ZWARE OFFERS.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli- Vlaanderen
No. 32.
VRIJDAG 25 JULI 1924.
40e Jaurg.
J. C. VINK - Axel.
Provinciale Staten
van Zeeland.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Maandagmiddag werd de zo-
merzitting voortgezet onder voor
zitterschap van den Commissaris
der Koningin, die de vergade
ring opende met de volgende
toespraak
Mijne Heeren,
Met groote deernis zult gij
allen ongetwijfeld met mij heb
ben kennis genomen van de zoo
ernstige ramp, die jl. Vrijdag
morgen zoo plotseling onze vis-
schersvloot van Vlissingen en
Arnemuiden heeft getroffen. Niet
minder dan 15 flinke, stoere man
nen hebben in den strijd tegen
den machtigen storm in enkele
oogenblikken het leven gelaten.
Meerdere huisgezinnen zijn
daardoor in diepen rouw gedom
peld en hebben hun kostwinners
verloren.
Ook de financieele schade,
die velen door de ramp lijden,
is aanzienlijk.
Innig medelijden vervult ons
allen met de nagelaten betrek
kingen der arme slachtoffers en
wij hopen, dat God hen Zijn
troostvolle liefde in rijke mate
deelachtig zal doen zijn.
Mogen voorts ook de ingezete
nen onzer provincie en velen
van daarbuiten, spoedig blijk
geven van hun groote offervaar
digheid, opdat de stoffelijke
schade aan velen toegebracht,
zoo mogelijk ten volle worde ge
lenigd''.
Voor kennisgeving werd aan
genomen de mededeeling van
Ged. Staten, dat de Provincie
voortaan de exploitatie zal ter
hand nemen van het veer Veere-
Kamperland err vaste diensten
zullen worden ingesteld.
Kolenlevering aan
de P. Z. E. M., enz.
Naar aanleiding van de mede
deeling van Ged. Staten over de
leverantie en het gebruik van ko
len aan de Centrale te Westdorpe
en den stand van de electriciteits-
voorziening in Zeeland en betref
fende het voorstel van Ged. Staten
om een crediet van f 3000 te ver-
leenen aan de Commissie van be
trokkenen bij de electriciteitsvoor-
ziening van de Middengroep, werd
in de afdeelingen door verschil
lende leden geprotesteerd tegen
de opmerking van Ged. Staten
dat zij het betreuren, dat een lid
der Staten in openbare zitting
inlichtingen vroeg over de kolen-
leveranties, gedaan door een lid
van Ged. Staten, maar meende
dat het betrokken lid direct had
moeten antwoorden en dat Ged.
Staten hadden moeten zorgen dat
de wet niet werd overtreden, want
zij zien in de P. Z. E. M. wel
degelijk een provinciaal bedrijt.
Men nam echter genoegen met
de toezegging dat zoo iets voor
het vervolg zal worden voor
komen.
Verschillende leden meenen,
dat Ged. Staten een ernstig on
derzoek hadden moeten instellen
naar de vraag of een motorbedrijf
voor de Centrale niet voordee-
liger zou zijn dan een stoombe-
drijf, en dat de P. Z. E. M. en
Ged. Staten zich met de directie
der cokes-ovens hadden moeten
verstaan over de levering van gas.
Gevraagd werd naar nadere
mededeelingen over de onderhan
delingen met de- prov. Noord-
Brabantsche Electr. Mij. over de
levering van stroom aan de mid
dengroep. In hun antwoord zeg
gen Ged. Staten, dat zij de nadere
opgaven betreffende het kolenver-
bruik te laat ontvingen om hun
standpunt tijdens definitief te for
muleeren. Daar de cokesovens
te Sluiskil o.a. in Aug. en Sept.
1923 stil lagen is er geen zeker
heid voor geregelde gaslevering
aan, de centrale.
De heer Lindeijer meent dat
een lid van Ged. Staten, tevens
president der P. Z. E. M., nfet
aan een kolenleverantie had mo
gen medewerken. Betreffende de
kolenleverantie wijst spr. op het
verschil in kolenverbruik tusschen
de centrale te Neuzen en dat bij
de P. Z. E. M., zulks met gelijk
aantal aansluitingen. Het gebruik
bijv. van Dieselmotoren, die in
enkele jaren afgeschreven kunnen
worden, acht spr. aanbevelens
waardig.
Wat betreft Cadzand en Wa
terlandkerkje betreffende eerst
genoemde gemeente werd in
Dcc. '23 gezegd, dat de aanslui
ting in aanleg was in Febr. 1924
bleek de raad nog huiverig een
beslissing te nemen.
Spr acht spoedig v^ortwerken
aan de rest de electrificatie van
de Provincie gewenscht, o.a. om
dat de Zierikzeesche gasfabriek
aan alle gemeenten op Schou
wen gas wil gaan leveren.
