ZWARE OFFERS. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h - V1 a a 11 deren No. 48. VRIJDAG 19 SEPTEMBER 1924. 40e Jasrg. J. C. VINK - Axel. Raadsverslag. FEUILLETON. 1 elAk Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56 - Postbus No. 6. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Zitting van 17 Sept. 1224. Aanwezig alle leden, behalve dhr Koster, die v/egens familie omstandigheden verhinderd is. Ook is aanwezig de technisch adviseur der gemeente, dhr. H. B. J. van der Hegge Zijnen. De Voorzitter, Burgemeester F. Blok, opent de vergadering met gebed, waarna hij mededeelt, dat deze buitengewone vergade ring is belegd op verzoek van heeren Commissarissen der Prov. ZeeuwscHe Electr. Maatsch., die een bespreking wenschten met den Raad over het ontwerp-con- tract aangaande electriciteitsle- vering. Dhr. J. de Feijter vraagt of het toch niet de bedoeling is nu een beslissing te nemen, waarop de Voorz. ontkennend antwoord, daar dit-ook in de laatstgehou den vergadering was besloten. Hij weet echter niet hoe de be sprekingen zullen loopenin ieder geval heeft de Raad het in handen, als hij beslissen wil. Dhr. Weijns heeft als lezer van de Axeische Courant opgemerkt, dat daarin strijd gevoerd wordt tegen de electriciteit en door dhr. Augusteijn geschreven wordt, dat aan het rapport van dhr. van der Hegge Zijnen fouten kleven. Spr. zou den adviseur willen vragen, of hij daaromtrent verklaring kan geven. Dhr. van der Hegge Zijnen zegt het eerste schrijven van dhr. Augusteijn beantwoord te hebben. Hij zegt, dat deze abuiï is en het aantal bestaande krachtwerk tuigen verwart met dat, wat nog komen kan. Daarop ook is zijn rekening gebaseerd, nl. dat de. bestaande zaken na jaren kracht kunnen afnemen. Spr. zegt niet, dat ze dat zullen doen, maar verwacht dat op grond van zijn 20-jarige ervaring. Ook kan hij zeggen, dat zijn begrootingen, waar hij die maakte, steeds zijn uitgekomen. Het is mogelijk, dat van de 141 bedrijven er slechts 30 aansluiten, en dan klopt het, want daarop is zijn begrooting gebaseerd. Dat dhr. Augusteijn uit mijn rapport dingen haalt, die er niVt in staan, kan.ik niet helpen; zoo staat er nergens in mijn rapport, dat b.v. een molen op Spui voor f 2500 1 kracht zou verbruiken. Ook om trent het aantal aansluitingen voor licht heeft dhr. Augusteijn abuis. Ik ga uit van het standpunt, dat wat vöör 10 jaren luxe was, nu een behoefte is geworden en als ik dan het aantal aansluitingen nog beneden het gemiddelde neem, en men wil dan nog verder gaan, dan kan men de berekening wel sparen. Als niemand verder het woord verlangt noodigt de Voorz. de Commissarissen der P. Z. E. M. ter vergadering. Tegenwoordig zijn de heeren A. van der Weijde, mr. P. Dieleman als commissaris en de heer H. Streefkerk als di recteur der P. Z. E. M. De overige commissarissen zijn verhinderd. De Voorz. heet de heeren wel kom en opent de bespreking. Mr. Dieleman dankt voor het gesprokene en zegt, dat er reeds breedvoerige besprekingen ge voerd zijn over de aansluiting van d« gemeente Axel aan het electr. net. Eigenlijk veel te veel, men had met die zaak al lang klaar kunnen en moeten zijn. Er schijnen echter nog enkele pun ten van verschil te bestaan, en nu zullen we daar maar eens over gaan praten. Spr. gaat na, dat een concept contract is gezonden en daarna zoowat alles is toegegeven, wat de gemeenteraad van Axel erin gewijzigd wenschte te hebben. Hierna is een heele tijd verloo- pen, waarin we van niets hoor den, tot op zeker oogenblik weer een nieuw voorstel kwam van Axel en men daar deed alsof er niets gebeurd was. Er is daar door tusschen de gemeente en de P. Z. E. M. een onaangename verhouding ontstaan, die eigenlijk niet te pas kwam, want eigenlijk was de gemeente reeds gebonden aan het contract, dat zij met de P. Z. E. M., of eigenlijk met de Provincie had. Het ontwerp was herzien, aan bezwaren was te gemoet gekomen, in zoover deze niet in strijd zijn met de Prov. belangen, dus had men accoord. Vervolgens is er om advies gevraagd aan