Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen, No. 21. DINSDAG 17 JUNI 11124. 40e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Binnenland. FEUILLETON. Als de avond valt. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56 - Postbus No. 6. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Kameroverzicht. De Tweede Kamer heeft zich in de afgeloopen week bezig ge houden met een tamelijk zonder ling onderwerp. Zij behandelde een in den Indische Volksraad aangenomen voorstel betreffende de Koelie-ordonnantie op Suma tra's Oostkust. Genoemde Raad wil de ordonnantie wijzigen in dien zin, dat zij de poenale sanc tie wil behouden doch inkrimpen. En all einddoel staat nog steeds algeheele afschaffing voor oogen. De poenale sanctie houdt in de macht om den arbeider, die zijn verplichtingen niet nakomt, met den sterken arm naar den pa troon terug te voeren. Gelijk men weet hebben wij nog iets soortgelijks ten aanzien van de schepelingen. Algemeen wil men, dat met dit middel wordt gebroken, zoo dra dit mogelijk is. Maar de groote vraag is, of dit reeds thans het geval is. En de conclusie van de commissie uit de Kamer gaf op deze vraag geen beslist antwoord, al lieten de leden der commissie niet na, ,het middel af te keuren. Alleen de heer Schaper wenschte dat de Kamer reeds thans zou uitsprekeu, dat de poenale sanctie binnen 5 jaar moet zijn verdwenen. De andere brachten het niet verder dan tot het uiten van den wensch, dat de koelie-ordonnantiën telkens om de 5 jaar moeten worden herzien, opdat men op die wijze de gelegenheid zou hebben op de hoogte van de toestanden te blijven. Minister de Graaff verdedigde het instituut op practische gron den. Hij acht de poenale sanctie onmisbaar om den koelie te kun nen dwingen, zijn contract na te komen en mogelijk volkomen gerechtvaardigd. Is er een ander middel om de menschen tot na koming hunner verplichtingen te dwingen dan kan hij zich daar mede vereenigen. Maar hij ziet ze niet. De Minister was bereid, zich (Duitsche Novelle.) »Zijn vrouw in zijn eigen weg meevoeren, zelfs tegen en over heer Datuur heen Sophie, dat is da sterke begeerte ven geheel het maniijn. Dat zul jij neoit verenderen. Maar wel kun je dien trots breken en die begeerte wijzigen, als jy met lielde en ge duld daartegen opponeert, maar niet door er koelheid tegenover te stellen. Je hedt mij niet liet'! Daar zit net heele geheim in. £n als je mij nu Dog haat, els je nu nog een hekel aan my hebt, Sophie, je, den in Godsnaam, moeten we verder onze eigen wegen gaan. Den mag ik je ook nu niet dwingen. Het spijt me nu ook ontzaglijk voor óns kind. En voor mij is het een al te zware straf voor vroegere tekortkomin gen. Wat het voor je zelf moet zijn dat weet je zelf het best.* »Ik heb je nooit gehaat, George, dat woord is veel te sterk. Een hekel kreeg ik aan je, maar die is lang verdwenen. Eu als je met de coaclusie van de meer derheid der commiisie te ver eenigen, indien de Kamer daarop prijs bleek te stellen. De con clusie is nog aanmerkelijk gewij zigd en werd ten slotte aange nomen. Daarna heeft de Kamer in be handeling genomen het wetsont werp, houdende bepalingen om trent de ruilverkaveling. De be doeling van het ontwerp is te bevorderen, dat in streken, waar de eigendommen zeer vespreid liggen, wijziging hiervan wordt verkregen, ten einde daardoor de productieviteit van den bodem te verhoogen. Het wetsontwerp werd gunstig ontvangen. Alleen de heer Braat verklaarde voor dit nieuwmodisch stelsel niet veel te gevoelen. Mi nister Ruys