Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. Als de avond valt. No. G. VRIJDAG 18 APRIL 1924. 40e Jaarg. De natuur ontwaakt. FEUILLETON. J. C. VINK - Axel. binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. Wegens het Paasch- feest zal aanst. Dins dag geen nummer van dit blad verschijnen. Volgens den kalender zijn we welhaast een maand over den datum, waarop de Lente aan breekt. Doch dit aanbreken is maar volgens menschelijke bere kening, die het jaar heeft ver deeld naar de standen der zon in vier jaargetijden. Doch moe der Natuur houdt met dien datum in den regel weinig rekening. Nu eens geven Februari en Maart ons zulke mooie weken, dat wij meenen maar zoo den zomer in te gaan, dan weer geven ze ons zulke gure en koude dagen, dat er aan den winter geen einde schijnt te komen en vooral dit jaar bleef het koude jaaargetijde al zeer lang duren. Bijgeloovigen zeggen, dat dit komt door de late Paschen en zonder dat we hieraan nu geloof zullen hechten, schijnt het toch dat die late Paschen wat verzoenend werkt ten op zichte van het idee voorjaar, al is het ook dat we intusschen reeds Mei naderen. De laatste dagen waren aan merkelijk zachter en de Lente boden begroeten ons in menigte, waardoor we ondanks de sneeuw-, hagel- en stormvlagen, die ons nog vóór slechts enkele etmalen verrasten, de verzekering krijgen, dat nu toch werkelijk de Lente is gekomen. Allerwege is er op velden en akkers, dijken en schorren ver andering gekomen. De winter granen hebben hun scherpe, smalle bladeren omhoog gestoken en de vale, dorre kleuren hebben plaats gemaakt voor het frissche groen. Gaat nu naar buiten om het ontwaken der natuur te aanschou wen. In duizenden verschijnse len vertoont het zich en het is der oogen een lust om in den vroegen morgen dit aan lang slapers te zien, hoe het plan tenrijk zich ontwikkelt, hoe de (Duitsche Novelle »Eeu biecht zal het niet worden. Men droomt dan maar zoo een* in het verleden als men zoo opeen» uit alle zaken weggeloopen, zich in zoo n betrekkelijke eenzaamheid overgebracht voelt. Weet je, mijn waarde, ik zeg het je nu maar, net zooals het in mijn hoofd op geschreven staat. Het moet. toch wel eenigszius overeenkomstig de werkelijkheid zijn, zooals ik het beschouw, want er is in al die jaren geen streep in mijn opvatting veranderd. Toen wy trouwden, waren we niet piepjong meer; ik een der tiger, zij in de twintig. Wij konden elkander nemen wij hadden het zonder veel hartzeer kunnen laten. Van beide kanten was er geen sprake van harts tochtelijk begeeren. Haar verstan dig, koel karakter trok my met mijn wilde haren aan, en mijn bok kesprongen imponeerden haar zekeren tred door het levens baantje, dat voor haar glad en vogelen zingend, tjilpend en pra tend druk heen en weer vliegen en als waren ze aan den schoon maak, huisraad en grondstoffen verzamelen voor het bouwen en vernieuwen hunner nesten. Een lust is het ook te zien, hoe het vee in de weiden dar telt, de paarden met tweeën hunne eggen en ploegen trekken door •de zwarte aarde, die op de spade wacht, om daarna het zaad te ontvangen, dat de zaaiers'mild over de velden uitstrooien. Naar buiten moet men gaan óm te zien en te voelen, hoe al wat leeft, herleeft. Mensch en dier komen in andere stemming, wanneer de Lentezon uit onbë- wolkten hemel hare stralen zendt en de blauwe lucht weerspiegelt in de rimpellooze vlakte van het water in de vijvers, kreken en sloten. Dit herleven, dit ontwaken der natuur is ieder jaar opnieuw een