Groene M_-- Axel.
Chr. Bibliotheek.
Gastentoonstelling te Axel
Kookdemonstraties.
Optische Afdeeling Magazijn „De Blauwe Bril".
ATODdYakteekenscbooi
„AMBACHTSBELANG"
90.000 K.G. SUIKERBIETEN
Alle mogelijke GAST O ESTELLEN
Bekendmakingen.
Advertentiën.
van DINSDAG 16 tot ZATERDAG 20 SEPTEMBER
in het Gymnastieklokaal der vroegere Normaalschool.
Dp Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
Toegang vrij. Kinderen niet zonder geleide.
P. J. VALE, Opticien, Axel. Opgericht 1888.
Alle soorten Srillen en
Pince-Nez
Mnsor-Brillen, vele Verrekijkers en Barometers,
Leesglazen, Loupen en Thermometers.
Wisselkoersen.
Brussel 13,04. Parijs 13,99.
Londen 11,62s/4, New-York 2,6i.
¥esteloo«e iaeat'ng.
OPENBAAR VERGADERING
Amglfte roor het bevolkings
register.
Tot 1 October a s. bestaat
gelegenheid in te schrijven op
de LEENING, noodig voor het
in aanbouw zijnd magazijn.
Uitgegeven worden obligaties
van één honderd gulden
ieder, rentende vijf procent
'sjaars, terwijl zoo mogelijk elk
jaar een gedeelte wordt afgelost,
Inschrijvingen te richten tot
den Penningmeester den heer
L. P. BAKKER.
Het Bestuur,
A. E. C. KRUYSSE,
Voorzitter.
P. LE FEBER, Secretaris.
to AXEL.
Zij, die als leerling aan boven-
genoemden cursus, aanvangende
1 October a s. en eindigende
31 Maart 1925 wenschen deel te
nemen, kunnen zich vóór 17
September m aanmelden
bij den Secretaris der Vereeniging,
den heer J. L. J. MARIS, Molen
straat 30 alhier.
Wij oluiton tot nadere aan
kondiging onze Bibliotheek a.s.
Zaterdag.
En vragen beleefd al onze
boeken terug.
DE COMMISSIE.
Prijsopgaaf gevraagd
voor het vervoer van
gelegen bij de Axelsche-Sassing.
Inlichtingen Bureau Axelsche
Courant.
van al 8 uur
DAGELIJKS van 9 tot 12 uur gratis onderzoek der
oogen met de optometer enz.
ZATERDAGS van 9 tot 12 en van 1 tot 7 uur.
voor bij- en verzienden.
Ook met dubbele geslepen glazen voor bij- en verzienden
verkrijgbaar.
N. B. Vooral aan te bevelen de Menischken- of Punktal-Glazen.
Niemand heeft het recht op mijn naam te handelen,
er een Terlie* is *»n 13 tot 18
duizend gulden mor de eerite
zes jaar en f 8000 voor de vol
gende jareD. Bij een aansluiting
van 400 worden de ontvangsten
direct 2 a 3 duizend guldeD min
der. Hoe groot zal het verlies
'dan wel zijn als er maar 23
aansluitingen tot stand kernen
Gezien het aantal aansluitingen
in Hulst plm. 40 is, zijn hier in
Axel ook niet veel meer aanslui
tingen te verwaehten. Wij mee-
nen dat de electriciteitskwestie
wel degelyk van deze zijde be
keken moet wordsn en kamen
dan tot de conclusie, dat het in
Ax 1 met een eigen gasfabriek
overbodig is electrisch licht aan
te scnaffen onder voor de gemeente
bezwarende finaneieele bepalingen
Willen dus de raadsleden de
finaneieele belaagen van de ge-
gemeeDte goed behartigen, dan
mogen z\j nooit dulden dat de
gasfabriek in gevaar gebrasht
wordt door daar naast een elec
trisch net in eigen beheer aan te
leggen (waar veor de gemeente
enorme verliezen uit voort zou
den vloeien) of door aan de P.
