Spoedeischendc Vergadering Na eenige bespreking handhaaft dhr. Baert zijn stem, zoodat een volgende vergadering herstemd wordt. 4. Verzoek bewoners van de Sassing geteekend door den heer P. de Regt en anderen. Dit verzoek was een vorige vergadering gerenvoyeerd naar B. en W. en behelst de vraag om aan den nieuwen weg van den Buthdijk naar de Axelsche Sas sing .Havenlaan" te noemen B. en W. hebben daartegen geen bezwaar en ook niet de Ingenieur der Waterstaat, zooals uit een schrijven blijkt. Zonder hoofd, stemming wordt het verzoek toegestaan. t. Opmerking van Ged. Staten over de begrooting 1924. De Voorz. zegt, dat dit gaat over de plaatsing eft verdeeling van posten en zal worden vol daan aan het verzoek. Z. h. s. aangenomen. j. Rekeningen verantwoording der Gezondheidscommissie. Deze rekening sluit met een post aan ontvang van f 3394,07 en in uitgaaf van f 1676,45, zoodat er een goed slot is van f 1717,62, Begonnen was met een saldo van f 1546,57, Rijksbijdrage f 400, bijdrage gemeenten f 1447,50, waarvan Axel f 281,70 betaalde De uitgaven warenToelage secretaris f 500, reis- en verblijf kosten f312,21, bureau-en druk kosten f 178,15, huur, lidmaat schappen en abonnenientenf96,66, presentiegelden f117, pensioens bijdrage, enz. f472,43. Wordt voor kennisgeving aan genomen. 3. Subsidie geitententoon stelling. Wegens staking van stemmen wordt herstemd over het voorstel van dhr. Van Dixhoorn om die subsidie te bepalen op f 25. Vóór stemmen de h.h. Dieleman, v. d Casteel, 't Gilde en Kruysse tegen de h.h. Koster, Weijns, Baert, P. en J. de Feijter en Oggel, zoodat het voorstel ver worpen is met 6 tegen 4 stemmen. 4. Wyziging politieverorde ning. Teneinde het venten van elders komende marskramers, enz. eenigszins te bestrijden, wordt door B. en W. voorgesteld Art. 22 3e lid der Algemeene Politieverordening in te trekken en daarvoor een nieuw artikel toe te voegen, luidende Art. 22a. Het is verboden voorwerpen, van welken aard ook, hetzij op of aan den openbaren weg, hetzij aan de huizen, te verkoopen of te koop aan te bieden of daarmede te venten, tenzij met vergunning van Burge meester en Wethouders en dan uitsluitend op een door hen te bepalen dag. Deze bepaling is niet van toe passing op personen, die de voorwerpen op markten of alleen aan winkeliers verkoopen. De Voorz. zegt, dat klachten zijn ingekomen, dat de bewoners lastig gevallen worden door leurders, wanneer niet van hen wordt gekocht. Vroeger was de bevoegdheid, daarvoor vergunning te geven, aan den Burgemeester, doch dit is onwettig. De kooplui dienen een vergunning te hebben van B. en W. Dhr. Oggel is niet op de verg. van B. en W. geweest en vraagt of geen uitzondering moet ge maakt worden voor groenteleur ders. De Voorz.: Het ziet voorname lijk op de kastjesleurders sommi gen spelen op, als ze niets verkoo pen of vragen om een aalmoes. Het is de bedoeling om de bur gerij daarvan te ontlasten. Dhr. 't Gilde leest hiertegen een uitvoerig pleidooi en drukt zijn verwondering uit over het voorstel. Hij dacht dat men was voor vrije concurrentie en door deze bepaling wordt de klein handel ernstig getroffen, terwijl de groote grossiers, die hunne waren per cameon naar de win kels brengen, beschermd worden. Spr. behoort ook tot de lieden, die met venten hun bestaan vin den en al zou het misschien voor Jiem voordeelig gijn, toch is hij De meest gevoelige huid iaat zich volstrekt Pijnloos Scharen, door de baard- oppervlakte vóór het inzeepen éérst in te wrijven met een weinig PUROL tegen dit voorstel. Hij kent slechts één gemeente, nl. Philippine, waar zoo'n maatregel wordt toe gepast. Bovendien zijn het juist de arbeiders en den minderen stand, die van het leuren aan de deur profiteeren en daardoor zoo voor deelig mogelijk hun inkoopen kunnen doen. Praatjes over bescherming van binnenlandsche industrie hebben geen zin, als men, zooals ook hier gebeurt bij de beter gesitu eerden, de auto voor laat komen en daarmee naar België rijdt om met groote pakken goed terug te komen. Spr. heeft het dikwijls gezien en als men op die manier de vrije concurrentie een trap wil geven en nekken en de kleine menschen beletten om voordeelig te koopen, zal hij daar niet aan meewerken. De Voorz. zegt, dat dhr. 