De heer Welteman meent dat
de P. Z. E. M. onvoldoende in
lichtingen heeft gegeven en dat
daardoor de stand der zaken niet
voldoende kan worden overzien.
De heer Dieleman gelooft dat
de kwestie van het kolenver
bruik zeer moeilijk is, maar
Ged Staten willen er op letten
zooveel zij kunnen.
Ook de overige onderdeden
verdedigt spr. uitvoerig. De af
name in Zeeuwsch-Vlaanderen is
bevredigend. Spr, weerlegt de
opmerkingen die gemaakt werden
over Waterlandkerkje. Over Cad
zand is vroeger niet geschreven,
althans niet in verband met de
electrificatie.
Wat betreft de middengroep,
zegt spr. dat de P. Z. E. M.
komt voor onverwachte zaken,
die anders uitkomen dan men
verwacht had.
Betreffende de onderhandelin
gen met Noord Brabant zegt sor.
dat er allerlei moeilijkheden te
overwinnen zijn.
De heer Lindeijer beklaagt zich
nogmaals over de verkeerde in
lichtingen, die de P. Z. E. M.
dikwijls geeft, en blijft ook bij
zijn opmerkingen over het kolen
verbruik.
Drinkwaterleiding
verordening.
In de afdeelingen had geen
der leden bezwaar tegen de voor
gestelde verordening.
Ook werd gevraagd of Ged.
ADVERTENTIËN van 1 tot-5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Staten den tijd niet gekomen
achten de kwestie van de cen
trale watervoorziening weder ter
hand te nemen. Evenals voor
Walcheren werden ook voor
Tholen in 1914 het eerst plannen
gemaakt en daar is nu de renta
biliteit verzekerd omdat reeds
1654 van 3189 aansluitbare per-
ceelen aan de waterleiding ver
bonden zijn. Sommige leden be
twijfelen of de plattelandsbevol
king van Walcheren veel voor
een waterleiding zal voelen, ter
wijl een lid opmerkt dat het
water in Tholen duur is, want
dat voor een burgerhuis allicht
f 40 a f 50 per jaar moet worden
betaald. Tegen dit laatste werd
aangevoerd, dat voor een arbei
derswoning op Tholen. slechts
f 10 per jaar behoeft te worden
betaald, en dat voor 40 pet. van
de aangesloten perceelen niet
meer dan f 13 per jaar verschul
digd is, terwijl de prijzen nog
zouden kunnen dalen bij vermin
derde loonen en goedkoopere
olie.
Wat betreft de watervoorzie
ning op Walcheren; in 1921 be
sloten de Staten geen verdere
uitvoering aan de plannen te
geven en sindsdien hebben zich
geen nieuwe feiten voorgedaan,
die aanleiding geven, af te wijken
van de bedoeling der Staten.
De heer v. Niftrik bracht in
overweging dat omtrent de wa
tervoorziening van Walcheren een
lijvig rapport is uitgebracht door
het rijksbureau voor de water
voorziening, waarbij plannen in
overweging worden gegeven om
de watervoorziening van het ge-
heele eiland te bewerkstellingen.
De Staten hebben in 1919 Ged.
Staten gemachtigd een voorstel
in gereedheid te bjengen om de
watervoorziening van Walcheren
tot stand te brengen en hoopvol
sprak toen de heer Blum dat dit
plan zoo mooi is dat zij aan het
welslagen er van niet behoeven
te twijfelen.
Maar in 1921 klonk een andere
toon.
Doordien men met Middelburg
niet tot overeenstemming kon ko-
men, waren Gedeputeerde Staten
zóó ontmoedigd, dat zij het plan
opgaven.
Hoe geheel anders ging het in
Tholen, waar het plan niet ter
hand was genomen door Ged.
Staten maar door een Comité.
In 1914 kwam dit aan de orde
en ondanks de groote moeilijkhe
den gedurende den oorlog en
daarna ondervonden, was de ge
heele waterleiding in het afgeloo-
pen jaar voltooid.
De heer De Pauw vraagt, hoe
het staat met de Zeeuwsch-
Vlaamsche waterleiding, of men
nog op andere gemeenten moet
wachten.
De heer Moelker wijst op het
dure watervoor de kosten van
rente, aflossing en exploitatie moet
alleen voor f 90.000 water wor
den verkocht.
Kruiningen.
Het voorstel tot verleening van
een bijdrage aan de gemeente
Kruiningen, groot f6000, in de
kosten van herstel van den kerk
toren aldaar werd aangenomen z.
h. stemming.
Een groote boot voor
de lijn Vlissingen-
Breskens.