Z E M. toe te staan stroom te
leveren. Een overweldigende
meerderheid van de ingezetenen
is tegen eleetrifieatie (sie raads-
verslag Sept. 1922). Mochten de
heeren denken dat hierin ver
andering gekomen is dat zij dan
het volk door stemming laten
beslissen dat is e. i. de beste
oplossing.
Dankend »aer de plaatsing.
CH. CLAESSENS
en vele ingezetenen.
■et iageionden «tuk
van den hesr Auguataya.
In de Axelsche Courant van 5 Sep
tember acht de heer Augusteyn zich
verplicht eene waarschuwing te doen
hooren tegen den inhoud van mijn
rapport betreffende de eleetrifieatie der
gemeente Axel. Hij zegt dat rapport
gelezen te hebben en noemt hetten
zeerste onbetrouwbaar, onjuist, gevaar
lijk. optimistisch, etc., en dit alles
meent hij dan te motiveer.en door cijfers
die hij zegt aan dat rapport te ont-
leenen en beschouwingen die voor zijn
eigen rekening komen.
Alvorens den inhoud van dat stuk
nader te bekijken moet mij een alge
meeneopmerking uit de pen. De heeren
Claessen, Augusteyn en wellicht nog
anderen schijnen te denken dat ik mij
ten doel stel om de gemeente naar
eleetrifieatie te dringentusschen de
regels van hun stuk.jes door, lees ik
zelfs dat zij metnen dat mijn persoon
lijk belang dit meebrengt. Dit is geheel
onjuist, mijn opdracht luidtde mo
gelijkheid en rentabiliteit daarvan te
onderzoeken als ik mij tot dat onder
zoek zet, weet ik zelf het resultaat
nog nietik ben volkomen neutraal
ea stuur niet in een bepaalde richting
ik schakel mijn „gevoel" uit, leg
volgens vaste principes een vaste
maatstaf aan, bestudeer alle factoren
die een rol spelen, corrigeer zoonoodig
daarvoor en zie wat het resultaat
wordt. Is dit resultaat gunstig, dan
adviseer ik tot eleetrifieatie, is het on
gunstig dan ontraad ik dit. Ik stel
mij daarbij alleen en uitsluitend op het
standpunt van het gemeentebelangmijn
belang speelt daarbij geen rol, mijn
werk wordt gehonoreerd, ongeacht het
eindresultaat. Acht ik de zaak gaed,
ran verdedig ik haar met eerlijke
wapenen zoo goed mij dat mogelijk is
en tegenover iedereen, omgekeerd ver
zet ik er mij zoo krachtig mogelijk
tegen.
Dit standpunt heb ik in de lange
jaren van mijn praktijk Gehandhaafd
en de resultaten hebben de juistheid
daarvan nog steeds aangetoondgetn
enkele der door mij van advies ge
diende gemeente is daar slecht bij
gevaren de voorgespiegelde resultaten
zijn steeds bereikt, vaak vroeger dan
ik verwacht had, vaak werden zij over
troffen en waar dit vaststaat zal men
begrijpen dat het mij koud laat wat
buitenstaanders daarvan zeggen en ik
mij houd aan het devies van een onzer
Oranjevorsten „Rustig te midden der
baren."
Of de gemeenteraad mijn advies volgt,
laat mij tot zekere hoogte keudik
verschaf de leden alle gegevens om
zelve de zaak te kunnen beoordeelen
ea de beteekenis te beseffen van hun
stem vóór of tegen stemmen zij vóór
dan werken wij door, stemmen zij tegen
dan zal ik dit èn voor de gemeente
èn voor de tegenstemmers betreuren
en ga ik rustig naar huis om mij weer
aan een nieuw probleem te wijden.
Nu schijnt er een groepje ingezetenen
te zijn, dat pogingen aanwend om, wat
men noemt, roet in het eten te doen.
Komen zij met goed gefundeerde be
zwaren, strijden zij met open vizier,
zij zullen een eerlijk en welwillend
tegenstander in mij vinden, in het
tegenovergestelde geval bestrijd ik ze
met hun eigen wapens en voer hunne
onbekookte beweringen ad absurdum.
