ZWARE OFFERS.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h-Vlaan deren
No. 58.
VRIJDAG 24 OCTOBER 1924,
40e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Raads ver slag.
FEUILLETON.
wiM mm
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Zitting van 14 Oct. 1924.
Aanwezig de heeren J. M. Oggel
en M. W. Koster, wethouders, A.
E. C. Kruijsse, Ed. van de Cas-
teel, A. Th. 't Gilde, F. Dieleman,
J. de Feijter en P. de Feijter, leden.
Voorzitter de heer F. Blok,
Burgemeester, Secretaris de heer
J. L. J. Maris.
(Slot)
Omtrent het verhoogen van den
post presentiegelden was volgens
het praeadvies geen voorstel van
B. en W. te verwachten.
Dhr. 't Gilde vraagt of B en
W. eenige verhooging niet billijk
vinden ot wordt niet gewaardeerd,
wat door de raadsleden in het
belang van de gemeente gedaan
wordt? Zij moeten toch ook
buiten de raadsvergaderingen
meermalen hun tijd beschikbaar
stellen
De Voorz. zegt, dat B. en W.
dat zeer zeker op prijs stellen,
maar als belooning is to.ch zeker
f 250 voor elf man ook nog niets
Dhr. 't Gilde stelt dan voor
f 2.50 per zitting te bepalen.
Dhr. Kruijsse kan dat voorstel
steunen uit overweging, dat door
het tegenwoordige kiesstelsel
allerlei menschen geroepen wor
den om raadslid te zijn.
Dhr. Oggel is er niet zoozeer
tegen, maar vindt het een beetje
vreemd, dat als men wil bezui
nigen, we dan beginnen met ons
zelf meer geld toe te kennen
Het voorstel wordt aangeno
men met 5 tegen 4 stemmen.
Voor de h. h. Oggel, Kruijsse,
't Gilde, Van de Casteel en P. de
Feijter; tegen de h.h. J. de Feij
ter, Koster, Baert en Dieleman.
Van J. Wagenaar, gemeente
veldwachter is een verzoek in
gekomen, waarin hij te kennen
geeft, dat hij een toelage geniet
voor het gemis van een vrije wo
ning van honderd gulden
dat die toelage niet toereikend
is om een woning te huren
dat adressant bij zijne benoe
ming tot Gemeente-veldwachter
genoodzaakt was een woning
32)
van de bouwvereeniging aan de
Julianastraat te betrekken tegen
een huur van vier gulden per
week alzoo een huur van 208
gulden per jaar en hij nog niet
in de gelegenheid is geweest een
goedkoopere bewoonbare woning
te huren
daar hem de huurprijs van 208
gulden per jaar in verband met
zijn minimum salaris zeer hoog
is, mede in verband met het feit
dat zijn collega Oosting een vrije
woning geniet en voor adressant
geen vrije woning beschikbaar is,
verzoekt hij dat zijn woning
toelage in overeenstemming wordt
gebracht met het bedrag dat hij
thans aan woninghuur betaald.
Naar aanleiding daarvan kun
nen B. en W. zich vereenigen
met het voorstel van de afdee-
lingen om aan Wagenaar met in
gang van 1925 een vervroegde
verhoogingstermijn uit te keeren.
Omtrent de Burgerwacht kun
nen B. en W. geen voorstel doen
om den post van f 300 in te
trekken.
Dhr. 't Gilde ziet echter het
nut niet in van een Burgerwacht.
De bevolking is rustig genoeg,
zoodat dat wapengekletter kan
gemist worden. De subsidie
komt alleen in de zakken van
enkele direct belanghebbenden
Dhr. Van de Casteel zou er
voor kunnen zijn, als er meer
werd deelgenomen aan de schiet
oefeningen, ^rnaar spr. zegt dat
laatst een li'd van de Burgerwacht
bij hem was, die na afloop van
zijn werk zei, dat hij er dan nog
eens een vijftig (patronen) door
moest gaan lappen. Als dus op
die manier de patronen, die voor
schietoefeningen bestemd zijn,
opgemaakt worden, is het beter
om geen Burgerwacht te hebben
en de kosten te sparen.