lei er vooral den na druk op, dat door de nieuwe regeling de ontwatering van gron den zeer zal worden gebaat, De Kamer behandelt dergelijke onderwerpen van technischen aard zeer uitvoerig en tot in de finesses. Bij nagenoeg elk arti kel kwamen amendementen te voorschijn, soms zelfs van meer theoretischen dan practischen aard en daar, het wetsontwerp niet minder dan 92 artikelen be vat was te voorzien, dat men er niet in zou slagen, het deze week geheel af te doen. Wij kunnen niet bij al deze amendementen s'til staan, 't Begon al vast met het eerste artikel, dat het doel van de ruilverkave ling aangeeft„ter bevordering van den landbouw" terwijl de heer Sasse van IJselt had willen lezen, dat het doel zou zijn de ongunstige verdeeling van ^den bodem te verbeteren. Maar mi nister Ruys wees er op, dat dit niet steeds noodig is en dat het nageitreefde doel ook kan zijn het verleggen van wegen en ri vieren. En zoo ging het voort. Eenige amendementen van de commissie uit de Kamer werden door de Regeering overgenomen. Wij werden bij deze debatten weder zeer versterkt in de over tuiging, dat een wetsontwerp all dit, zeer weinig geschikt is om straf wil ik het uiet beschouwd zien. Ik heb geen recht tot •treffen want ik ben zelf medeschuldig. Du», George, els je mij neodig hebt, wil ik bij ja komen. Nacht en dag zal ik wachten, of je mij roept, ik zal je rerplegen, als je ziek bent* »Ik heb geen verpleegster noodig, ik wil mijn vrouw terng hebben barstte hij los maar ik ken dat tijne vergift, dat jullie indrinkt jullie stille, fijne dames. Als ik 's nachts niet kan slapen, als het mij in al mijn aderen klopt en ik mij bang maak voor een aanval van zenuwover spanning omdat de eenzaam heid mij doodmartelt, dan sta ik op en dan lees ik ook menig goed en menig slecht boek, an heel veel ervan blijtt in mij vastzitten. Dat is vogelenaardc, zegt jullie vergoodde Zarathustra»vliegen, wegvliegen, niet blijven willen.* Die vogeleuaard heb jullie ge- emancipeerden ingezogen. Je eigen huis en haard voldoet je niat. Je zoekt elders, wat je in eigen home vinden kuntwerk werk aan het geluk van je naast- bestaanden. Jullie wilt de heele wereld hervormen, maar je kleine, je eigen wereld zie je over het hoofd. Waarom beproef je dan door een college van 100 leden, die meest ondeskundig zijn, in volle vergadering te worden be handeld. De Kamer zou beter doen de groote lijnen aan te geven, maar de uitwerking aan eene kleine commissie van des kundigen over te laten. Bagrafeiis jhr. De Savornla Lobman. Tegen half twaalf waren hon derden belangstellenden naar de Trompstraat opgegaan, om den eenvoudigen, grooten landgenoot de laatste eer te bewijzen. In het sterfhuis had een rouw dienst plaats. Ds. van Gheel Gildemeester hield naar aanleiding van Ps. 103 een korte rede waarin hij de verdienste van den over ledene en het verlies voor land en volk schelste. Deze dienst werd bijgewoond door Prins Hendrik en jhr. mr. A. Schimmelpenninck als verte genwoordigers van H.M de Ko ningin en H. M. de Koningin- Moeder. Precies half twaalf zette de stoet zich i'n beweging. De lijk wagen w?rd gevolgd door twee hofrijtuigen. In het eerste had de Prins, in admiraalsuniform en in het tweede, jhr. Schimmelpen ninck plaats genomen. Daarna volgden nog 'n zestal rouwkoet sen, met familieleden van den overledene. Een krans van de Koningin-Moeder sierde de lijk baar. Op de begraafplaats Oud Eik en Duinen wachtte een groote schare de komst van den rouw stoet af. Onder hen waren alle Ministers en alle fractieleiders