ÏOo
I
een woord van dank aan haar adres
zou gericht worden Het blijkt nu echter,
wat het verschil is tusschen een chris
telijk en een sosialistisch arbeider. De
eerste toont ook rekening te houden
met een 2nder deel der maatschappij,
terwijl de socialist alleen op eigen be
lang is bedacht en nooit genoeg kan
binnen halen en daarom wegloopt, als
hij zijn zin niet krijgt.
Dhr. Gilde protesteert ertegen, dat
gezegd wordt, dat het de taktiek der
socialisten is om maar zooveel mogelijk
in de wacht te sleepen. Zelfs de f 6,
die dhr. Oggel meende, dat genoeg was
voor een arbeidersgezin om een week
van te leven, heeft niemand gekregen
De Voorz. zegt, dat de raadsleden
toch gebonden zijn aan den eed om te
handelen in het belang der gemeente,
dus in ieders belang en niet in het
belang van een bepaald deel der inge
zetenen. Ook moet hij dhr. Gilde aan
manen niet zoo heftig en persoonlijk
op te treden.
Dhr. GildeMaar waarom is die
man dan zoo hatelijk, mijnheer de
voorzitter
De Voorz.We gaan verder.
Gemeente-geneesheeren ieder f 400
en mej. Kolfer Moerdijk, verlosk. f 750.
Kosten krankzinnigen (6) f 2370.
Aandeel voor het rijk in die kosten
f240.
Burgerlijk Armbestuur f5500.
Pensioenen f259.62.
Dhr. Gilde zou in verband met de
werkloozensteun, die nu van het armbe
stuur moet komen volgens de kranten
meer subsidie aan dat lichaam willen
geven.
De Voorz.Als het armbestuur denkt
voldoende te hebben, aan f 5500, dan
hebben B. en W. geen vrijheid om meer
voor te stellen. Het bedrag is voorge
steld in verband met de ingediende
begrooting van het Burg. Armbestuur.
Dhr. Gilde zou ook het Armbestuur
willen uitbreiden van 5 op 7 leden.
De Voorz. zegt, dat B. en W. den
tijd nog niet gekomen achten om daartoe
over te gaan.
Dhr. Gilde zegt, dat in de vorige
vergadering betoogd is, dat in het arm
bestuur de partijen evenredig vertegen
woordigd waren, maar behalve de onze,
zit er ook niet in de partij der Christ.
Hist., die toch blijkens de stemmen
sterker is, dan de Katholieke partij.
Dat de chr. hist, daar niet op spreken,
moeten ze weten, maar wij spreken er
wel op en daarom handhaaf ik mijn
voorstel om in het armbestuur een af
gevaardigde der arbeiders te benoemen,
die is toch beter op de hoogte met den
toestand der armen, dan de beter geci-
tueerden.
Dhr. Dieleman zegt, dat blijkbaar dhr.
Gilde niet goed thuis is in de samen
stelling van het Armbestuur. De wet
houdt geen rekening met de politieke
richting der leden, maar met de kerke
lijke richtingen, die er zijn En dan
zou hier voor de Oud-Gereformeerde
kerk nog plaats geruimd kunnen worden,
waartoe desgewenscht een lid der
Geref. kerk wel bereid zou zijn, maar
spr. gelooft toch wel, dat de kerkelijke
groep, waartoe dhr Gilde benoort, ook
in het Armbestuur is vertegenwoordigd.
Dhr. Gilde noemt dat een zonderling
standpunt. Dat is weer zoo echt op
z'n Axelsch kerkje spelen en hij vindt
het treurig, dat degenen, om wier di
recte belangen het hier gaat, geen ver
tegenwoordiger hebben en het negeeren
dier menschen noemt hij hier een machts
misbruik.
De VoorzDat mag u niet zeggen,
mijnh. Gilde. Zulke uitdrukkingen kan
ik niet toelaten en dat is ook nog nim
mer gebleken.
Het voorstel-Gilde wordt niet gesteund
en komt dus niet in stemming.
Daarna vraagt dhr. Gilde hoeveel
verlossingen er plaats hebben voor re
kening van het Armbestuur?
