Aè mm iw«. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch - Vlaanderen. No. 55. DINSDAG 14 OCTOBER lï>24. 40e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Binnenland. FEUILLETON. r^3 Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 73 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postbus No. 6. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Kamensverasicht. De Tweede Kamer heeft de zware campagne die haar vóór Kentmis wacht, aangevangen met de behandeling van eenige kieine wetsontwerpen. Als eerste punt stond eene wijziging van de Arbeidswet op het programma, welk wetsontwerp tot een vrij langdurig debat aanleiding gaf. De Arbeidswet van het jaar 1919 dateert uit het tijdstip van onzen schijnbaren economischen bloei. Sindsdien is de malaise ingetreden, die thans naar wij hopen, ook weer haar diepste punt heeft overschreden, maar toch nog tot groote omzichtig heid noodzaakt. En zoo komt het, dat vele bepalingen van de Arbeidswet als zware belemme ringen van dc industrie worden gevoeld en men op verschillende wijzen moet trachten, daaraan'te ontkomen. Tot deze bepalingen behoort ook die, welke voor de vol-continubedrijven een vierploe- genstelsel voorschrijft. Bij zoo danig bedrijf wordt gedurende de volle 168 uur van de week ge werkt. Gebeurt dit in drie ploe gen dan krijgt men dus een ar beidsweek van 56 uur voor eiken arbeider, een belangrijke over schrijding dus van de 48 urige werkweek. Daarom schreef de wet hier vier ploegen voor waar bij dus elke arbeider 42 uur zou werken. Een overgangsbepaling van 1920 liet echter tijdelijk het drieploegenstelsel toe, doch de termijn van die bepaling zal den 24sten dezer vervallen. Minister Aalberse wil daarom nu het drie ploegenstelsel openlijk in de wet toestaan. Natuurlijk bestond hiertegen van sociaal-democratische zijde ernstig bezwaar. Bij hen voe - den zich degenen, die den Zon dagarbeid onder alle omstandi heden willen verbieden. Wat deze zaak met de Zondagsrust te maken heeft werd niet duidelijk. Immers het bedrijf blijft ook bij het vierploegenstelsel den gehee- len Zondag doorgaan er wordt dus ook dan gewerkt, alleen door meer arbeiders en korter door ieder. Maar in beginsel blijft de zaak geheel dezelfde. Vooral de heer Kersten stond echter op dezen grond zeer scherp tegen over de voorgestelde wijzigingen ook de heeren Smeenk en Snoeck Henkemans verklaarden zich daar tegen. De laatste moest echter de bezwaren van de industrie erkennen en stelde daarom voor, de overgangsbepaling nog gedu rende drie jaar te laten bestaan. Hij hoopte dat de economische toestand dan het drie-ploegen- stelsel zou veroorloven. Dit amen dement werd echter met 42 tegen 41 stemmen verworpen. Vóór stemden de sociaal-democraten, de communist, de anti-revolution- nairen en de Christelijk histori- schen. Dus wel een zeer zon derlinge combinatie. Het wets ontwerp werd daarop met 49 tegen 34 stemmen aangenomen, bij welke stemming de Christelijk- Historiscffen zich op twee na aan de 'zijde van den Minister schaarden. Het tweede punt van de agenda was het wetsontwerp tot toeken ning van een renteloos voorschot van 67a ton aan „De Handels kamer". Dit lichaam was opge richt om de duurte te bestrijden en heeft zeker tot het bereiken van dit doel wel iets bijgedragen. De Regeering voelde daaróm sympathie voor de instelling en steunde haar reeds in 1919. Zij leed echter aanzienlijke verliezen en zal zich zonder verderen steun niet kunnen staande hou den. Men meent evenwel dat de verliezen slechts van tijdelijken aard zullen zijn geweest en in derdaad is er het vorige jaar weder eenige winst gemaakt. De Regeering meent dan ook, dat, als men de instelling slechts ge legenheid geeft, zich nog een paar jaar staande te houden, zij er weder geheel bovenop zai kunnen komen en stelt daarom voor, haar tot dit doel een belang rijk renteloos voorschot te ver kenen. Natuurlijk bestaan er tegen deze wijze va'n handelen wel be zwaren. De heer Staalman ver dedigde de meening. dat de Han delskamer slechts ten doel had gehad, den middenstand te onder mijnen en