ZWARE OFFERS. U Nieuws- eu Advertentieblad voor Zeeuwse li - V 1 aan deren No. 43. DINSDAG 2 SEPTEMBER 11)24. 40e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Kamer ïan Koophandel en Fabrieken ïoor Zeenwsch-Ylaanderen. v. FEUILLETON^ Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postbus No. 6. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag II ure. Confectie en Manufacturen De omzet was over het alge meen bijzonder slap. Zelfs de anders zich kenmerkende seizoen- drukte bleef achterwege. Als oorzaken daaivan wordt ook weer in de eerste plaats genoemd de Belgische concurrentie wegens den lagen frankenkoers, die zich vooral in dit bedrijf geducht deed gevoelen. De geheele streek wordt afge- leurd door binnen- en buiten- landsche leurders, die vooral in de volksbuurten een ruim afzet gebied vinden. Daarbij voegt zich in verschillende gemeenten zeer verminderde koopkracht der bevolking, wegens werkloosheid. Uit ingewonnen inlichtingen bleek, dat verschillende zaken hun omzet op 50 pCt. of min der dan vorige jaren schatten. Op één punt stemmen allen overeenin hun aandrang op het heffen van beschermende rechten, tegenover den invoer uit België en bescherming tegen de vreemde leurders. Een stijging van den frank zou vermoedelijk een afdoend middel zijn, om den trek van de groote massa naar België te doen op houden. Het gegoede deel der bevolking trok vóór dezen voor een groot deel toch ook naar de Belgische hoofdplaatsen, voorna melijk voor het aankoopen van kleeding, en van degenen die dit deden maakten middenstanders zelf wel het grootste contingent uit. Bij gelijken, of zelfs bij een hoogeren prijs, lokt ruimere keuze dezulken naar de gemak kelijk te bereiken groote plaatsen- Ofschoon de Belgische texiel- goederen niet goedkooper zijn dan de Nederlandsche en voor namelijk de uit andere landen in België ingevoerde goederen, van wege de hooge beschermende rechten zelfs aanmerkelijk duur der zijn dan diezelfde goederen 18) in Nederland ingevoerd, koopen ook de winkeliers nabij de grens in België hun goederen, in 't ver trouwen hun voordeel te hebben gedaan. Zij koopen zeldzaam bij de Nederlandsche grossiers, hetgeen begrijpelijk wordt, als ze ondervinden die goederen met de grootste moeite en mét verlies te moeten verkoopen. Een grossier met deze ervaring is van oordeel, dat die onjuiste meening bij het publiek omtrent den aard en de kwaliteit der goederen door een geregelde actie o.m. in de gewestelijke pers zou moeten worden weggenomen,' waardoor het publiek niet alleen tegen zichzelf zou worden be schermd, doch waarmede ook de algemeene handels- en industrir eele instellingen in ons land, spe ciaal in dit gewest, gebaat zou den zijn. Winkelstand. Ten opzichte van den Winkel stand in het algemeen, wordt gerapporteerd, dat het weerstands vermogen in de zakenwereld ster ker is, dan men oppervlakkig zou vermoeden en dat in veler bedrijf door een reorganisatie, naar vaste regelen, van veel dat thans als verloren wordt be schouwd, in een langduriger ter mijn een groot deel kan worden teruggebracht. Over het geheel genomen gaat het zakenleven gebukt onder den rentelast, die nog wordt ver zwaard, omdat in den gewonen regel de bank of de bankier die net geld fourneerde nog aflossing vordert, teneinde zoo mogelijk het te veel gegeven kapitaal te redden. De winkelstand, voor zoover die gedreven wordt met kapitaal van derden, maakt bijna zonder uitzondering eenzwaren tijd door. De manie om steeds groote voor raden te houden, welke reeds vóór den oorlog bij velen zicht baar was, steeg nog in den oor logstijd voor zoover die voor raden na den wapenstilstand zijn van de hand gedaan, leverden ze verlies op en waar ze niet zijn verkocht, wordt het nadeel voort durend grooter, omdat bijna geen enkel artikel in prijs stijgt. Belegging van gelden als over tollig bedrijfskapitaal door den winkelstand, hetzij tijdelijk, hetzij op langen termijn, heeft zoogoed als niet meer plaats. Graan- en