De Voorz.Dat is mij niet bekend,
maar als u dat weten wil, kan ik het
onderzoeken.
Dhr. GildeJa, daarover wil ik wel
eens inlichtingen.
De Voorz.Goed.
Hoofdstuk X, landbouw f 237.50.
(Subsidie geitenvereeniging f 37.50 en
subs. chr. landbouwschool f 200.)
Hoofdstuk XI, handel en nijverheid
f 2.228.75.
Subs. Z. V. T. M. f 940 en autobus f 100.
Werkloozenkas f600.
Corresp. arbeidsbemiddeling 250.
Pensioen van den corresp. 38.
Kosten jaarmarkt 300.
Hoofdstuk XII, belastingen f335.
Hoofdstuk XIII, gasbedrijf f9740.71.
Verz. en pensioen personeel f 1.678.14,
Renten f 3.037.56, Aflos f 4985, Onvoor
zien f 30.
4, vleeschkeuringsbedrijf f 400.
Hoofdstuk XIV, kasvoorziening f465.
Hoofdstuk XV, overige uitgaven f 25.
Hoofdstuk XVI, onvoorz. uitg.f 1751.18.
Inkomsten.
Hoofdstuk I, batig saldo van 1921
en 1922 f 10.153.60
II. Algemeen beheer 9.416.96
Verdeeld als volgt
Uitkeeringen van het Rijk f 7940 06
Secretarie leges 477.65
Rechten vuurwapens 184 50
Bij dezen post merkt dhr. Kruijsse op,
dat uit die rechten eigenlijk ten onrechte
een slaadje wordt gevormd. Hij zou
het hoofd van de politie in overweging
willen geven, voor langeren tijd ver
gunning te geven om wapens te dragen.
De Voorz.Er zijn 3 soorten ver
gunningen voor wapenhandelaars. Gewo
ne, buitengewone en wapenhandelaars
Deze laatsten betalen f 0.25 en de overigen
f 1.wat niet te veel geacht wordt.
Dhr. KruijsseDe maatregel wordt
toch alleen genomen, om te weten, wie
een wapen heeft en daarom mag er
toch geen belasting van gemaakt wor
den Zoodoende krijgt men, dat alleen
brave menschen betalende anderen
zwijgen, want het bezit van een vuur
wapen is niet strafbaar. En waar nu,
zooals hier, de veldwachter aan de
deur komt met een briefje waarvoor
men een gulden betalen moet, lijkt het
wel een belasting.
Pensioenbijdragen f814.65.
Deze bedragen eigenlijk totaal f 2587.27,
doch die som is verdeeld over meerdere
hoofdstukken.
III. Openbare veiligheid (Pensioen
bijdrage) f270.
V, Volkshuisvesting f 18.184.09.
Annuïteit van het Rijk voor de wo
ningen f 12.784.09, en bijdrage van het
Rijk in het tekort f5400.
VI, marktgelden f 50.—
en pensioenbijdragen 260.77
VII, Particuliere eigendom
men 1089.13
Huur van 5 noodwoningen ad f0.90
per week, 4 ad f 1.75, normaalschool
f 178.33, veldwachter f 100 en Fokker
f200, is totaal 1077.33
Tuingrond f258, cijnzen en erfpachten
f 175.30 en recognitiën f7.50.
Renten van kapitalen 351.
VIII, 2, openbaar onderwijs 18242.37
Schoolgelden 1200.—
Vergoeding van het Rijk
voor de salarissen der on
derwijzers 15805.—
Pensioenbijdrage Rijk 1237.37
7. Bijzonder onderwijs 4333.23
Schoolgeld 3900.—
Uitkeering van Zaamslag en Terneu-
zen, voor de school te Spui 383.23
Rente van de school te Spui 50.—
IX Ondersteuning aan be-
hoeftigen 298.62
Rijkssubsidie voor krank
zinnigen 240.—
Pensioen 58.62
Dhr. Gilde vraagt hoeveel het vorige
jaar is uitgekeerd door de gemeente
voor werkloozensteun en hoeveel daar
van door het Rijk is vergoed.
