzie van den Oudejaars
avond, de feestelijke stemming
van den Nieuwjaarsdag, zij mogen
ons niet verlaten en zij het ook,
dat er redenen zijn tot droefheid
over het verledene ook dan-
moeten wij berusten in datgene,
wat God ons oplegde en denken
zoo Hij deed, is wèlgedaan.
Want deze dagen, die van ouds
her een zeker cachet dragen, op
ieder een eigenaardige bekoring
uitoefenen en ons tot ernst manen,
naarmate we jaren tellen en onder
vinding opdeden, deze dagen
moeten ons blijven brengen uren
van huiselijke hartelijkheid en
onderling geluk.
Oudejaarsavond en Nieuwjaars
morgen.
Het zijn oogenblikken van ver-
poozing. Mijlpalen zegt men,
waarbij we even stil staan, om
terug te zien op den afgelegden
weg en te berekenen den afstand,
dien we volgens menschelijke
verwachting nog te bewandelen
hebben.
We leggen even af al datgene,
wat in den maalstroom des levens
schier voortdurend onze aandacht
eischt en hetzij men zakenman is
of ambtenaar, patroon of dienst
knecht, huisvrouw of maagd
we zetten ons, terwijl het oude
gaat en het nieuwe komt, even
tot een wijle rust, om dat feit te
gedenken en te herdenken.
Te gedenken den vertrekkende
met al wat hij bracht, te her
denken wat ons aan lief en leed
overkwam. O, laat ons daarbij
vooral denken aan het lief, dat
ons werd geschonken en het leed,
dat ons werd gespaard of ont
nomen en niet omgekeerd zwart
gallig en ondankbaar blijven
neerzien op het lief dat ging en
het leed dat kwam.
Het is waar, we kunnen soms
harde slagen krijgen, zoodat we
troosteloos rondzwerven en zoe
ken naar uitkomst. Teveel zoe
ken zelfs, want vaak is die troost
zoo nabij, als we er ontvankelijk
yoor zijn.
Als we ons afvragen, of die
slagen niet zoovele lessen zijn,
die ons terecht wijzen naar hooger
genot
Als we denken, dat nog zoo
veel erger rampen ons hadden
kunnen geeselen
En als we eindelijk denken,
dat er toch zooveel is gebeurd,
waarover we verheugd konden
zijn, dat ons zooveel is geschon
ken dat ons tot opbeuring diende
en dat zoo vaak ons gebed werd
verhoord, dat „Onze Vader",
waarin we zoovéél vragen, dan
Dan zeker zullen wij tevreden
zijn en het afgeloopen jaar met
voldoening onzen afscheidsgroet
brengen, om daarna in hoopvolle
verwachting zijn opvolger in te
halen.
Treden wij het Nieuwjaar te
gemoet met opgewektheid en lust
en niet om een blooten vorm of
koude gewoonte, maar welge
meend wenden we ons tot ouders,
kinderen, familieleden en vrienden,
hun toewenschende al datgene,
wat goed en begeerenswaard is.
We treden 1925 in.
Onderhoudend de goede ge
woonte, komen ook wij weer tot
U, trouwe lezers van de „Axelsche
Courant", om bij den aanvang
van den nieuwen jaarkring onze
hartelijke gelukwenschen te paren
aan de gevoelens van dankbaar
heid, voor den steun die we steeds
in toenemende mate mochten
ondervinden van al wie in ons
blad belangstelling toonden.
Moge God u allen doen deelen
in Zijn rijken zegen en tegenspoed
of leed verre blijven van U en
uwe gezinnen. Dat ook in zaken
en ondernemingen het geluk uw
streven moge begunstigen.
In ons aller gemeenschappelijk
belang hopen we verder, dat ons
Vaderland gespaard blijve voor
rampen en onze Vorstin en Re
geering de kracht en het verstand
worden gegeven, om naar wijs be
leid ons land te besturen en ons Volk
te brengen tot welvaart en bloei.
