Nieuws- en Advertentieblad oi voor Zeeuwsch - Vlaanderen, Als de avond valt. No. 12. DINSDAG 13 MEI 1924. 40e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Buitenland. FEUILLETON. Binnenland. 2/43 Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postbus No. 6. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote-letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Troebel water. Mag er dap geen vrede en orde komen Als men die vraag stelt aan Zinowjef den Groote, dan antwoordt hij zonder dralen „Neenniet vóór de wereld revolutie er is". En hij doet al het mogelijke om, nu er thuis het eens Heilige Rusland al meer verzet komt tegen het regime, dat den heilstaat op aarde zou brengen, zijn uiterste best om Duitschland in lichtelaaie te zetten. Wel zijn de Duitsche communisten hem eigenlijk nog te traag van begrip, te dom om de Moskousche plannen te kunnen waardeeren (dat behoeft ook niet) en uit te voeren (slechts hierop komt het aan) doch in de goed heid zijns harten heeft hij een nieuw recept geschreven. De meerderheid van het Duitsche proletariaat de edele menschen- vriend heeft uit den aard der zaak slechts oog voor de arbeiders de hoofdwerkers tellen niet mee, worden desnoods op de wijze van de massa-executies te Kiëff tot zwijgen gebracht is nog niet bereid om zich blindelings te scharen onder den linkervleugel der K.P.D. (kommunistische Partei Deutschlands) doch niettemin moet deze zich met kracht voor bereiden op den strijd. Allereerst is daarvoor noodig, zoo schreef Zinowjef, dat de arbeiders worden bewapend en dat hun honderd schappen zich gewennen aan den strijd, door hun van tijd tot tijd „iets te doen" te geven. Al vechtend komt de vechtlust. Men moet daarom zoo af en toe eens een aanval doen op Rijksweerof Schupo en vooral trachten een wapendepot te plunderen en dit alles „moet geschieden zonder noodeloos alarm." De „Vorwarts" heeft terecht opgemerkt, dat de Duitsche autoriteiten vooral de „Rothe Fahne" niet moeten verbieden, welk blad deze schoone raadge vingen wereldkundig maakt, en integendeel moet toestaan, dat zij worden aangeplakt. „Wie na (Duitsche Novelle.) Eu hoe zou dat blozende jonge meDseh met zyn onschuldig kna penhart wol tegen zijn aanstaande schoonmoeder opzien Als tegon een offerlamen hy was de Blauwbaard! Aangenaam was dit voor een schoonpapa in spe juist niet. Maar wat weerga, wat had hij ook zijn mond voorbij te pra ten waar het hart van vol is ens. Zyn hart was er vol van. Maar hy had het niet moeten toonen althans zoo niet dat hij er zelf door geschandvlekt werd.... En zijn vrouw Zy had The- rese geschreven, dat de aanwe zigheid van haar vader voor haar moeder geen bezwaar was, om ook te komen; dat menschen, die niet by elkaar pasten, daarom nog geen vyanden behoefden te zijn. Dat was mooi. Therese noemde het »groot en edel*. Niet haten, geen vijandschap toonen, was groot en eael. Soms wel, maar hij verlang de meer dan zulk een edelmoe digheid. Hij vroeg liefde lezing daarvan nog communis- tischgezind is „müszte auf seinen geistigen Gesundheidszustand untersucht werden." Met dat al hebben de commu nisten aan de Ruhr een toestand geschapen, welke niet van gevaar is ontbloot voor het Duitsche Rijk. Pas is het Micum-contract ver lengd, waarin onder meer werd bepaald, dat de zoogenaamde herstel-kolen zonder fout zouden worden geleverd en nu zijn de mijnwerkers in het Rijnsch-West- faalsche industrie gebied weer in staking gegaan, omdat zij niet langer onder den grond (dalen en rijzen inbegrepen) willen wer ken dan zeven uren per dag. Of nu inderdaad 90 pet. der