De Voorz. kan het bedrag door de
gemeente besteed, niet noemen en wat
het Rijk betreft, kan hij mededeelen, dat
dit wel herhaaldelijk staten heeft ge
vraagd van uitkeeringen, welke ook zijn
ingezonden, doch we ontvingen er tot
heden nog geen antwoord op.
Dhr. Gilde zou toch willen trachten
de beloofde 25 pCt. alsnog te krijgen
voor de gemeente.
XI. Rijksbijdrage voor Arbeidsbemid
deling f 108.75.
XII. Opbrengst belastingen f 74.685.50.
Verdeeld als volgt
60 opcenten gebouwde
eigendommen f 3091.63
15 opc. ongebouwd eigend. 1733.82
40 opc. personeele belast. 5058.55
Inkomstenbelasting 63000.—
(Vorig jaar f75'J00.) In verband met
hooge kosten voor onderwijs.
Hondenbelasting f 1.156.50
Vergunningsrecht voor
sterken drank 645.—
Dhr. Gilde komt bij dit hoofdstuk
terug op zijn idee om ook opcenten te
heffen van de vermogensbelasting. Er
is gezegd het is een recht maar geen
plicht, maar we kunnen gerust 100 op
centen vragen, want er is hier nog een
flinke bron, welke aangepakt kan wor
den, daarom zou hij dat willen waar
nemen. Er blijft toch altijd nog f 150.000
vrij en wie dus daarboven f 1 per dui
zend kan betalen, kan toch geen bezwaar
hebben, dat wij die bron aanroeren?
De Voorz Als we geld noodig hebben,
is het ongetwijfeld goed, dat we het halen,
waar het zit. Maar waarom zouden
we nu opcenten heffen, terwijl we op
het punt staan, om den hoofdelijken
smslag flink naar beneden te halen.
En zoolang we met den hoofd, omslag
niet hooger komen, als nu, is er nog
geen reden om opcenten te heffen van
de vermogensbelasting. Daar zijn alle
groote gemeenten huiverig van. En nu
is de hoofd, omslag te Axel niet hoog
te noemen, vergelekeh bij andere ge
meenten, te meer, waar we die misschien
nog met f4000 kunnen verminderen.
Dhr. Gilde gelooft, dat we een hoop
geld noodig zullen hebben ter voorzie
ning in den nood door de werkloosheid
en daarom dringt hij erop aan.
Dhr. Weijns vindt het een zeer on
billijk voorstel. Door de vermogensbe
lasting worden een groot aantal kleine
kapitaaltjes aangepakt, die het toch al
moeilijk hebben. Maar het verwondert
hem niet, dat de partij van dhr. Gilde
zulks vraagt, omdat die nu eenmaal
tegen bezit van kapitaal is, alleen het
kapitaal van de broeders houden ze met
beide handen vast. Maar iemand met
f 100.000 vermogen staat niet zoo sterk
als iemand, die een inkomen van f5000
heeft.
Dhr. van de Casteel steunt het voor
stel van dhr. Gilde.
Dhr. Gilde zegt, dat hij nu weer van
dhr. Weijns een hatelijkheid te hooren
krijgt, maar spr. wil wel zeggen, dat
van vooruitstrevend Cristelijke zijde
wordt toegegeven, dat die heffing van
de vermogensbelasting zeer billijk is.
Dhr. Weijns ziet echter het heilig
huisje van het kapitalisme bedreigd.
Dhr. Kruijsse is ook niet tegen hef
fing van die opcenten. Zooals de toe
stand nu is, wordt belasting betaald
van het inkomen, dat uit arbeid gevormd
wordt, terwijl voor hetzelfde inkomen
uit vermogen verkregen, niets wordt ge
daan. Daarom is spr. er wel voor,
maar dan onder die voorwaarde, dat de
hoofd, omslag met hetzelfde bedrag
werd verminderd, als de opcenten op
het vermogen inbrengen.
Dhr. WeijnsDat kan nooit veel be
dragen, want er wordt nu reeds 75 pCt.
van de vermogensbelasting geheven.