Meelhandel. De beschouwingen over den graanhandel luiden niet ongunstig, er wordt van eenige verbetering gewaagd, en dit zou zeker nog beter geweest zijn, ware het niet dat onze kooplieden in hoofd zaak op België zijn aangewezen, en de wisselende lage franken koers meermalen winst in ver lies omzette, daar het niet-onder alle omstandigheden mogelijk is zich terstond te dekkenmen moet ook rekening houden met de wijze van afrekenen van jaren lang bestaande relaties, waaron der wel eens eenigen tijd ver loopt tusschen aflevering en be taling. Voor den bloem- en meel- en veevoederhandel wordt ook sterke concurrentie ondervonden van leveranciers uit België. Een han delaar deelt naar aanleiding daar van mede genoodzaakt te zijn voorraden in België aan te koo pen, ten einde te concurreeren, en met Nederlandsche firma's geen zaken te kunnen doen. Hotel- en Restaurantbedrijf. De malaise die in 1922 in het bedrijf zijn intrede deed, heeft zich in 1923 voortgezet. De uit komsten van het bedrijf geven over het algemeen geen reden tot tevredenheid. Het gebruik van gedistilleerd loopt door den hoo- gen accijns op dit genotmiddel nog steeds terug, welke terug slag gedemonstreerd wordt door het eindcijfer der belastingop brengst, die een verschil met het vorige jaar geeft van omstreeks 9 millioen gulden. Het publiek, dat door het kli maat van ons land, zich aange wezen ziet op het gebruik van gedistilleerd als goedkoop genot middel, zal zich noode aanpassen tot het gebruiken van wijnen met hoog alcoholgehalte, uit andere landen aangevoerd, die tot veel lagere prijzen kunnen worden verkocht. Een equivalent tegen het terug loopend gebruik van gedistilleerd is de hoogere omzet van bier. Het zou daarom te betreuren zijn, indien een verhooging van den bieraccijns hieraan een eind zou. kunnen maken, te meer, als daar door de te verwachten inkomsten voor het rijk, niet aan de uit komsten zouden beantwoorden. Een te hoog opgevoerde accijns, men ziet het voorbeeld bij het gedistilleerd, geeft gereede aanleiding tot clandestiene voort beweging en tot smokkelen aan de grenzen van ons land, waar door moreel en financieel enorme schade wordt berokkend. In het restaurant- en hotelhou- dersbedrijf doet zich in steeds sterker mate den teruggang van zaken gevoelen. Vele vaste han delsreizigers zijn vervangen door provisiereizigers, die zooveel mogelijk ééndaagsche reizen maken, zelf hun eten meebrengen en niet blijven logeeren, waar door laatstgenoemde bedrijven onmiddellijk den terugslag voelen. Kruidenierswaren. De handel in kruidenierswaren vertoont nog hetzelfde beeld van het jaar 1922. Er is nog steeds te weinig koopkracht, waardoor de omzet zich in hoofdzaak be paalt tot artikelen van dagelijksch gebruik. De wisselende prijzen van sommige artikelen bemoeilijken de grossiers, daar zij de winke liers huiverig maken eenigen voorraad van beteekenis op te doen. Er wordt geklaagd, over te lage winsten, daar de prijzen door hevige concurrentie, ook uit België, gedrukt worden. Daar tegenover wordt gewezen op win keliers die onderlinge concur rentie bevorderen, door artikelen waarvoor door de fabrieken een algemeenen prijs, met geoorloofde „Maar, mijn kind," zei hij, „dat winst is vastgesteld, onder dien prijs te verkoopen, waardoor zij ook collega's daartoe noodzaken. Coöperaties, die zich met hun prijszetting naar het particulier bedrijf richten, verkregen, ondanks haar offer aan de Handelskamer, bevredigende resultaten. Schoenhandel. Voor de bonafide schoenwin kels was de toestand moeilijk, en ongeveer gelijk aan die geschetst voor het manufacturenvak. De markten werden overstroomd met goedkoop, zij het dan ook in den regel minderwaardig schoen werk, dat in verband met de weinige koopkracht door het pu bliek wordt gezocht. Ook werd veel uit België gehaald, waaraan door het invoerverbod zoo niet geheel, dan toch voor een groot deel een eind werd gemaakt. Machinale houtbewerking. De inrichtingen voor machi