kolen- delvers staakt, gelijk van patroons zijde is opgegeven, dan wel 600.000 m2n, zooals de „Rothe Fahne" meldt, is voor het oogen- blik van minder belang dan dat mijnwerkers-organisaties en ande re vakvereenigingen, die heelemaal vrij zijn van communistische leerstellingen, sympathie-stakin gen zouden willen beginnen. De Rijks-minister van Arbeid is reeds naar het Ruhrgebied vertrokken om de menschen te wijzen op het gevaar waaraan zij het Rijk blootstellen, dat thans trouwens binnenlandsche ordeverstoring minder dan ooit kan verdragen. Weinig geruststellend ziet het er uit op den Balkan. Budjenny, de bekende Russische cavalerie- generaal, staat met 300.000 man bij de grens van Rumenië, dat te kwader wil Bessarabië heeft geannexeerd. Door die troepen concentratie heeft Rumenië zijn Bulgaarsche grens vrijwel moeten ontblooten, hetgeen den Bulgaren deed overwegen oï dit geen schoone kans is om een herzie ning af te dwingen van het Verdrag van Neuilly, waarbij Bulgarije gebied moest afstaan aan Rume nië. Wel is er nog geen acuut oorlogsgevaar, doch de verhou dingen zijn zeer gespannen en dr. Eduard Benesj, de Tsjecho- Slowaksche minister van Buiten- landsche Zaken, is nog niet ge reed met zijn groepeering. Pas Liefde van zijn vrouw, die ran hem was weggeloopen omdat zy niet» ran zijn zeogenaamde liefde begeerde. Zij had gelijk gehad. Dat wa» geen liefde geweest, dat waiBasta hij hoefde zich zelf hier in zijn bed onder de warme zonnestralen niet uit te schelden. Maar wat hij nu voor haar voelde nu hy een vijftiger was geworden, dat was wel liefde, machtend verlangen naar her- eenigingiDg, naar peilige, heerlijke huwelijkseenheid helaas, hy kon het niet zeggen, zyn mon4£ stond nu eenmaal niet, als die roode lippen van den blonden Siegfried, maar zulke woorden uit de poëziealbum van een zeven tienjarig kost8choolbakviscbje Zijn vrouw! Waar zou zij nu zijn? Zij was vermoedelijk nu al niet meer in Dresden, had mis schien al weer in Lausanne ge slapen 1 Hij sprong met beide beenen uit het bed en ging voor den toiletspiegel staan. Hy bekeek zich »Mooi is anders, mijn jon gen maar dat is toeh ook bijzaak en we zulleu ons wat opknappen. Hij bestelde den kamerbedien- de thee, een bad, een barbier en een bouquet. Een uur later stond I de justitieraad »gespoord en ge- volgende week zal hij naar Rome gaan en pogen, Mussolini over te halen tot hetgeen in het kort het best is aan te duiden als een vergrooting en versteviging dan de Kleine entente. De nieuwe Middel-Europeesche constellatie zou omvatten Frankrijk, Italië, de Kleine entente, Hongarije en Polen. Inderdaad een vernuftig plan en een keurige uitwerking van het in Februari 1921 gesloten verdrag tusschen Rumenië en Zuid-Slavië, dat de oorsprong was van de Kleine entente. België. Op Zondag 18 Mei a.s. zullen de Breughel-feesten te Brussel worden ingezet met een plechtig Te Deum, dat gezongen zal worden in de Kapellenkerk, waar het stoffelijk overschot van Pieter Breughel den Oude rust. Het doel van de groep schilders, beeldhouwers en bouwmeesters bij deze viering bestaat niet uitsluitend in een populaire en nationale huldebetooging aan den besten Vlaamschen schilder, maar beoogt óók een imposante mani festatie tegenover de gansche internationale kunstwereld. De organisators verklaren zich tegen standers van het geestelijk bols jewisme, dat onze hedendaagsche schilderkunst verschroeit, en van het vage, bloedlooze cosmopoli tisms, dat tracht aan onze moderne kunst het eigen karakter te ont nemen. Zij willen derhalve een Breugheliaansche geloofsbelijde nis afleggenmisschien