Dit wat mijn standpunt ten deze betreft.
De heer Augusteyn komt met be
zwaren, oeter gezegu, inet onbekookte
onzinnige, ja beleedigende beweringen,
Üie slechts kunnen voortspruiten uit
een bijzondere haage mate van zelf
overschatting of oppervlakkigheid. In
dien hij werkelijk mijn rapport gelezen
heeft, dan heeft hij er niet veel ran
begrepen of zijn zijn notities in de war
geraakt.
Ik zal hem op den voet volgen en
trachten kalm te blijven
„Thans," zegt Z.Ed., „zal voor de
eleetrifieatie geld geleend moeten wor
den. Het bedrag beloopt ruim f 200.000,
volgens een der raadsleden wel
f 300.000."
Beide beweringen zijn onjuist
„thans" is nog zelfs geen definitief
besluit tot eleetrifieatie genomen en
het bedrag van een event, noodzake
lijke toekomstige leening bedraagt
f 190 000 (zie rapport blz. 58, punt 3)
óf f 80.000 (blz. 28) öf f 110.000 (blz. 54),
al naarmate de Raad zal besluiten.
Het mij onbekende raadslid kan ik tot
troost mededeelea, dat mijn ramingen
altijd opzettelijk aan den hoogen kant
zijndit blijkt weer te Stoppeldijk en
Boschkapelle, waar het werk aanbe
steed kon worden voor een bedrag,
niet onaanzienlijk beneden de daarvoor
in mijn rapport genoemde som.
De fantasie over gratis geld en gratis
electriciteit laat ik voor rekening van
A., evenals het kunststuk om dan toch
nog een brlito-ontvangst van f 20.000
te verkrijgen. Z.Ed. merkt dan zeer
ter snede op, dat als het „gezond
verstand" zegt dat er geen winst ge
maakt kan worden en mijn rapport die
winst toch voorrekent, er aan een van
beide iets moet haperendat klopt
het hapert hier aan het verstand, dat
min of meer lijdende is!
De heer A. gaat nu aantoonen dat
mijn rapport onjuist is. Om te beginnen
maak ik de grove fout te zeggen dat
er 87 gasmotoren met 222 P. K. aan
gesloten zijn (blz, 14), terwijl Z.Ed.
decreteert, dat het er „ongeveer 17,
zegge zeventien" zijn. Ik putte mijn
cijfers uit het mij ter beschikking ge
stelde officieele verslag van de Gas
fabriek, die, naar ik meende, het toch
wel zou weten blijkbaar weet de heer
A. het beter!
Volgens A. zou ik 11 kleine gas
motoren later er nog eens afzonderlijk
bijnemenals hij mij kan aanwijzen
waar dit in mijn rapport staat stel ik
hem f 1000 ter beschikking; 't staat er
niet in en bestaat slechts in A.'s ver
beelding en dit is ook de verklaring
waarom de raadsleden „deze grove
fout" over het hoofd hebben gezien.
Doch A. borduurt op dit patroontje
rustig verder en zegt, dat nu natuurlijk
mijn geheele berekening van het kracht-
verbruik foutief is en hij gaat dit
zelfs op zijn manier bewijzen.
Hij zegt, dat ik op 151 krachtaan
sluitingen reken, d. w. z. op elke 5
woningen een motor; alweer slecht
gelezen of begrepen151 is het naar
den tegenwoordigen toestand maximaal
bereikbare aantal, ik reken met 30
motoren aan het eind van het eerste
bedrijfsjaar en 90 aan 't eind van het
zesde jaar (zie blz. 15), dus heel wat
anders dan 151.
Wat A. over de kosten der klein-
motoren schrijft blij "e voor zijn reke
ning, in mijn rapport staan die cijfers
niet, ook geen soortgelijke. Al wat
hij daarover verder beweert, o.a. van
bakkers die voor f 2500 stroom ver
bruiken, is een gevolg van zijn verkeerd
uitgangspunt nl. te rekenen met 151
motoren in plaats van 30 resp. 90.
