ZWARE OFFERS. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwseh-Vlaanderen No. 25 DINSDAG I JULI 1924. 40e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Binnenland. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56 - Postbus No. 6. Kameroverzicht. EERSTE KAMER. Ook de Eerste Kamer heeft zich met het Regeeringsvoorstel tot toekennig van kasvoorschotten tot een bedrag van ten hoogste 5V, millioen aan de N. V. Ko ninklijke Hollandsche Lloyd ver- eenigd. Van veel belang was het idebat niet en Minister Aal- berse kon met recht verklaren, dat zijn taak tot verdediging van het wetsontwerp zeer gemakke lijk was. Slechts twee leden, de heeren Van Embden en Van Kol verklaarden zich er tegen. De overige sociaal-democraten stemden vóór, omdat gelijk de heer Stenhuis uiteenzette, door het in stand houden van de Lloyd de werkloosheidbestrijding ten zeerste zou worden gebaat. De begrooting van Oorlog is mede goedgekeurd en ook in den Senaat heeft, evenals in de Tweede Kamer, de geheele lin kerzijde zich tegen het beleid van den Minister verklaard. Dat de sociaal- en vrijzinnig democraten tegenstemden spreekt vanzelf. De laats,en namen aan de debatten geen deel de socia listen verdedigden hun standpunt van ontwapening en collectieve dienstweigering, een middel dat zeker afdoende zal zijn indien het slechts internationaal wordt toegepast. De heer de Muralt bestreed den Minister namens den Vrij heidsbond. Zijn hoofdbezwaar is, dat ons leger te talrijk is in ver houding tot de beschikbare be wapening, waardoor het geen kracht kan ontplooien en in geval van oorlog een ongeorga niseerde bende zou worden. Mi nister Van Dijk betoogde hier tegenover, dat een leger volgens het stelsel van den oud-minister Pop te klein zou zijn en daardoor alle operatieve kracht zou missen Daarna kwam als laatste hoofd stuk de begrooting van Arbeid aan de orde, eene begrooting die in den tegenwoordigen tijd waarschijnlijk belangrijker is dan welke andere ook. En vooral wanneer een der eerste leiders der arbeidsbeweging, de heer Stenhuis, voorzitter van het Na tionaal Vakverbond, daaraan deel neemt en een zeer principiëele rede houdt, krijgt de zaak een bijzonder aanzien. Uitvoerig zette deze afgevaardigde zijne denk beelden uiteen, daarmede met kracht op meer medezeggenschap der arbeiders in de bedrijven aandringende. Hij plaatste zich hiermede lijnrecht tegenover het kapitalistische sielsel en heeft het oog gevestigd op de alge- heele ommekeer in de produc tiewijze. Minister Aalberse stelt zich op het standpunt dat van Regee- ringswege geen productie-systeem moet worden bevorderd. Ook de heer Wittert van Hoogland staat niet onsympathiek tegenover de publiekrechtelijke bedrijfsor ganisatie. Daarentegen staan de heeren Dobbelman en Blomjous, partijgenooten zoowel van den Minister als van den heer Wit tert, lijnrecht tegenover deze be drijfsorganisatie. De eerste meent, dat men er mee naar den af grond zal gaan, de tweede dat de productie daardoor ten doode zal zijn opgeschreven. De heer Slotemaker de Bruine is niet tegen het meespreken van de arbeiders ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden maar meent, dat zij zich niet moeten inlaten met de leiding der onderneming. Een plaats in den Raad van Commissarissen zal de arbeiders toch geen bevrediging kunnen schenken, oordeelt hij. De heer van den Bergh be streed nogmaals de idee van een klassenstrijd. Verbetering van den economischen toestand is alleen te verwachten van hard werken en vrede, De begrooting werd zonder hoofd, stemming aangenomen. Het wetsontwerp, waarvan het doel is bezuiniging te brengen ten aanzien van het lager onder wijs, is met 20 tegen 6 stemmen, rechts tegen links, aangenomen. (Uit het Duitsch.) „Een klein verkondigen, gister weer ongeluk heb ik wel te Mama gevoelde zich erg zwak, zoodat Ella haar niet kon verlaten en haar wandel tocht naar Brückenau moest opgeven. Tot haar ongeluk kon zij niet schrijven, daar zij zichin de hand had ge sneden." Hij lachte vluchtig. „Dat is het ongeluk dat ik u te berichten heb. Ik was juist onderweg, om Ella bij u te verontschuldigen, freule." „Heel vriendelijk. Ik