vond het dus zeer on juist, haar nu op kosten van de gemeenschap op de been te hou den. De heer Dresselhuys meen de, dat de Staat beter zou doen door te trachten het geld, dat hij in de onderneming stak terug te krijgen, dan er nu nog meer geld in te steken. Daartegenover stond de meening van verschil lende andere leden, dat de Staat de Handelskamer than» niet in den steek mag laten, maar eene moreele verplichting tegenover dit lichaam heeft. En ook, dat de hernieuwde sleunverletning het eenige middel vormt om later het reeds verleende crediet terug te krijgen. Minister Colijn be toogde, dat men vertrouwen kan hebben in de instelling en dat het de plicht van den Slaat is, haar over de tegenwoordige moeilijkheden heen te helpen. Nadat over deze zaak nog eenigen tijd was gedebatteerd en de Minister uitdrukkelijk had verklaard, dat wij hier met ge ringe kosten van een moeilijke en onaangename zaak kunnen afkomen, werd het wetsontwerp met 69 tegen 9 stemmen aange nomen. De tegenstanders werden in hoofdzaak geleverd door den Vrijheidsbond. Vervolgens behandelde de Ka mer een tweetal wetsontwerpen betreffende de militaire rechts pleging. De voorgestelde wijzi ging in de organisatie van de rechtspleging bij het Hoog Mili tair Gerechtshof bevat vele ver beteringen, doch is niet van prin- cipieelen aard. Dat ons militair procesrecht zeer verouderd is, zal wel algemeen worden toe gegeven. En velen zullen met den heer Sasse van Ysselt in stemmen, dat voor een afzonder lijke militaire rechtspraak in vre destijd geen grond meer bestaat, zoodat men het best zou doen, deze te doen verdwijnen. Maar in zijne motie, die hij ter zake indiende, stelde genoemde afge vaardigde tevens schorsing van beraadslaging over de voorge stelde wijzigingen voor. Dit laatste denkbeeld ontmoette wei nig steun, daar men toch wel als vaststaand kan aannemen, dat de afschaffing der militaire rechtspraak niet in enkele dagen tot stand kan komen. Verschil lende leden hadden dan ook op dezen grond tegen de ingediende motie ernstig bezwaar en Minis ter Heemskerk, die er zeker niet veel voor zal gevoelen, het zich thans nog al te druk te maken, verklaarde dat de zaak geheel onvoorbereid is erude motie eene verrassing voor de Regeering bevatte. En in afwachting, dat de afschaffing der militaire recht spraak een feit zal worden, zul len de thans voorgestelde wijzi gingen althans nog haar nut kun nen hebben. De stijl van de vonnissen wordt veel eenvoudi ger gemaakt en door de benoe ming van eenige leden van een Hof of den Hoogen Raad in de militaire rechtbank zal belang rijke bezuiniging worden verkre gen. Tevens zal de „approbatie" worden afgeschaft, welke thans alle beteekenis heeft verloren. Ernstige bezwaren tegen deze wijzigingen had men niet, zoodat de aanneming der wetsontwerpen wel vast stond. En de heer Van Sasse van Ysselt vond voor zijn voorstel tot schorsing van beraadslagingen ook geen steun en moest dit deel van de motie laten vallen. De rest, waarin op algeheele opheffing van de afzon derlijke militaire rechtspraak wordt aangedrongen, bleef ge handhaafd, doch zal later wor den behandeld. De wetsvoor stellen werden daarna zonder hoofdelijke stemming aangenomen De Kamer verleende de heer Van der Voort van Zijp verlof, de Regeering te interpelleeren over de wijze, waarop ten aan zien van de haven van Vlissin gen wordt gehandeld. Het is blijkbaar de bedoeling, deze in terpellatie spoedig te doen hou- den. Zal ze eindelijk eenig licht verschaffen in deze duistere ge schiedenis De Nederl&nd-lndië vlucht. Vrijdagiseen vergaderinggehou den van het voltallig Comité „Vliegtocht-Holland-Indië" ter be spreking van hetgeen thans ge daan moet worden. De vergadering stelde zich op iet standpunt, dat zoo spoedig mogelijk geld moet worden in gezameld voor de aanschaffing van een reservetoestel en voor het herstellen van het in Philip- jopel gestrande vliegtuig of indien dit niet mogelijk is hierop is het wachten op de berichten van ir. Guillonard, die Donderdag naar Philippopel is vertrokken voor den bouw van een nieuw toestel, en dat de