De Feesten te Axel. kwam en te midden van eenige boerenmeisjes werd gekiekt. Dat de Prinses zelf schik had in het geval, bleek wel, toen de mu ziek begon te spelen en de vrien dinnetjes het sein gaven tot dan sen, de Koninklijke boerin zelve ook hand aan hand in de ronde ging- Voorzeker was dit een aardig moment, der moeite waard, om op het gevoelig papier vereeuwigd te worden. Gelukkig bleef het toen droog, ofschoon nog dreigende zwarte wolken overdreven, toen de tocht naar Axel werd voortgezet. Omtrent de ontvangst hier ver wijzen we naar de afzonderlijke rubriek. Officieel had zij het zelfde karakter als overal. Langer dan voorgeschreven was vertoefde H. M. op de markt. Wat de tijd be treft, deze was toch al overal van het program afgeweken en we vernamen dan ook, dat als de Koningingin in Zeeland is, men weinig op den tijd kan rekenen, want dat H. M. door den geest drift der bevolking nergens weer stand kan bieden aan het verlan gen om toch min of meer langer te vertoeven tusschen de Zeeu wen. Zoo ontstond ook herhaal delijk vertraging, doordat halt werd gehouden op verschillende buurten, waar menschen stonden verzameld en kinderen bloemen wenschten te geven, o.a. op het Zaamslagsche Veer en te Sluis kil en op Driewegen. Te Westdorpe had H. M. ook weder een hulde van schoolkin deren te ontvangen door bloemen en zang. En zoo was het ook te Sas van Gent, dat daarop de eer van het bezoek genoot. Door den heer A. C. Stubbé werd namens de groot-industrie van Sas van Gent een kistje aan geboden, bevattende een hoe veelheid van het product dat door die industriën wordt ver vaardigd, zijnde tarwebloem, maisstijfsel, ultramarijnblauw, 2 soorten suiker, spiegelglas en superphosphaat, waarvan Hare Majesteit met groote belangstel ling kennis nam. Vervolgens werd een tocht ge maakt door de versierde straten waarop de reis naar Terneuzen werd aanvaard. Allereerst had de Koningin te Sluiskil eerbewijzen en bloem- hulde in ontvangst te nemen van de onder Terneuzen behoorende bewoners dier buurtschappen en en vervolgens ook in de buurt schap Driewegen. Te Terneuzen stonden op de Markt gereed de zangers en zangeressen van het gemengd koor, dat uitvoerde het huldi gingslied, van den heer F. van Dixhoorn. Namens het gemeente bestuur werden bloemen aange boden aan H. M. de Koningin en namens de zangers aan Prinses Juliana. Velen spoedden zich daarop naar de nieuwe haven, teneinde H. M. bij Haar vertrek met de „Hydrograaf" nog een laatst vaarwel toe te wuiven. Men was vooral verrukt over de Prinses, die in haar landelijk costuumzoo'n goed figuur maakte. Zij onderhield zich gedurig met de dames De Kraker en De Feijter,- die den stoet in een auto van den heer F. Dekker Pz. uit Axel vergezelden en nu en dan hetgeen uit de plooien geraakt was, weer moesten schikken. Op alle plaatsen die bezocht waren, heerschte groot enthou siasme onder de bevolking, ter wijl met uitzondering van Ter Neuzen overal meer of minder uitgebreide feestprogramma's zijn vastgesteld om gedurende den dag en den avond feest te vie ren. Aan den spits stonden daarmede Axel en Zaamslag. Na een mooien watertocht op de Schelde arriveerde men te Breskens, waar de Burgemeester ter ontvangst gereed stond met het Dag. Bestuur. De heer Boom, uitgever aldaar, bood H M. een geschriftje aan in luxen band, getiteld ,'t Landje van Cadzand". Vervolgens werd de tocht per auto voortgezet over Schoondijke en Oostburg, waar even we;d gestopt, naar Aartjenburg, Hier werd weer afgestapt en een be zoek aan het stadhuis gebracht, om vervolgens naar Sluis te rijden. Aldaar werden bezocht het pen sionaat, het stadhuis en de kant werkschool. De Prinses ontving hier een kunstig met kant bewerkt toiletkussen in étui. Na Sluis reed men over Re- tranchement, Cadzand en Groede naar Breskens, waar werd over gestapt op de „Hydrograaf", die het gezelschap naar Vlissingen bracht. Na verwelkoming door burge meester Van Woelderen trok men zich terug in den Kon. trein, waar van kleeding werd ge wisseld. Kort daarna werd een onver wachts bezoek gebracht aan de woningen der verongelukte vis- schers en met innige deelneming liet H, M. zich verhalen, hoe de verschrikkelijke ramp was geko men. Dit waren indrukwekkende oogenblikken, ook voor de be volking, die H. M. toejuichte, doch flauwtjes werd beantwoord, daar H. M. blijkbaar niet in