Bij de behandeling van het
voorstel tot aanschaffing van een
boot voor het vervoer van auto
mobielen tusschen Vlissingen-
Breskens, werd op openbare in-
plaats van onderhandsche aanbe
steding aangedrongen. Vragen
werden gesteld over den vracht
prijs, over h»t tegelijk vervoeren
van passagiers en over het re
kening houden met de Zondags
heiliging. Nog eene belangrijke
vraag was of het rijk ook in deze
explpoitatie 80 pet. van het ver
lies zal betalen.
Van de zijde van Ged. Staten
werd geantwoord dat deze uit
breiding tevens geschiedt op^ian-
sporing van 'den regeeringscom-
missaris, die elke poging tot ver-
keersverbetering met Z.-Vlaande-
ren steunt zoodat ook in dezen
op de 80 pet. kan worden gere
kend. De vervoerkosten zullen
AXELSCH
U.-3I y.
COURANT
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postbus No. 6.
(Uit het Duitsch.)
8)
Inderdaad was freule Adèle ook
thans weer geheel or.der den indruk
van het oogenblik. Zij werd door een
zeldzaam verlangan aangegrepen. Zij
had daar beneden naast de schoone
vrouw, die haar dubbelgangster was,
willen binnenrijden en evenals zij, al
de verbaasde oogen rondom haar
trotsch kunnen willen toonen... en
de luide bijval had haar dan met ruime
genoegdoening vervuld.
Reeds bij de gedachte aan de mo
gelijkheid van haar voorstellingen
voelde zij het bloed sneller door de
aderen stroomen, en zij verzonk met
zoo hartstochtelijke deelneming in de
opgeroepen verbeelding, dat haar ge
heel ontging, hoe onafgebroken zooveel
oogen tusschen haar loge en de
schoone kunstrijdster heen en weer
gingen. Ook anderen, die eerst de
freule niet hadden gekend, werden
opmerkzaam, en er ontstond een
levendig gefluister, dat steeds aan
groeide. Ot miss ^Ethel hoog boven
haar paard iets er 'van had bemerkt
in elk geval overtoog langzaam een
aiep rood haar anders zoo bleeke
wangeneen verstolen, als vergiffenis
vragende blik streek langs de loge,
waarin de schoone fre'ule zat, en de
rijdster brak met een plotselinge, vei-
rassende wending haar optreden, af.
Het publiek schonk onsiuimigen bij
val en wilde daardoor blijkbaar de
kunstenares in de manege vasthouden.
Maar zij reed dankend naar den stal-
ingangen liet zich dan nog tot
korten terugkeer bewegen. Doch slechts
om een haar door de freule toege
worpen bouquet in ontvangst te nemen,
dat een stalmeester haar overhandigde.
En nu lachte zij ook een lachen,
zoo zoet, dat opnieuw de storm van
toejuiching losbrak. Zij echter- reed,
als daardoor verschrikt, vlug weg
en liet zich ook niet bewegen, nog
eens zichtbaar te worden
Thans eerst dacht freule Adèle er
aan, in het gelaat van den broeder te
vorschen, naar den ind-uk, dien hij van
de schoone schoolrijdster, haar dubbel
gangster, ontvangen had.
Graaf Adolf scheen echter volstrekt
niet verheugd. Verdrietig keek hij
voor zich. Onvriendelijk fluisterde hij
„Wij zijn het voorwerp van de alge-
ineene opmerkzaamheid geworden.
Dat is pijnlijk. Me dunkt, we gaan."
Freule Adèle had zich uit het pro
gramma overtuigd, dat miss Ethel niet
weer zou verschijnen. Daarmee was
er voor haar geen magneet meer, die
haar langer in den circus deed blijven.
Zij schikte zich naar den wensch van
haar broeder. Men heen.
Vrijheer von Rüthling nam afscheid
Hij moest nog blijven, omdat hij voor
later met eenige officieren een afspraak
had. Met brandenden blik zocht hij
tot afscheid de oogen der freule, wier
gedachten toch ver afdwaalden van
zijn wenschen. Zij had slechts een
vluchtigen koelen groet voor hem
hij beet zich op de lippen, maar bleef
volkomen onberispelijk in houding en
optreden Op de thuisreis wisselden
slechts de weduwe en freule Adèle
eenige woorden, die natuurlijk betrek
king hadden op miss Ethel.
De weduwe vond de gelijkenis tus
schen de twee meisjes ook verbluffend.
„Maar," zei ze schertsend, „men
mag de jonge schoolrijdster deze
aanmatiging wel vergeven, want zij
wint oogenblikkelijk aller harten, en zij
doet het niet door eenige koketterie,
doch alleen door den stillen adel van
geheel haar wezen.
Freule Adèle lachte d« spreekster
dankbaar toe en vorschte dan in de
duisternis, of de broeder ook op die
waardeerende woorden had gelet.
