No. 98.
Dinsdag 18 Maar 1921.
39e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
OP DEN HEUVEL.
J. C. VINK - Axel.
Raadsverslag
FEUILLETON.
c-4-a;
Du blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 5«. - rostglro 60363.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrij dag voor middag ELF ure.
Zitting van 11 Maart 1924.
Aanwezig de heerenJ. M. Oggel, M.
W. Koster, wethouders, Ph. J. van Dix-
hoorn, J- Weijns, J. M. Baert, A. 't Gilde,
E. van de Casteel, F. Dieleman, J. de
Feijter en P. de Feijter, leden. Voorzit
ter de heer F. Blok, burgemeester, secre
taris de heer J. L. J. Maris.
(Slot).
Na een kwartier gepauseerd te heb
ben, stelt de Voorz. voor om voordat
een beslissing wordt genomen over punt
3, nog eerst zullen worden nagegaan de
concept-voorwaarden, volgens welke B.
en W. voorstellen concessie te verke
nen aan de P. Z. E. M. voor het leg
gen van kabels door de gemeente. Spr.
geeft daartoe het woord weer aan dhr.
v. d. Hegge Zijnen, die een concept-
acte had samengesteld.
Dhr. v. d. Hegge Zijnen zegt de voor
waarden zoodanig te hebben gesteld,
dat de gemeente in staat blijft voor de
belangen zoowel van haar zelf, als van
haar ingezetenen naar behooren te wa
ken, wat z. i. noodzakelijk is tegenover
een concessionaris, die het uit den aard
der zaak in de eerste plaats te doen is
om winstmaken en dan in dit geval door
haar speciaal karakter beschikken kan
over machtsmiddelen, die aan particu
lieren niet ter beschikking staan.
Alvorens tot verleening van concessie
over te gaan adviseert spr. evenwel om
het concept nog eens ter controle in
handen te stellen van een in dergelijke
handelsaangelegenheden ervaren rechts
geleerde.
Na te hebben herinnerd aan de ge
voerde correspondentie tusschen de ge
meente Axel en de P. Z. E. M., wijst
de adviseur erop, dat de door deze Mij.
ingezonden concept-vergunning met geen
woord rept van stroomlevering aan de
ingezeten én dit van verbluffende een
voud en onvolledigheid is en schr. ziet
in de gevoerde correspondentie een
voorbeeld te meer van de eigenaardige
wijze, waarop de directie der P. Z. E.
M. tegen de gemeenten meent te mogen
optreden.
Het advies luidt om, indien de ge
meente in principe besluit tot het ver
kenen van concessie, daarvan onver
brekelijk wordt verbonden het recht tot
het aanleggen van laagspanningsleidin-
gen binnen de geheele gemeente en zoo
deze voorwaarde niet wordt aanvaard,
dan ook geen vergunning te geven voor
het aanleggen van laagspanningslei-
dingen.
Hierna wordt de concept-acte artikels
gewijze nagegaan. Daar echter het voor
stel van B. en W. niet werd aagenomen,
kunnen we deze bespreking gevoeglijk
achterwege laten.
Aan het eind zegt dhr. v. d. Hegge
Zijnen te moeten toegeven, dat de voor
waarden streng zijn, maar hij acht het
goed, dat men van begin afweet, waar
aan men zich te houden heeft en spr.
is uitgegaan van het billijkheidsstand
punt om de zaak zooveel mogelijk van
den commercialen kant te bekijken.
De Voorz. zegt dat nu de zaak van
twee kanten is bekeken en wil hierna
het voorstel van B. en W. in stemming
brengen.
Dhr. Van Dixhoorn had gaarne gezien,
dat B. en W. een ander voorstel deden.
Gedachtig aan den eed, die spr. heeft
afgelegd om de belangen van de ge
meente te behartigen en gezien het rap
port, dat hier over de electriciteitskwes-
tie is uitgebracht, kan hij niet anders
dan voorstellen om het electriciteitsbe-
drijf in eigen exploitatie te brengen.
De Voorz. zegt, dat B. en W. ook in
de pauze de zaak nog even hebben be
sproken en hebben gemeend hun voor
stel te moeten handhavon. Wil dhr. van
Dixhoorn een ander voorstel indienen,
dan kan dat nog.
Dhr. Van Dixhoorn Dan stel ik voor
eigen exploitatie.
Daar dit voorstel van verder strekking
is, zal de Voorz. dan hierover eerst laten
beslissen en vraagt of het gesteund wordt.
De h. h. van de Casteel en P. de
Feijter antwoorden bevestigend.
Dhr. Weijns kan het ook wel steunen
onder voorwaarde, dat in beginsel be
sloten wordt, zoodat we ons nog kun
nen terugtrekken. Spr. wil dat de ge
meente voorloopig vrij moet blijven,
want met de waterleiding hebben we
ons laten bepraten en nu kunnen we
niet meer terug.
