59.
Dinsdag 30 October 1 !'v23
:m a
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
*r.
J. C. VINK - Axel.
Binnenland.
lO.
Di biad verscnnnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Gent.
DRUKKERUITGEVER
Bureau Markt C 4.
aOVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franc,o ingewacht, uiterlijk tol
Dinsdag- en Vrij dag voor middag ELF ure.
Kameroverzicht.
Da Vlootwet verworpen.
De spanning aangaande de Vlootwet
bleef tot de eindstemming voortbestaan.
Want hoewel men iederen dag de
neuzen telde en niet minder dan 32
leden der Kamer in eerste instantie
het woord voerden, waren er toch nog
steeds atgevaardigdeu over wier st m
men in het onzekere verkeerde en dit
gold inzonderheid voor eenige Roomsch
Katholieke leden. Het grootste deel
der R. K. algevaardigden gaf natuur
lijk aan de roepstem van den leider,
dr. NoleDS gehoor en steunde de Rè-
geering. Dinsdag was deze voorman
der R. K. Staatspartij aan het woord
en de belangstelling in de Kamer was
dus nog grooter dan anders. Velen
verwachten iets bijzouders, maar war
den teleurgesteld. De heer Nolens
heelt toch de' gave om, als hij eene
hoogst belangrijke en ingewikkelde
zaak bespreekt, deze als zeer eenvoudig
voor te stellen en het door hem inge
nomen standpunt als geheel vanzelf
sprekend, Op die wijze kan men er
zonder veel moeite toe Komen, te
verklaren dat men uit volle overtuiging
vóór de wet zal stemmen. Men krijgt
dan dikwijls den indruk, dat die over
tuiging zoo sterk gevestigd is, dat de
spreker zich zelfs niet de moeite geeft,
de bezwaren der tegenstanders ernstig
te overwegen. Natuurlijk verklaarde
de heer Nolens, dat hij in April 1922
niet vóór de uitstel-motie heeft gestemd
om het wetsontwerp van de baan te
krijgen. Eu hoezeer wij hem gaarne
geiooven, zoo heeft de afgevaardigde
toch niet aannemelijk kurmen maken,
waarom hij in 1922 de wet zoo weinig
urgent achtte en nu zoo dringend
noodig Dat er een algemeen plan
voor de vloot noodig is, acht dr. Nolens
vanzelf sprekend en dat men zich
voor tenminste 6 jaar bindt geen be-
j zwaar. En ook uit financieel oogpunt
zag hij geeu bijzondere moeilijkheden.
„De andere R. K. afgevaardigden, die
deze week het woord voerden, waren
heel wat miudèr zeker in hun Regee-
ringssteun. De eenige vrouw, die deze
groote partij in de Kamer vertegen
woordigt, mevrouw Bronsveld, ver
klaarde zich zeer beslist tegen het
wetsontwerp. Zij achtte de wet in lijn
rechten strijd met het streven naar
outwapening en beriep zich hiervoor
zelfs op een encycliek van Paus Bene-
dictus. De beer Fruyiier meende op
de zelfde financieels gronden als de
heer Van Scbaik zijn stem bezwaarlijk
aan de wet te kunnen geven, aange
zien de ramingen veel te gunstig
schijnen te zijn. En ook de heer
Kuiper bestreed de wet zeer krachtig.
Hij meende inzonderheid, dat het met
aangaat, de Kamer voor een lange
reeks van jaren te binden en dat de
Siaten-Generaal vrijheid van handelen
moeten hebben.
Mejuffrouw Katz was de eenige
vrouwelijke afgevaardigde, die in net
voordeel van de wet sprak, die zij op
voetspoor van dr. Nolens als de meest
eenvoudige zaak der wereld voorstelde.
De heer Schokking ging zoo ver, dat
hij eenigszins ontstemd was, dat de
Regeering niet het volle plan van 12
jaar eischte. omdat daardoor onze
weermacht zou zijn versterkt.