Graaf Adolf echter bleef stom en
afwijzend. Hij leunde in een hoek en
was de prooi van nijpende zorgen, die
zelfs niet het bonte, vroolijke circus-
leven had kunnen doen zwijgen. Zoo
was het ook gekomen, dat miss
Ethel's lieve verschijning zonder blij-
venden indruk op hem was geweest,
vooral, omdat de uitdagende schoonheid,
in de tegenover liggende loge onop
houdelijk over zijn gelaat had gewaakt.
Met dt pijnlijke fijngevoeligheid van
zenuwachtige menschen had hij aller
eerst de storende opmerkzaamheid
gevoeld, die men zijn zuster bewees,
en dat was hem een welkome aanleiding
geweest, om voor te stellen heen te
gaan. Ook de rest van den avond
aan de theetafel in den kleinen salon,
bleef graaf Adolf stil en teruggetrokken.
Daarom vermeed freule Adèle het,
om het gesprek op haar bescherme
lingen te brengen. Het was misschien
ook beter, haar broeder de eerste
mededeelingen alleen, niet in tegen
woordigheid van de anderen te doen.
Dus moest de openbaring tot den
volgenden dag bewaard blijven, die
zeker wel een gunstig uur bracht.
ln de eenzaamheid van haar kamer
fluisterde de freule lachend in stilte
„Goeden nacht, lieve dubbelgangster
naar ik hoop kan ik je spoedig een
boodschap zenden, die je aan mijn zijde
roepe en voor altoos daar vasthoudt
HOOFDSTUK IV.
Des nachts sloeg het weer om. De
herfst scheen het moede te worden,
zich nog steeds in zomersche geuren
te baden. Zijn ruwe natuur brak door
hij zond regen en storm.
In alle toonaarden en sterktegraden
blies en kletterde het tegen de ramen
van de eetkamer, waarin als gewoonlijk,
werd ontbeten. Het bruin beschoten
en ook overigens in de geheele meu
bileering .donker gehouden vertrek zou
in het sombere morgenlicht een treu-
rigen indruk hebben gemaakt, als niet
onder den schoorsteen een lustig
houtvuurtje had geknetterd. Bij dit
verwarmende en heldere vuur pasten
heel goed de blauwe vlammetjes onder
den zilveren trekpot, om elke onge
zelligheid te verdrijven.
De kamer was nog leeg. Een jong
meisje, dat op tafel de laatste toebe
reidselen had gemaakt, had het pas
verlaten. Na enkele oogenblikken trad
freule Adèle binnen. Haar mooi,
levenslustig gelaat onderging geen
invloed van het trieste herfstweer;
het straalde integendeel van verhoogde
levendigheid.
Men had haar juist meegedeeld, dat
mevrouw de huisdame zich wegens
erge migraine liet verontschuldigen.
Natuuilijk beklaagde zij de patiënte,
maar aan de andere zijde verheugde
zij zich over het toeval, dat zij bij
het ontbijt den broeder voor zich
alleen had. Dan kon zij ongestoord
haar volle hart ontlasten, kon van
het zeldzame toeval spreken, waarin
Erwin von Brückenau de held gewor
den was, en vooral met alle warmte
voor zijn lief kind opkomen, voor wie
zij den nooit gekem'en zegen van een
tehuis wilde vragen
Graaf Adolf trad tamelijk laat
hinnen. Hij scheen in den nacht van
den ,vrede, dien de slaap brengt, weinig
te hebben ondervonden. Hij was bleek
en nog zenuwachtiger en onrustiger
dan den vorigen avond.
Toch liet freule Adèle zich door de
slechte voorteekenen niet afschrikken.
Terwijl zij hem thee reikte, zei ze
lachend: „Gister-avond was je immers
geheel ongenaakbaar. Vertel me dan
nu eens, hoe je over de gelijkenis
tusschen miss Ethel en mij denkt,
en vooral of je de zuster of de jonge
kunstenaarster den prijs der schoonheid
toekent." Zij lachte vroolijk.
Graaf Adolf fronste het voorhoofd
nog meer.
„Verscho n me alsjeblieft van zulke
scherts. Mijn stemming is er waarlijk
met naar."
Adèle zweeg een oogenblik en
verbrokkelde een stuk gebak tusschen
de vingers. Toen zei ze vastbesloten
„Goed, als je dan. niet tot scherts
geneigd bem, dan zal ik met' iets
ernstigs komen. Feitelijk is toch ook
de aangelegenheid, waarover ik wilde
spreken, ernstig genoeg."
En zonder eenige verdere inleiding,
in eenvoudige woorden, maar met
klimmende warmte, deelde zij hem
de zeldzame ontmoeting van den vo'
rigen dag mee,
(Wordt vervolgd.)