't Gilde de zaak heelemaal verkeerd be grijpt, het is volstrekt niet de bedoeling om den kleinhandel te fnuiken, maar om de menschen te ontlasten van de leurders, die met garen en band loopen en ook om een dubbeltje vragen. Die vermomde bedelarij is het, die we willen keeren. We willen den handel niet beletten, en dat heb ik ook in de toelichting trouwens niet ge zegd. Dhr. 'tGilde: Dan moet men tegen de bedelarij optreden. De Voorz. zegt, dat de politie daar machteloos bij staat. Als er zoo'n vent aan de deur staat en de politie vraagt of hij bedelt, dan zeggen ze natuurlijk, dat ze leuren en als ze nu geen vergun ning hebben van B. en W., dan weten ze wat hun te doen staat. Maar de voorstelling van dhr. 't Gilde, alsof we den kleinhandel willen beletten en de grossiers de hand boven het hoofd houden is totaal onjuist. Dhr.' 't Gilde dacht, dat het was om die Belgische menschen die hier met goed leuren, te weren. Hij is er wel voor om die bedelarij te bestrijden, maar niet op deze manier. De Voorz. zou het zoo eens willen probeeren, helpt het niet, dan kunnen we andere middels kiezen. Dhr. J. de Feijter zou toch ook in overweging willen geven om het voorstel terug te nemen. De redactie is niet duidelijk. De bedoeling is wel goed, maar die is niet in het artikel te lezen en dan krijgt de politie er last mee. Ook wijst hij erop, dat niet al leen in de kom maar ook buiten veel overlast van die leurders wordt ondervonden. De Voorz. ziet geen kam om het op andere manier te zeggen. Hij raadt aan het voorstel zoo aan te nemen. De uitvoering is toch in zijn handen, dus zal de toepassing wel goed zijn. Dhr. Kruysse merkt op, dat het dan willekeur wordt, want dan wordt de verordening bij den een toegepast en bij den ander niet. Hij ziet trouwens toch geen nut in dergelijke be palingen. Want als de politie een koopman op de stoep ziet staan moet nog uitgemaakt wor den wat hij doet en het pupliek werkt daarin niet mee, want men gaat er liever niet voor naar Mid delburg om te getuigen, zoodat de menschen gewoonweg helpen liegen. Dhr. J. de Feijter: Ja, zoo is het nü. Maar als ze een bewijs moeten hebben van B. en W., dan weet de politie direct of ze mogen leuren of niet. De Voorz.Met medewerking van het publiek zal het wel hel pen. Dhr. KruysseDie krijg je in geen geval. De Voorz.Dan moeten ze den last er ook maar van dragen. Dhr. KruysseEr wordt toch niet de hand aan gehouden. We zien het ook met de woonwagens. Als die hier komen, zenden ze een bende bedelaars binnen, ter wijl de verordening zegt, dat er geen woonwagens in de kom mogen staan. De Voorz. erkent dat, maar dat verbod kan niet gehandhaafd wor den. De burgemeester heeft niet het recht die te doen verwijderen, maar moet ze een plaats aanwijzen. Dhr. Weijns gelooft ook, dat het beter was de bedoeling dui delijker te omschrijven. En een enkelen dag in de week leuren kan toch moeilijkheden veroor zaken. Dhr. Kruysse Ja, de menschen die met hun karretje kruideniers waren bij de boeren bezorgen, kunnen in een dag onmogelijk klaar komen. De Voorz. zegt, dat B. en W. gaarne hadden gezien dat het voorstel werd aangenomen, maar gezien de bezwaren van den Raad, nemen zij het voorstel terug. V. Verkoop bouwgrond. De Voorz. zegt, dat aanvraag is gedaan om grond te koopen en B. en W. voorstellen de vól gende perceelen te verkoopen tegen f 4 per M*. a. aan den kerkeraad der Ge reformeerde kerk perceel no. 39, groot 639 Ms. b. aan P. de Jonge, Kerkdreef, de perceelen 15, groot 532,34 M\ c. aan C. de Putter, Stationstraat, perceel 10, groot 143 M3. d. aan M. J. Loof, Stationstraat, perceel 11, groot 152 M*. Z. h. s. wordt aldus besloten. 6. Aanschaffing werkpakken. B. en W. stellen voor om de gemeente werklieden IJzebaart en Sorber, die met de beerruiming belast zijn, een pak werkkleeren te geven en daarvoor f 37,50 te beschikken. Dhr. 