Ook fen opzichte van ons stedelijk
Bestuur en van onze mede inge
zetenen in 't algemeen hopen we,
dat het jaar 1925 voor Axel zij
een gelukkig jaar.
Zitting van 23 Dec. 1924.
Tegenwoordig alle leden, be
halve de heer Oggel, die met
kennisgeving afwezig was. Voor
zitter: de heer F. Blok, burge
meester, secretaris deheerJ.L.J.
Maris.
II
Dhr. Kruijsse had ook bezwaar
om zijn stem aan het voorstel te
geven en vond het een gek voor
stel. We gaan eerst, zei spr.,
f 100 geven en dan een com
missie benoemen, die uitmaakt of
ze er wel voor in aanmerking
komen.
Neemt aan, dat de commissie
oerdeelt, dat subsidie niet noo-
dig is, dan hebben ze toch hun
f 100 te pakken; of als er boeken
op de lijst voorkomen, die on-
gewenscht zijn, en ze gaan er
niet uit, dan kan men toch de
subsidie niet terug vragen
De Voorz. meende, dat men
de zaak niet goed begreep. De
commissie heeft niets te beslui
ten, die heeft alleen maar rap
port te geven van haar bevin
dingen en daar naar te advisee-
ren. En om het bezwaar van
dhr. Kruijsse te ondervangen, zou
snen de subsidie op 31 Dec.
kunnen uitbetalen.
Dhr. Kruijsse Dan heeft een
bibliotheek weer geen zekerheid
of ze de subsidie wel krijgen
zal, want dat hangt af van het
rapport.
Dhr. Weijns merkte op, dat de
bezwaren van dhr. Kruijsse niet
zoo groot zijn, want aan elke
subsidie, die uitgekeerd wordt,
zijn voorwaarden verbonden, dus
ook hier.
Dhr. 't Gilde meende, dat er
niets tegen was om te besluiten,
dat ook de subsidie aan de an
dere bibliotheken zal worden uit
gekeerd.
De Voorz.Dat is niet het
voorstel van B. en W.
Dhr. KosterDe heeren Baert
en 't Gilde konden nu hier een
verzoek in dienen, dat daarom
nog niet in behandeling behoeft
te komen, maar werd verwezen
naar B. en W.
Dhr. van Dixhoorn was van
meening, dat als we aannemen,
dat elke bibliotheek subsidie
krijgt, de grens niet te voorzien
is. Er zijn 48 partijen in ons
land en als nu dus hier elke
partij een bibliotheek heeft en
subsidie vraagt, kan het nog heel
wat kosten. Misschien dat het
dan beter was, dat de gemeente
zelf een bibliotheek inrichtte, als
er dan toch zoo'n groote behoefte
aan bestaat en er controle moet
zijn. Wil men dan nog een eigen
bibliotheek, dan moet men dat
weten, maar dan behoeft men
niet op een anders nek te zitten
voor de kosten.
Dhr. P. de Feijter meende, dat
een gemeente-bibliotheek een veel
hooger bedrag zou eischen. Als
het nu f 300 kost, dan zijn we
overal van af, maar als we een
eigen bibliotheek hebben, moet
weer een bibliothecaris benoemd
worden enz. en zal het werk
dat er aan verbonden is, betaald
moeten worden, terwijl het nu
allemaal gratis gebeurt.
Dhr. 't Gilde was het eens met
dhr. van Dixhoorn, maar zou nog
verder willen gaan en er een
openbare leeszaal aan verbinden,
maar hij geloofde niet, dat dit
idee gesteund werd en maakte er
daarom maar geen voorstel van.
Dhr. Kruijsse vroeg nog of ieder
in de gelegenheid was om boeken
te bekomen bij die bibliotheek
van „Patrimonium".
De Voorz.Hoe meer, hoe liever.
