ZWAM OFFERS.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch - Vlaanderen
No. 47.
DINSDAG 16 SEPTEMBER 1924.
40e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Raadsverslag.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post I Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56 - Postbus No. 6.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Zitting van 9 Sept. 1224.
Aanwezig de heeren J. M. Oggel
en M. W. Koster, wethouders, A.
E. C. Kruijsse, Ph. J. van Dix-
hoorn, J. Weijr.s, A. Th. 't Gilde,
F. Dieleman, J. de Feij-ter, P. de
Feijter.
Voorzitter de heer F. Blok,
Burgemeester.
(Vervolg).
8. Vo*rlo»pige Tastelling ge
meente-rekening 19*23.
De rekening wordt vastgesteld
in ontvangst op f 208 348.48
In uitgaaf op f 169.783.87
Batig slot f38.564.61
De rekening is nagezien door
een commissie bestaande uitde h.h.
J. de Feijter, Weijns en 't Gilde.
Bij monde van dhr. J. de Feijter
wordt tot goedkeuring geadvi
seerd. Zij bevat o.m. de volgende
posten
Inkomsten
Saldi van vroegere
dienstjaren
Inkomsten uit be
zittingen
Keurloon
Marktgelden
Begrafenisrechten
Leges
Schoolgeld openbaar
onderwijs
Schoolgeld bijzonder
onderwijs
Saldo 1921 gasfabriek
Renten, aflossing,
pensioensbijdragen
Opcenten Rijksbe
lastingen
Inkomsten belasting
Hondenbelasting
Vergunningsrecht
Rijks bijdragen en
uitkeeringen van
andere gemeenten
Pensioensbijdragen
van gemeente
ambtenaren
Rente van uitgezet
kasgeld
f 24402,99
506,11
118,15
124,61
170,—
462,75
1283,69
3344,52
3000,—
9777,88
9920,24
108138,45
954,50
620,-
27946,85
1274,60
323,58
Rente en aflos van
voorschotten voor
de Bouwvereenigïng4935,86
Rijksbijdrage voor
volkshuisvesting 3943,91
Idem over 1922 3892,78
Waarborg van school
besturen 1270,—
Uitgaven
Jaarwedde burge-
meester 3600,
Wethouders 660,
Secretaris 4270,
Ontvanger 1250,—
Presentiegeld raads
leden 100,
Ambtenaren ter
secretarie 3546,—
Gemeenteboden 625,—
Onderhoud enz.
gemeentehuis 564,
Licht en vuur 243,—
Kantoorbehoeften 696,—
Drukwerk, enz. 883,—
Bekendmakingen 214,
Dienstreizen 114,
Telefoon 184,
Kantoor gemeente
ontvanger 100,
Ambten. Burg. Stand 270,
Kosten idem 241,
Stembureaux, enz. 524,—
Jaarwedde wijk-
mee'ster 100,—
Idem veldwachters 2753,
Kleeding 387,—
Gratificatie mare
chaussee 90,—
Brandweer 327,—
Beambten straatver
lichting 424,—
Kosten van idem 2677,—
Burgêrwacht 346,—
Gezondheidscommissie 281
Ontsmetting, enz. 747,
Reinigingsdienst 1104,
Warenwet 751
Rente en aflos volks
huisvesting 7848,—
Jaarwedde gem. op
zichter 1600,
Vaste arbeiders 3854,—
Beambte begraafplaats 300,—
Onderhoud gebouwen 780,—
Idem straten 9765,—
wegen en
voetpaden 505,—
riolen 502,—
Onderhoud begraaf
plaats
279,-
Kosten lager onder
wijs
33278,—
Toelage bewaar
school
250,-
Ambachtscholen
420,—
Avondvak-
teekenschool
368,—
landbouwschool
200
Muziekvereen.
„Concordia"
300,—
Bibliotheken
225,-
Geneesk. Armenver
zorging
800,—
Vroedvrouw
750,-
„Groene Kruis"
1000,—
Burg. Armbestuur
8500,-
Krankzinnigen
2665,
Premies's markten
92,—
Subsidie middelen
van vervoer
994,—
Corresp. arbeidsbe
middeling
250,-
Subs. Geitenvereen.