De Voorz. zegt, dat hij ook
eens tegenwoordig was bij een
schietoefening en er toen veel
animo was voor de schietsport.
Dhr. Kruijsse beschouwt het
als een gewone schietvereeniging,
die de beteekenis van Burger
wacht geheel verloren heeft. Hij
voelt er ook veel voor om met
tot 5 regels 60 Centvoor
Groote letters worden naar
ADVERTENT1ËN van 1
eiken regel meer 12 Cent.
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
die subsidie op te houden.
Dhr. 't Gilde En aan een schiet
vereeniging is ook geen behoefte,
want de bestaande heeft zichzelf
afgemaakt en de kosten van de
schietbaan op de gemeente af
gewenteld.
Dhr. Oggel staat verwonderd,
dat dhr. Kruijsse, die bestuurs
lid is van de Burgerwacht, hier
wil zeggen, dat die overbodig is.
Dhr. KruijsseDan kan men
er het best over oordeelen.
Dhr. Oggel wil dan zeggen,
dat er ofschoon in de kom wat
minder, maar toch op Spui ge
regeld geoefend wordt.
Dhr. Kruijsseja, maar alleen
in het schieten.
Dhr. Oggel wil nog zeggen,
dat de Burgerwacht is opgericht
om de overheid in tijden van
gevaar te steunen. Is dat niet
noodig, dan zal vanzelf de Bur
gerwacht ontbonden worden. Het
Bestuur heeft dat overwogen en
acht de tijd nóg niet gekomen
om tot ontbinding over te gaan.
Dhr. P. de Feijter zegt ook, dat
op Spui geregeld schietoefeningen
worden gehouden en zou daarom
voor dit jaar de subsidie nog
eens toe willen staan.
De Voorz. brengt het voorstel-
Gilde in stemming, als zijnde
van de verste strekking. Het
wordt verworpen met 6 tegen 3
stemmen. Voor de h h. Van de
Casteel, 't Gilde en Kruijsse de
overige heeren stemmen tegen.
Met de intrekking van de sub
sidie van het Ziekenhuis te Ter
Neuzen kunnen B. en W. zich
vereenigen, zoodat die post ver
valt.
De Voorz. zegt, dat hiermede
het rapport van dcafdeelingen
afgewerkt is en geeft den leden
het woord, indien ze nog over
andere posten wenschen te spre
ken. De Voorz. heeft hierbij het
oog op dlir. Dieleman, die bij
het afdeelingsonderzoek niet te
genwoordig geweest is
Dhr. Dieleman merkt op, dat
de post van f5200 voor onder
houd van de straatlantaarns en
de straatverlichting hem bijzonder
hoog voorkomt. Hij kan zich niet
voorstellen, dat dat f 5000 kost.
De Voorz. is juist van mee
ning, dat die kosten kolossaal
weinig zijn, want er zijn meer dan
100 lantaarns (er komen nog
nieuwe bij in de aan te leggen
straten). De verlichting is ge
raamd op f3800, zoodat het per
lantaarn per jaar nog geen f 38
is. Als we dat met andere ge
meenten vergelijken en nagaan,
de zeer goede verlichting, die we
daarvoor in de gemeente hebben,
dan kost dat weinig. Op de gas-
tentoonstelling heeft men onlangs
kunnen zien, hoeveel gas iedere
lantaarn verbruikt en volgens die
berekening, zou de post eigenlijk
nog hooger moeten zijn.
Dhr. Dieleman vindt het toch
teveel. En ook laat de behan
deling wel wat te wenschen over.
Er zijn nogal eens lantaarns, die
den geheelen dag en ook s' nachts
natuurlijk doorbranden; dat is
toch overbodig.
Dhr. Oggel zegt ook, dat zulks
niet mag voorkomen. En wat
de kosten betreft, kent hij een
gemeente, die 300 lantaarns heeft
met electrisch licht en de ver
lichting ook maar f 5000 kost.