neem de ver ontschuldiging, waarvoor u zich geen moeite had behoeven te maken, ter stond hier in ontvangst en ga mee naar uw dames. U neemt me toch mee Dan reik me, als 't u blieft, de hand, dan stap ik af en laat den wagen terugkeeren. Voor den terug weg verzoek ik dan uw geleide." De wagen met den ouden Jozef was gekeerd, en Ernst Reinsberg en freule Adèie stapten vlug naar de stad. Zij behoefden niet ver te gaan. Reeds in een der eerste straten van de voorstad stond het huis, waarin Ernst Reinsberg met moedêr en zuster drie trappen hoog een kleine bovenwoning in ge bruik had. Er waren slechts enkele kamers, maar er lag de behagelijkheid van netheid en bloemenversiering over. De moeder, een stille, moede vrouw, was door een langjarig zenuwlijden aan den rolstoel gebonden. Haar ziekte gold voor hopeloos, en zoon en dochter beijverden zich, de ongelukkige den lijdenstijd, dien zij nog door te maken had, tot haar laatsten ademtocht, door de roerendste zorg en teederheid dra gelijk te maken. Vooral Ella Reinsberg had daarvoor voortreffelijke eigenschappen. De on verstoorbare, zachte vroolijkheid, die een natuurlijk gevolg van haar karakter was, omgaf de zieke met helderen zonneschijn. Daarbij had het jonge meisje, zoo smal in het gelaat en zoo fijn in de geheele verschijning, een buitengewone volharding en uithou dingskracht. Behalve zieken verpleegster was zij een uitstekend huismoedertje en vond bovendien nog zelfs tijd, allerlei mooie houtschilderijtjes te maken, die zij verkocht. Lachend trad zij de vriendin tegemoet en hief de verbonden hand op. „Daar heb je het noodlot. Bij het broodsnijden is het ongeluk gebeurd. Verdiende ik niet nog extra-straf? Nu, zij heeft mij reeds getroffen. Ik zal dit lastige verband natuurlijk nog een langen tijd moeten dragen. En dat sluit in zich, dat ik het verzuimde bezoek bij jou voorloopig niet kan inhalen. Want met deze verbonden, klompvormige hand mag ik mij onmogelijk in het aristokratische park laten zien. De boomen zouden zeer ongenadig bij dit gezicht hun kruinen schudden. Ach, en het moet juist bij deze gouden herfstbelichting heerlijk zijn, onder die oude b omen rond te wandelen..." „Daarom zul je dat ook zoo gauw mogelijk doen, lieve Ella," viel freule Adèle vroolijk er tusschen. „En al was je van het tipje van je neus tot de teenen in een windsel gebonden ik zou je morgen of overmorgen in den De behandeling van dit wetsont werp is zeer overhaast ter hand genomen en de linkerzijde liet niet na, daartegen met kracht te protesteeren. Ook de rechter zijde was niet onverdeeld inge nomen met het wetsontwerp, maar men meende daar, dat eene betere regeling, welke toch de noodige besparing zal geven, niet te vinden is. Vermakelijk, of misschien beter nog droevig, was de vraag van den heer van der Maessen de Sombref, of het waar is, dat aan het Departement van Onderwijs geen of slechts een enkele Roomsch katholieke ambtenaar werkzaam is. Terecht wees de Minister er op, dat het geen ge woonte is, iemand op grond van zijne godsdienstige gezindheid tot ambtenaar te benoemen. Herdenking mobilisatie 1924. Men zond ons het volgende ter plaatsing Zooals reeds meermalen in de dagbladen werd bekend gemaakt, is ter herdenking van het feit, dat het op 31 Juli a.s. 10 jaren gele den is dat Nederland mobiliseerde, een comité opgericht om hieraan leiding te geven. Bij de gedachte van eene alge- meene herdenking hiervan behoort in de allereerste plaats het idee „feest" geheel te worden verme den. Immers is het onderhavige feit voor het Nederlandsche volk met zijne regeering een harde noodzakelijkheid geweest. Even min ais aan feestviering moet hier bij gedacht worden aan „militair vertoon", propaganda voor de oorlogsidee (N.B.of zoogenaamd „militairisme." Het is gebleken noodig te zijn om algemeen in den lande ken baar te maken, dat het boven staande niet het doel van deze herdenking kan, noch mag zijn. Verschillende uitingen door comi téleden, uit den mond van hen waarmee ze deze zaak bespraken, gehoord, wezen erop, dat deze mis vatting van de bedoeling Herden king Mobilisatie 1914 in boven bedoelden zin veel voorkomt. Wat wagen naar