Die onzinnige cijfers noemt A. dan
notabene een „rectificatie"
Z.Ed. zegt dan verder dat ik voor
de groote motoren, waaronder volgens
A.'s „rectificatie" nog vallen 2 mole
naars, 2 vlasserijen en de motor van
de Z. V. T. M., vermeerderd „vermoe
delijk" met 1 motor van een zagerij,
een verbruik bereken van f12,000. Hij
gaat dan van die motoren een aantal
uitschakelen, en motiveert dit met de
mededeeling„Wij kunnen dit we!
doen", houdt er dan twee over die dan,
volgens mij, weer voor f 12.000 zouden
verbruiken. Hij vindt dit blijkbaar zelf
sterk, doch komt met een nog sterker
staaltje voor den dag door z.g. aan te
toonen, dat, volgens mij, een enkele
maalderij voor f 12.000 zou verbruiken.
Nu zal de lezer natuurlijk denken dat
dit alles in mijn rapport staat, niets
is echter minder juist, het staat er
niet in; dergelijke onzin is afkom
stig uit de verbeelding van den heer
A. Doch inmiddels schuift hij ze mij
dan toch maar in de schoenen, wat
laat ik het zacht zeggen hoogst
onfatsoenlijk is 1 Dat dit inderdaad
onzin is, blijkt wel, indien mpn ziet
dat ik op blz. 22 vaa mijn rapport aan
het eiad van het eerste jaar voor het
totale krachtverbruik reken op een
ontvangst van ruim f 5000, welk bedrag
na ongeveer 6 jaren zal stijgen tot
een kleine f 16,000.
Z.Ed. vraagt dan heel leuk aan den
lezer of hij pessimistitch isik voor
mij zou zeggen dat de ongesteldheid
van geheel anderen aard was 1 En
met deze motieven meent A. nu aan
getoond te hebben dat mijn rapport
onjuist is 1
De heer A. gaat nu aantoonen dat
mijn rapport bovendien „gevaarlijk
optimistisch" is, en de daarvoor ge
bezigde z.g. argumenten zijn al van
weinig beter gehalte. Het antwoord
waarom ik van zeven gemeentegroepen
slechts 6 cijfers geef, kan hij vinden
in bijlage 1, die hij blijkbaar niet
ingezien heeftdie zevenue groep
bevat n 1. slechts volledige gegevens
van 1 gemeenteDie sta istiek heeft
betrekking op een tijd die reeds tien
jaar voorbij is, waarin de wereldoorlog
plaats had, waarin het electriciteits
verbruik van regeeringswege geforceerd
werd en, wat algemeene toepassing
betreft, een reusachtige toename te
constateeren viel, zóó sterk zelfs, dat
ons land met 43 pCt. der bevolking
(niet gezinnen, of huizen vrijwel aan
den Spits staat. Dit alles negeert A.
hij weet het natuurlijk niet en
maakt uit, dat het voorzichtiger zou
zijn om slechts rekening te houden
met de helft van de cijfers uit de
statistiek van 1914. Dit is niet „voor
zichtiger", dit is eenvoudig kinderwerk.
Zij die meenen dat mijn cijfers voor
aansluitwaarde en stroomverbruik te
optimistisch zijn, moeten in de overige
provincies eens op het platte land gaan
zien is hun dat te veel moeite, best,
doch dan missen zij ook het recht
die cijfers te beoordeelen 1
Mijn bestrijder komt, al verder fan-
taseerende, op een ontvangst van
f 16,000, inplaats van het door mij be
rekende van circa f28,000; voor die
vrijmoedigheid verzuimt hij eenig ander
motief te geven dan dat hij er toe
komt indien hij een veel kleiner ver
bruik aanneemtm. a. w. hij gooit er
eenvoudig met de muts naar en ik
begrijp alleen niet waarom hij nog niet
wat lager gooide, mijn „grove fout"
werd dan nog veel grover
En indien al die nonsens dan met
het noodige gewicht voorgedragen is,
meent Z.Ed aangetoond te hebben, dat
mijn rapport gevaarlijk optimistisch
iswat hij daar wèl mee aangetoond
heeft belet mij de wellevendheid hier
neer te schrijven
Vervolgens komen de buitenkommen
aan de beurtZ.Ed. acht gelukkig
voor mij wat ik daarover zeg wat
aannemelijker, laat mij zoo terloops
zeggen, dat er op het Spui een molen
is, die voor f 2500 stroom per jaar zal
gebruiken en meent dan voldoende
grond te hebben voor de bewering
„dat het rapport onbetrouwbaar is",
't Is inderdaad eene bewering, maar
een bijzonder slappe die molen bevindt
zich n.l. niet op het Spui, doch in A.'s
duim en ik loof alweer f 1000 uit voor
dengene die hem in mijn rapport aan
wijst.