De Voorz. betwijfelt dat, maar
handhaaft in elk geval zijn mee
ning, dat bij andere gemeenten
vergeleken de kosten van onze
verlichting bepaald laag zijn.
Nog vraagt dhr, Dieleman of
het onderhoud van de onderwij
zerswoning f340 moet kosten?
Hij ziet daar berekend f 250 voor
het verven van de gang en vindt
dat ook veel,
De Voorz. erkent dat die post
wat ruim genomen is, maar als
het minder kost zal het natuurlijk
niet besteed worden.
Dhr. 't Gilde heeft ook opge
merkt, dat die post hoog is en
acht de huurwaarde ook te laag
berekend.
Bij den post f7000 voor bij
drage in de kosten voor leerlingen
aan de Hoogere Burgerschool te
Terncuzen merkt dhr. Dieleman
op, dat het treurig is, dat de ge
meente zooveel bij moet dragen.
De Voorz. zegt, dat daar op 't
oogenblik niets aan te doen is,
maar dat er een actie gevoerd
wordt door 't geheele land, om
bij den Minister aan te kloppen,
om dien maattegel te wijzigen,
want ieder is overtuigd, dat het
een onbillijkheid is in de wet.
De uitgave is van f 4200 gestegen
tot f 7000. Zooals gezegd, is er
voor 1925 niets aan te doen.
Dhr. Dieleman ziet, dat den
secretaris van het plaatselijk
schooltoezicht f25 is afgetrokken
en vindt dat niet billijk. De se
cretaris is de ziel van de negotie
en doet hoofdzakelijk het werk.
De Voorz. zou die post niet
willen aanvechten. De secretaris
krijgt f50 plus f 10 presentiegeld
en B. en W. vinden dat, gezien
het werk, dat er aan te doen is,
voldoende betaald.
Dhr. Oggel merkt op, dat er
bij het begin meer werk aan
verbonden was, doch nu dit ver
minderd is, de post ook wel kan
verminderen.
Hierna bestrijdt dhr. Dieleman
de subsidie aan de muziekver-
eeniging „Concordia.'' Hij heeft
daarover reeds zijn meening ge
zegd, doch wenscht nu speciaal
nog de aandacht te vestigen op
dien post, dien hij in elk geval
te hoog acht.
De Voorz. zegt, dat bij intrekking
of vermindering Concordia niet
kan blijven bestaan. Zij heeft
weinig inkomsten en veel onkos
ten, zoodat het moeilijk is om
rond te komen.
Dhr. DielemanDat pleit niet
voor de liefhebberij van de leden.
De Voorz. gelooft, dat dhr.
Kruijsse, die voorzitter van Con
cordia is, wel inlichtingen zal
kunnen geven.
Dhr. Kruijsse zegt dat hij niet
van plan is om die f390 subs,
weer te gaan verdedigen, maar
merkt op, dat er van de 5500
zielen nog geen 150 lid van Con
cordia zijn, zoodat er aan con
tributie slechts f375 inkomt.
Hiervan komt 200 aan den kapel
meester, zoodat er een goede
honderd gulden overblijft, waar
mee men niet veel kan doen als
men zoo'n vereeniging in stand
wil houden.
(P I
%,A
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postbus No. 6.
(Uit het Duitsch.)
„Mag ik u nog een kop koffie in
schenken vroeg zij plotseling en
trachtte zich los te rukken uit de doffe
neerslachtigheid, die haar overviel.
De oude heer bedankte en zei„Dus
komt er voorloopig niets van den
mooien, veelbelovenden Zondag, waarin
ik mij reeds zoo lang had verheugd
„Neen. U zal me wel tegenover
graaf Adolf verontschuldigen en een
geloofwaardige reden vinden, nietwaar
Want hij ma? natuurlijk niet weten,
om welke redenen zijn zuster den
vrijheer heeft genomen, en dat ik juist
door die redenen mij aan haar zijde
gebonden gevoel. Deze vernedering
moet hem tot eiken prijs blijven ge
spaard" haar stem kreeg bij de
laatste woorden een trillenden klank,
zoodat de vader diep aangedaan naar
haar handen greep en ze liefkoozend
tegen zijn wangen drukte. Hij zocht
naar een woord van medevoelende
deelneming.