't Gilde vraagt of die pakken uit een bijzondere stof bestaanhij had gehoord van blauw keper, maar dan kan men voor dat bedrag wel 6 pakken koopen, of krijgen ze ook ver schooning Dhr. Oggel vond het wel goed, dat ze 2 pakken kregen. De Voorz. zegt, dat met het gesprokene rekening gehouden kan worden, maar er zal in elk geval niet meer besteed worden, dan noodig is. Z. h. s. wordt alzoo besloten. 7. VarmenigTalditingscflfer voor de Inkomstenbelasting. De Voorz. zegt, dat volgens opgaaf van den Inspecteur der directe belastingen het belastbaar inkomen voor deze gemeente over 1923/24 f 1,914,481 bedraagt, met een opbrengst van f 80,152,42 bij een heffingspercentage van 1,43. Als we het heffingscijfer op één brengen, zou de opbrengst bij een inkomen van f 1,914,481 f56,051 geven. En waar nu verwacht wordt, dat het belastbaar inkomen over 1924/25 belangrijk hooger zal zijn, zoodat bij een heffingscijfer 1 wel f60,000 zal binnenkomen, achten B. en W. dat bedrag voor de begrooting wel voldoende. Zij stellen daarom voor om het vermenigvuldigingscijfer op één te bepalen, wat z. h. s. wordt aangenomen. De Voorz. merkt op, dat dit een gunstig teeken is voor de gemeente, wat niet overal voor komt. 8. Ambtenaar tot nazfan van boeken en kaa der ge meente. De Voorz. zegt, dat B. en W. vragen om hun college te mach tigen om een ambtenaar aan te wijzen, die belast wordt met de opname van de boeken en de kas bij den gemeente-ontvanger. In naam geschiedt dit door Burg. en Weth., maar practisch wordt het in den regel door den secre taris gedaan. Z. h. s. wordt daarin toege stemd. 9. a. Omvraag. Dhr. 't Gilde heeft verno men, dat de installatie voor de beerruiming wordt schoongemaakt in de Kleine Kreek. En omdat daarvan, dank zij den goeden wil van den landbouwer Bakker, nogal gebruik wordt gemaakt om te zwemmen, vindt hij dat niet hygiënisch. Hij zou gaarne zien, dat die machine op een andere plaats wordt schoongemaakt. De Voorz. antwoordt niet beter te weten, dan dat de machine wordt gereinigd in het Niewediep. Dhr. Van de Casteel zegt, dat het de vorige week gebeurd is in de Kleine Kreek. De Voorz. weet er niet van, maar wel kan hij zeggen, dat bij een deffect aan de machine eens gepropeerd is aan de Kleine Kreek. Overigens zal hij er nota van nemen. b. Dan vraagt dhr. 't Gilde of er ook maatregelen genomen worden tegen onbesuisd rijden met rijwielen enz., zulks naar aanleiding van een pas gebeurd ongeval. De Voorz.: Dat is in de wet geregeld en er is dan ook van het bedoelde geval proces-verbaal opgemaakt. Daar niemand meer het woord verlangt, sluit de Voorz. de ver gadering. van den Gemeenteraad op 28 Mei 1924. Aanwezig alle leden, behalve dhr. P. de Feijter. Voorzitter de heer F. Blok, burgemeestersecretaris de heer J. L. J. Maris. Nadat de Voorz. de vergade ring heeft geopend met het ge bedsformulier, zegt hij, dat deze spoedeische vergadering is belegd naar aanleiding van het verzoek van de raadsleden Van de Cas teel 't Gilde en Kruysse. Dhr. Dieleman vraagt, wat eigenlijk de reden is van dat ver zoek. Hij meent, dat toch alleen buitengewone gevallen en rede nen van gewichtigen aard tot het vragen om een spoedeischende vergadering kunnen leiden. De Voorz. zegt, dat hij alleen het schrijven heeft ontvangen, zooals het daar ligt en waarin gezegd wordt, dat de staking der stemmen in de vorige verga ring, aanleiding tot het verzoek gaf. Overigens heeft spr. slechts aan de wet te voldoen en beleg gen niet Burg. en Weth., maar de Voorz. de vergadering. Dhr. Dieleman vindt die reden «1 zeer vaag, om daarom reeds den volgenden dag een vergade- te vragen. De Voorz.Misschien willen de heeren hun verzoek wel toe lichten Dhr. Kruysse zegt, dat er door de vergissing van dhr. Baert een onzuiveren toestand werd ge schapen. Dhr. Baert zeide ver- k^rd gestemd te hebben, omdat hij niet had verstaan, waarover werd gestemd. Na eenige be spreking zegt dhr. Baert weer ik handhaaf mijn stem. Hadden nu de heeren gisteren iets toe- geefelijker geweeit, dan had dhr. Baert zijn stem gewijzigd en was het onderwerp direct behandeld geworden en dus deze verga dering niet noodig geweest. Nu echter de heeren minder gemakkelijk waren, ^ilde ook de minderheid gebruik maken van zijn recht en het punt dadelijk behandeld zien. Dhr. Dieleman Ja, ik begrijp wel waar het over gaat Dhr. Kruysse Dan is het ook niet noodig, dat je 't nog vraagt. Dhr. Dieleman Mijns inziens is er volgens het huidig reglement geen voldoende reden om een spoedeischende vergadering op te roepen. Dhr. 