het tijd perk inluiden van een eigen populairen en nationalen Vlaam schen stijl in onze moderne beeldende kunst en deze poging elck poight om 'tsijne onder het patroonschap van Breughel stellen. Deze feestviering is een mani festatie tegen de aristocratische kunst, slechts begrepen door eenigen, die zichzelf daartoe bekwaam verklaren. Er mag geen slagboom zijn tusschen „den man in de straat" en den kunstenaar. Dit is de geest van Breughel dit moet dan ook doorstralen in de aanstaande feesten. zadelde, zooals hy het zelf grap pend verklaarde, toen hij weer in een spiegel zijn uiterlijk inspec teerde. De ruiter moest daar ginds in het pensionaat Garnier worden bezorgd, een witte bloemenhulde van myrten, orchideeën en witte heliotropen. Hij was deftig in het zwart, dat hem tamelijk ongewoon was, maar dat hij voor deze plechtige gelegenheid zich getroost had, mee te nemen. Wel trok hij den neus op toen hij zich monsterde, waar bij het lorgnet hem afviel, en noemde zich een »doopvader«, maar deze strenge deftigheid was te temperen door een bloem in het knoopsgat, een wit zijden tipje van een zakdoekje van uit den borstzak en een tijnen panama op het hoofdcorrect en een tikje luchtig, soliede met een zweepje frivoliteit. De justitieraad was over zijn uiterlijk tevreden. Intusschen was de morgen voort gegaan. Na den nachtelyken re gen heerschte er een vochtige! warme broeikaslucht. Op het wa ter en boven den anderen oever hing een grijsviolette nevel, die langzaam door de zon werd op getrokken. »Slap, ontzenuwend zoo'n tem peratuur U dacht Schlotfmann Boven spraken wij reeds van het Te D^um, dat's ochtends zal worden gezongen, doch 's avonds heeft in de groote Rijzaal van het Egmont-paleis een Breughel- banket plaats. Het moet een eetpartij worden, zooals de be roemde schilderij „de Boeren bruiloft" er ons een voortoo- vert. Er zullen duizend personen aanzitten. Een beroep werd I gedaan op alle oude maatschap pijen van Brussel er blijken er niet minder dan 800 te bestaan om mede te komen eten, de keuken te doen, op te dienen, muziek te maken, te zingen en op allerlei wijzen de gasten te vermaken. Wat de spijskaart betreft Rijstpap met safraan, opgediend in zware tellooren (borden) worst en kramiekbrood. Als drank wordt alleen bier geschon ken. De zaal wordt op zijn Breughelsch gedecoreerd door vijf en-dertig schilders. Hét tafel gereedschap wordt vervaardigd naar de schilderijen van Breughel en de tafeldienaars zullen gekleed zijn in de kleedij van den Breu- gheltijd. Iedereen mag aan het banket deelnemen, doch het aantal deelnemers mag het duizendtal niet overtreffen. In den loop der Zomermaanden zullen de Breughelvrienden pel grimstochten in richten naar Brabantsche streken, die in de werken van den Vlaamschen mees ter zijn afgebeeld. Het is inderdaad merkwaardig, hoe in de Brussel- sciie omgeving thans nog enkele landschappen te bewonderen zijn, die haast ongewijzigd bleven, zooals Breughel ze 400 jaar ge leden op zijn doeken vereeuwig de. Ter navolging. De koning van Denemarken heeft den wensch te kennen gegeven dat, in verband met de moeilijke financieele omstandig heden, waarin het land verkeert, de uitkeering uit de schatkist ten behoeve van den kroonprins voortaan niet meer zal plaats hebben. »als ik dan aan Berlijn denkt Tot zijn teleurstelling zag hij nergeDS een rytuig, en de trein wa» juist voor hem vertrokken. Er zat niets anders op, dan lang zaam den steilen straatweg op te gaan. Er kwamen hem weinig menschen tegen en zeer weinig vreemdelingen. Die waren allen reeds uitgevlogen naar verschil lende