37,-
Renten gmeente-
schulden
5266,—
Annuïteiten volks
huisvesting
12784,-
Aflossingen
9085,—
Rioleering Zeestraat
1299,—
Kosten bijz. school
Spui
8467,—
Aanschaffing beer-
installatie
6735, -
Toelage aan
P. van Vessem
872,—
Bijdrage pensioenen
6109,-
Toeslag aan gepen
sioneerden (40,/*)
401,—
Openbare feesten
914,-
Huurcommissie
86,-
Subsidie werkloozen
kassen
575,—
Uitkeering aan
werkloozen
9194,-
Dhr. Dieleman vraagt wat ge
daan wordt met het batig slot.
De Voorz. zegt, dat dit ver
werkt is in de begrooting van
1925.
Dhr. OggelMen kon ook
zeggen, dat de Hoofd. Omslag er
door verminderd is.
Dhr. Dieleman kan zich hier
mede vereenigen, want het wordt
tijd, dat de lasten eenigszins ver
licht worden.
8a. Rekening gasfabriek.
Deze rekening sluit met een
post van ontvang en uitgaaf ad
f 60746,98.
We vinden hieronder de yol-
gende posten
Inkomsten
Gasverkoop f41076,—
Meterhuur 1909,
Verkoop cokes 10950,
teer 1336,
ijzeraarde 868,
fittings, enz. 2170,—
Pensioensbijdragen 489,—
Saldo 1921 1277,
Uitgaven
Aankoop gaskolen f 24922,
ijzeraarde 534,
fittings, enz. 3792,
meters 2193,
gereedschap 1158,
Buizennet 257,
Onderhoud gebouwen,
machinerieën, terrein,
ovens, gashouder, enz. 2620,—
Kantoorbehoeften en
drukwerk 149,—
Controle 140,
Arbeidsloonen 10495,—
Salaris Directeur 2600,—
id. Boekhouder 500,—
Pensioensbijdragen 1508,—
Renten en aflos 8244,—
Onvoorzien 217,—
Dhr. Kruijsse adviseert namens
de commissie van onderzoek tot
goedkeuringwel is het een
eigenaardig geval, dat het saldo
quitte is, maar het is gebleken,
dat de uitgaven zijn gedekt met
het saldo van het vorig jaar.
De commissie heeft echter een
opmerking aangaande een post
voor boete en vraagt hoe die
ontstaan is.
De Voorz. zegt, dat het vorig
jaar een jeugdig arbeids-inspec-
teur op de fabriek is gekomen
en proces-verbaal heeft opge
maakt. Toen die zaak moest
dienen, was de directeur onge
steld, zoodat deze bij verstek
werd veroordeeld. Er is nog gratie
gevraagd, doch de Koningin heeft
die niet verleend, zoodat de boete
gehandhaafd is. Omdat nu B.
en W. overtuigd zijn van de on
schuld van den Directeur, meen
den zij dat deze de boete niet
behoefde te betalen. Bovendien
heeft ook de Inspecteur later er
kend, dat hij mis was geweest.
Dhr. Kruijsse had gehoord, dat
de oorzaak was, dat de motor
nog met een gloeipen werd ont
stoken, in plaats van met een
magneet. De directeur wenschte
dat echter niet te veranderen en
werd daarop veroordeeld. Nu is
echter het gekst van dien toestand,
dat na de veroordeeling de in
specteur weer kwam en zeide,
dat de Directeur weer gewoon
met zijn gloeipen-ontsteking door
kon gaan. Dhr. Kruijsse bracht
dit ter sprake, omdat zulke gekke
dingen toch eigenlijk wereldkun
dig gemaakt moeten worden.
De Voorz.Ja, we hebben
gedaan wat we konden, doch
het hielp niet.
Dhr. OggelJa, maar gratie
vragen is erkenning van schuld.
Dhr. Van Dixhoorn heeft ook
van het geval gehoord en hem
is zelfs meegedeeld, dat er ver
scheidene zulke motoren staan
en dus de Directeur absoluut
onschuldig is. We zien weer,
dat onze rechtspraak zoodanig is,
dat alle gezag en respect ervoor
verloren gaat.
Dhr. Kruijsse is het daarmee
niet eens. De Kantonrechter heeft
gedaan wat hij moest doen, als
er een proces-verbaal inkomt,
moet hij veroordeelen, als er
geen tegenbewijs is. Maar het
eigenaardige van de zaak is hier,
dat als de boete betaald is, men
weer met de zoogenaamde over
treding door mag gaan.
Dhr. 't Gilde vraagt of het niet
mogelijk is, dat dit geld terug
betaald wordt.
De Voorz. Neen, dat kan niet.