vroo- lijke stemming verkeerde. Ook te Arnemuiden werden de visschersgezinnen bezocht en men schrijft van daar, dat die ontmoeting zoo aangrijpend was, dat het nooit vergeten kan wor den. Met een buiging (zonder hoera) begroette de bevolking hier H. M. en treffend was het toen men de vorstelijke gasten toezong,Dat 's Heeren züegen op U daal*. Het was H.M. niet mogelijk om hierop met veel woorden te antwoorden, doordat ook Zij onder diepen indruk ver keerde. De Prinses was hierbij niet tegenwoordig. En zoo eindigde de zegetocht door Zeeland weer met een on vergetelijk bewijs van liefde, van medeleven met Haar Volk van de zijde van Koningin Wilhelmina, die zeker door al wie Haar zagen het „tot weerziens" is toegeroe pen. ii. Zooals we meldden aan het eind van het eerste gedeelte van ons verslag, ging H. M. de Ko ningin spontaan uit de auto. Dit was zeker een kink in de kabel, want behalve de Wethouders, den Secretaris en de Raadsleden ston den daar te wachten een tweetal boerenmeisjes, namelijk Johanna Koster, dochter van den land bouwer M. W. Koster, en Johanna Maria Verstraten, dochter van den veldarbeider Pieter Verstraten te Spui, beiden nog handhavend de Axelsche kleederdracht. In haast echter konden ze nog juist 'tot H. M. naderen en met een „als 't u blieft Majesteit" boden zij ieder een fraai veld- bouquet aan. Op de zijden Oranjestrik van het eene stond „Aan H. M. de Koningin der Nederlanden van het Gemeente bestuur" en op het andere „Aan H. K. H. Prinses Juliana van de burgerij", terwijl nog op beide de datum Axel, 8 Augustus 1924. Dit korte opon'houd kon nog juist benut worden door de deel nemers van het openluchtspel, want ook zij hadden een betuiging van hulde te bieden, en zoo overhandigde Johanna Cornelis- sen Jd., als jongste deelneemster een mooi bouquet met het op schrift: „Ter herdenking aan het Koninklijk bezoek op 8 Augustus te Axel, van de spelers en den schrijver van het openluchtspel aan H. K. H. Prinses Juliana." H. M. dankte hartelijk met een handdruk voor de geschonken bloemen. Onderwijl informeerde Z. K. H. Prins Hendrik, die eveneens uit gestapt was, naar het meisje, dat in een invalidenwagen voor het stadhuis zat De heer Oggel ant woordde, dat dit Cornelia Dob belaar was, die niet in staat was te loopen en toch gaarne de Ko ningin wenschte te zien op deze wijze had men haar daarvoor in de gelegenheid gesteld. In den heer Koster herkende de Prins het Statenlid, dat hem Woensdag in Middelburg was yoorgestcki. Intusschen was er eenige ver warring gekomen, want op de trappen en het bordes van het stadhuis stonden tal van toe schouwers, die nu baan moesten maken voor de Koningin. Tot verschillende menschen richtte H. M. daarbij een vriendelijk woordje en vervolgens ontzag H. M. zich niet de door den regen en schoenen vuilgeworden trappen te beklimmen. Op het bordes stelde de Bur gemeester het Dagelijks Bestuur voor aan H. M. De Koningin herkende blijkbaar nog den heer Oggel en zeide tot hem dat ze nog met genoegen terugdacht aan het vorig bezoek, toen*deze als waarnemend Bur gemeester haar verwelkomde. Het verheugde haar, dat ze nu onder voor ons land gelukkiger omstandigheden een bezoek bracht aan Zeeland. Toen we dit vernamen van dhr. Oggel moesten we ons geheugen te hulp roepen om eenigszins in verband te kunnen brengen, wat H. M. met deze woorden bedoeld kon hebben. We sloegen daarbij op ons nummer van 16 Sept. 1921, en toen bleek ons, dat de heer Oggel in zijn toespraak herin nerde aan de stormen en gevaren, die toen ons land en ons wereld deel hadden geteisterd. H. M. moet wel zeer sterk van geheugen zijn, om zich die woorden bij het zien van den heer Oggel te her inneren en ook nu bleek weer, dat het geen holle klanken zijn, die Zij spreekt en ook dat van hetgeen tot H. M. gesproken wordt, wel degelijk nota wordt gehouden. Een gejuich ging op, toen het Koninklijke drietal daar boven de pui van het stadhuis uitstak. Tegelijkertijd werden ook de Axel sche reisduiven opgelaten. Wat maakte vooral de Prinses een flinken indruk met die boere kleeding. Flink gezet en flinke armen, zou men in haar Prinses Juliana niet meer herkennen. Het leek een echt Axelsche boerenmeid Ook de Koningin zag er flink uit. Men kon haar niet aanzien, dat ze reeds enkele dagen door Zeeland reisde en van 's morgens tot 's avonds de welkomstgroeten had te