openbaring vol verrassingen iedere Lente is als een nieuw gebeuren en ieder jaar treft ons dat als een verrassing, waarin we telkens nieuwe ontdekkingen doen. Hoe somberder en treuriger de Winter, hoe blijder en opwek- kender de Lente. Het moede hoofd richt zich op. de verdwenen hoop keert weer en de bezweken moed herleeft. Het ijs is ontdooid en ook de harde aardkorst is onder den invloed der omgevende atmosfeer zachter en muller geworden, tot ontvankelijkheid van nieuwe in drukken, Wut men vruchtbaarheid noemt. Zoo ontdooit al, wat bevroren is. Maar overal Laat ons hier voorzichtig zijn in onze beantwoording- Niet in alles en niet overal neemt men die verandering waar, ziet men ont dooiing. Er is in menige menschenziel een ijskorst ontstaan, die de Lentelucht weerstaat en daarom niet tot dooi komt, omdat het dwaas en weerspannig menschen- hart die lucht den toegang weigert. En dan kan er geen warmte in doordringen de gloed der Lente zon heeft er geen invloed op. effen was afeebaand. Eu ik was ijdel, ijdel up miju positie. Mijn practijk ging schitterend, een mensch moet maar geluk hebben. Ik behoefde niet eens zoo he 1 Wytig te zijn. Eeriyk gezegd, heb ik mij dikwijls tamelijk losjes in de een of andere proceszaak ingewerkt en er toch maar'" mee »oor de balie verschenen eu 'ter goed algebracht ook. Niets dan bot. Ik sprak goed, ik had zno iets van een zesde zintuig voor het opsporen en te pas brengen van feiten. Lieve hemel, het beetje goeds dat men ia eerlijke oogenbiikken van zich zelf durft erkennen mag men ook wel eens anderen bekennen, nietwaar? Eu wat mijn privaatleven be treft? Ik was nu juist wel geen vrome Joseph, alles behalve. Maar mijn hoogste begeeren ging niet naar de vrouwen uit. Ik had andere aspiratiëu succes in mijn carrière, een eervolle positie in de samenleving en rechtdoen aan verongelijkten, dat waren mijn voornaamste desiderata. Eo dan daarbij zoo'n vrouw naast mij, zoo'n gelijkmatige, grodte blondine, generaalsdochterzoo'n lady in optima forma dat lokte mij aan natuurlijk. Toen ik baar jawoord gekregen had, DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postbus No. 6. ADVERTENT1ËN van 1 fot 5 regels 60 Cent voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. We denken hierbij aan het Paaschfeest, dat voor de deur staat. Laat dit voor velen een Lentezon wezen. Wat zijn er geen zielen, die verschrompelen en sterven onder de ijskorst van materialisme, van egoïsme, van baatzucht en schijnvroomheid. Wat zijn er geen schijndoode zielen in schijnbaar levend om hulsel, als gestorven door liefde loosheid, haat, partijschap, machts begeerte, onverdraagzaamheid en jacht naar geld en eer! Schijn dood is geen leven. Maar het leven kan ook bij den schijndoode worden opgewekt. Zoo lang er leven is, is er hoop. Daarom, wie zulke schijndooden in zijne omgeving heeft erbarme zich er over en wijst hen op het Paasch feest, dat ze daarin herleving vinden. De liefde vermag alles Zij is de Lenteadem, die den bevroren akker ontdooien en weer geschikt maken kan, om vrucht dragend zaad te ontvangen. De Lente bleef dit jaar lang uit, maar toch kwam zij. Wie weet, hoe menig levensakker ligt te wachten op ontdooien door de Lentezon, het Paaschfeest. Moge hare warmte verkwikking brengen en nieuw leven geven aan de bevroren zielen, opdat ook voor hen het Paaschfeest beteekent Opstanding. InsehrJJving schatkistpromessen en -biljetten. De Minister van Financiën maakt bekend, dat op Dinsdag 22 April 1924, van