Dhr. KruijsseDan ben ik het
eens met dhr. de Feijter, want
dan is het een koopje. Maar toch
zou hij liever eerst een onderzoek
instellen en dan pas besluiten tot
subsidie, ofschoon het voor die
commissie zeer moeilijk zal zijn
om te oordeelen, want het idee
of een boek ongewenscht is, is
machtig rekbaar.
Dhr Van Dixhoorn stelde zich
evenmin voor, dat die controle
van nut is. Men kan niet al die
boeken lezen en dus is het een
kwestie van vorm en vertrouwen.
Bovendien stel nog voor, dat een
boek ongeschikt wordt geacht,
dan zal zoo'n vereeniging het uit
de bibliotheek gooien; maar dan
koopt één der leden het boek en
geeft het ter lezing aan zijn
vrienden.
Dhr. Kruijsse Nog sterker, dan
gaat de Raad reclame maken voor
zoo'n boek, want hoe is het gegaan
met het werk van Barbusse
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Dhr. Dieleman vond de veiligste
weggeen subsidie. Hij is er
niet mee ingenomen en heeft dat
hier meermalen gezegd. Men laat
te weinig gelegenheid voor eigen
initiatief. Er zijn hier enkele
zangvereenigingen, die ook veel
noodig hebben en niet beschikken
over royale middelen, omdat de
leden grootendeels werkende
menschen zijn. Maar toch brengen
ze alles vrijwillig bij elkaar om
hun zaak in stand te houden.
Wat die commissie betreft, deze
zal een zware taak hebben en
ten slotte zal de vereeniging met
die f 100 subsidie toch ook niet
staan of vallen.
De Voorz. wees op de reke
ning, waaruit blijkt, dat de ver
eeniging haar kosten ook vrijwel
dekt, maar hoofdzakelijk zit men
met den aankoop van nieuwe
boeken. Het leesgeld is maar 5
cent en er wordt enorm gebruik
van gemaakt. Daarom hadden
B. en W. goedgevonden om een
commissie te benoemen voor con
trole, zoodat het mogelijk is, om
bepaald slechte boeken te weren.
Dhr. Dieleman vond de instel
ling van een commissie wel goed,
maar was tegen de subsidie.
Dhr. J. de Feijter dacht ook,
dat het beter was, nu er toch
niet veel neutraliteit meer gevon
den wordt, dat elke vereeniging
zijn eigen bibliotheek had en
door werving van leden maar
trachtte om zijn eigen kosten te
dekken.
De Voorz. bracht het voorstel
in stemming, waarbij vóór stem
den de h.h. Koster, Baert, Weijns,
Feijter en 'tGilde. Tegenstem
den de h. h. Kruijsse, J. de Feij
ter, van Dixhoorn, Dieleman en
van de Casteel, zoodat de stem
men staakten.
Omrra g.
a. Beerruiming.
Dhr. van Dixhoorn vroeg of de
machine*voor beerruiming ook
voor anderen buiten de gemeente
beschikbaar was, voor aalput-
ten, b.v.
De Voorz. antwoordde, dat
vroeger de gemeente Zaamslag
heeft gevraagd om de machine
voor beide gemeenten te nemen,
doch men deed dat liever niet.
Het is niet zoo'n bijzondere uit
gaaf en dus kan elk het aan
schaffen.
En wat particulieren betreft,
ook dat is moeiiijk. We hebben
er hier vast personeel voor, maar
als anderen er mee omgaan en
verkeerd doen, dan krijgt men
misschien stukken en allerlei on
aangenaamheden. Spr. wilde
echter de mogelijkheid openstel
len en gaf in overweging, dat
als iemand ze huren wilde hij er
eens met B. en W. over kon
spreken.
b. Subsidie Bibliotheek
Dhr. Baert vroeg nog of het
noodig was dat de R. Kath. bi
bliotheek alsnog een schriftelijk
verzoek om subsidie indiende.