Daarna kwam eindelijk de Regeering
aan het woord en achtereenvolgens
kwamen de minister-Dresident en de
ministers van Marine, Koloniën, Finan-
ciëu en Buitenlandsche Zaken het
wetsontwerp verdedigen. Zooals men
ziet was het geheele kabinet gemobi
liseerd. Minister Ruys hield de groote
prn cipieele rede\ oeiing. De Regee
ring achtte zich niet verantwoord, de
uitvoering der vlootplannen nog langer
op te schorten en bij verwerping van
de wet zal het kabinet de verantwoor
ding niet langer kunnen dragen. Daar
mede was dus de kabinetskwestie in
de, Kamer gesteld en werd het voor
de R. K. afgevaardigden zeer moeilijk
hun stem aan de wet te onthouden.
Minister Westerveld bepaalde zich
tot enkele algemeene verklaringen.
Wij teekenen slechts aan dat hij het
niet noodig oordeelt het leger in Indië
ter wille van de verdediging der
steunpunten te versterken. Ook meende
Z. E., dat men niet voldoende waarde
hecht aan de adviezen vaD zijn des
kundige raadgevers, maar is dit een
wonder, te midden van de groote on-
eenigheid, die er steeds tusschen de
deskundigen bestaat over dit onder
werp
De minister van Koloniën was ten
opzichte van den financieelen toestand
van Indië zeer optimistisch gestemd.
Men moet zich niet te zeer bevreesd
maken over de tegenwoordige tekorten,
die zullen volgens het oordeel van Z. E.
wel geleidelijk dalen. Op aoderp
punten kan wel wat worden bezuinigd
en de opbrengsten zullen wel weer
omboog gaan. En minister Colijn
herbaalde nog eens uitdrukkelijk dat
de vlootwet voor ons land geen nieuwe
lasten meebrengt, waarbij bij natuur
lijk uitsluitend de vloot van zes jaren
op het oog had. Ten opzichte van
deze optimistische beschouwingen wer
den de beide Miuisters door den Indi-
scben fiuancieelen specialist den heer
Gerritsen nog duchtig onder handeD
genomen.
En ten slotte kwam nog minister
van Karnebeek verklaren, dat het
wetsvoorstel niet in strijd kwam met
de couterentie van Washington. De
Regeeriug kreeg nog een prachtige
gelegenheid om een uit3tei te aanvaar
den doordien juist dezer dagen bet
bericht bekend werd, dat ons land is
uitgeDoodigd om aan eene conferentie
te Genève omtrent de vlootplannen
van alle mogendheden, die oorlogssche
pen bezitten, deel te nemen. Maar zij
wilde nu eenmaal van geen uitstel
weten en het wetsontwerp er met zoo
groot mogelijke haast doorjagen.
De replieken hebben slechts zeer
kort geduurd. Veel aanleiding voor
lange beraadslagingen bestond er trou
wens met meer. De redevoeringen
van de Regeeringstafel hadden geen
nieuwe gezichtspunten geopend en het
onderwerp was door wekenlange be
raadslagingen geheel uitgeput.
Natuurlijk kwam de pressie, welke
naar het schijnt van de zijde van den
Minister president op de R. K. kamer
leden en op de R. Kath. pers is uitge
oefend, om zich vóór de vlootwet uit
te spreken, ook in het debat.
Zoo naderde het oogenblik van de
stemming. Verschillende Kamerleden,
die min of meer ernstig ongesteld
waren, verschenen toch ten tooneele.
Slechts de heer Gerritson, die zeer
ernstig ongesteld is en dus onmogelijk
kon komen, bleef afwezig. En deze
afwezigheid werd de Regeering nood
lottig, want het wetsontwerp werd
onder groot gejuich van de linkerzijde
met 50 tegen 49 stemmen verworpen.
Was de heer Gerritson aanwezig ge
weest, dan zou de uitslag 50 tegen 50
zijn geweest en dus een nieuwe stem
ming noodig zijn geweest.
Hiermee is dus het wetsontwerp dat
gedurende zoo vele maanden de hoof
den der Nederlanders warm heeft
gehouden van de baan. De vlootwet
is gevallen.
Aan wie de schuld?
Wij zullen ons niet uitspreken over
de vraag ot voor Nederlaud en
maar dan vooral voor Indië de
verwerpiog der vlootwet aanleiding
geeft tot een condoleantie of een ge-
lukwensch, doch volstaan met de
mededeeling, dat in lodië deze geste
van de Kamerminderheid in toon-aan-
gevende, beter gezegd in vrijwel alle
kringen, geeu guustigen indruk zal
maken.
