ZWAIiü OMR
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch - Vlaanderen.
No. 40.
VRIJDAG 22 AUGUSTUS 1924.
40e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
lamer van Koophandel en Fabrieken
voor Zeenwsch-Ylaanderen.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag» en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
ii.
S p o o r w e g-E mplacem enten
Van verschillende zijden kwa
men klachten in, over den on
voldoenden toestand, waarin de
emplacementen van de stations
Ter Neuzen, Hulst en Axel der
spoorwegmaatschappij Mechelen
Terneuzen zich bevinden, voor
zoover die betreffen de gelegen
heid tot losten of laden van of
op wagon, voor den plaatselijken
handel. De verharde gedeelten
zijn veel te beperkt tegenover de
behoefte, met het gevolg dat men
daar bij eenigen regen terstond
door een wegens het kolengruis
zwarte modderpoel waadt. Zijn
op een bepaalden tijd geen wa
gens of waggons aanwezig, dar.
moeten de goederen daarin maar
worden neergelegd. Voor Ter
Neuzen werd aangedrongen op
het plaatsen van een overkap
ping, voor tijdelijke opslagplaats.
Te Hulst is de losplaats in den
bietentijd zeer moeilijk te berei
ken en bestaat het gevaar dat de
voertuigen omvallen.
In haar antwoord ontkent de
spoorwegmaatschappij den on
voldoenden toestand der losplaat
sen niet, doch geeft te kennen,
dat het haar onder de tegenwoor
dige omstandigheden niet moge
lijk is, de onkosten der verbete
ringen te dragen. Tenzij haar
voortdurende subsidie van ge
meenten en polders verzekerd
wordt, kan zij die werken niet
ondernemen. Aangezien die zou
den zijn in het algemeen belang,
bestaat er naar haar meening
aanleiding voor het verleen n
dier subsidie, zelfs ook door rie
Provincie.
De Raad van Toezicht op de
Spoorwegdienst..!!, ciie ook op
dezen toestand was gewezen,
vereenigt zich met het standpunt
der spoorwegmaatschappij, en
heeft als haar meening te kennen,
dat belanghebbenden zelf die
verbetering moeten bevprdere».
De Kamer vermoedt, dat de
spoorwegmaatschappij naar aan
leiding van de subsidies die door
gemeenten, provincie en rijk zijn
verleend ten behoeve van den
aanleg van tramlijnen, aanleiding
geeft tot het standpunt, dat zij
voor die uit te voeren weriren
subsidie zou behooren te ont
vangen De Kamer meent, dat
er weinig vooruitzicht bestaat,
dat de betrokken gemeenten
hierin zullen tusschenbeide tre
den.
Minder begrijpt zij het stand
punt dat de Raad van Toezicht
inneemt dat particulieren, die
meer of minder van de losplaats
gebruik moeten maken, de kos
ten van voorziening zouden be
hooren te dragen. De Kamer
vermoedt, dat wel nergens zal
voorkomen, dat particulieren de
kosten eener algemeene los- en
laadplaats dragen.
Het komt de Kamer voor, dat
evengoed als de spoorwegmaat
schappijen hebben te zorgen voor
aanschaffing, onderhoud en ver
nieuwing van rollend materieel
en de spoorbaan enz., zij dat
ook behoort te doen voor de los-
en laa'dplaatsen, en de kosten
daarvan ook behooren gecalcu
leerd te zijn in de tarieven,
waaruit zij hare inkomsten put
en alle uitgaven bestrijdt.
De Kamer is van meening,
dat de spoorwegmaatschappij de
kosten der noodige voorzieningen
ten onrechte als „zeer kostbaar"
kwalificeert, het betreft immers
in hoofdzaak het uitbreiden van
kei-bestrating. Doch indien zij
werkelijk onmachtig is, in ver
band met de inkomsten die uit
gaaf te doen, is het een andere
vraag, of er geen aanleiding kan
zijn voor den Staat, die de tram
wegen steunt met brandstoffen-
subsidie, en het millioenen-tekort
der Staatsspoorwegen dekt, en
die ook deze maatschappij ten
opzichte van haar personeel zware
verplichtingen oplegt, om tus
schenbeide te komen voor het
aanbrengen der dringend noodige
verbetering.
De handel en het verkeer in
Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen
verkeert ten opzichte der spoor
wegmaatschappijen in deze streek
toch reeds in een nadeelige po
sitie. Het zijn beide Belgische
maatschappijen, wier tarieven
worden geregeld en verhoogd,
in verband met de dalende Bel
gische valuta, doch daardoor
hier steeds hooger worden, hoe
wel de gulden nog steeds een
gulden is, doch omdat aan de
maatschappijen het recht is ver
leend (in den normalen tijd) om
in de franken vastgestelde tarie
ven te berekenen a 48 cent.