Brückenau halen, natuurlijk verondersteld, dat je lieve mama je mij voor een paar uurtjes vriendelijk wil afstaan." „O," zei de zieke, met haar moeden lach op den vroolijken toon van het jonge meisje ingaande, „na den aanval van gister zal ik nu voor langeren tijd aardig zijn. U kan naar believen over Ella beschikken, freule, ik zou me zeer verheugen, als zij zich vaker bij u daarbuiten een paar roode wangen haalde." „Maar mama," riep Ella, terwijl zij thee ging zetten, „dat gij nu toch met alle geweld deze stijllooze roode wangen bij mij wilt zien. Ik ben nu toch eenmaal een elfenfiguurtje, zooals Arièle altoos zegt, en daar behoort onvoorwaardelijk een beetje maneschijn op voorhoofd en wangen bij." Zoo schertste en babbelde men, zoodat een schijn van vroolijkheid om het grijze hoofd van de afgematte vrouw zweefde Na de thee nam freule Adèle harte lijk afscheid van moeder en dochter en ging met Ernst Reinsberg in de dalende avondschemering op weg naar huis, vo! vreugdein dit gezelschap. Het was ongeveer drie jaar geleden, sedert zij met Ella Reinsberg vriend schap sloot. Op de repetities voor een liefdadigheidsvoorstelling hadden de meisjes elkander leeren kennen en al spoedig innige vriendschap gesloten. Ella had met haar aardige fijne ver schijning en haar vroolijkheid toen in het gezelschap een groote rol gespeeld. Weliswaar was zij toen ook nog de dochter van een rijken vader, die voor nu ongeveer anderhalf jaar geheel arm was geworden en terstond daarna was gestorven. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. is dan wel het doel van deze herdenking Het doel van het herdenken is om, nu sedert de mobilisatie 10 jaren zijn verloopen en men zich daarom meer rekenschap kan ge ven van de beteekenis voor ons land van de toenmalige ernstige gebeurtenissen, de aandacht erop te vestigen dat wij met dankbaar heid moeten terug denken aan het ons voorbij gaan va» een groot onheil, dat ons bedreigd heeft en dienen te beseffen en overzien het verschil tusschen ons en de volkeren, die in den oorlog be trokken zijn geworden. Met dankbaarheid dienen wij te constateeren dat, ai heeft ons zulks ook zeer veel gekost en al voelen wij nog in hooge -mate den economischen terugslag, wij, mede door onzen sterken vredes wil, hebben voorkomen dat nog veel grooter materieele nadeelen en zooveel kostbare menschenle- vens zouden te betreuren zijn dan nu, indien wij toch in dien af schuwelijken strijd gemengd wa ren geworden. Indien aan ieder ook, en niet in de laatste plaats, aan hen, die niet gemobiliseerd zijn ge weest goed duidelijk wordt de beteekenis van de periode 1914/1918, zal deze „herdenking" leiden tot een verheffen van het nationaal gevoel, hetwelk in Au gustus 1914 zoo schoon tot uiting is gekomen, dat toen de kracht gaf *m den oorlog buiten het land te houden, en dat ook in de toe komst ons de kracht zal moeten geven om ais kleine natie te mid den van de grootste gevaren het zelfstandig voortbestaan te waar borgen van ons vredelievend en nijver volk, ook al moet daarvoor worden geleden. Het Nationaal Comité stelt voor deze goede begrippen bijhetgan- sche volk te doen verlevendigen. Het stelt zich tot taak bij een ieder ingang te doen vinden het gevoel voor den ernst der zaak, te ontwikkelen de vaderlandsliefde, als eerste burgerdeugd, op te wekken tot eenheid in gevaar. Het vertrouwt dat het moge ge- Onder den slag, die de schrikkelijke omkeer der omstandigheden voor de familie was, had voornamelijk Ella's broeder Ernst, de referendaris, te lijden gehad. Hij gold voor buitengewoon knap en men profeteerde hem een schitterende toekomst. De betoovering van zijn slagvaardige welsprekendheid, die door een aangename stem nog verhoogd werd, had reeds toentertijd alle hoorders weten te boeien, vooral ook de vrouwen, die de hoekigheid van zijn figuur en het litteeken in zijn gelaat gaarne voorbij zagen. Na den dood des vaders rustte op Ernst de plicht voor moeder en zuster te gaan zorgen. Men wilde den be gaafden jongen man voor zijn loopbaan behouden, en bood hem onbaatzuchtig hulp aan. Het was stellig een zware strijd, dien hij met zich zelf had te voeren en die