den electr. inge nieur, den heer Van der Hegge Zijnen en deze heeft ons daarbij buitengewoon geprikkeld. Afge zien van het overbodige van die luxe wij achten een ex pert in die zaak heelemaal niet noodig is er door de wijze van han delen door de gemeente Axel met ons, een zeer onaangename verhouding ontstaan. We zullen dat echter alles uit schakelen en even nagaan welke punten van verschil Axel nu nog heeft met ons in zake het contract van aansluiting. Ie. Kosten. We verstaan hierdoor de totale kosten van aan leg en wil de Raad daarvoor a a n 1 e g-kosten schrijven, ons goed. 2e. Het maximum (40 Kilowatt) dat voor industrie wordt toe gestaan. Dit is op Zaamslag zoo bepaald, omdat daar geen industrie is, maar omdat te Axel wel industrie is, geeft men daar niet direct aan toe. 3e Het toezicht. Daarover valt te spreken. 4e. De grove nalatig heid, waardoor men geen stroom zou hebben. Dit is een term, die spr. er zelf in gezet heeft, omdat die algemeen gebruikelijk is. en 5e. De wijze, waarop ge schillen zullen worden geregeld. Spr. meent, dat de hoofdzaak van het verschil wel daarin zit, dat de redactie van-het Zaam- slagsche contract niet overgeno men wordt. De Voorz.Juist, we staan op het standpunt, dat we het contract willen hebben als in Zaamslag, wat ook door een der commis sarissen beloofd is. De Voorz. hoort dhr. Streef kerk zeggen dat gebeurt niet, maar spr. begrijpt niet, waarom dat voor de eene gemeente wel en de andere niet kan. Dhr. Streefkerk zegt, dat hem dit in zichzelf sprekend ontval len is, maar toch gelooft hij niet, dat Axel het Zaamslagsch con tract krijgen zal. De Voorz. vraagt dan waarom niet Mr. Dieleman zejt dat het con tract, dat voor de geheele pro vincie was vastgesteld, eigenlijk voor Zaamslag ook niet veranderd had moeten zijn, maar dat is gebeurd, omdat er in Zaamslag geen industrie is En als nu de Voorz. zegt„als Zaamslag zoo'n contract krijgt kun nen wij het ook hebben", dan is hij dat volkomen met hem eens, als de omstandigheden gel ijk zijn. Maar als de Provincie erbij verliest, doet ze het niet. Dit is een kwestie, die technisch belicht moet worden en daarom vraagt hij den heer Streefkerkwaarin zit dat verschil Dhr. Streefkerk zegt dit al zoo vaak gezegd te hebben, dat hij het niet noodig acht dit hier nogmaals te herhalen. Boven dien zal er toch verschil blijven bestaan. Dhr. van der Hegge Zijnen zegt, dat de contracten bijna heele maal in redactie verschillen en er dus wel veel veranderd zal moeten worden om toe te geven. Dhr. Streefkerk zegt dat Axel eerst accoord ging met het ge wijzigd contract en later weer zeide we willen het Zaamslagsch conti act. Dat is geen wijze van onderhandelen. De Voorz. ontkent datdat was een schrijven van Burg. en Weth., niet van den Raad. Mr. Dieleman Op 21 Juni is door ons geantwoord op uw schrijven dd. 7 Juni en is op sommige punten toegegeven en andere hebben we gehandhaafd. Dhr. OggelAxel vroeg voor het maximum verbruik een per centage van 60, en dat werd niet toegestaan. Mr. Dieleman Juist, het voor naamste punt liep over de in dustrie. Maar toen hebben wij in afwijking van de Directie toch toegegeven en gevraagd waarom sluiten je nu niet aan? En toen is men weer opnieuw begonnen over het Zaamslagsch contract, of er niets gebeurd was. De Voorz.: We zaten nog met de laatste alinea van art. 1 be treffende de vergunning tot aanleg buiten de gemeente om. Dhr. StreefkerkDaar is geen vergunning voor noodig. Dhr. Kruijsse Waarom levert U dan ook niet in Terneuzen? Mr. Dieleman: Omdat het niet gevraagd wordt, anders graag. Maar laten we nu de verschil punten nader bezien. De Raad wil het Zaamslagsch contract. Goed, maar dan verwacht ik niet, dat als daarin wordt toegestaan, er weer gezegd wordtwe doen het niet; anders kunnen weblij ven praten. De Voorz.Ja, heeren, ik heb den Raad niet in mijn handen. Die moet natuurlijk een beslissing nemen. Mr. DielemanDe hoofdzaak is, dat er een aangename samen werking is. Er bestaat wantrouwen en dat moet worden weggenomen. Men heeft ons beleedigd. Zoo heeft de heer Van der Hegge Zijnen gezegd, dat A. Z. E. M. en P. Z. E. M. zusje en broertje zijn en dat de heer Rompu en ik bij de A. Z. -E. M. betrokken waren. Dat zijn leugens. Het is een goedkoope reclame, dat in een raadsvergadering mede te deelen, maar men moet bewijzen hebben. Dhr. 