uit de Eerste en Tweede Kamer. Voorts de oud-ministers Treub, Posthuma, de oud-Kamerleden Smidt, Roodenburg, Baron van Qeen, Fokker, De Kanter, alsmede de plaatselijke commandant der Chr. Hist. Jongeliedenvereeniging. Aan het graf werden geen redevoeringen gehouden. Toen de kist in de groeve was neer gedaald, dankte jhr. W. H. de Savornin Lohman voor de eer zijn vader bewezen. De overledene, zoo zei spr. je krachten niet eerit aan ja aian Ban ik dan zoo ileebt, dat ik •nvarbaterlijk ban Ban ik dan niat bereid, alles, wat je hindert, te latan en mij naar jau inzicbtan, zooveel mogelijk te schikken Zooveel mogelijk dat is zear rekbaar, Georga Maar kun jij dan aok niat van jou kant aen weinig opofferen Ik lees in jullie vrouwenbladen altyd van da »zolfopofferenda« vrouw. Kun je dan niet iets van die opofferende lialde toonen aan ja man, die jou liefheeft Het was nu geheel doaker geworden. Het katje, ineengerold, huiverde en verlangde naar huis met zachte klaaggeluidjes. Toen ward het Schlottmann te erg. Met harde hand greep hij het dier in den nek en smeet het van zich af in de struiken. •Ik heb jou antwoord niet noodig, vervelend beest, I* zeihy. Maar hij zag den schrik in de oogen zijner vrouw, en hy be- heerschte zich. Hij sprong op, haalde het katje terug en zette het weer naast zyn vrouw neer. Ik heb je toch niet doen schrikken, Sophie Dat overviel mij. Ik ben een zinnenmensch. Ik kan mijn leven geven en myo harte- bloed, maar niet uiijn aard van o. m., had gewenscht, dat niet aan zijn graf zou worden gespro ken, doch spr. voelde behoefte mededeeling te doen van de laatste woorden, die zijn vader op schrift heeft gesteld, kort voor diens overlijden. Zij getuigen van een vertrouwen in en een overgave aan Godhet besluit aldus„Ik weet dus, dat mijn ziel is gered, ik verlang Hem te zien, die dat gedaan heeft. Daarom verlaat ik rustig deze wereld, al scheid ik met weemoed van zoovelen, die mij hun liefde hebben gegeven. Maar ik ver wacht hen allen terug te zien". Ds. van Gheel Gildemeester sprak daarna een gebed uit, waarin hij dankte voor het geen ons in den overle dene geschonken is en waarin hij bad voor troost voor de na gelaten betrekkingen. De een voudige, indrukwekkende plech tigheid was hiermede geëindigd. Emigratie naar Amerika. De Amerikaansche consulaten in Europa hebben instructie ont vangen, tot 15 Juli geen visa meer aan emigranten te verstrek ken. Te Southampton zullen geen emigratie-certificaten voor de Ver- eenigde Staten worden verstrekt vóór 1 Juli. De herdenking mobilisatie 1914. De bedoelingen van het Nat. Comité. Omtrent de gehouden alge- meene vergadering van het Na tionaal Comité ter herdenking van de mobilisatie 1924 wordt het volgende medegedeeld Het Nationaal Comité is thans aangevuld met de vertegenwoor digers van de comité's ir. de provinciën en de grootste steden, welke comité's nagenoeg alle volledig zijn georganiseerd Enkele zijn nog in wording. In de provinciën wordt nu (is voor een deel reeds) overgegaan tot het vormen van plaatselijke commissies en waar zulks doelmatig voorkomt van kring commissies. Ter Vergadering is met volkomen eenstemmigheid vastgesteld de het leven op te vatten en uit te leven veranderen. Terwijl ik nu met al inijn kracht van woorden tot je ipreek* hij glimlachte smartelijk »al mijn hoogge roemde welsprekendheid bij je beproef luiiter je liever naar een kat, en zit hat diar te streelan, terwijl ik naar een hartelyk woord naast je zit te hunkaren. Dat is meer, dan ik verdragen kan.