Iedere verhooging van het tarief
met een frank, sinds den oorlog,
beteekende dus voor het Neder-
landsch gedeelte een verhooging
van 48 cent. 'Een gevolg dus:
een hoog tarief, zoowel voor pas
sagiers als goederen. Een ex
porteur die een lOtons waggon
franco moest verzenden en in
het minimum-tarief viel vooreen
afstand van 5 K.M, vastgesteld
moest voor 3 K.M. afstand f 30 53
betalen 1
Het gevolg is, dat zij, die naar
het buitenland verzenden zoo min
mogelijk franco verzenden en
zich integendeel uit het buiten
land franco doen toezenden, met
het gevolg dat de kosten van het
goederenvervoer door ieder die
daartoe in de gelegenheid is, in
het buitenland wordt voldaan
met franken aan den koers van
den dag en de spoorwegmaat
schappijen alleen guldens ont
vangen van hen, die alleen op
het Nederlandsch gedeelte ver
zenden of die door omstandig
heden bij handel met het buiten
land den bovenomschreven maat
regel niet kunnen toepassen.
Indien de spoorwegmaatschap
pijen de tarieven op het Neder
landsch gedeelte, die ze inderdaad
gerechtigd zijn te heffen (doch
waarvan zij nu toch weinig méér
in het laadje krijgen) milder stel
den, zou dit zeer zeker aan het
verkeer op haar lijnen ten goede
komen.
Cadeaustelsel.
Adhaesie werd betuigd aan het
door den Grossiersbond tot den
Minister van Justitie gericht ver
zoek in zake bestrijding van het
cadeau-stelsel.
T e 1 e f o o n.
Naar aanleiding van een ver
zoek van de Vereeniging van
Aardappelhandelaren te Axel were
aan den Inspecteur der Posterijen
en Telegrafiie te Middelburg tus
schenkomst verzocht, om te be
vorderen dat, vooral met het
oog op het verkeer met België,
de telefoonkantoren te Axel en
Hulst in plaats van tot 8 uur tot
9 uur voor het publiek zouden
geopend blijven.
Als antwoord hierop werd de
mededeeling ontvangen dat voor
taan tot des avonds 9 uur van
uit de perceelen der abonné's
gesprekken konden worden aan
gevraagd, doch dat de publieke
cel te 8 uur gesloten bleef.
De bruggen over het
Kanaal te Sluiskil en
Sas van Gent.
Een zeer oude kweste, die
reeds sinds het voltooien der
verbeteringswerken aan het kanaal
Gent—Ter Neuzen in het begin
dezer eeuw de aandacht vroeg
is die van de beweging der
nieuwe bruggen over het kanaal
te Sluiskil en te Sas van Gent.
Ofschoon bij den bouw der
nieuwe bruggen met het mecha
nisme rekening is gehouden met
electrisch bewegen, geschied
de dit aanvankelijk bij alle brug
gen met de hand. Dit vordert
bij deze bruggen veel tijd en
veroorzaakt, ook in verband met
de toegenomen scheepvaart groote
stagnatie in het drukke verkeer
te land.
Inmiddels wordt de grootte
brug te Ter Neuzen electrisch
gedraaid. Herhaalde malen is
aan de Regeering verzocht maat
regelen te willen nemen dat ook
de bruggen te Sluiskil en te Sas
van Gent electrisch zullen wor-
.den gedraaid, hetgeen zoowel
het verkeer te land als het scheep
vaartverkeer zou ten goede ko
men.
De waterstaatsautoriteiten zijn
blijkens hunne uitlatingen over
tuigd van de groote wenschelijk-
heid der verbetering, doch voor
het veranderen der beweegkracht
is onderhandeling met België
noodig, overeenkomstig de tus-
schen Nederland en België ge
sloten conventie betreffende het
kanaal Gent—Ter Neuzen.
Thans heeft de Kamer zich
over deze zaak opnieuw tot den
minister van Waterstaat gewend,
die in antwoord daarop te ken
nen gaf, dat, in afwachting van
het openen van onderhandelingen
hieromtrent met België plannen
voor de uitvoering dezer ge-
wenschte verbetering zullen wor
den ontworpen.
(Wordt vervolgd).
De Ry wiel belasting.
Bij de uitvoering der Rijwiel
belastingwet is aan debetrokken
ambtenaren de instructie gegeven,
om db eerste vier weken niet te
verbaliseeren. Ten onrechte is
hieruit de conclusie getrokken,
dat gedurende de geheele maand
Augustus geen proces-verbaal in
gevolge die wet zou worden op
gemaakt.