Vermogen is ook geen inkomener
zijn menschen, die een groot kapitaal
hebben aan bezittingen, en toch weinig
inkomen hebben.
Dhr. Kruijsse komt daar tegen op
dat iemand die f25000 bezit en dus
een inkomen heeft van f 1000, waarvoor
hij niets moet doen, dan nog maar
evenveel belasting betaalt, als iemand
die voor f 1000 per jaar van 's morgens
tot 's avonds moet werken. De groote
verdiensten worden niet gevormd door
hard werken.
Dhr. Gilde zegt, dat de wet op de
vermogensbelasting afkomstig is van
een Chistelijk ministerie en aan de hand
van de memorie van toelichting op die
wet betoogt spr. dat daaruit een heel ander
idee naar voren komt als dhr. Weijns
doet hoorenhet wordt niets meer dan
billijk geacht en in Axel is het wel noo
dig, dat we die belasting krijgen.
Dhr. J. de Feijter vindt het ook een
onbillijke belasting voor sommige cate
gorieën van menschen. Er zijn b. v.
tal van kleine renteniers, die dan ook
weer nog zwaarder belast worden, ter
wijl er misschien enkelen zijn, die het
niet voelen zouden. Maar spr. vindt
beter, om als we geen geld genoeg
hadden, dan maar de inkomens te nemen.
Dan drukken we iedereen en menschen
die een groot vermogen hebben, kunnen
dat hebben in land b.v. waarvoor ze
toch ook weer grondbelasting betalen.
Bovendien kan een inkomstenbelasting
geen bezwaar zijn voor de arbeiders,
daar die toch weinig of niets moeten
betalen.
De Voorz. brengt het voorstel Gilde
in stemming, dat wordt verworpen met
73 stemmen. Alleen de h h Kruijsse,
Gilde en van de Casteel zijn er vóór.
XIII, 3 Gasbedrijf f9.740.71
4 Vleeschkeuring 400.—
XIV Voorschotten 465.
XV Overige inkomsten 25.
Alzoo sluit de begrooting met een
totaal van f 85.593 32, met een overschot
voor onvoorziene uitgaven ad f 1.751.18.
Dhr. Gilde stelt nog voor om het
raadsgebed af te schaffen. Hij acht het
noodig, dat de nieuwe raad zich daar
over uitspreekt en zal er niet verder
over uitwijden.
Dhr. Oggel zegt dat hier weer een
tegenstelling blijkt. Dhr. Gilde haalde
zoo straks aan de woorden Gods, welke
hij uit het hoofdstuk van Jacobus ont
leende om aan zijn betoog kracht bij te
zetten en nu weer wil hij den invloed
van God op ons werk in de raadszaal
krachteloos maken, door het gebed af
te schaffen. Wij daartegen erkennen
dien invloed en willen daarom bidden
om Zijn steun, om ter Zijner eer te
werken en daarbij uitspreken, dat we
in Hem onze kracht zoeken.
Dhr. Gilde wil alleen maar wijzen
op het stuitend schouwspel, dat er vier
leden door hun houding toonen, dat zij
dat gebed niet wenschen en dan vindt
spr. dat protest zeer gerechtvaardigd.
De Voorz. merkt op, dat als men
zitting heeft in een college, dan behoort
men zich als minderheid bij de meer
derheid neer te leggen.
Dhr. Dieleman zegt, dat er tweeërlei
gebed is. Er is een persoonlijk gebed
en een gebed van algemeene strekking.
En nu meent spr., dat zoolang een volk
het gezag Gods erkent en zooals in een
plaats als Axel de kerken des Zondags
nog vol stroomen, mogen we onze rug
niet naar God keeren. Er blijkt echter
tusschen de linksche en rechtsche
raadsleden een onoverschrijdbare klove
te bestaan. Indien de heeren niet van
het gebed gediend zijn, kunnen ze de
vergadering ook tijdelijk verlaten, dat
was misschien nog beter, maar dat zijn
hunne zaken. Wij echter zijn in het
volle besef van onze diepe afhankelijk
heid van God, dien we daarom om
kracht en zegen op onze leiding vragen.