't Gilde keurt de manier waarop mr. Dieleman hier op treedt af. Er wordt gezegdje hebben een contract en dat is gewijzigd. Dat is heelemaal niet waar, we hebben nog geen enkel besluit omtrent een contract ge nomen. Men.moet ons hier niet het pistool op de borst gaan zetten. Dhr. Van der Hegge Zijnen wil gaarne het persoonlijk feit waarop mr. Dieleman doelt, weg nemen. Spr. heeft nl. hier op de raadszaal niets anders gezegd, dan dat A. Z. E. M. of P. Z. E. M. vrijwel hetzelfde is en namen zijn hier niet genoemd. AXELSCHE (Uit het Duitsch.) 22) „Ik zal wachten en... hopen... Vetoorloof mij nu echter de mede- deeling, dat het aij een eer zal rijn, mijnheer Erwin von Brückenau, aan wien u mij zeker heden nog wilt voor stellen, den post van hoofdbestuurder van Behla, dat naast mijn stamgoed ligt, te mogen toevertrouwen. De post is zoo onafhankelijk en zelfstandig, dat zij uw oom zeker zal passen. Behla is van Zelwitz, uw toekomstige woning en die van uw vereerde nicht, slechts een uur verwijderd, zoodat vader en dochter dicht bij elkaar zullen blijven Is het mij gelukt, op deze wijze eenigermate uw wenschen te vervullen De freule knikte en stak hem de hand toe. „U hebt mijn dankbaarheid verdiend, vrijheer. Het zal zoo alles goed en mooi zijn... Voorloopig heb ik echter noch mijn oom, noch Ethel er op voor bereid, dat ik eenigszins over hun toekomst heb beschikt. De gelegen heid daartoe moet eerst nog gevonden worden .Veroorloof mij," riep hij dienst vaardig, „deze gelegenheid te ver schaffen. U staat mij toch zéker toe, vanavond een klein verlovingssouper te arrangeeren. U verschijnt met uw geëerde verwanten- Ik denk, bij het glas champagne is dan gemakkelijk de weg te vinden, hen van uw wen schen, die ook de mijne zijn, in kennis te stellen. Het spijt mij slechts, dat grasf Adolf niet aan hst kleine partijtje kan deelnemen» Doch zelfs als ik hem telegrafeerde, zou het hem niet mogelijk zijn, tijdig hier te wezen..." „Dus moeten we van zijn tegenwoor digheid afzien," antwoordde freule Adèle op harden koelen toon, waarin zich echter nog een spoor van tooraige opwelling mengde, die alleen reeds de naam van den karakterloozen broeder in haar deed opkomen. Terstond daarna echter kon zij op bijna lichtzinnige wijze lachen. „Het souper is een goede gedachte. Wij zullen dan waarschijnlijk wat vroo- lijker zijn, dan in dit oogenblik. En de stemming, oom en Ethel aan onze zijde te krijgen, komt dan ook wel." Zij stond op, belde het dienstmeisje, en liet mr. Greffkins en miss Ethel verzoeken, in den salon te komen. „Kom, vrijheer." Op den drempel keerde zij zich om, en weer speelde het lichtzinnige lachen om haar kleurlooze lippen. „Eigenlijk is het on-oorzichtig van mij," wierp zij schertsend in, „u aan mijn schoone dubbelgangster voor te stellen, en nog onvoorzichtiger, Ethel in mijn nabijheid te willen behouden. Als u nu, vrijheerZij brak af, plotseling huiverde zij door al haar leden. Zij schrikte zelve, dat zij in dit ernstig oogenblik van deze verloving zoo op het punt stond, frivool te schertsen. Haastig ging zij den vrijheer voor en trad met hem in den salon, waar vader en dochter weldra een weinig verbaasd en vol verwachting binnen traden, Freule Adèle beheerschte zich, stelde allen elkander voor en voegde «et luide en wat te heldere stem er aan toe „En nu komt een groote verrassing." Bijna uitdagend keek zij oom en Ethel aan. „U mag niet boos op mij zijn, dat ik u voor een voldongen feit stel. Ik heb mij zoo pas met vrijheer vos Rüthling verloofd." Als man van de wereld feliciteerde Erwin von Brückenau het verloofde paarmaar zijn dochter had moeite haar verbazing en schrik te verbergen. Plotseling herinnerde zij zich het tooneel in Berlijn, tusschen