De Voorz. vond van wel. Dan
weten we wat gevaaagd wordt
en zijn er gegevens.
c. De P. Z. E. M.
Dhr. 't Gilde zou in overwe
ging willen geven om nog geen
nadere stappen te doen tot elec-
trificatie. Gezien de vernietigende
critiek in de vergadering der
Prov. Staten, is het niet vast, dat
de P. Z. E. M. blijft voortbestaan
en daarom is het beter nog af te
wachten,
d. Bouwverordening.
Dhr. 't Gilde dacht dat deze
niet voldoende werd nageleefd.
Hij wees op iemand, die ver
gunning kreeg tot het bouwen
van een schuurtje, doch later
belet werd te bouwen, wat hem
veel moeite en onkosten veroor
zaakte.
De Voorz. antwoordde, dat
dhr. 't Gilde verkeerd was inge
licht. De verordening wordt toe
gepast, zooals het behoort. De
man, waarop hier wordt gedoeld
had vergunning tot bouwen op
de voorwaarden volgens de bouw
verordening, doch wenschte die
niet toe te passen.
Dhr. 't Gilde had gehoord, dat
den man op de secretarie (mon
deling) was verzekerd, dat hij
wel met bouwen kon beginnen.
Ook vernam dhr. 't Gilde, dat
de pastorie der Geref. Kerk
beneden peil is gebouwd.
De Voorz. merkte op, dat men
niet het oor kan leenen aan
praatjes, maar schriftelijk een ver
zoek moet indienen met bewijzen
op papier, als er feiten niet in
orde zijn. Spr. is overtuigd.dat
er geen steen gelegd is, vóórdat
het peil is vastgesteld.
Dhr. 't Gilde is het daar niet
mee eens en heeft leden der kerk
anders hooren beweren. Het is
geen goede toestand.
Dhr. Van Dixhoorn vroeg, nu
het toch over de bouwverordening
gaat, of het gebouwtje van Ver-
couteren daaraan voldoet Zoo
ja, dan zou hij de verordening
willen veranderenals het in de
Oude Stad stond, dan kon het,
maar nu het in de Noordstraat
staat vindt hij het te erg.
De Voorz.De voorgeschreven
ruimte is er en meer kunnen ze
ook niet nemen.
Dhr. Van Dixhoorn Ze konden
toch veel hooger gebouwd hebben.
Dhr. Kruijsse vond dat niet zoo
erg, maar dat duizend gulden
gegeven is, terwijl daarvoor in
de buurt bij Deij de straat hee-
lemaal ontsierd is, vond hij
jammer.
e. Straatverlichting.
Dhr. Dieleman vroeg of in de
Emmastraat geen lantaarn kon
geplaatst worden, het is daar
's avonds erg donker.
Dhr. Baert geloofde ook, dat
dat wel noodig is, want daar is
nogal passage ook.
Dhr. Kruijsse merkte op, dat
men daar voorzichtig mee moet
zijn, want die straat is eigendom
der Spoorweg-Maatschappijdat
moet gevraagd worden.
Onderhoud straat.
Dhr. P. de Feijter zei, dat er
een pomp staat in die straat en
het dan een groote modderpoel
is, omdat daar dikwijls de wagens
worden afgeschuurd. Spr. vroeg
of de Maatschappij verplicht is
die straat schoon te houden of te
verharden
De Voorz. antwoordde, dat
naar een en ander zal worden
omgezien en sloot de vergadering
met dankzegging.
Niet bemoedigend.
Naar we in de „Tern. Crt
lezen, heelt Uc Mimsiei van
Waterstaat naar aanleiding der
door ons vermelde rede van den
heer Fruytier het volgende ge
antwoord
„De heer Fruytier, die gespro
ken heeft over de kanalen in
Zeeuwsch-Vlaandtten, heeft zich
AXELSCHE
COURANT