De „Tel." verneemt thans, dat
de Minister van Financiën een
schrijven heeft rondgezonden,
waarin wordt bepaald, dat te be
ginnen met 29 Augustus a.s.
ieder, die zijn rijwiel niet voor
zien heeft van het voorgeschre
ven belastingmerk, behoort te
worden verbaliseerd.
Geen sluitend budget.
De Haagsche redacteur van
de Msb. zegt te vernemen dat
de regeering er niet in is geslaagd,
de staatsbegrooting voor het vol
gende jaar sluitend te maken,
al mochten hare bemoeiingen ten
dezen er toe leiden, dat een aan
zienlijk deel van het tekort is
weggewerkt en men een bedui
dend eind weegs is voortgeschre-
d#n in den koers naar het her
stel van het financieel evenwicht.
cou
Bureau Markt C 4.
I elef. 56. - Postbus No. 6.
(Uit het Duitsch.)
15)
Met toonlooze stem voer hij voort
„Vijftigduizend mark moet ik de volgen
de maand hebben. Gelukt het mij, het
geld te krijgen, en valt de oogst uit,
zooals die belooft, dan kan ik mij als
gered beschouwen Met het verleden
en met al het andere heb ik gebroken
Een Sandorf zal nooit meer onheilvol
mijn weg kruisen. Ik heb gezworen
indien ik mag blijven leven... je be
grijpt mijdan zal het in de toekomst
slechts zijn om aan het bezit der
vaderen goed te maken, wat ik er aan
heb gezondigd. Ik vraag je, geloof je,
dat het mij ernst is met dezen eed
„Ik geloof je."
Een korte, bange pauze ontstond.
„Maar helpen wil je mij niet...?"
En weer drukte het zwijgen.
Eindelijk:
„Hoe zou ik je kunnen helpen V"
„Op het goed kan ik het niet meer
leenen. Slechts een vriendenhand kan
mij redden. Vrijheer von Rüthling wil
dezen vriend zijn, als jij
„Neen."
Luid, bijna schreeuwend had Adèle
dat eene woord gesproken. Tegelijk
was zij van iiem weggegaan naar
de andere zijde van de kamer. Daar
stond zij, over het geheele lichaam
bevend, en voegde er heesch aan toe
„Eerder val ik vanavond met mijn
paard en laat mij dood uit dc- manege
wegdragen Nu weet je het."
De broeder zag haar lang met
teldzaam verwezen blik aan.
„Janu weet ik het," herhaalde
hij na een poos, moeilijk. „Dan kan
ik wal gaan."
Hij ging naar de deur.
Doffe angst greep haar aan.
Adolf..."
„Wat is er
„Heb je aan moeders familie ge
schreven?"
„Neen, het zou niet helpen. Ik ont
ving reeds eerder in geldzaken een
afwijkend antwoord van hen."
„Dan
„Vaarwel." Op den drempel keerde
hij het hoofd half naar haar om en
noemde hotel en straat, waar hij was.
Met een droeven lach meende hij
„Voor het geval, dat je de zaak nog
eens overlegt."
Zijn hand lag reeds op den deurknop.
Toen riep Adèle hem 'na „Een klein
bedrag heb ik reeds bespaard... ik
zal mijn sieraden er bij doen mag
ik je beide zenden
Hij haaide slechts de schouders op.
In het volgende oogenblik was hij
heengegaan
Adèle keek nog een poos naar de
deur, daarna ging zij met vasten tred
weer naar de schrijftafel, waar zij
gezeten had, en greep naar de pen,
alsof er niets was voorgevallen, dat
haar kon verhinderen, haar brief te
voltooien. Maar nog had de pen het
papier niet bereikt, of ze vloog terzijde
op den grond de schrijfster liet het
hoofd op tafel vallen én een heet, droog
snikken deed het slanke lichaam
schokken
Terstond daarop streek een zachte
bevende hand over het aschblonde
haar der schreiende, een zachte wang
boog zich over haar en een lieflijke
stem fluisterde aangedaan: „O, wa'is
er toch een ongeluk in de wereld
Adèle rees op.
„Jij Ethel. Ja, weet je dan
Ethel wees op den ingang naar de
naaste kamer, die slechts met een
gordijn was bekleed.
„Ik zat daar en kon niet weg. Ik
moest ieder woord mee aanhooren."
De andere stond op.
„Dan weet je ook. dat het geen
onverdiend ongeluk betreft. En mij
zul je toegeven, dat ik den broeder
niet vermag te redden tegen dien prijs.
Ik kan niet de vrouw van een man
worden, dien ik niet lief heb, die mijn
bezit als met een som gelds van een
derde wil koopen O, die erbarme-
lijken," brak zij stormachtig los.