Dhr. Dieleman De bedoeling is dus
nu het voorstel van Dixhoorn in begin
sel aan te nemen en een volgende ver
gadering definitief te beslissen
Voorz Natuurlijk men verbindt zich
nog niet, maar als een lid nu een be
slissende stem uitbrengt, dan vertrouwt
hij dat als we straks goede voorwaarden
van afname hebben, men niet weer te
gen zal stemmen.
Dhr. Dieleman beschouwt het als een
ernstige zaak, we stemmen niet voor de
aardigheid en hij is ook voor eigen ex-
ploitaite, maar zou toch ook vrijheid wil
len voorbehouden, als eerstdaags mocht
blijken, dat de zaak anders is dan wordt
voorgesteld.
Dhr. Oggel begrijpt de heeren niet.
We nemen hier toch een definitieve be
slissing, hoe we zullen doen Het voor
stel van dhr. van Dixhoorn aannemen
of dat van B. en W.
Dhr. v. d. Hegge Zijnen, vraagt het
woord en zegt, dat hem niet is gevraagd,
hoe het elders ging, maar hij dat wel
even wil zeggen. Gewoonlijk wordt na
bestudeering van het rapport dit bespro
ken en wordt daarna behandeld het nor
maal-contract van stroomlevering, waar
na dan definitieve beslissing volgt. Men
zou dus eerst in beginsel kunnen be
sluiten tot eigen exploitatie en dan na
bespreking van het normaal-contract
in een volgende vergadering uitspraak
doen.
Dhr. Weijns zou de macht in handen
willen houden om nog te kunnen doen
wat men wil.
De Voorz. zal dan in stemming bren
gen het voorstel om in principe te be
sluiten tot eigen exploitatie en in de
volgende vergadering het contract te
behandelen.
Dhr. Koster voelt ook wel veel voor
eigen exploitatie, maar kan zich niet
voorstellen, dat er behoefte aan is.
Kort geleden heeft spr. een 25 landbou-
bers uitgenoodigd om gezamelijk te spre
ken over aansluiting van hun bedrijf
aan de P. Z. E. M. en slechts 4 vier
personen waren opgekomen, terwijl de
schijnbaar grootste voorstanders ontbra
ken. Wanneer het gaat over eletr. stroom
voor de landbouwers, dan kan spr. hier
zeggen, dat er landbouwers zijn, die
liever met een kaars op tafel zitten, dan
dat ze electrisch licht zullen nemen.
Spr. wijst ook op het resuiaat van Koe
wacht, waar ze zeggen, dat het veel te
duur is. En om deze redenen durft spr.
2)
f. ,-J+i e i
<S. j Li
~v H
(Vertaald uit het Engelsch.)
Geleund tegen het hek, dat den tuin be
grensde, kon zij op haar gemak bewonderen,
't Werd haar vreemd te moede. Wat bewoog
haar toch. Zij had immers met dat arbeiders-
wonimkje niets te maken!
Wel, Mary Shaw, hoe vind je, dat 't er
uit ziet V klonk eensklaps een stem achter haar.
Mary kromp ineen van ,>chrik;doch slechts
een oogenblik duurde die zwakheid't kwam
er nu op aan zich goed te houden.
Omziende herkende zij John, die evenals
zij het huisje had staan bewonderen.
Och, ik vind heelemaal niets, antwoordde
zij, trachtend hem te verslaan met haar ijs-
ko'nden toon. Ik keek zoo maar eens. Ik
moest hier juist voorbij.
John's zwijgen was welsprekend. En de
meid, weer dapper en strijdlm-tig, vroeg
Hoe kom jij zoo hier in den laten avond
Net als jij, om het huisje te zien. Bij
'tmaanlicht ziet 'ter zoo aardig uit. En
overdag heb ik ook niet veel tijd er voor.
Dan heb je t wel erg druk
Och, er zijn zooveel dingen, waar een
mensch om denken moet... Je hoefde anders
niet bij avond hierheen te komen. Laatst
heb ik nog gemerkt, dat je van Blennow's
erf het huisje heel goed kunt onderscheiden.
O, ik heb wel wat anders te doen dan
naar den heuvel te kijken! snibbigüe Mary.
Je kunt den rook uit den schoorsteen
zien komen, vervolgde Claffey onverstoord;
dat zal een aardig gezicht voor je zijn, als
ik er eenmaal woon. En 's avonds, als je bij
Blennow voor de deur staat, kan je ste lig
het licht van mijn vensters zien'n aardig
gezicht op een winteravond.
Man, wat maak je een drukte om mij
alles uit te leggen Praat je niet heesch
En 's zomers, als ik in den tuin werk,
zal je mij kui nen zien. Misschien kan je
den geur der bloemen wel ruiken, als de wind
naar jullie kant toe is.