v.m. negen tot n.m. één uur kunnen word«n ingeleverd inschrijvingsbiljetten tot het bekomen van a. schatkistpromessen, uit te geven krachtens de wet van 5 December 1881 (Stbl. no. 185); b. schatkistbiljetten, rentende vijf percent 's jaars, opvorderbaar 1 Mei 1925, tot den koers van 100 pet. Aan schatkistpromessen en schatkistbiljetten gezamenlijk zal in het geheel worden uitgegeven een totaal bedrag van ten hoogste 35 millioen gulden. liep dadelijk alles verder vlot vau stapel. Haar ouders waren dood. Zij woonde in by een oude tante, die blij was, een nicht af te staan, die haar in intellect en grootheid van ziel ver over het hoofd was gegroeid. Sophie was geen »schitterende party*. Maar zij bezat genoeg, om zich een deftig interieur aan te schaffen en voor zich zelf een aanzienlijk speidegeld te reser veeren. Dit was mij zeer welkom ik had geen lust het geld na te jagen, al ging ik liet ook volstrekt niet uit den weg. Maar ik wilue mij wijden aan maatschappelijk werk, een mandaat voor den Rijksdag zat mij in het hoofd ik bezat overmaat aan werkkracht en die moest benut worden. Kort na ons huwelijk had ik eeD paar moelyke kwesties met succes opgelost. Heb je wel eens iets gehooid van het fideicommis- proces van de familie Herenberg Niet Dat was zeker ook wel van voor jou tijd. Destijds sprak men er van in alle rechtsgeleerde kringen. Zooiets geeft je een duw. Er kwam geld in, meer dan voldoendeuit de hooge kriDgen kwam men met allerlei rechtskwesties by my. Ik was »de mans geworden - maar De schatkistpromessen zijn groot f 10.000, f 50 000 en f 100.000 en worden aan de order van den nemer uitgegeven. De schatkistbiljetten zijn groot f 25.000, f 5000 of f 1000. Zij dra gen de dagteekening van 1 Mei 1924 en zijn 1 Mei'25 opvorderbaar De biljetten worden op den vervaldag door den Staat afgelost. 11 Millioen meer voor onderwijs. De onderwijsbegrooting voor '23 wordt bij aanvuftingsbegroo- ting verhoogd met 11.2 millioen. Daarin zijn 3.2 millioen voor openbare 1. scholen, die niet zoo sterk in aantal zijn afgenomen als bij de raming gedacht werd, terwijl d,e wijziging-van het ont werp tot wijziging der 1. o. wet niet de bezuinigingen bracht die men verwachtte. Voor vergoeding der bijzondere scholen wegens onderwijzersala rissen is 5.1 millioen meer noo- dig. De besparing is minder dan men denkt, en het aantal nieuwe bijzondere scholen bleek 200 meer dan de raming. Voorts zijn er nog een aantal kleinere posten. (M. Crt.) De Rijksmiddelen in Maart 1924. De opbrengst der Rijksmidde len (hoofdsom en opcenten) over de maand Maart 1924 bedroeg f31.234.109, tegen f33.324.737 over de maand Febr. 1923. Het een twaalfde gedeelte der raming over 't geheele jaar be draagt f33.078.03. De opbrengst der oorlogs winstbelasting over de maand Alaart 1924 was f 120.400, tegen f 1493 in Maart 1923. De opcenten ten bate van het Leeningsfonds 1914 gaven over Maart 1924 een opbrengt van f7.261 9o5 tegen een bedrag van f8.233.351 in Maart 1923. De rijksmiddelen hebben in Maart f 2.090.000 minder opge bracht dan verleden jaar, in hoofd zaak door sterke dalingen bij je neveraccijns en inkomstenbelas ting. Sedert 1 Januari bedraagt de achteruitgang bij de gewone bronnen reeds f5.8 millioen. ons leven was een ware dryfjacht van de eeDe zaak in de andere. Nu my stond dat wonderwel aan. Ging mij zoo'n geval eens recht naar den zin, dan had ik het gevoel, alsof ik een renpaard tusschen de knieën had. Ken jij ook zooiets >Goddank, neen!