Doch voordat hij dit had gevonden,
lag er om den schoonen mond, die
zoo pas nog trilde van diepe ziels
aandoening, een bekoorlijk lachje. De
zoete, heldere stem riep„U moet
echter niet gelooven, dat ik mij voor
altoos met gebonden handen aan het
noodlot overlever. Neen, ik beloof u,
dat ik zal trachten, er baas over te
worden want zie, ik zou toch gaarne
mijn eigen leven hebben, in een huis,
dat aan de breeze, heldere, met bloe
men getooide straat ligt, waarvan ik
de schoonheid heb gezien als een
tooverbeeld in de verte
Nog altoos hield Erwin von Brii-
ckenau de handen van zijn dochter
vast en drukte ze met jeugdig vuur.
Krachtig zei hij „Dat was een woord,
zooals de dochter van een edelman
uit een oud, strijdbaar geslacht past 1
Verweer je tegen lage machten, en steek
de hand uit naar den echten prijs des
levens!... En denk er tevens aan, dat^
als het noodig is, aan jou zijde iemand
strijden en kampen zal, die waarlijk
niet geneigd is, van een kleinood, dat
hem oog en ziel bekoort, afstand te
doen 1"
„Goed, blijken mijn krachten te zwak,
dan mag hij in het krijt treden! Hij
mag het zich veroveren, het arme,
huipelooze kleinood" nep Ethel
met hoogen blos,
„En dan zal eenmaal de gehoopfe
Zondag toch aanbreken riep de oude
heer en leek heelemaal niet meer
iemand, die ziek was. „Aanbreken
met heerlijk morgenrcod
„Dat geve 'GodO, mijn lieve,
goede papa 1"
„Mijn lief, lief kind I"
HOOFDSTUK XIV.
Het liep tegen tien uur des avonds,
toen Ethel in het lichte mandewa-
gentje, dat Adèle haar had geschonken,
naar Zellwitz terugkeerde,
Natuurlijk had het jonge meisje in
Behla willen blijven om haar vader te
verplegen. Hij had er echter zelf op
aangedrongen, dat zij naar huis zou
gaan. Hij zou zich werkelijk ziek gaan
gevoelen, indien hij een verpleegster
aan zijn zijde had, had hij gezegd.
Nadat hij beloofd had, haar morgen
weer 'e laten halen, indien hij het bed
niet kon verlaten, was zij heengegaan.
Het regende. Ethel huiverde in haar
dunnen mantel en zij wikkelde zich in
de mollige deken, die zij, op haars
vaders wensch, van diens sofa had
moeten meenemen. Toen gevoelde zij
zich spoedig wat behagelijker. Zij
leunde achterover in den hoek van
het wagentje en keek onder den bree-
den rand van haar hoed stil voor zich
uit in den lauw-vochtigen nacht.
De weg leidde door de vrijheerlijke
bosschen. De regen plaste tegen de
takken der boomen, die hem, door
korte windstooten bewogen, als on
willig weer afschudden. Dat was geen
muziek om in een jong hart de reeds
moeilijk gewonnen hoop op geluk te
doen gedijen en sterker worden. In
werkelijkheid daalde Ethel's opgewekt
heid ook snel, en moest zij de lippen
op elkaar knijpen om niet te zuchten.
Zij had haar vader beloofd, moedig
tegen de lage machten, die haar ruw
van het wenkend geluk trachtten te
scheiden, te strijden. Hoe moest zij
dat doen Haar mond kreeg een
bitteren trek. Zij fluisterde een paar
half-luide woorden. Het kwam haar
thans voor, alsof zij zich aan haar
eigen schoone woorden had warm ge
maakt tot blij gelooven... maar dat
blijde vertrouwen in daden om te
zetten, scheen haar plotseling moeilijk,
zoo niet onmogelijk.