* Stil in zich zelf gekeerd zat Sophie en staarde in de verte. Alle zachte gevealens ontwaakten in haar. Hoe had hij daar evon zyn toarn bedwongen! Hoewa» hij gerypt en hiald hij zich man haftig. Hoe sterk was zijn trouw, doorstroomd door het bartebloed van den »geheelen man Hoe nederig bakende hij zwygend zijn tekorten hoe hartelijk beloofde hij, zich voortaan naar haar teschikkcD. Zoo zaten zij beiden en luister den naar hun inwendige stemmen in deze gezegende, nachtelijke stilte, waarin de natuur bloeide en leven baarde. Sophie hoorde dat ruischen en bruisen van het leven der natuur, en zy beluis terde ook met gewiliig oor de stem die van uit het verborgene harer ziel sprak van lielde en opoff ring, zoolang reeds, maar die zy ge>- smoord had met drogredenen. bedoeling welke in het nationaal Comité voorzit. Intusschen bleek de noodzake lijkheid, zich ten aanzien van die bedoeling openlijk duidelijk uit te spreken. Immers bij de pogingen tot vorming van de provinciale co mité's e.d. is gebleken, dat nog steeds bij velen in den lande onjuist begrip is blijven bestaan omtrent de „herdenkingsmobili satie 1914." Sommigen hadden zich gedacht een feest; een militair vertoon, propaganda voor de oorlogsidee, weer anderen dachten aan uit bundige vreugde. En zoo waren er méér; gansch onjuiste begrip pen. Tegenover hetgeen in overeen stemming met deze onjuiste voor stellingen is gepubliceerd, wenscht het Nationaal Comité een na drukkelijke verklaring te doen vernemen. Het nationaal Comité heeft nimmer er over gedacht, dat een zoo ernstige zaak als de mobili satie in 1914 op een wijze als door die lieden verondersteld, zou worden „herdacht". Het weet, dat zeer veel gemo- biliseerden behoeften gevoelen tot weerzien. Niet echter zij dit, om feest te vieren, doch om er aan terugdenkend, hoe het opbeurend woord van kameraden en meerderen kracht gaf tot vol harding bij het vervullen van den opgelegden plicht de hand te drukken van hen, met wie samen het leed gedragen werd, vervuld zoo goed als het kon. Het N. C. wenscht door deze „herdenking" daartoe de gelegen heid te scheppen. Het vat zijn leiding zeer ernstig op. Zijn or ganisatie (in verschillende comi té's en commissiën) is er met voordracht op ingericht, om door doeltreffende voorlichting de juiste begrippen bij het gansche volk ingang te doen vinden. Het wenscht voorts te bereiken, dat het vaderlandslievende het nationale gevoel, het gevoel van eenheid in gevaar, hetwelk in Augustus 1914 tot uiting kwam, worde verlevendigd en versterkt. Want ja, het waren allemaal drogredenen, die zy opgesomd had, toeo zij haar bezwaren tegen het hereenigd zijn, had opgenoemd. Waarheid was, dat zij vreesde voor zich zelf, dat zij zich niet vertrouwde in haar geschiktheid, om opnieuw haar taak naast hem' ta aanvaarden. De stilte sprak tot haar har monisch met de stem in haar ziel. En haar ziel ïei, dat zij hem volgen moest, dis haar riep, niet als een verpleegster, maar als zijn vrouw. Zij gehoorzaamde. Zacht zocht haar hand die van haar echtge noot en zacht vroegen haar be vende lippan »Wil je mij dan, zooals ik ben, weer tot je nemen, George?* Een langen tijd bleef het stil. Hij hield haar hand vast, zoo vast, dat het haar pijn deed. Zal het je nooit berouwen, Sophie vroeg hy schor. •Neen, lieve man, want de aroDd is aan het daten. Wij moeten ons haasten, eer het nacht wordt, goed te maken, wat de dag bedierf. En laten wij nu naar ODze kinderen gaan EINDE, axels'; COURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1924 | | pagina 1