sis ZWARE OFFERS. Nieuws- -en Advertentieblad voor Zeeuwse li- Vlaand er en No. 74. VïRIJDAG 19 DECEMBER 1924. 40e Jaarg. CA,i! sHs 1 r 66^ J. C. VINK - Axel. Bij dit blad behoort een bijvoegsel. Auto en Alcohol. FEUILLETON. Provinciale Staten. ?af pa Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postbus No. 6. tot 5 regels 60 Centvoor Groote letters worden naar ADVERTENT1ËN van 1 eiken regel meer 12 Cent. plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrrjdagvoormiddag 11 ure. In „Autoleven" schrijft H. J. Peppink het volgende Tegenover den alcohol zijn in de maatschappij door de men- schen verschillende standpunten ingenomen. De een verfoeit het vocht uit den grond van zijn hart. omdat de drank zeer zeker aan leiding is geweest (en helaas nog dikwijls is) van tal van betreu renswaardige daden, die mischien niet zouden begaan zijn, wanneer de bedrijver nuchter was geweest. Aan den anderen kant treffen we ook menschen aan, die wel er kennen, dat de alcohol zeer zeker misdaden op zijn geweten heeft, maar die desondanks er voor te rugdeinzen, om een verbod op den aanmaak enz. van den drank te stellen. Zij oordeelen het verkeerd, in dit opzicht ook al weer wetten en verbodsbepalingen te maken zij vinden de vrijheid al voldoende aan banden gelegd in de maat schappij. Daarenboven is het na tuurlijk nog zeer de vraag, of een alcoholverbod het drankmisbruik (dit is feitelijk het éénige verkeer de van den drank) zou opheffen. Wij voor ons zijn in het alge meen tegen de drooglegging. Wij zullen het hier echter niet verder hebben over tal van bewijzen voor en tegen, maar liever overgaan tot de toepassing van den alcohol op de automobiel. Was het ons tamelijk onverschillig of men drank gebruikt in het dagelijks leven, hierbij is de kwestie geheel anders. En wanneer wij dan nog eens de vraag voorleggen, moeten wij den alcbhol verbieden, dan zal er wel niemand zijn, die deze vraag thans ontkennend durft te beantwoorden. In welk opzicht verschilt nu het gebruik van alcohol achter het stuurrad van het drinken van een borreltje in den huiselijken kring? Wij willen op deze vraag eens wat nader ingaan, en hopen daar mede tevens onze juist geuitte (Uit het Duitsch.) 48) ln de ruimte voor de toeschouwers hoorde men stil snikken en ook meer dan één der gezworenen kon een zacht hoesten, waaruit men mocht besluiten tot groote aandoening, niet bedwingen. Doch hoe slank, edel en zonder vrees stond daar de vrijvrouwe, de straf ver wachtend, zelfs eischendhoe hart verscheurend klonk haar moedige uit roep „ik.. - ik alleen heb mijn echt genoot gedoodslechts ik." Maar, hoe dikwijls zij dat woord ook herhaalde, het vervloog toch ten slotte onder den indruk van de mannelijke woorden van den graaf, die bereid was te zweren, dat zijn zuster den trekker van het wapen niet had kunnen aan raken Daardoor scheen de bleeke, offer vaardige vrouw in de meenicg van het publiek zoo goed als vrijgesproken. De officier van justitie oordeelde anders. Hij was van meening, dat de verklaring van den beklaagde, dat zijn zuster den trekker niet had aangeraakt, zeer goed op een dwaling berusten konIn zulke gevallen van groote opwinding kwamen zulke dwalingen, die men bereid was met een eed te bevestigen, niet zelden voor. Boven alles hield fie officier vast aan de uit spraak, dat het haar vast voornemen was geweest, den echtgenoot te dooden. Daarvoor eischte hij straf, zooals hij stelling te bewijzen, voor zoo ver deze tenminste nog bewijs behoeft. Wanneer iemand zich zet aan de taak, om een automobiel te be sturen, dan belast hij zich met een uiterst moeilijk en veeleischend werk, maar tevens een werk, dat met beleid uitgeoefend, tot heil strekt van de geheele menschheid (hoewel dit laatste op het Bin nenhof nog wel eens betwijfeld wordt, gezien de tallooze belem merende bepalingen, waaraan het automobilisme onderworpen is in ons land). De automobiel, de vrachtwagen, de autobus of de luxe Sedan, brengt aan ons volk hygiënische of economische voor deden. Het is niet onze bedoe ling, om daarop nader in te gaan. Dat er aan het automobilisme in al zijn uitingen ook schaduwzij den verbonden