't Gilde zegt, dat het is om aan het verlangen van een zeer groot gedeelte van de be volking te voldoen. En nu ons blijkt, dat er een meerderheid is te vinden om de competentie voor vergunning geven voor dansmu ziek aan het hoofd van polite te laten, trachten we daarvan ge bruik te maken waarmede wel niet de kermis is hersteld, maar dan toch dansmuziek wordt ge geven op de gewone daarvoor bestemde dagen. Dhr. Baert wil zich nog even verklaren naar aanleiding van zijn stem. Zijn stem richtte zich tegen het voorstel om aan B. en W. eerst advies te vragen over het voorstel-van de Casteel. Toen mij in het oor werd ge fluisterd, dat daar niet over ge stemd werd, erkende ik verkeerd gestemd te hebben. Doch toen mei het bij bespreking niet eens werd, handhaafde ik mijn stem, omdat de zaak me toch niet zoo belangrijk leek en kon ik mij wel met de meerderheid vereenigen. Dhr. Koster zou, om verwarring te voorkomen, duidelijk willen hooren, waarover nu gestemd wordt. De Voorz. brengt in stemming het voorstel om het verzoek van dhr. van de Casteel nu te be spreken. Dit wordt aangenomen met 7 tegen 3 stemmen, van de h. h. Weijns, Dieleman en de Feijter. Hierna opent de Voorz. het debat en zegt, dat ieder slechts tweemaal het woord over dit punt krijgt. Dhr. Weijns zegt, dat als hij de bedoeling goed begrijpt, men dus het recht weer aan den Bur gemeester wil geven, om te be slissen over het geven van dans muziek. Vroeger was dat ook zoo, toen Burgemeester Den Hol lander er nog was en toen is, naar hij meent, op voorstel van dhr. Kruijsse, dat recht aan den Raad gekomen en spr. is het ermee eens, dat de Raad over de gemeente regeert en heerscht. De burgemeester voert slechts de besluiten van den Raad uit. Maar nu verwondert het spr., dat ook van de zijde van dhr. Kruijsse weer een voorstel is gekomen, om dat te veranderen. Spr. ziet weinig verschil tus- schen het geven van dansgelegen heid en kermis. Alleen dit, dat de kermis komt voor verantwoor ding van den Raad en dansmu ziek voor die van den Burge meester. Spr. vond het beter dat men royaal voor den dag was gekomen en vroegen zooveel da gen dansmuziek. Ik persoonlijk ben er tegen, maar nu wordt de Burgemeester tusschen 2 vuren geplaatst. Dhr. 't Gilde zegt, dat de ver antwoording niet voor den Bur gemeester komt, maar voor den Raad. Als de Raad goede be sluiten neemt en de Burgemeester schaart zich achter den Raad, dan moet hij niet bang zijn. Maar als de Burgemeester van Amsterdam, die ook anti-revol. is, moest handelen naar de wil lekeur zijner partijgenooten, dan was hij in een uur uit Amsterdam geknikkerd. En om hier den Burgemeester niet de dupe te doen zijn van den Raad, wordt hier het voorstel ingediend, waar aan ik als amendement wil toe voegen, dat de Burgemeester op 2en en 3en Pinsterdag dansmu ziek laat geven en bij andere gelegenheden, al naar het hem goeddunktdus ook op dagen dat festiviteiten worden gegeven. Dhr. Koster zegt, dat hij ook niet kan meegaan met het voor stel van dhr. van de Casteel, zoo als het daar ligt. Hij wil als amendement het voorstel steunen in den volgenden geestArt. 70, 2e lid is niet van toepassing op Tweede Pinksterdag van des nam. 1 tot 12 uur, in dier voege, dat draaiorgels zijn uitgesloten. Als Van de Casteel dat overneemt, kan spr. er zich mede vereenigen. Dhr. Weijns moet erom lachen

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1924 | | pagina 2