Er was toch slechts dit éénezich
los te maken van Adèle. Kon, mocht
zij dat echter, zoo lang de jonge vrouw'
in haar huwelijk niet den vrede ha l
gevonden O, indien dit toch eens
geschiedde.
Plotseling richtte Ethel zich levendig
op. Adèle was, gemarteld door de
somberste voorstellingen en vrees, van
haar huwelijksreis teruggekeerd. In
een rij van dagen, sedert verlooper:,
was er echter niets voorgevallen, dat
toonde, hoe die bange verwachtingen
werkelijkheid werden.
Als nu verder zoo de eene dag volgde
op den anderen rustig en vreed
zaam. Als Adèle in den grooten en
verantwoordelijken kring 'van haar
werkzaamheden bevrediging vond. O,
dan viel vanzelf de keten, waarmee
Elhel zich vastgeklonken gevoelde...
dan was zij vrij.
Ginds dook - oor haar oog de donkere
massa van het slot op den heuvel op.
Met verlangend oog zocht het meisje
de vensters van de kamers der slot-
vrouw. Zij waren helder verlicht.
Ethel beschouwde het vroolijke licht
als een groet van troost. Ongetwijfeld
zou Adèle haar op den drempel met
een opgewekt woord tegemoet komen.
Zeker, stellig... zij mocht hopen.
O, hoe geheel anders was het oogen
blik van haar terugkeer.
Adèle had stellig den aanrollenden
wag^n gehoord. Toen Ethel de trap
opkwam, wachtte de jonge vrouw haar
op de bovenste treden. Zij was doods
bleek, het haar hing wild om het
voorhoofd. Met koortsachtig gloeiende
handen greep zij naar die dei vriendin,
trok haar over den drempel in haar
kleinen salon en stiet met droge, heesch
brandende stem uit: „Eindelijk, ein
delijk. Waar blijf je zoo lang?..."
De arme Ethel begroef in haar hart
de opvlammende heerlijke vreugde en
hoop der laatste tien minuten.
„Adèle, wat zie je er uit stameld
zij. „Wat is er gebeurd
Weldra wist zij het. Trillend van
aandoening, in gloeiende woorden
stortte de jonge slotvrouw haar over-
kropt gemoed uit. Zij eindigde „Niet
waar Jij geeft me gelijk, dat ik geen
vingerbieed wijk?"
Langzaam, alsof zij het niet begreep,
schudde Ethel het hoofd.
„Hoe zou ik je gelijk geven Ik
begrijp de noodzakelijkheid van je
persoonlijke deelneming niet. Waarom
wil je niet schrijven
Adèle antwoordde niet terstond.
Onnatuurlijk groot brandden de oogen
in het vale aangezicht. Zwaar ging
de adem in de zwoegende borst.
Een paar maal wilde zij beginnen
te spreken, en toen zij eindelijk sprak,
was het een toonloos uitbarsten in
de woorden: „Je begrijpt mij niet?
Nu dan, leer mij verstaan. Hij
Ernst Reinsberg, zal hij mij niet nog
meer verachten, dan hij nu ongetwijfeld
reeds doet. Dat zou ik niet kunnen
vei dragen. Daarom moet ik hem
zeggenjawel, zeggen, dat het
sterven van zijn moeder ook voor mij
een verlies is; ik mag niet ontbreken,
als hij haar de laatste eer bewijst."
Bijna ontzet schrikte Ethel terug.
„Adèle, het kan niet waar zijn, wat
mij tegenklinkt uit je woorden Zeg,
dat ik mij vergis
De jonge vrouw drukte de bevende
handen tegendeslapen, Gillend lachte zij
onheilspellend schril. (Wordt vervolgd.)
BLADVULLING,
ledre dag, onnut verdreven,
Is in 't rekenboek van 't leven
Niets, een biad dat openstaat.
Tracht uus, vrienden, te allen tijde,
Dat var. u, op elke zijde,
Wordt vermeld een goede daad.