No. 96.
Dinsdag 11 Maart 1921.
39e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
feuilleton.
OP DEN HEUVEL.
J. C. VINK - Axel.
Binnenland.
Du blad verschijnt eiken Dinsdag- en VrtJdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 5®. - Poitglro ®«8«3.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en TrtJdagvoormiddag ELF ure.
Kameroverzicht.
De Tweede Kamer heeft de zaak
omtrent de levering van melktrans-
portkannen in 1919, die onlangs tot
zooveel gerucht aanleiding heeft gege
ven, aangehouden Men zal zich her
inneren dat deze levering aanleiding
heeft gegeven tot het vermoeden, dat
van ambtelijke zijde geknoeid was. Er
is dan ook eene poging gedaan om tot
strafvervolging te geraken, maar daar
voor schenen na onderzoek geen vol
doende termen aanwezig.
Bij het Hooger Onderwijs bleek dui
delijk het verschil in standpunt tus-
schen de anti revolutionnairen en de
Christelijk historischen. Vooral toen
prof Visscher uit naam van de eerst
genoemde groep aandrong op afschaf
fing van de theolog sche faculteit aan
onze Rijkshoogescholen. Het spreekt
van zelt, dat deze partij, die van het
openbaar hooger onderwijs in de God
geleerdheid niets moet hebben, gaarne
de theologische faculteiten zag ver
dwijnen. Maar minister de Visser
denkt hierover anders en het is dui_
delijk, dat de genoemde faculteiten bij
hem veilig zijn
Ook stonden de beide groepen scherp
tegenover elkander ten aanzien van de
do r prof. Visser bepleite afschaffing
van studiebeurzen ten behoeve van
minvermogenden. Boe men hiervan
eene partijzaak kan maken zal wellicht
menigeen niet duidelijk zijn, zeker is
echter, dat het debat vrij vinnig was.
Brj het Middelbaar Onderwijs be
toogde de heer Marchant dat de Regeering
al te veel regelt en te weinig aan het
initiatief van directeuren en rectoren
der scholen overlaat Hij vreest, dat
alle scholen daardoor op het laagst mo
gelijke peil zullen worden gebracht.
Hoewel verschillende sprekers hiertegen
opkwamen kon de indruk toch niet ge
heel worden weggenomen, dat inder
daad de vrijheidsbeperking dikwijls te
ver gaat. En ook van anti revolution-
naire zijde werd daarover gek aagd
Minister de Visser betoogde, dat de oor
zaak van de uniformiteit niet ligt in
centralisatiezucht, doch hoofdzakelijk
in de noodzakelijke bezuiniging Maar
Z.E zei toe, dat hij een wetswijziging
zou voorstellen ten einde aan het mid
delbaar en voorbereidend huoger on
derwijs meer vrijheid te verschaffen.
Bij de Afdeeling Nijverheidsonder
wijs werd van verschillende zijden ge
klaagd over te groote zuinigheid zoo
wel wat personeel als materiaal betreft
De Minister zal nauwkeurig doen na
gaan, waaraan het geld wordt bestee i,
aangezie i het Rijk in totaal 70 pCt
der kosten draagt Ook tracht Z. E
deze tak van onderwijs zooveel moge
lijk te vereenvoudigen en beter te doen
aanpassen aan de practijk Aan het
adres van de Zuiderzeevisschers deelde
de Minister mede, dat aan hunne be
zwaren zal worden tegemoet gekomen
door regeling van het nijverheidson
derwijs voor hunne kinderen.
Mej Westerman klaagde over den on-
gunstigen stand van ons lager onder
wijs, terwijl daarnaast de kosten daar
van voortdurend onrustbarend stijgen.
De schuld van dit laatste weet zij aan
de veel ie ver doorgedreven neiging te
splitsen Zij meende dan ook dat hierin
niet snel genoeg verbetering kan
komen
De heer Tilanus drong aan op een
beter economisch beheer en gaf wen
ken omtrent de wijze, waarop bezuini
ging zou kunnen worden verkregen,
vooral ook bij de byzondere scholen,
die steeds toenemen.
Maar Minister de Visser liet zich niet
uit zijn tent lokken en verklaarde, dat
de te nemen maatregelen aan de orde
zouden komen bij de behandeling van
de ingediende en nog in te dienen
wetsontwerpen tot wijziging van de
Lager Onderwijswet. Algemeene be
schouwingen over zijn beleid in het
groot ontweek de Minister dus.