zijn, behoeft geen betoog, wie zou dit anders ver wachten, van een product, dat „des menschen is."Die schaduw zijden nu bestaan in de eerste plaats wel in de ongelukken, die door automobielen nog steeds worden veroorzaakt. Weliswaar ziet men ze geregeld verminderen, zoowel absoluut als ook ten op zichte van het toenemende auto verkeer, maar desalniettemin doet een krantenberichtje met het op schrift.: ernstig a u t o-o nge- 1 u k nog steeds veel schade aan den bloei van het automobilisme in Nederland. Terecht bréngt zoo'n bericht nog meer schade toe aan de auto, wanneer erin ver meld kan worden, dat de bestuur der van den wagen in s t a a t v a n dronkenschap verkeerde. Want heel dikwijls zal het gebeu ren, dat eert auto-ongeluk verme den had kunnen worden, wanneer de chauffeur nuchter was ge weest. Zooals wij boven reeds opmerkten moet het autorijden als een bezigheid beschouwd worden, die onzen geest geheel in beslag neemt, een nauwgezette oplettend heid is er noodig, om bij een naderend gevaar direct de juiste handgrepen te kunnen verrichten waardoor „de klip omzeild zal kunnen worden." Wanneer wij nu die ook voor den aangeklaagde eischte, wien inderdaad de hoofdschuld aan de bloedige daad moest worden aange rekend. De overtuigde, stherpe woorden van den officier van justitie, die strenge stra' eischte voor een verwoest men- schenleven, deed dreigend somber de schaduw van den gedooden vrijheer oprijzen, aan wien men te voren nau- vvelijks had gedacht, of slechts met wrevel, die door de ongunstige getuigenis van Ethe! en alle bedienden nog was gestegen tot verontwaardiging. Nu vroeg deze schaduw plotseling haar rechtom wraak roepend zweefde zij door de duistere zaal. En op de gezichten van de toe hoorders kwam ongerustheid en twijfel iets van angst greep hen aan, die straks nog zoo vol vertrouwen waren, dat de zaak der aangeklaagden geen ongun- stigen indruk kon hebben. Onwillekeurig, als hulp zoekend en hulp verwachtend, wendden zich aller blikken naar de verdedigers. Dr. Keinsberg, als advokaat van den graaf, sprak eerst. En reeds bij de eerste volzinnen, die door een wellui dende stem kracht en inhoud kregen, scheen het in de zaal weer lichter te worden, met'ieder verder gesproken woord drong de spookachtige schaduw meer terug tot in de duisterste hoeken van de zaal. De ernstige jonge man met het brand-litteeken in het karakteristieke gelaat sprak heel eenvoudig. Kalm reeg hij volzin aan volzin, maakte geen jacht op eenig effect, zocht niet met eenig verrassend beeld te verblinden. Hoe scherpzinnig de jonge man ook iedere omstandigheid wist te gebruiken, die dienstbaar kon zijn voor zijn dood achter het stuurrad alcohol gebrui ken, dan is ons brein daardoor in een inferieuren toestand gekomen. Men heeft dit wetenschappelijk vastgesteld door de prestaties op geestelijk terrein te meten van iemand, vóór en na alcoholge bruik. Onomstootelijk kwam daarbij vast te staan, dat de geest door het gebruik zelfs van heel kleine hoeveelheden al cohol zeer ongunstig werd beïn vloed. De tijd die verstrijkt voor wij een zekere handeling uitvoe ren wordt aanmerkelijk grooter. Daarbij komt nog de omstandig heid, dat iemand die alcohol ge dronken heeft zich tot allerlei „grandiose" dingen in staat acht. Een gevaarlijke bocht in den weg wordt voor een „peuleschilletje" aangezien. Het gevaar van den bocht is echter niet beïnvloed door den borrel en veeal zal de rijder in zoo'n geval dus een ongeluk maken. Dit feit komt geheel over een met de heldendaden, die een dronken man zoo gaarne uithaalt. Zit hij daarbij in een auto, dan zal die zucht zich afspiegelen op den speedometer. Dikwijls zien wij nu, dat zoo'n roekeloos per soon a.h.w. door den duivel in bescherming is.genomen, want hij kan een heeleboel uithalen, zon der een doodelijken smak te ma ken. Hierdoor wordt de bravoure stemming steeds vergroot, tot plotseling de „apotheose" voor goed een eind maakt aan des drinkers rijden op dit onder- maansche- Juist wanneer wij op den weg in een precaire situatie komen, dan zullen wij in zoo'n geval veel eerder een ongeluk maken, wan neer wij alcohol gebruikt hebben, dan