nale houtbewerking, de z. g. timmerfabrieken, hadden het over het algemeen niet druk. Een afwijkend resultaat kan wel licht voor enkele inrichtingen zijn aan te wijzen, die gevestigd waren in gemeenten waar eenige drukte in het bouwvak heerschte, ofschoon voor massawerk ook de concurrentie van over de grens een factor was, waarmede ter deeg rekening was te houden. Bovendien is het aantal dier in richtingen steeds toenemend, ter wijl op plaatsen waar uit een centraal punt beweegkracht te krijgen was, meerdere timmer manszaken machines voor de meest voorkomende werkzaam heden hebben aangeschaft. Aan gezien de in het gebied der Ka mer gevestigde bedrijven niet den omvang hebben dat er een continuebedrijf van te maken is, is de exploitatie door den korten arbeidstijd niet voordeelig. Er wordt nu te veel verspeeld met stoppen en aanzetten. Van een inrichting wordt gemeld dat een kleine verruimingvan den werktijd, een merkbare verbetering teweeg bracht. (Wordt vervolgd.) lC*l 9] (Uit het Duitsch.) HOOFDSTUK VIII. Adèle weigerde beslist in den circus op te treden, zoo lang de geliefde medewerkster ziek was, en het viel haar ook niet moeilijk een geneeskun dige verklaring te krijgen, dat haar zenuwen rust eischten. De koene, vroolijke rijdster was bovendien zeldzaam stil geworden. De gedachte lag zoo voor de hand, dat het ongeluk evengoed haar had kunnen treffen als de arme Ethel en tenslotte ook nog wel in veel verschrikkelijker vorm. Zij huiverde téfug voor de vreeselijke gedachte, als gebrekkige door het leven te moeten gaan. Zij wist het, op den duur had zij, de bloeiende, slanke zegevierende, niet de kracht, zoo lijdend voort te leven, zij had naar een middel der vertwijfeling tot bevrijding gegrepen. Kon nu echter het gevaar, dat thans aan haar was voorbij gegaan, niet reeds spoedig met zwarten, somDeren vleugelslag op haar neerdalen? Zij bleef in stilte huiveren gedurende al deze droeve dagen en aurfde met denken aan den circus en aan haar kunst. Bovendien was het ook een andere overweging, die zonderling drukkend op haar inwerkte. Eenige dagen na het ongeluk had de oom gezegd „Ethel zal niet weer in de manege verschijnen," en er de verklaring aan toegevoegd dat hij zijn vrouw op haar sterfbed had moeten beloven haar kind voor de mogelijkheid van een tweede gevaar voor gezondheid en leven te beveiligen. Zoodra eenmaal de hand van het noodlot haar had aangeraakt zou zij niet weer als wer kende kunstenares in de arena ver schijnen. Hij was besloten het woord aan de stervende te houden. „Wij zullen ons moeten bekrimpen," zei hij, „maar in geval van nood hebben we nu toch al voldoende voor het ge droomde kleine huis en een stil be- hageiijk leven, alleen... van den grooten tuin zal wel niets komen een paar bescheiden bloembedden moeten het doen Door de woorden van den oom zag Adèle zich voor de noodzakelijkheid gesteld in de toekomst haar weg alleen te moeten gaan. Ethel's liefelijke ver schijning zou niet meer lachend naast haar staan... de oom zou haar ont breken, die tot nu t<Je alle zaken voor haar had geregeld, al het leelijke ep ontmoedigende ver van haar had ge houden. Zij schrikte. Hoe dapper haar natuur ook was... voor al, wat in droeve golven op een alleenstaande circuskunstenares aan rolde, beefde zij toch terug. Onwillekeurig richtten zich haar gedachten achterwaarts Naar den broeder terugkeeren, daar aan dac.u zij geen oogenblik. Zij kon de verwanten van haar moeder om opname verzoeken... maar dezen waren boos wegens haar buitengewoon optreden, dat haar tusschen de men- schen had geocacht, en deemoedig smeeken en v.agen lag niet in haar aard, Maar wat dan In de verte stond hoog opgericht een man, dien zij zoo goed kende. Uit zijn ernstig gelaat brandden haar vol blijde hoop de oogen tegen... hij hield de armen uitgestrekten op zijn lippen las zij een innig: „Kom." Zij echter wendde zich met zacht hoofdschudden treurig af en schreed verder in tegengestelde richting Zij