uitstapjes in den omtrek of zaten gedurende de warmste uren van den dag in de koele hotel kamers. Hij verzonk in gepeins. »Daar ga ik nu mijn vrouw te gemoet, die mij eens verlaten heeft mij alleen heeft gelaten op de middaghoogte mijus levens. Ik wil zien of ik haar kan terug winnen, waarom als een levens behoefte Uit een luim uit een begeerte Hij dacht langzaam voortstap pend ernstig na over dit sterk verlangen, dat hem in al drieja ren nooit zonder hoop had gela ten. Nooit, omdat hij diepen eer bied had voor deze vrouw, die zooveel levensgemak en door velen vurig begeerde gelukkige levens omstandigheden, welke de omge ving, waarin zij geplaatst was, haar aanbod, prys had gegeven ter wiile van haar karakter en Kameroverzicht. EERSTE KAMER. De Eerste Kamer heeft deze week nog eenige hoofdstukken der Staatsbegrooting behandeld. Die van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen gaf aanleiding tot een vrij uitvoerig debat, waarbij inzonderheid de te nemen bezui nigingsmaatregelen op onderwijs gebied uitvoerig werden bespro ken. De Kamerledetf gaven ech ter blijk van te begrijpen, dat Minister de Visser die maatrege len niet voor zijn genoegen voor stelt, doch daartoe door den finan- cieëlen nood wordt gedwongen. Maar toch werd er terecht de aandacht op gevestigd, dat men wel eens wat overhaast te werk gaat en niet voldoende de gevol gen overweegt, alvorens voorstel len in te dienen. Ook werd er met recht op gewezen, dat ver schillende maatregelen, die de Regeering als bezuinigingen aan beveelt, in hoofdzaak neerkomen op verschuiving van de lasten van het Rijk op de gemeenten. En dat hiertegen krachtig werd geprotesteerd, spreekt vanzelf. Minister de Visser is een uit stekend redenaar en maakt van zijn gaven een dankbaar gebruik. Van zijn plannen om de salaris sen te verlagen zal Z. E. natuur lijk niet geheel afzien, maar hij legde er den nadruk op, dat de zaak wel eens ernstiger wordt voorgesteld dan zij is, aangezien de verlaging van het salaris, be houdens uitzonderingen nooit verder kan gaan dan tot 10 pet. Dat tevens naar vermindering van uitgaven zal worden gestreefd door inkrimping van het aantal leerkrachten, kan o.i. slechts worden toegejuicht. En dat de Minister, behoudens onvoorziene omstandigheden, niet met eene suppletoire begrooting zal komen, hebben wij met genoegen verno men. Spoediger was de heer Heems kerk klaar met de verdediging der bergrooting van Justitie. Van Zich zelf zijn, was haar meer en booger geweest, dan luxe en on bezorgds levensomstandigheden. Hij bleet staan en tipte zich met den zijden doek bet voorhoofd. Merkwaardige, dacht hy, »hoe- veal menschenkénuis ik als bij intuitie heb, en hoe snel ik de verhoudingen tusschen menschen en menschen begrijp en deze stille vrouw is voor mij nog altijd een gesloten boek gebleven*. Het pension Garnier lag juist vóór hem aan het einde van don hoogen weg. Onder een groep platanen ter zijde van den weg kon hij zich verdekt opstellen, zonder van boven uit het chalet gezien te worden. De geheele voorzijde van het groote huis be stoud uit balkons eo lichte ijzeren galerijen. Uit elke kamer kon men op deze luchtige met plan tengroepen en kamerschutten ge zellig versierde zitjes komen. Ook de zijnen zaten in een vroolijk keuvelend groepje bijeen. De zijnen 1 Hij vergat geheel, dat hij gisteren pas evenzoo met zijn Therese en Kiüger daar be neden gezeten hadhy voelde zich op eens als buitengensloten geheel als een overtollige. (Wordt vervolgd.) AXELSCHE cou gemoedsneigingen.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1924 | | pagina 1