in nuchteren toestand. Dit al les hangt samen met de beïnvloe ding van onze geestesrunties door den alcohol. Evenmin als wij achter het stuurrad gaan zitten, overmand door den slaap, even min moest het voorkomen, dat een chauffeur drank gebruikte t ij- dens zijn autoritten. Wij zien dit principe wel aller wegen meer en meer ingang vin den bij de eigenaars van auto- boven alles was het de taal van zijn hart, de taal der menschelijkheid, waar mee hij streed voor de zaak van zijn cliënt. Met welke overtuiging ontwierp hij het beeld van een mensch, een edelman, die toegesneld om genoegdoening te vorderen voor al het leed, zijn beminde zuster aangedaan, zich zelf eveneens zag overladen met hoonenden giftigen spot en beleediginghoe eindelijk wilde drift en toorn in hem opvlamde en hem meesleepte tot de bloedige daad. Dit feit maakte de jonge verdediger tot het beslissend punt van zijn rede. De noodlottige revolver... daar lag hij onwillekeurig richtten de ooeen van den beleedigde, den gehoonde zich telkens weer op den blinkenden loop het schitterende ding lokte telkens deinonischereindelijk kon de tot razernij geprikkelde zijn met bloed beloopen oogen er niet meer van afwenden het waper. kreeg voor hem spookachtig leven, riep hem toe grijp mij... wreek je. En toen ge beurde het... onder klaarblijkelijken dwangtoestand, onder de overmacht eener suggestie. Onbeschrijfelijk overtuigend en^wel- sprekend in allen eenvoud pleitte dr. Reinsberg voor den aangeklaagde. Zijn rede had echter een wonderbaarlijke bijbeteekenis. Slechts een paar maal kwam de vrijvrouwe er in voor, en als bijkomend klonken dan de volzinnen, zonder beteekenis en nadruken toch sloeg het daaruit voor kenners van harten omhoog als heilige, heete vlammen, die elke schuld wilden weg branden van haar schoon, geliefd hoofd. Dat hoofd het luisterde gebogen toe, met het voorhoofd geneigd naar I de op de borst gevouwen handen. mobielen, maar toch blijven er steeds nog .menschen onverschil lig onder. Voor dezulken in de eerste plaats is de strafwet noodig. Het is altijd zeer te betreuren, wanneer een of andere handeling aan banden moet worden gelegd in de maatschappij, maar onge twijfeld is het vaak noodzakelijk, dat het gebeurt. Ook ten onzent hoort men hier en daar reeds stemmen opgaan, teneinde den alcohol van de auto verbannen te zien. Er zijn echter landen, waar dergelijke strafbepalingen reeds langen tijd bestaan. (Voor het meerendeel zijn dit landen, die ook in bezit zijn van een verkeerswet, d.w.z. een wet, die het verkeer behoorlijk regelt en dus niet van een paar aftand- sche bepalingen van vijf-en-twin tig jaar' terug, gebasseerd op het vervoer per éénpaardsmotor). Hiert(pven hadden wij o.a. De nemarken op het oog. Een be stuurder van een auto, die in dat land achter zijn stuur wordt ge vonden na alcohol gebruikt te hebben, kan daar zijn rijbewijs afgenomen worden. De straffen, die er staan op het veroorzaken van auto-ongelukken, worden verdubbeld wanneer de bedrijver tijdens het ongeluk on der den invloed van den alcohol verkeerde 1 Den eersten keer kan het rijbewijs voor één jaar wor den afgenomen, bij herhaling voor onbepaalden tijd, ongeacht hooge geldboeten, die op overtreding staan. Dat dergelijke bepalingen heilzaam werken bij de ongeval lenstatistiek en op den bloei van het automobilisme is duidelijk. Hier zijn we op ons zelf aange wezen. Waar geen sterke hand de zwakke broeders onder de automobilisten zal d w i n g e n, is het absoluut noodzak e- 1 ij k, dat iedereen, die hét auto mobilisme wil bevorderen strijdt tegen het alcoholgebruik achter het stuur. Wat de chauffeur na afloop van zijn rijprestaties wil doen is diens persoonlijke zaak, en gaat ons niet aan. Wanneer iemstnd achter het stuur alcohol Wat ging er om in de beweginglooze gestalte, waarvoor die woorden, die zoo eenvoudig en zakelijk klonken, heen stroomden, als een vloedgolf van liefde Dr. Reinsberg kwam aan het slot. Plotseling richtte de jonge vrijvrouw zich op en keek naar hem. Hoewel de schemering viel, bereikte deze blik hemen hij moest hem beantwoor den groot en vel. Dr. Faber, die een kunstige en warme