* zuchtte Kriiger. »Goddank 1 zeg eens even Ik hield niet van een leven zonder strijd, van zoo'n sloom bestapn als advocaat, die den halven dag de duimen over elkander zit te draaien, nee, merciEen kerel met spirit moet daar niets van hebben.* »Meu kan spirit hebben, zonder aan een drijfjacht mee te doen!* Zeker. Goed, dan kwam ik zoo moe als een hond thuis, dik wijls aieof ik uit het water was gehaald afgejakkerd schor van het praten. Ik ben altijd een robust eter geweest. Dan stil gaan zitten en mij zat eten en daarna onder een koude douche en op bed gaan liggen en slapen, weet je, als een knecht, die dampend van achter den ploeg thuiskomt; uitsnorken want dat is nu eenmaal zoo, de kort- nekkigen snorken allemaal; zoo leefde ik AXEL, 18 April 1934. Al sedert eenige jaren is het de gewoonte, dat de tooneelver- eeniging „Ontspanning door In spanning" de week voor Paschen een uitvoering geeft voor hare donateurs, ten einde die in de daaraanvolgende week voor het publiek tegen entreeprijs te her halen. Zoo ook nu. Woensdag avond werden een 3-tal nummers opgevoerd, waarvan de eerste twee reeds vroeger een beurtje 1 kregen. De vereeniging was hiertoe door omstandigheden buiten haar wil genoodzaakt, maar we kunnen al dadelijk zeggen, dat dit niemand gehin derd heeft, want er werd keurig gespeeld. Het eerste nummer was een drama getiteld „Eerloos". Het liet in levendige kleuren zien, waartoe een overdreven liefde van een moeder voor haar zoon of eerzucht voor zichzelf kan leiden. Met spanning werden de 3 bedrijven gevolgd en zeker hadden allen medelijden met den trouwen, eerlijken ambtenaar, die otn de eer van zijn zoon en zijn echtgenoote te redden, radeloos van smart, den Staat bestal om vervolgens de hand aan zichzelf te slaan. De hoofdrollen waren in de zelfde handen als vroeger en een paar nieuwe krachten vulden het geheel op waardige wijze aan. Vooral de onverschillige houding van zoonlief was hier op zijn plaats, evenals de hartelijke, hupsche toon van zusje. Het tweede nummer „de Ar- tisten-Revue" is hier al verschil lende malen gezien, doch altijd blijft dit interessant, en vooral als Flipje wordt vertolkt als eer gisterenavond en niet al te dron ken wil zijn. Het slotnummer werd weer ge geven door het bekende duo. Ze zongen „De Metamorphose" en waren weer goed op elkaar ge hand. Pianomuziek, begeleid door viool, gaven een aangename af wisseling .en ook na het slot- stukje werd nog met genoegen Jaen nu myn vrouw Ik ken er genoeg, die hun Schepper zouden danken, als hun man hen in zoo'n bonten rosmolen kon brengen. Die lustig zouden meeplassen en van allerlei vruch ten snoepen zoo tusschen de grenzen van het booze en het goede in, mooie, verleidelijke wijfjes ofschoon niet de fijnste karakters, dat spreekt. Mijn Sophie werd steeds bleeker en koeler. Want je moet denkeD, dat zijn ontwikkelingen, die jaren en jaren tot rijpworden noodig hebben. Vroeg ik mijn vrouw, wat haar niet aanstond, dan zei ze»Niets, maar ik pas daar niet bij.* Eens zei ze my ook: >Wat jij alzoo uitvoert, is alles materieel. De moeite niet waard.* Natuurlijk lachte ik haar nit. Maar het was een komieke ge schiedenis in den eersten tijd betrapte ik er mij op, dat ik overlegde, of al dat gejaag en gedrijf eigenlyk wel de moeite waard was. En ojkwijls dacht ik van neen. 't Is merkwaardig wat zoon uitdrukking van die stille vrouw voor my van gewicht was...,. (Wordt vervolgd.) AXELSC i

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1924 | | pagina 1