Tegenover mijn zeer uitvoerige be
rekeningen omtrent het te verwachten
lichtverbruik in de buitenkommen (blz.
39 40 en 41stelt hij 5 arbeiderswo
ningen (alsof er in de buitenkommen
alleen maar arbeiders wonenhij
houde mij ten goede als ik, gezien de
verbluffende vaardigheid waarover hij
bij het uit zijn duim zuigen van cijfers
beschikt, aan die paar arbeiderswo
ningen weinig waarde hecht!
A. gelooft in ieder geval het door
mij berekende lichtverbruik met een
derde te mogen verminderen en het
krachtverbruik dat hij zes regels
hooger zegt buiten beschouwing te
zullen laten met f 2000, en dit laatste
wordt dan bijzonder aannemelijk ge
maakt door een raadselachtige ver
wijzing naar een niet bestaande maal
derij. Wel ja waarom zou hij dit niet
mogen verminderen wat mij betreft,
zooveej hem lust; ik moet hem echter
de illusie benemen dat hij de toelaat
baarheid daarvan aangetoond zou
hebben.
A. meent verder aangetoond te heb
ben hij „meent" merkwaardig veel
dat de berekende netto-winst verandert
in een verlies van f 8000 en voor de
eerste jaren vermoedelijk f 13 f 18
mille. Best mogelijk dat hij dit meent,
echter heb ik vruchteloos naar het be
wijs gezocht en wat er alweer wèl
mee aangetoond is zal ik uit beleefd
heid maar niet zeggen.
Ik neem er gaarne akte van dat A.
de onjuistheid van mijn cijfer voor
drukwerk en onderhoud (vreemde
combin tie, duim-productniet kan
aantoonenis het dan wel noodig er
in het publiek over te schrijven?
A. zegt ten slotte dat zijn bereke
ningen ruw zijn uitgevoerd en er mis
schien wel onjuistheden ingeslopen
zullen zijn hoe jammer dat hij dit me
zegt, het bederft het geheele effectals
hij er niet opmerkzaam op gemaakt
had zou geen mensch het gemerkt
hebbenHet verzoek aan de raads
leden om eens rustig kennis te willen
nemen „van het bovenstaandelijkt mij
een beetje veel verlangd, vooral dat
rustig daaronder blij ven zal moeilijk zijn.
Is er werkelijk onder de Axelaren
een kringetje menschen dat er voor
wil vechten om geen electriciteit te
krijgen, dan zal het voor hen aanbe
veling verdienen andere woordvoerders
te kiezen, anders bereiken zij juist het
tegendeel van wat zij beoogen en aan
den heer Augusteyn tenslotte den raad
voortaan zijn pennevruchten over dit
onderwerp aan mijn adres vooraf even
door zijn rechtsgeleerd raadsman te
laten nazien, want zijn die van hetzelfde
gehalte, dan gaan zij naar den Officier
van Justitie als verdacht van te zijn
wat de fatsoenlijke menschen noemen
„smaadschrift
B. A. J. VAN DER HEGGE ZIJNEN.
v*u deu Gemeenteraad ran Axel op
Woensdag den 17 September 1924,
des voor middags ten 10 ure ten Raad-
huize.
1. Electrieiteitsvoorziening,
(Conferentie met Heeren Com-
miasarissen der Prov. Z. Electr.