rede had gemaakt als eigenlijke ver dediger der jonge vrouw, kwam nu aan het woord, maar het was de toehoorders, alsof hij wel had kunnen zwijgen, want men hield de aangeklaagde reeds voor vrijgesproken daar de eerste ver dediger reeds haar zaak, tegelijk met die van den graaf, had gevoerd. Ledige klanken leken de meesten de woorden van den tweeden advokaat. In de schemering verdwenen de gezworenen, om in ernstig overleg hun vonnis te vellen. De lampen waren reeds lang aan gestoken, toen zij terugkeerden. Doodsche stilte ontving de schare van rechters, bij het langzaam nader- komen. En toen klonk een scherpe, heldere stem door de groote ruimte. Zij verkondigdeNiet-schuldig voor de vrijvrouw twee jaar gevangenisstraf voor den broeder. Een aanzwellend gefluister van stem men, vermengd met snikken en schreien, volgde op de uitspraak, die de toe hoorders als uit het hart was gegrepen. De jonge, schoone vrijvrouw vrijge sproken dat verwachtte en hoopte men. De graaf kon niet ongestraft heengaandoch liefderijk gevoel en menschelijk medelijden hadden zijn Straf zoo gering mogelijk toegemeten, gebruikt, is hij een v ij andvan het a u t o m o b i 1 is m e in het algemeen, en dus van ieder onzer in het bijzonder. Willen wij echter iets bereiken ten dezen, dan is het voor alles noodig z e 1 f het voorbeeld tegeven en tegen den drank achter het stuur zooveel mogelijk te ageeren. Het is zoo'n geringe opoffering, men dient er zijn eigen belang in de allereerste plaats mede en voorts verricht men nog een schit terend sociaal werk. Dus, met den borrel gewacht tot na het autrorijden In de voortgezette najaarszit ting van Maandag kwam ook nog aan de orde het Zondags varen der prov. booten. Naar aanleiding van het geringe aantal passagiers op Zondag werd door Ged. St. overweging toegezegd om de vaarten op Zondag te verminderen. Verder kwam o.m. ter sprake de Electric! teisvoorzienlag in Zeeland. Zooals bekend is hierover een rapport-Welleman ingediend en hebben Ged. St. naar aanleiding daarvan mededeelingen gedaan, die aanleiding gaven tot breed voerige discussiën in de afdee- lingen. Het antwoord van Ged. Staten op het afdelingsverslag gaf wei nig reden tot bevrediging. Om trent de hoofdvraag, nl om het besluit der electriciteitsvoorzie- ning in Zeeland te herzien wen- schen Ged. St. de beslissing af hankelijk te stellen van de nog te verwachten rapporten over de Middengroep en Noordgroep. Omtrent de gevoerde bespre kingen in genoemde zitting over dit onderwerp ontleenen we het volgende aan het verslag uit de Midd. Crt. De heer Welleman meent dat Ged. Staten zich met hun ant woord er wel wat met een Jantje van Leiden hebben afgemaakt. en onteerend was zij ongetwijfeld in dit geval niet, maar louterend. Graaf Adolf deed afstand van elk recht van beroep en verklaarde zich bereid, terstond de straf te ondergaan. Daarom nam hij op de plaats zelf afscheid van de menschen, die hem na stonden, van de zuster, van Ethel en haar vader, die tusschen de toe hoorders was. Het langst hield hij de hand van het jonge meisje vast. Maar in zijn woorden verwijderde hij zich in zekeren zin van haar. .Ethel, luister naar mij. Je moogtje niet als gebonden beschouwen. Je zult en moet vrij zijn en bent vrij. In den tijd van mijn straf..." „Wacht ik," viel zij hem op haar lieve, eenvoudige manier in de rede, „vol verlangen op je met die liefde, die je later, wanneer je in het slot der vaderen bent teruggekeerd, helpen wil en zal, een onzalige, overijlde daad in vrijheid te boeten. Want slechts in vrijheid meen ik, kan een schuld waarlijk en ten volle worden geboet." Zijn adem stokte, zijn oogen werden vochtig. Zacht sprak hij: „Gelukkig iedere schuldige, dien een mond als de uwe vergiffenis verkondigt. Vaar wel en moge ons wederzien zijn, zooals wij beiden dat hopen." Den volgenden dag zat Ernst Reins berg in zijn kantoor, toen een dame werd aangediend. Bij haar binnentreden sprong hij op. Diep in het zwart gekleed stond Adèle voor hem. Zij had zijn beweging bemerkt en maar al te juist beoordeeld, (Wordt vervolgd.) "*1..

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1924 | | pagina 1