broeder en zuster, dat zij in de nevenkamer als getuige had bijgewoond. Op het smeekende voorstel van Adolf, het aanzoek van den vrijheer aan te nemen, waren de freule de woorden over de lippen gekomen „Eerder val ik van avond met mijn paard en iaat mij dood uit de manege dragen." En thans? En. nu? Daar stond zij naast den eens zoo gehaten man en had zich met hem verroofd. Hoe kon dat geschied zijn? Wat was er voor gevallen tusschen dien dag en heden Zij wist het niet. Adèle had haar niets toevertrouwd en met geen woord was door haar gezinspeeld op de bevreemdende gebeurtenis van heden. Met geweld scheurde Ethel zich los uit haar angstig peinzen. Zij moest nu, evenals de vader, allereerst haar ge- lukwensch uitspreken en al het verdere naar een later uur terugdringen. Met alle inspanning vond haar zoete stem slechts enkele woorden en bracht het niet verder dan een stil fluisteren De vrijheer toonde tegenover vader en dochter de eerbiedigste houding. Zij konden ook niet een oogenblix de gedachte koesteren, dat hij hun reizend beroep minachtte, en in hen niet volkomen de standgenooten zag. Vopral Erwin von Brückenau, die niet, als Ethel, onder den druk van grooten angst verkeerde, vond dit optreden van den gast aangenaam en hij liet zich daardoor zelf opheffen tot een hoogte, die hem een ridderlijke waarde verleende, waar hij zich in zijn beste licht toonde. In de feestelijke stem ming nam hij de uitnoodiging voor het souper dankbaar voor zich en zijn dochter aan. Terwijl hij den vrijheer, die spoedig afscheid nam, uitgeleide deed, drong Ethel met de bevende vraag bij de vriendin aan: „Adèle?" Zij kon niet meer zeggen, dan dien eenen naam. Meer wilde niet over haar lippen komen, maar daarin lag een wereld van diep gevoel, van angstige, innige deelneming. De freule had blijkbaar moeite, tegen over dit sidderende woord haar kalmte te bewaren. Toch dwong zij zich tot een zwak lachje. Met liefkoozende handen streek zij Ethel's wangen en zei met goedirespeeldeonbevangenheid „Je bent verbaasd, hoe dat zoo snel kon komen Ja, zie, liefste, in het menschenhart voltrekken zich merk waardige veranderingen. En nu, vraag niet verder. Wij spreken later wel eens over het bijzondere. Nu willen wij er aan denken, hoe wij ons voor vanavond heel mooi kleeden. Het is immers de eerste keer, dat wij naar een souper gaan „Adèle," kreet Ethel, wie deze toon scherp door het hart sneed. Plotseling voelde de freule haar krachten wankelen. Zij wendde zich naar de deur en riep: „Tot straf voor je sentimentaliteit laat tk je aUeei', Wat wil je danEen verloving moet toch iets vroolijks zijn. Keer dus tot jezelf en leg niet alleen een feestkleed aan, maar zorg ook voor een feest- gelaat." De deur viel achter haar dicht Het souper had plaats in een der voornaamste restaurants, natuurlijk af gezonderd van den stroom der overige gasten. Het was den vrijheer niet euvel te duiden, dat hij den geheelen avond slechts zelden een blik van zijn schoone bruid afwendde. Zij was onbeschrij felijk schoon in haar lichtzijden kleed, getooid met een paar der zeldzame rozen die de verloofde had gezonden. En alleen een uitstekend kenner der ziel had iets anders dan een gelukkige bruid in haar kunnen vermoeden. Een zacht rood kleurde haar wangen, en de glans der oogen schitterden steeds meer, zooveel te vaker de smalle, bleeke hand maar het dun gesteelde glas met den Franschen vurigen wijn tastte. Daarbij was zij buitenge woon levendig en spraakzaam, en kon lachen met helderen, dapperen klank. Tegenover haar zat Ethel. Ook zij was in lichte kleeding. De vriendin had haar daartoe gedwongen en haar ook zelve een paar bloemen in den gordel gestoken. Maar haar eigen schoon rood had zij niet op de wangen kunnen tooveren. Het jonge meisje was bleek, met die pen ernst in de oogen, al poogde zij ook nu en dan te lachen en dapper aan het drukke gesprek deel te nemen. Doch haar ziel was niet bij ae woor den die haar lippen spraken. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1924 | | pagina 1