In de avondvergadering van Don
derdag werd de begrooting van Wa
terstaat voortgezet De vorige week
eindigden wij met de opmerking, dat
het ons zou verwonderen wat de Mi
nister zou antwoorden op de opmer
kingen van den heer Brautigam be
treffende de autobussen Wij moeten
verklaren dat de neer Van Swaay zich
bier op meesterlijke wijze heeft door
geslagen, zoo ongeveer op de manier
van den heer Heemskerk, n.l. zonder
iets te zeggen. Verschillende maatre
gelen werden aangekondigd doch overi
gens verschool de Minister zich achter
de Staatscommissie voor het verkeer
Verder werden vele verzoeken ge
daan om bepaalde werken uit te voe
ren, zoodat de heer Van Swaay met
recht tot de Kamerleden kon zeggen,
dat zij niet moeten vergeten dat hij
aanmerkelijk moet bezuinigen en der
halve niet aan alle wenschen kan vol
doen. Over de haven van Vlissingen,
waarover veel werd verwacht, werd
geen beslissing genomen, doordat de
Minister een nader onderzoek toezei.
Een voorstel van den heer Hiemstra
om weder minimum loonen in de be
stekken op te nemen werd terecht met
een meerderheid van 52 tegen 17 stem
men verworpen De gewijzigde om
standigheden hebben zoodanig voor
schrift, althans voor het oogenblik, ge
heel overbodig gemaakt
Herdenking mobilisatie 1914.
De Koningin heelt het haar aange
boden beschermvrouwschap over het
nationaal comité herdenking mobilisatie
19'4 aanvaard.
Voor de verschillende provinciën en
de drie grootste gemeenten zijn comité s
in wording. Daarna zal de vorming van
kring en plaatselijke commissies volgen
Het nationaal comité werd nog met
eenige leden versterktvoor bijzondere
doeleinden treden subcommissies op.
Zoodra ook de door de provinciale co-
mité's aan te wijzen leden uit nog
eenige provinciën zullen zijn toegetre
den. zal eene volledige opgave van
namen alsmede de definitieve organi
satie van het nationale comité worden
openbaar gemaakt.
AXELSCHElfCi'JlANT.
(Vertaald uit het Engelsch.)
Toe, zeg nu maar, dat je mij wel wilt
hebben, vleide John Claffey.
Neen, ik wil niet, an woordde Mary Shaw.
Waarom niet?
Omdat ik geen zin hebdat is toch vol
doende? waarom zou ik tegen mijn gemoed
spreken?
Kan je dan nog wat beters krijgen dan
mij drong hij zelfbewust,
't Is de moeite waardOm je mooie
gezicht zal niemand je nemenspotte zij,
en wat breng je nog meer mee Kom,
laat mij met rust
Je zult er spijt van hebben, Mary.
Laat dat maar aan mij over. Groot
moeder heeft er al voor gezorgd Zij wil, dat
ik goed getrouwd ben, voor zij de oogen sl ut,
en zij heeft een man voor mij gevondeneen
knappen jongen, schrijft zij, en hij heeft een
eigen huis, een mooi huis: Wat heb ik aan
een man zonder huis Ik begrijp eigenlijk
niet hoe jij. die geen huis bezit en geen geld
er bij om er een te koopen, 't durft te wagen,
aan mij te denken.
De stevige boerenzoon had zwijgend ge
luisterd naar de grievende woorden van het
meisje, dat in haar veelbegeerde schoonheid
een vrijbrief vond om te zeggen wat haar voor
den mond kwam.
En hij gal een antwoord, dat zij allerminst
had verwacht; hij sloeg zijn armen om haar
heen, trok haar naar zich toe en gal ue
fel weerstrevende een zoen, die klapte.
Doch nu rukte zij zich los, en de vlammen
de woede in haar donkere oogen was ditmaal
zóó weinig spel, zoo oprecht gemeend, dat
CUff«y 't toch geraden achtte, gevolg te geven
aan de weinig gastvrije uitnoodiging. En
nu dadelijk de deur uit!
De koene veroveraar maakte eeu weinig
glorieuzen aftocht.
Sedert meed John het meisje zooveel hij
kon, wat niet gemakkelijk was, want hij
diende als knecht en zij als meid op twee
aan elkaar grenzende hoeven, wier bewoners
van oudsher in vriend-chappeiijke verhouding
leefden. Knechts en meiden ontmoetten el
kaar herhaaldelijk, en pachter Bleunow, Mary's
boer, wist evengoed als pachter Byrne, Johns
broodheer, dat de stille, stoere boerenknecht
op zij wijze het hot maakte aan de knappe,
maar ietwat lastige jongedame.
En wat zeg je nu w» l van John Claffey?
vroeg Blennow, op een avond uit't dorp thuis
komend.
Wat is er met hem? vroeg vrouw Blen
now, niet bijzonder nieuwsgierig.
De meid echter spit te de ooren. Wat kon
er voor merkwaardigs gebeurd zijn met den
buurvrijer?