„Mannen zijn dat en zij schamen zich
niet, zóó te handelen en een vrouw
zóó te overrompelen en door list te
verkrijgen. Maar ik ben niet zwak en
weerloos. Ik heb mijn trots en stel mijn
eer hooger dan een plicht, die in mijn
oogen onzedelijk is. Ik offer mij niet." Zij
liep een paar maal door de kamer en
bleef dan voor de peinzende Ethel staan.
„Hoe is het, lieveling Zullen wij een
wandeling gaan doen Ik verlang na al
die ellende naar wat frissche lucht."
Ethel rees uit diep gepeins. Zacht blo
zend vroeg zij, te huis te mogen blijven,
daar haar modiste dadelijk komen kon,
Zoo ging Adèle alleen.
Merkwaardigerwijze verliet echter ook
terstond daarna miss Ethel de woning,
in een langen mantel gehuld en dicht ge
sluierd. Zij rjep een huurkoets aan en
drukte zich in een hoekje er van, als om
te verhinderen, dat een bekende haar
zou kunnen zien.
HOOFDSTUK VII.
Graaf Adolf schreed in zijn hotel
kamer op en neer. De eene sigaret na
de andere stak hij aan en wierp ze na
een paar trekken weer weg.
De laatste poging mislukt. Deze
gedachte flitste steeds weer door zijn
gepijnigde hersenen. De zuster moest
toch gezien hebben, hoe vreeselijk
ernstig zijn omstandigheden waren.
Toch had zij neen gezegd, zij liet hem
aan zijn noodlot over, dat trouwens
eigen schuld was... Zijn trekken
verwrongen zich, hij ging naar de tafel,
opende een kleine leeren tasch en nam
er een blinkend voorwerp uit, een
revolver, waarop hij een poos stijf
neerzag. Daarna wilde hij het wapen
in de tasch bergen, maar hij was zoo
weinig meester over zijn doen en laten,
dat hij het eenvoudig op tafel neerlegde.
En weer liep hij de kamer op en neer
en kon tot geen besluit komen. Het
was hem, alsof de zuster toch niet in
haar tegenstand kon volharden, zij
moest een laatste woord voor hem
vinden, dat nieuwen moed in zijn borst
deed ontwaken.
En daarwerd er niet aan de deur
geklopt Hij luisterde met ingehouden
adem of het kloppen zich ook her
haalde. Hoor, duidelijk klonk het.
„Binnen," riep hij, en de oogen
brandden de gehoopte verschijning
tegemoet.
En de deur ging open en zij ver
scheen op den drempel, de welbekende
slanke gestalte.
„Adèle," klonk het als een vreugde
schreeuw van zijn lippen. „Dus je laat
mij niet vertwijfelen. Je komt toch
als reddende engel tot mij."
Met uitgestoken handen was hij de
binnenkomende tegemoet gegaan
nu echter aarzelde hij. De diepge-
sluierde gestalte week zijwaarts van
hem, zij beefde over heel haar lichaam,
en moest als tot steun de leuning van
een stoel grijpen, haar borst zwoegde
onder vliegende ademhaling... dat
was zoo heelemaal niet de vastbe
raden zuster.
Nu lichtte de dame den sluier...
en hij schrikte ontdaan terug. Voor
hem stond de dubbelgangster der zuster,
de schoolrijdster miss Ethel.
Met een moeilijkheid, die haar stem
den zoeten klank roofde, zei ze„Excu
seer mijn binnendringen. Ik heet Ethel
vonBriickenau. Eerst na korte
aarzeling kwam de naam geheel over
de lippen en deze weinige woorden
schenen (voorloopig) haar krachten te
hebben uitgeput. Zij kon niet meer.
Na een pijnlijke pauze kwam graaf
Adolf haar op ijskouden toon te hulp:
„Ik vermoed, dat u in opdracht van
mijn zuster komt, mejuffrouw...?"
Zij schudde het hoofd en stamelde
„Zoo is het niet... ik... ik kom ge
heel uit eigen bewegingja Adèle
weet er niets van, dat ik hier ben
Hij trad nog een schrede terug.
„Maar dan begrijp ik niet..,"
Ethel was intusschen wat kalmer
geworden. Met alle krachten streefde
zij er naar, haar zelfbeheersching vol
komen te herwinnen.
„Het is wel het beste," zei ze ein
delijk vastbesloten en richtte de oogen
voor de eerste maal op zijn bleek
gelaart, „dat ik geheel openhartig
spreek8
„Dat verzoek ik u. Mag ik vragen,
plaats te nemen."
(Wordt vervolgd.)