volstreden moest worden. Toen het echter was afgeloopen, wees hij op zijn eenvoudige trotsche manier elke hulp af. De referendaris trad in een verzekeringsmaatschappij, en was daardoor in staat, op bescheiden, maar voldoende wijze voor de zijnen te kunnen zorgen Freule Adèle stond, toen hij nog de zoon van een rijk var er en referendaris was, met Ernst Reinsberg op een wat jongensachtigen, vriendschappelij- ken voet. Dikwijls had zij weliswaar gemeend, dat de jonge man dieper jegens haar gevoelde, dan hij wilde toonen, maar omdat in haar zelf geen verwante snaren trilden, was zij steeds vluchtig over deze waarnemingen heengegleden. Nu, na de catastrofe, stond Ernst Reinsberg plotseling in den voor jonge meisjesharten zoo gevaarlijken glorie- schijn van martelaar véér haar. Zonder lukken het hart te vermurwen van hen voor wien het behoud van den vrede ten voordeel is geweest, tenminste grootere nadeelen heeft (en dat zijn feitelijk allen), opdat de hand in ruime mate zal geven wat strekken kan om te lenigen den nood van zoovelen die nog lijden, te verzachten het leed zoo veel dat nog doenlijk is. Het hoofddoel dezer beweging is het vormen van een steunfonds ten bate van hulpbehoevende slachtoffers der mobilisatie. Daar toe zal op den dag der mobilisatie een collecte worden gehouden, uit de opbrengst waarvan boven genoemd fonds hoofdzakelijk zal worden gevormd. Van deze op brengst zuilen geen gelden wor den afgezonderd om de kosten der geheele beweging te dekken. De ingezamelde gelden op deze collecte zullen alzoo ten volle ten goede komen aan het bovenge noemde fonds. Ter dekking van de kosten zal op een andere wijze getracht worden het benoodigde in te zamelen. Volgens mededeelingen van den voorzitter der vereeniging tot steun aan Milliciens bleek op de eenigen tijd geleden vergadering van het Nationaal Comité, dat er werkelijk nog een belangrijke be hoefte bestaat voor steun aan directe slachtoffers der mobilisatie en dat door die vereeniging voort durend steun moet worden gewei gerd door gebrek aan middelen. Ook in regeeringskringen be staat het besef dat door slacht offers der mobilisatie nog in hooge mate wordt geleden, blijkens een post op de begrooting ad. f20.000, voorgesteld door de regeering. Bij de behandeling daarvan werd zelfs uit het midden der Kamer voorgesteld dezen post te verhoo- gen tot f 300.000. Sommigen in den lande mee- nen, of zeggen tenminste te mee- nen, dat het de plicht is van de gemeenschap om in de nooden van de vroeger gemobiliseerden volledig tegemoet te komen. Deze uitspraak is zeer gemakkelijk voor den privaat persoon. Doen regee ring en volksvertegenwoordigers bedenken offerde hij een rijke toe komst. om geheèl zijn plicht te kunnen vervullen. De mooie stem, met welker kamproep hij waarschijnlijk succes aan succes zou hebben geregen, dempte zich in de zachte tonen van opoffe ring. Het vlammende vuur in zijn oogen werd omsluierd. Hij werd een stil, ernstig man. Maar juistmetdezen stillen, ernstigen "man hield de freule zich in haar bin nenste bezig. Hij scheen haar een held en het maakte haar buitengewoon gelukkig, als zij eens een woord vond, dat zijn verduisterde oogen deed stralen of een lachje om den zwijgenden karaktervollen mond deed spelen. Jfiet als een helder gloeiende vlam \ws dit gevoel plotseling in haar opgelaaid, haar weerstands en willoos op haar weg meesleepend. 'tWas in haar als 'n zacht licht, als rustige mooie warmte, en het leek haar kostelijk, voor alle tijden dezen stillen, wonderbaren schat te kunnen behoeden. Toch gebeurde het ook soms, dat haar vurig temperament haar meesleepte in een wereld vol warm, overvol gevoelen, waarin de heldere jubeltonen van onbegrensde verwachtin? meeklonken. Dan ver scheen voor haar de toekomst in een sterk beeld, geweldig zonnevuur gloeide, en het was haar, alsof haar weg daar midden doorneen voer; schatten van ongekenden glans moesten zich ophoopen voor haar voeten Met afgewend gelaat verliet dan de stille ernstige man haar pad en ging verloren in onafzienbare verte. (Wordt vervolgd.) AXELSCHE COURAN"

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1924 | | pagina 1