Dhr. Weijns vraagt of er ook
afschrijving plaats gehad heeft op
de gasfabriek.
(Wordt vervolgd.)
AXELSCHEffiCOURANT
(Uit het Duitsch.)
21)
De scherpe winterwind suilde om
haar heen, de vorst was onbarmhartig,
haar smalle voeten zonken nu en dan
weg in de sneeuw. Zij liep en liep,
tot zij doodmoe was en zich met moeite
naar huis moest sleepen.
Thuis echter rustte zij nauwelijks
eenige minuten uit, toen dreef het haar
weer voort, en opnieuw begon zij te
loopen, nu do«r haar kamer...
Het wa* haar, alsof zij zoo moest
gaar. en gaan, opdat niet alleen haar
lichaam eindelijk de verlamming van
een onmacht ten prooi zou vallen,
maar ook haar hart de weldaad van
een doffen slaap te bezorgen.
Steeds weer wilde iets in haar op
schreeuwen, bange klacht zich uiten
maar de slanke, rusteloos heen en weer
gaande gestalte in haar mateloos
trotsche verbittering, in haar angst voor
den langen levensweg, die in sombere
eenzaamheid voor haar zich uitstrekte,
verstikte de smeekende, aanklagende
innerlijke stemmen. Verstommen zou
iedere klank van tegenspraak.
Zij had haar levensschip den koers
gegeven, naar een haven, die voor het
oog zoo schitterend leek, zij wilde
en zou het roer niet wenden! Mocht
terzijde ook land wenken waar onder
stille boomen een echt, rein geluk
wenkte dat land lag zoo ver, en zij
wist niet, of de verre weg daarheen
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
x
X
X
n
X
X
X
X
X
X
ff
ft
X
X
X
X
X
X
X
haar aan het doel zou brengen of haar
de vernedering van een beschamenden
terugkeer zou opleggen.
Men had toch ook uit dat land boden
kunnen ontbieden of haar kunnen laten
zoeken. Dat was niet geschied zou
wel nooit gebeuren I
Breeder dan de zeilen uitgespreid,
dat het schip vloog en jaagde zijn
noodlot tegemoet
Twee dagen later stond Adèle aan
het venster van haar kamer en staarde
met brandende oogen naar de straat.
Zij droeg een zwart zijden japon en
daarin leek zij bijzonder plechtig. Ieder
zou haar in het donker gewaad voor
een treurende hebben aangezien, vooral,
wanneer hij had gekeken naar haar
bleek, bitter ernstig gelaatzoo leek
stellig een bruid niet. Zij echter stond
daar en verwachtte haar bruidegom.
Beneden hield een wagen stil. De
wachtende schrikte van het raam terug
en keek toch door de gordijnen, wie
uit den wagen kwam. Hij was het
de vrijheer. Snel keerde hij zich naar
de deur toen was hij in het huis
verdwanen. Nog een minuut buiten
werd gebeld en het meisje liet hem
binnen" Hij schreed over den drempel -
zou voor haar staan.
Adèle liet een onbeschrijfelijken blik
naar de deur gaan zij voelde zich
van het venster weggetrokken, en haar
hand trilde, als om in het laatste
oogenblik nog den grendel voor te
schuiven 1 Dan kon niemand bij haar
binnen komen vooral hij niet I Zij
was gered.
Toornig wierp zij het hoofd achter
over. Hoe durfden zulke dwaze, kin
derachtige gedachten in haar opkomen
Haar besluit was weloverwogen, daar-
aan tornde zij stellig zeker niet
t rial?
Als om zichzelve te bewijzen, hoe kalm
zij was, trad zij voor den spiegel om
met een enkelen blik haar kleeding
na te gaan.
Doch zij staarde slechts in het ge
laat. kon er zich niet afwenden. Zoo
vreemd leek zij zichzelve, in alle
trekken veranderd, en van kleur.
Er werd geklopt. Het dienstmeisje
kwam met de vraag, of vrijheer ron
Rüthling de eer mocht hebben.
„Ik verzoek hem binnen te komen,"
antwoordde de fraule en maakte haar
blik los van haar spiegelbeeld. Zij had
de voldoening er kalm en rustig uit
te zien. In het laatste oogenblik was
het haar gelukt, haar zelfbeheersching
terug te krijgen. No» een korte, kort#
poos verliep, waarin de vrijheer zijn
overkleeding aflegdetoen stond hij
voor haar.