ontvangen. Evenmin had de Noorsche reis den gasten kwaad gedaan. En als derde was daar de Prins, die in burgercos- tuum was en evenzeer minzaam groette, als de vreugdegalmen hem golden. Zijne Kon. Hoogheid liet zicji door den heer Oggel inlichten omtrent de gecostumeer- de groepen, die daar geschaard stonden en in hun schilderachtige kleedij zeer de aandacht trokken, en vooral de figuren, die te paard gezeten waren. Na het gejuich speelde Con cordia het Zeeuwsch-Vlaamsche Volkslied, waarmede alle aanwe zigen instemden. Toch was er een oogenblik een gaping, voor dit gezang begon en het is hier duidelijk gebleken, dat als de zang zonder leiding is en maar wille keurig moet instemmen met de muziek, er geen gelijkheid komt. We hebben dit bij vroegere gelegenheden beter georganiseerd gevonden. Dit moet ook aan H. M zijn opgevallen, want op alle plaatsen waar zanguitvoeringen onder leiding plaats hadden, liet zij den directeur bij zich ontbieden. Nadat H. M. den Burgemeester had opgedragen om de bevolking -haren oprechten dank over te brengen voor de hartelijke be wijzen van gehechtheid en hulde aan Haar Huis betoond, werd afscheid genomen. De Burge meester zeide volgaarne aan die opdracht te zullen voldoen en wenschte H. M. toe, dat God Haar moge geleiden op haar verderen tocht. Toen men weer plaats geno men had in de auto's, en mej. de Kraker, die meereed in een volgauto, om te letten op het costuum van Prinses Juliana, deze het chenille-doekje ombond, om te voorkomen dat de Prinses in die ongewone kleedij kou zou vatten, ging het langzaam door de Weststraat en Oude Wijk naar de Sassing. De schoolkinderen waren uit de Noordstraat verhuisd en hadden zich opnieuw opgesteld in de Weststraat, zoodat ze H. M. daar weer konden zien en toejuichen. In de Oude Wijk stonden opgesteld de afdeeling Padvinders met hun hopman, die in bepaalden vorm een saluut brachten. En hiermede was de plechtig heid afgeloopew en kon men het feest voortzetten. Concordia gaf een concert op de markt, waarbij de volksliede ren den hoofdschotel vormden. Het werd door zeer velen bijge woond en voornamelijk trof men veel vreemdelingen en buiten- menschen onder de toehoorders aan. Bij het einde begon het te droppelen en weldra viel weer een milden plasregen neer, die ten zeerste deed vreezen voorde rest van den dag. De barometer ging echter nog steeds vooruit, als spotte het wijzertje met de werkelijkheid en toch had het gelijk, want het was de laatste bui, die we dien dag kregen. Te een uur verzamelden de schoolkinderen zich weer in hun school en werden daar royaa getracteerd. Dit was een goed idee, want waar moeten de bui tenkinderen anders heen. En vooral waar de school van Spui toch ook onder dak gebracht moest worden. Toen de koeken waren kregen ze ieder een lucht ballon en bevestigden daar een briefkaart aan, waarop hun naam stond geschreven en die eventueel zou melden, waar de ballon te recht gekomen was. Intusschen waren de stafmuzi kanten gearriveerd en hadden al van zich doen hooren. Na een welkom, vergezeld van een kleine hartversterking, waren deze op post om de leerlingen met hunne balonnen naar het terrein te brengen. Het was een gekrioel van belang, toen men die ruim dui zend kinderen op de weide aan den Armendijk door elkaar zag scharrelen en schermen met de kleurige ballons. Natuurlijk ging er al af en toe een de lucht in, tot groot vermaak van de om standers. Een schel hoera ging op uit al die keeltjes, toen de massa stijging plaats had. Het was voorzeker een verrassend gezicht, die honderden ballons van ver schillende kleuren in de lucht te zien stijgen, en vooral nu het zonnetje zoo heeriijk begon te schijnen. Vermelden we, dat reeds ver scheidene kaarten zijn terugge komen, waaronder enkele uit België, die een groote reis hadden gemaakt. Na den balonnenwedstrijd trok de stoet uit voor het openlucht spel. Voorafgegaan door de staf- muziek zag men eerst te paard een heraut met 2 klaroenblazers, daarachter Jan van Beieren, bis schop van Luik met Jacoba van Beieren, gravin van Holland en Zeeland. Daarna volgden Jonker Willem van Arkel, hertog Jan van Brabant, Margaretha van Bour- gondië, de moeder van Jacoba van Beieren, Joris Frank, bediende van Van Arkel, Bertha Bruins, geliefde van Van Arkel, met hare beide kinderen, Martha Havelaar, geliefde van Joris Frank, Walraven