tocht moet en zal worden doorgezet. Uit de groote belangstelling, welke de vliegtocht uit Nationaal oogpunt bij het Nederlandsche volk heeft gewekt en uit de vele en treffende blijken van mede leven, welke het Comité, zoowel hier te lande als uit Indië heeft ontvangen, is gebleken, dat de wensch bij de Nederlandsche natie gekoesterd wordt, dat de tocht niet zal worden opgegeven. Het Comité houdt zich er dan ook van overtuigd, dat zeer spoe dig en heel ruim de gelden zul len toevloeien. Getracht zal nu worden het bestaande toestel te herstellen of te vervangen door een nieuw vliegtuig en daarenboven een reservetoestel te doen bouwen en zoo mogelijk eenige reserve-mo toren. Het type F. Vil zal zeker gehandhaafd blijven, daar blij kens een van Van der Hoop in gekomen telegram uit Philippopel de bemanning hare tevredenheid over het toestel en ook over de organisatie van den tocht heeft geuit. Van de offervaardigheid der Nederlanders in het Moeder land en Indië, zoowel als van den spoed waarmede de finan- cieele steun zal worden geboden, zal het afhaegen of de tocht AXELSC (Uit het Duitsch.) 29) „Mijn hemel..." trilde het van haar lippen. Niet in staat, zich te verroeren, zat zij daar en keek naar de krant. De vrijheer had haar het blad toe gereikt, zóó, dat haar blik moest rallen op een zwart-omrande doodstijding. Ernst en Ella Reinsberg gaven daarin kennis van het verlies hunner moeder. Adèle vergat geheel, dat zij bij ha; r echtgenoot op geen deelnemiag voor haar smart kon rekenen. Diepbewogen riep zij hem toe„Heb je gelezen Zij is dood, de arme vrouw. Voor haar mag het een verlossing heeten maar haar kinderen. O, wat hebben zij deze moeder lief gehad De vrijheer haalde de schouders op. „Z«o, dunkt je dat..." zei hij schijnbaar onverschillig, maar meteen loerenden blik. „Een mevrouw Reins berg niet waar, zoo was de naam ts gestorven. De»familie behoorde tot je vroegere bekenden.,, niet?" De jonge vrouw maakte onwille keurig een schokkende, bijna toornige beiveging. „Het is de moeder mijner- bes.e vrienden, die de moede oogen voor den eeuwigen slaap heelt gesloten riep zij met trillende stem. Een leelijke trek verscheen om den mond van den vrijheer. Hij boog het hoofd, en de blik, die verstolen naar zijn tchtgenoote vloog, werd nog loerender. „Van je beste vrienden vroeg iiij. „Juist, ik herinner mij, van mijn vereerden zwager, eeis te hebben ge hoord, dat een verzekeringsbeambfe Reinsber<* zich in het voorrecht van jouw belangstelling mocht verheugen." Adèle sprong van haar stoel op. „Spreek niet zoo op dit oogenbük," smeekte zij op smartelijken toon en toch tevens met gebiedende uitdrukking. „En waarom niet...?" lachte de vrijheer brutaal. Zij versmaadde het, hem te ant woorden, haastig wendde zij zich naar de deur, „Waar wil je heen?" riep hij, even eens opstaand. „Ik ga naar de stad... de ongeluk- kigen mijn deelneming betuigen," zei ze over haar schouder heen en ging verder naar de deur. Hij was haar vóór en stond met over elkaar geslagen armen haar in den weg. „Op mijn wensch..." zei hij hate lijk, „zul je dezen tocht stellig gaarne achterwege laten, nietwaar?" „Op jouw wensch 7" zei ze hem weifelend na. „Wat beteekent dat? Je kunt toch zoo'n wensch niet in vollen ernst uiten „Toch. In vollen ernst. Afgezien daarvan, dat je vóór den avond niet in de stad kunt zijn. zou ik niet willen, dat mijn vrouw zonder overwegende rederu n des nachts buiten rondliep." Hij bedi»idde met een handbeweging, dat zij weer zou gaan zitten. „Zonder overwegende redenen stoof Adèle op. „Jijzij bedwong zich echter in het zelfde oogenblik, daar zij zich had voorgenomen, eiken hettigen toon jegens hem te vermijden. Langzaam schreed zij weer naar haar stoel en zei met de grootste zelfbe- heersching„Goed, dan rijd ik morgen vroeg er heen." Hij week neg altoos geen haar breed van de deur. Hij schudde het hoofd op een wijze, die haar opnieuw het bloed naar de wangen dreef, en wierp haar spottend tegen„Dat je mij heelemaal niet begrijpen wilt. Ik ver lang, dat je... heelemaal niet gaat." Zij drukte de nagels in de hand