was niet een van de vrouwen, die in angstig vreezen zich in haar nood door de wonderen van barm hartige liefde laten opheffen. Tot haar moest de liefde anders komen, met stralend aangezicht, op de vleugelen van den storm er. zij zelf moest haar met opgeheven hoofd tegemoet zien, haar met bloeienden mond durven verwachten. Zoo restte haar ten slotte dan wel niets meer dan de tanden op elkaar te klemmen en met de kracht van volhardend willenals het geen blijde wil meer kon zijn... voort te gaan op den ingeslagen weg Na weinige weken kon Ethel reeds uit het ziekenhuis terugkeeren naar het aardige, kleine tehuis, dat mr Greffkins voor zich en zijn beide be schermelingen in een der Berlijner voorsteden had gehuurd. Warme han den, stralende oogen en geurende bloemen ontvingen de herstelde. De linkerarm had nog niet de volle be wegelijkheid teruggekregen, en van het iitteeken, dat over het voorhoofd liep. hoopte men, dat het rood nog meer zou verbleeken. „Anders," lachte Ethel, „zal ik wel mijn tegenzin moeten overwinnen en mij des avonds in de manege van poeder moeten bedienen." Zij wist nog niets van het besluit, dat de vader omtrent haar toekomst had genomen. Men zat aan een klein feestmaal. Mr. Greffkins dronk lang zaam zijn glas helderen Rijnwijn en vertelde daarna met diep ernstig gelaat zijn kind van de belofte die hij de geliefde vrouw op haar sterfbed ge daan had. „Daarom, mijn lieveling," eindigde hij, „zal niet weer een van de toe valligheden een der gevaren, die met het circusleven dagelijks en ieder uur verbonden zijn, je kunnen bedreigen. Ik verdiende, je te verliezen, indien ik het toestond. Neen, wij willen reeds nu ons toekomstplan verwezenlijken en ons een bescheiden eigen tehuis stichten." Hij lachte. „Als wij onze spaarpenningen bij elkaar doen, kunnen wij bedaard aan het uitzoeken gaan en een aardig huisje temidden van het groen koopen." Ethel was bij deze woorden bleek geworden. Zij boog het hoofd over haar bord, om haar verwarring te ver bergen. Daarna greep zij tastend naar de bloemen, die om haar gestrooid waren, en rook er aan. Toen de vader haar antwoord wach tend, opzag, had zij haar bedaardheid herkregen. „Zoo'n belofte heeft mama van u gevraagd?" vroeg zij zacht. „O, dat gebeurde stellig reeds in de benauwd heid der ziekte mama was zoo moedig en onbevreesdmij zelf heeft zij nooit zoo iets gezegd ik had haar zorg ook weggelachen want wanten hulpeloos brak zij plot seling af. Verwonderd had de vader naar haar geluisterd. klinkt immers bijna, alsof je beroep je plotseling zeer ter harte gaat Ik weet toch, dat je vroeger Zij sneed hem haastig het woord af, en probeerde te lachen. „En als het nu werkelijk zoo was Als het mij inderdaad zwaar viel, uit de manege weg te blijven Niet waar, dan zou u mij toestaan, dat ik ook voortaan tenminste nog een paar jaar „Ik mag niet," weerde de vader hoofdschuddend af. „Je vergeet het woord, dat ik je stervende moeder heb gegeven." „O, als die lieve mama nog leefde," streed Ethel verder, „zij zou gewis mijn verzoek ondersteunen..." haar blik viel plotseling op Adèle, en daar vloog het helder flikkerend over haar gelaat, haar onzekere toon werd vaster. „Zie je, ik kan toch Adèle niet alleen laten rijden," riep zij als in lichte overwinning, een afdoende reden te hebben gevonden, „dat gaat toch hee- lemaal niet." „Denk niet aan mij," mengde deze zich levendig in het gesprek. „Dat mag je niet. Wat je papa heeft gezegd, moet voor jou beslissend wezen. Als je werkelijk later in de rijbaan een nieuw ongeluk overkwamde arme oom kon immers nooit weer gerust zijn. En dan er is iets heiligs in een woord, dat aan een sterfbed werd gegeven daar stapt men maar niet licht over heen Ethel neigde zich liefkoozend naar haar nicht en fluisterde haar overredend toe„Spreek niet. Help mij. Wij moeten papa overreden. Ik wil ook verder met je rijden... ik wil, ik moet het,"

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1924 | | pagina 1