van Brederode, Hoeksche en Kabeljouwsche Edelen, ridders, pages, rijknechten, burgers en burgeressen, poortwachters, enz., in totaal ongeveer 80 personen. In optocht ging het naar het schietterrein naast het sportterrein, waar reeds honderden heen stroomden om een plaats te be machtigen. Toen het spel zou aanvangen, waren ruim vier dui zend personen op het terrein en men drong en verdrong elkaar om toch maar dicht bij het tooneel te komen en kans te hebben het gesprokene te hooren. Voor de meesten was die kans niet groot, want ofschoon het weer prachtig opgeknapt was, stond er nog al wind en behalve het gegons door de menigte was ook het geruisch der boomen in den aanvang hinderlijk. Met het regenachtige weer der voorafgaande dagen was niet te verwachten, dat er zoo'n stroom van menschen zou komen, zoodat men de commissie van het open luchtspel allerminst ten kwade kan duiden, dat er niet meer zitplaatsen waren. Het tooneel zelve was zoo goed mogelijk gemaakt. Afgespannen met zeildoek, was op het terrein een groot veihoogd plankier ge maakt van 20 X 20 meter, waarop een park was aangelegd met graszoden, waartusschen zand paden liepen en priëeltjes waren afgescheiden door sparregroen. Het geheel maakte een goed effect, vooral toen daarop de historische groepen heen en weer figureerden. Want het moet ge zegd, de costumes waren schit terend, frisch en nieuw. Ruim 4 uur werd begonnen en de sprookspreker kondigde met flinke stem aan, wat zou gebeuren. Voorzeker zouden, indien aller, over zoo'n stem hadden kunnen beschikken, velen met meer be langstelling het ridderspel gevolgd hebben. We zullen over den inhoud van het spel, dat getiteld was „Zwanejonker", niet uitweiden. Het is een legende, min of meer ontleend aan de geschiedenis en gestoken in romantisch kleed, zoódat men het vertoonde zich niet te veel als werkelijk gebeurd moet indenken. Dit neemt echter niet weg, dat het boeit en de schrijver, de heer M. Koster, te Gorcum heeft door regie en cos- tumeering weten te bewerken, dat over het algemeen het publiek welvoldaan huiswaarts keerde. Het is de eerste maal, dat hier een openluchtspel opgevoerd werd en dan nog zonder dat er gelegenheid was om groote repe titie te houden, want Donderdag avond regende het, dat het goot. Gezien dus de verschillerrüe omstandigheden, waartegen ge streden moest worden, mag de opvoering een succes heeten en ook van het financieele gelooven we, dat de ondernemers ruim schoots reden tot tevredenheid hebben. Het is een mooi nummer van ons feestprogramma geweest. Te zeven uur was.het afge werkt en begonnen de zanguit voeringen. Achtereenvolgens tra den op „Orelio", „Asaf" en „Hoop op Zegen". Het was natuurlijk allesbe halve stil voor zanguitvoeringen, maar toch hadden wij ze niet gaarne gemist, want er was veel belangstelling voor. We moeten nl. niet vergeten, dat er duizen den vreemdelingen naar onze gemeente waren gekomen en er in verband met de te wachten nummers, muziek en vuurwerk, nog steeds menschen bij kwamen. En dezen vooral namen dankbaar de gelegenheid waar om van den zang te genieten. Veel droeg daartoe bij, dat het weer zóó stil, zóó zomerachtig geworden was, dat de ijsco's het over-druk hadden en het een lust was om een fietstochtje te maken en een zitje te nemen rond de kiosk. Tegen het einde werd de markt al voller en geen staan plaats bleef onbezet, toen de grijze uniformen van het muzi- kaie gedeelte van het 6e Reg. Inf. de tribune bestegen en een krachtig „Wilhelmus" den aan vang van het muziek-concert volgde. Ofschoon het niet de volledige stafmuziek was, maar de zgn. kleine kapel, onder leiding van den onderdirecteur, den heer Smeets, kregen de liefhebbers van mziek hier toch muziek te genieten, die verre van aile- daagsch is. Toch zag men de sj elers de nummers uitvoeren met een gemak en routine, die voor een dorpsmuzikant onbegrijpelijk is. Het was een mooi program ma, ofschoon enkele nummers nu niet bepaald nieuw waren en ook bleek wel een enkele maal, dat hetgeen hier aan het corps ontbrak, een leegte vormde in de uitvoering. Wij voor ons hadden daarom liever gezien, dat nu het niet duurder uitkwam, de keuze weer op Middelburg gevallen was, te meer ook om ditmaal in het echt Zeeuwsche te blijven. We kun nen eveqwe| zeggen, dat het

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1924 | | pagina 2