Hij heeft zich aangemeld om het spulletje
van Cary te huren, dat aan de gemeente hoort,
'tls een mooi gedoe, een aardig huis meteen
Hinken lap grond er bij. Ik denk wel, dat
ze 'them zullen geven.
Zijn ze gek barstte de meid uit.
John Claffey? Waar moet die geld vandaan
halen voor de huur en wat er verder komt
^De boer haalde glimlachend de schouders op.
Ik denk uit zijn oude kous En ik kan
je er nog bij vertellen, dat hij van plan is te
gaan trouwen. Want de opzichter maakte de
opmerking, dat ze liefst een get'ouwd huuider
hadden. Wat is een boerderij zonder vrouw.
En wat zei John daarop
i een bezwaar", zei hij geef mij het
kooitje maar, dan zal ik wel zorgen, dat er
een vogeltje in komt." We hebben er hartelijk
om gelachen.
Mary bhaw lachte niet, en zij bedacht met
schrik en jaloezie, dat John de laatste Zon
dagen altijd onzichtbaar was geweest. Waar
kon hij geweest zijn, en bij wie Do hope-
looze poging om deze vraag te beantwoorden,
kostte Mary een goed deel van haar nachtrust.
Den volgenden dag, toen een der jongste
van de vele Byrne-teigen het huis der Blen-
nows passeerde, werd hij met een mooi praatje
vastgehouden door Mary, die hem een koperen
stuiver in het ongewasschen knuistje drukte.
Zeg eens, Tommy, w*ar gaat jullie John
eiken Zondag naar toe.
Naar zijn meisje, antwoordde prompt de
kleine man.
Hoe weet je dat
Ik heb hem gezien, op een Zondag, toen
wij uit de kerk naar huis reden.
Waar was dat?
Dicht bij 't dorp. Ze stonden te praten
bij een hek, zij. aan den eenen kant, hij aan
den anderen.
En wie was dat meisje?
'kWeet niet.
Was ze joDgof al een ouwetje
'k Weet niet.
Wat had ze aan
'n Jurk.
Hoe 'n jurk
'k Weet niet precies.
Zwart of wit.
J*-
Wat ja? Een zwarte?
Dat kan wel
'Ofeen witte
Dat kan ook.
Weet je secuur, dat 't een witte jurk was
Ja, eeu witte.
Maar dat kan toch niet, zwart en wit
tegelijk 1
Dat kan wel, wit van boven, zwart van
onderen.
En de jongen, het lastige gevraag moede,
draafde opeens weg, zijn schat tusschen duim
en vinger.
boede Hemel 1 zei Mary tot zichzelve,
zij droeg een witte blouse en een zwarte
rok. Wat voor floddermadam kan dat wel
zijn 'iWacht maar, Johnny, als ik jou te
pakken krijg!
Maar ze kreeg hem niet te pakken. Buur
man John had het veel te druk met zijn
zaten, hij had geen tijd, zich met het buur
meisje te bemoeien
't Ging niet zoo vlot met zijn plannen voor
zelf>tandigh<-id Jaren lang, van toen hij een
jongen was, had hij bij de Byrne's gediend
en 't voor lief genomen met 'i nederig lot van
een inwonenden knecht Ze waren nu bang,
dat hij j retenties van zelfstandigheid zou
krijgen, als hij /ijn eigen huisje en een akkertje
daarbij had. De oude Byrne kon die ge
dachte niet uitstaan. Wat verbeeldde zoo'n
jongen zich wel
Hij sprak er met John over, schilderde in
de somberste kleuren de bezwaren, die hem
wachtten, in ruil voor 't .onbezorgde" leven
van een inwonenden knecht; doch John liet
hem praten. Hij had 't huisje van de gemeente
al gehuurd; wat zouden de heeren zeggen,
als hij 'tnu in den steek liet?
Tegen de „heeren", de dorpsnotabelen, durfde
Byrne ook niet op hij deed er dus het zwijgen
toe, en verbeet zijn ergernis.
't Huisje van de gemeente, dat bij een
vorigen huurder in verval was geraakt, werd
netjes opgeknapt. Ambachtslieden waren er
aan 't werken ieder praatte er over, hoe
mooi 't nu werd, de een met instemming, de
ander met kwalijk verholen nijd.
Mary negeerde steeds het onderwerp en deed,
of de zaken van John Claffey haar in't geheel
niet aangingen. Maar op een avond, toen de
nieuwsgierigheid haar te machtig werd, sloop
zij de deur it, om zich met eigen oogen van
het wonder te gaan overtuigen, 't Was heldere
maan, en langs achterwegen bereikte zij de
plek Het huisje zag er, in het magische
licht, inderdaad wondrrschoon uit. 't Stond
wat achteuit, door een tuintje van den weg
gescheiden,
(Wordt vervolgd.)