Mij.)
En is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort, den 12 cepiember
1924.
Ds Burgemeester van Axel,
BLOK.
Burgemeeiter en Wethouders van
AXEL maken bekend, dat op Woens
dag 17 September a.s., dea namiddags
2 uur, da gel»g»nhaid zal zijn open
gesteld tot kostelooze iaenting of
herieenting >u hen, dia tich daartoe
in hat Gymnastieklokaal der O. L.
Sahool aanmelden.
Voor eaa juiste vermelding in de
vaeciaabawijien van de namen eu ge
boortedatums der kiadareu, is hetze-
weascht. dat bij de aaamelding werden
medegebracht trouwboekjes der ouders
of geboortebewijzen der kinderen.
Axel, 8 September 1924.
Burgemeester en Wethouders vnd.,
De Burgemeester,
BLOK.
De Secretari»,
MARIS.
Burgemeester en Wethouders van
AXEL;
overwegende, dat het van groot be
lang is, dat het barolkingiragiater
nauwkeurig wordt bijgehouden en de
krachtige medewerking van de inge
zetenen hiertoe een eerste ▼areiscfita
is
herinneren aan d» volgende bepa
lingen, regelende de verplichting der
ingezetenen tot het doen van «en-
gifts voor het bevolkingsregister
Zij, die op den dag der laatste
volkstelling in den vreemde of in een
der koloniën of overzeesche bezittingen
van het Rijk hebben vertoefd, moeten
hiervan ter secretarie der gemeente
kennis geven binnen één maand na
hun terugkomst.
Zij, die ui' een plaats buiten Neder
land hun woonplaats overbrengen in
een gemeente van Nederland, moeten
hiervan een verklaring doen ter se
cretarie der gemeente binnen twee
weken na hun aanksmst in de ge
meente, vergezeld van een paspoort,
reis- en verbl|fpas of ander deugdelijk
bewjjsstuk.
Bij alle kennisgevingen moeten de
noodige opgaven worden verstrekt
voor de inschrijving in het bevolkings
register.
Zij, die hun werkelijke woonplaats
binnen het Rijk verlaten om die over
te brengen naar een Nederiandsche
Kolonie, een overzeesche bezitting of
naar den vreemde, moeten hiervan een
verklaring doen ter secretarie der ge
meente, welke zij verlaten.
Zij die hun woonplaats naar een ande
re gemeente overbrsngen, moeten hier
van een verklaring doen ter secretarie der
gemeente, welke zij verlaten en waar
zij in het bevolkingsregister zijn in
geschreven, met opgaaf der gemeente
waar zij zich wenschen te vestigen.
Het ontvangen getuigschrift vas woon
plaatsverandering, hetwelk kosteloos
wordt afgegeven, moeten zij uiterlijk
binnsn twse weken na hun aan
ksmst in de nieuwe gemeente ter
secretari# dier gemeente bezorgen.
Elk hoofd van een huisgezin moet
uiterlijk binnen twee weken ter ge
meentesecretarie kennis geven van
ieder lid, dat in het huisgezin wordt
opgenomen of daar uit gaat, inwo
nende dienst- en werkboden daaronder
begrepen.
Onverminderd deze bepalingen is
een ieder, door het gemeentebestuur
daartoe opgaroepen, verplicht tot het
does der opgaven, welke vereischt
worden om het bevolkingsregister, in
te vullen. Van vprhuizing binnen de
gemeente moet ter secretarie, ofwel
aan den wijkmeester J. OOSTING
kennisgegeven worden.
Overtreding dezer b:palingen wordt
gestraft niet hechtenis van ten hoogste
veertien dagen rf geldboete van ten
hoouste honderd gulden.
Ter voorkoming van moeilijk
heden worden de ingezetenen ernstig
aangespoord hun verplichtingen
nauwgezet na te komen.
Axel, 3 September 1924.
Burgemeester en Wethouders vnd.,
De Burgemeester,
BLOK.
De Secretaris,
MARIS.
zijn in werking te zien. INLICHTINGEN GRATIS.