palmen om ook thans nog bedaard te blijven. Een groote, koude verbaasde blik trof hem. „Wil je dezen eigenaardigen wensch niet wat nader toelichten Spottend trok hij de schouders op. Toelichten Komaan, jouw om gang met die familie Reinsberg is toch voorgoed afgebroken. En dan reken ik een visite voor rouwbeklag volko men overbodig. Een paar regels schrift zijn voldoende, een paar regels van mijmeteen uit jouw naam." Een raadselachtige glimlach krulde om haar lippen. „Ik mag je niet kwalijk nemen, dat je zoo'n voorstel doet. Want je weet niet, hoeveel ik van de familie Reins berg hield en nog hóud. Het zou een lompheid, een lafheid wezen, als ik de treurende achterblijvenden niet opzocht. En tot een lafheid zal je toch stellig je vrouw niet willen bewegen." Blijkbaar had hij geen lus', op de uitdaging in haar woorden in te gaat Alsof het hem verveelde, zei hij „Heb ik je al niet herhaalde keeren gezegd, dat die zoogenaamde groote woorden mij tegen de borst stuiten? Toon je moed op andere wijze, indien je er lust toe hebt. ik neem de verantwoor delijkheid op mij, als die familie Reins berg een afkeurend oordeel over je mocht vellen, omdat je in hun verdriet bent weggebleven. Laat je dat genoeg zijn." Toen kon de jonge vrouw zich niet meer bedwingen. Zij lachte kort en schel. „Veroorloof mij, dat ik nu van mijn kant jouw manier van uitdrukken, al is dat dan niet in zoogenaamde groote woorden, toch eigenlijk vermakelijk vind ln zaken van gevoel voor plicht e« fatsoen, waar in dit geval de in spraak van mijn hart mee gepaard gaat, ben ik gewoon, alleen en zelf te beslissen. Daar geef ik niemand het recht, beslissenden invloed uit te oefe nen, zelfs mijn echtgenoot niet." Alsof hij er pleizier in had, rekta de vrijheer d« armen. „Dan zal je echtgenoot zich dien invloed zelf veroorlovenen ook weten te zorgen dat aan zijn verlangen wo-dt voldaan. Geloof dat." Steeds meer vergat Adèle haar voor nemen, om bedaard te blijven. Haar stem kreeg een metaalklank. „En je denkt, dat ik zal buigen voor tirannie Ik weet, dat twee inenschen die ik lief heb, het grootste verdriet ondervinden, en dan zou ik er niet heen gaan en „Twee menschen, die jij lief hebt herhaalde de vrijheer vol kouden, bit teren hoon. „Kijk eens aan. Heb je wel goed nagedacht bij wat je daar gezegd hebt?" Onder zijn boosaardigen blik ver schoot zij van kleur, ,-naar zij ant woordde uitdagend „Ja, heel goed .Ha zoo. De liefde voor je vriendin strekt zich dus ook uit tot haar broe' der? En de liefde voor dien fameuzen mijnheer is natuurlijk van wat anderen aard dan die voor de zuster? Moet ik je woorden zoo opvatten „Zooals je wilt." Ze had nu alle bedenkingen terzijde gesteld en was vast besloten hem tot het uiterste tegenstand te bieden. „Neem je in acht, lief kind. Je zegt me daar droogweg vlak in het gezicht dat..." „Dat mijnheer Ernst Reinsberg," viel zij hem in <e rede, „een zoodanige plaats in mijn hart inneemt, dat ik mij verplicht reken... «een, dat woord is te mat... dat mijn heelc hart mij dringt, in een der somberste uren van zijn leven hem met mijn zwakken troost terzijde te staan. Leg mijn woorden uit, zooals je verkiestik ben be reid, ze in elk opzicht voor mijn volle rekening te nemen." „Jij waagt..." en de groote krach tige man maakte in een uitbarsting van woede een dreigende beweging in de richting van zijn jonge echtgenoot®, die echter, zonder een spier van haar gelaat te vertrekken, bleef staan. Vlak voor haar marmerwit onbe wegelijk gelaat tnet de somber gloei ende oogen kwam hij tot bezinning en ging haar voorbij. Hij liep om de koffietafel. Toen boog hij spottend hoffelijk voor de jonge vrouw, die nog steeds als een standbeeld bleef staan, en zei met een hatelijken trek om zijn mond: „Vergeef mij, dat ik bijna een beetje duidelijk ben geworden. Ik mag niet boos, maar moet je zelfs dankbaar zijn, dat jij me daar een grondige reden hebt gegeven om mijn verbod van de reis naar de stad, die je wilde doen, te handhaven." Hij glimlachte tevreden. (Werdt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1924 | | pagina 1