Diep ademhalend moest de freule
toch erkennen, welk een statige, voor
name verschijning hij was. Over zijn
flink gelaat straalde begrijpelijke op
gewondenheid, die haar de harde,
hoogmoedige lijnen van den mond
verborg.
Hij boog zich tot een lar.gen, war
men kus over haar hand en zei toen
met zijn diepe stem, waarvan de
heeschheid een gevolg van innerlijke
ontroering scheen „Freule, hoe zal ik
u voor dit uur danken. Het is dus
waar, werkelijk waar... het geluk,
waarom ik zoo lang heb geleden en
gestreden, zal mij dan toch nog be
schoren zijn
„Ja, vrijheer."
Met sterken arm trok hij de slanke
gestalte tot zich en kuste haar. Met
gesloten oogen liet zij hem begaan.
Spoedig overwon zij de zwakte, die
haar overviel onder den kus van den
verloofde. Zij onttrok zich aan zijn
arm en noodigde hem uit om plaats
te nemen.
„Ik laat het aan u over, vrijheer,"
begon zij het gesprek, „den dag van
ons huwelijk vast te stellen. Natuurlijk
keer ik thans, als verloofde, terstond
in het ouderlijk huis terug, om daar
tot het huwelijk te blijven. U weet
welof vermoedtdat indertijd
allerlei verschil van meening tusschen
mij en mijn broeder mij het ouderlijk
deed verlaten. Deze verschillen bestaan
helaas nog, maar tenslotte zal zich
een voor het uiterlijk vreedzaam sa
menleven met graaf Adolf wel voor
eenigen tijd kunnen schikken..."
.Bewijs mij dan het genoegen, dezen
tijd zooveel mogelijk in te korten,"
viel de vrijheer met stralenden blik in.
„Ik weet niet, wat ons zou kunnen
verhinderen met zes weken voor het
altaar te treden."
Adèle antwoordde niet terstond. Zoo
snel zou de beslissing vallen, die on
herroepelijk haar lot aan dezen man
ketende. Dan was er geen terug meer,
dan was het voorbij met alles, wat zij
eens in gelukkige droomen had gehoopt
en verlangd. De knoppen van echt
geluk zouden dan nooit meer tot
heerlijke bloesems kunnen gedijen.
Voorbijvoorbij.
Haar hart kromp ineen en ijzige
koude ging door haar leden. Merk
waardigerwijze dacht zij echter bijna
terzelfdertijd toornig: dit is de laatste
maal, dat zulke dwaasheden in mi;
opkomen, nu zal ik, ook zonder met
de wimpers te knippen, op den een
maal gekozen weg voortgaan."
En met heldere vaste stem zei ze:
„Zes weken... goed, ik schik mij naar
uw verlangen, vrijheer."
Hij maakte een beweging, op te
springen, waarschijnlijk om zich op
nieuw over haar hand te buigen tot
dank, maar met een vlugge beweging
hield zij hem op zijn plaats.
„Voor alles," zei ze haastig, „moet
ik u nog mededeelen, dat ik voorloopig
met geheel ledige handen in uw huis
zal komen. Ik heb mijn vermogen reeds
voor langen tijd ter beschikking van
mijn broeder gesteld, en het is osbe-
paald, wanneer hij in staat zal zijn,
mij het geld terug te betalen
„Doe mij het genoegen, freule," ant
woordde de vrijheer, zijn stem dempen
de, „niet meer van zulke dingen, die den
stempel van zaken dragen, te spreken."
Een pauw merkbaar, spottend lachen
was bij de woorden der freule over
zijn lippen gegleden. Hij was wel de
wetende in de aangelegenheid, die zij
aanroerde, en kende de ware omstan
digheden precies Levendig vervolg
de hij: „Tusschen ons mag en zal
zich zoo iets niet dringen. U weet,
dat ik de aarde te voet zou hebben
afgereisd om u te vinden en mij uw
jawoord te verschaffen. Uw hand be
geer ik, verder nietsen als u mij
die met den zwakken schijn van een
toezegging kunt reiken, dat u mij eens
zult leeren liefhebben, dan zijn mijn
stoutste verlangens vervuld."
„Ik dank u, vrijheer, voor deze
woorden vol tegemoetkoming," ant
woordde zij met een beven der lippen,
„maar u moet geduld met mij hebben.
Waarschijnlijk veel geduld." Een
eigenaardig lachen begeleidde deze
laatste woorden. Hij boog ridderlijk
het hoofd.