Hij was naast haar komen staan, de armen
op 't hek geleui d, steeds starend naar het
huis. Mary Shaw wist, dat zij de moeite
van 't aankijken waard was, meer dan dat
stuk steenmaar John Claffey nam hoege
naamd geen notitie van haarhij scheen
niet een- te merken, dat haar arm heel dicht
bij den zijnen 'kwam, dien aanraakte.
Ik ben van plan, daar vlak onder t
raam een rozenstruik te planten. Als jij
dan eens weer op een avond hier langs komt,
zal ik een heel mooie voor je plukken. Daar
links ga ik aardappelen pootenals ik bezig
ben met rooien, zal je mij kunnen zien. AIS
de ham van Blennow besrint te kra ien zal
je den mijne hooren antwoorden. Kijk, daar
in dien hoek heb ik een kippenren g-timmerd.
Misschien komen mijn kippetjes nog wel eens
wandelen tot op Byrne's grond. VV ant hen
nen zijn niruwsg er>g, net als alle vrouwtjes
En zich opwindend met schoone toekomst-
droomen ging hij voort
Als je dezen kant eens uitkomt, zal je
't hier heelemaal niet eenzaam vinden. Want
zij zal wel altijd druk in de weer zijn, binnen
of buiten. 'tZal leuk zijn, als ze 's avonds
voor de deur staat uit te kijken of ik kom.
De arm van Mary verwijderde zich van
I dien van John. Deze merkt# het heelemaal
niet; ook niet, dat zij een stijve houding aan
nam, haar neus in deu wind, en dat de blik
harer oogeu verre van bewonderend en sym
pathiek was.
Je kunt haar bezoeken, en zij zal ook
wel eens bij jou in de keuken komen of bij
vrouw Blennow. om een buurpraatje te ma
ken Vrouwtjes moeten zoo nu en dan wat
babbelen, nietwaar, over de nieuwtjes in
't dorp of uit de krant.. En later zal je
kinderen wel zien scharrelen op den heuvel
Ze zullen allerlei kattekwaad uithalen, net
als hun vader gedaan heelt, toen hij een kwa
jongen was. Maar ik zal toch hun moeder
zeggen dat zij hun nette -manieren leert en
dat ze'behoorlijk beleefd „Unte Mary" zeg
gen, ais ze jou zien.
Tante Mary had een kwaad oogenblik
doch zij bedwong zich, en 't kwam niet tot
een u tbarsti' g. Met een zenuwachtig tril
len in haar stem, ondanks schijnbare kalmte,
antwoordde zij
Sloof je maar niet langer uit, John, met
al die wonderen voor my op te sommen,
't Lijkt allemaal heel mooi, zoo in die mane
schijn. Maar ik verlang er heelemaal niet
naar, een arme, afgetobde vrouw te zien, een
sloof' die de handen vol heefi aan een troep
leelijke kinderen die den heelen dag aan haar
rokken hangen en schreeuwen ian honger.
Want dat zal het voorland zijn van haar, die
zoo gek is hier te gaa* wonen. Sloof je niet
uit met je mooie praatjes... Er zijn meer
huizen op een heuvel, en daar ?ijn er wel on
der die meer beloven. Ik heb geen plan, hier
mijn leven te gaan begraven en mij dood te
werken voor jou
Je denkt zeker aan'thuis daarginds, waar
je grootmoeder woont i vroeg John, nog bteeds
de oogen gericht op het huisje vóór hem,
Precies.
En a»n den aardigen, ryken jongen, dien
ie grootmoeder voor je zoekt
Precies.
Zal ik je wat zeggen Dat huis bestaat
niet. Daar is enkel een kale heuvel, waarover
alle winden van de wereld gieren.
Mary scbrikie van den somberen toon, die
koud klonk en dreigend.
En die jongen bestaat ook niet. Er
bestaat enkel een oude, arme grootmoeder,
die zit te tobben in een miserabei huije.
't Bestaat wèl, schreeuwde nu Mary
Shaw, in toorn ontvlamd. Zij sloeg met de
vuist tegen het hek, om kracht bij te zetten
aan har» woorden. Ik zeg je, dat 't bestaat,
John. Er is Z"0'n huis en er is zoo'n jongen.
Ik heb het huis gezien, en ik heb gesproken
met den jongen. Je lijkt wel niet wijs, John,
liet zij er op volgen, ten overvloide. Want
de heftigheid van haar protest streefde reeds
het doel voorbij John Claffey bleef volmaakt
onontroerd. Hij wachtte kalmpjes, tot zij
uitgepraat was.
Er is van al dat moois, waarover je 't
hebt, niets dan je oude grootmoeder, zei
John, Ik heb haar wel gezien, en ik weet
heel 'goed waar ze woont. Laatst kwam ik er
nog voorbij, toen ik een vrachtje had ge
bracht naar de stad. En ik ben even een
praatje met haar gaan maken
Jij V vroeg Mary, op haar beurt onge-
loovig, doch niet minder nieuwsgierig.
Ja Ik zei luffrouw Shaw, ik wou
gaan trouwen met uw kleindochter."
(Slot volgt.)