Naar onze meening heeft de Regee
ring den uitslag aau haar zelve te
wijten. Zij kan het niet helpen, dat
mannen, als bijv. ae ministers van
Marine en Koloniën geen overtuigend
uitgesproken rede kunnen houden en
van een papiertje moeten voorlezen,
daardoor niet in staat zyn een weifelaar
lot hun opiDie te bekeeren. Maar zij
kan w e verantwoordelijk worden
gesteld voor de wijze, waarop over
't geheel deze zaak is verdedigd.
Er is te weinig open kaart
gespeeld, te veel gespeculeerd op
politieke machtsmiddelen.
Had het Ministerie in de eerste
plaats het nationaal idee meer
naar voren gebrachtbetoogd, dat een
betere bescherming van Indië uit een
Nederlaudsch-nationaal oogpunt en met
het oog op de internationale verhou
dingen beslist noodig was had zij niet
zulk een weifelend antwoord gegeven
iuzake de opinie van den Gouverneur
Generaal en kortweg verklaardhoe
die opinie ook is, ik minister van
Koloniën, draag de verantwoording eu
i k vind het noodigkortom was
overal en in elk opzicht open kaart
gespeeld, dan had men misschien
de wet er doorgehaald.
Het is te betreuren dat 's Lands
zaken zoo vaak ondergeschikt worden
g smaakt aan pariijbelang. Want, de
wet is nu wel gevallen met één stem
meerderheid, doordat toevallig één
rechts lid zoo ziek was, dat hij met
kon komen, maar men kan toch niet
zeggen, dat in de helft plus één een
volkswil uitgesproken wordten zeker
niet, nadat de volksvertegenwoordigers
elkaar bestreden hebben om politiek
gewin te maken.
't Is jammer, dat een zoo belangrijk
onderwerp niet nuchter, zonder onder
grond of bijbedoelingen, kan worden
behandeld, want door een uitspraak
als deze is o. i. lang niet uitgemaakt,
dat de meerderheid van denkend
Nederland zou zijn gekant tegen een
behoorlijke versterking van onze vloot.
Echter, deze is van nu af aau uit
gesloten. Men zal wellicht trachten
in staud te houden wat er is, maar
er is niet veel en als vloot is dat
weiuige absoluut niets en blijft aus
Ned. Indië weerloos, een twistappel by
elk mogelijk conflict.
Wat nu?
De val van de Vlootwet beteekent
ook de val van het Ministerie, van af
het oogenbliK, dat de Minister-President
namens zijn amotgeriooten verklaarde
de verautwoordelijKbeid van 's Lauds
zaken niet te kunnen dragen, als dit
wetsontwerp door de Kamer vei wor
pen werd. En reeds heeft het Kabinet
zijn ontslag aan de Koningin aange
vraagd, doch naar gemeld wotdt, heeft
H.M. in overweging genomen de op 27
October 1923 ingediende aanvrage om
ontheffing uit hun ambt van de Miuis
ters en hun verzocht zich iumiddels te
willen blijven beiasten met de b-man-
deling en afdoening zoo mogelyk van
de loopende zaken.
Ailerwege klinkt dus de vr ag wat
nu
Als Kabinets-formateur wordt ge
noemd oud-Minister de Geer en dat
zou niet onlogisch zijn, als wij maar
konden nagaan, hoe de samenstelling
overigens zou moeten worden.
Een Kabinet van het linksche men
gelmoes met 10 afvallige R. K. lijkt
onbestaanbaar, gelet op d toch
altijd in wezen kerkelijke richting der
Kamermeerderheid zoowel als op de
sameusteliing der Eerste Kamer. Zulk
een Kabinet zou geen drie maanden
zitting hebben.
Een rechts Kabinet lijkt onder de
gegeven omstandigheden eveneens uit
gesloten.
Dan een Zakenkabinet,,zonder kleur,
met voornamelijK uit de tegenstanders
der Vlootwet gekozen mannen Een
anti-defensie-kabiuet dus, waut caarop
zou het neerkomen ook al Kiest men
den naam Kabinet d'affaires.
Maar hoe dan met de dringende
noodzakelijkheid om te bezuiuigen?
De Vlootwet is verworpen, voorna
melijk ter wille van fiuancieele over-
wegingen. Althans men wil het zoo
doen voorkomen.
Er zal dus moeten worden be
zuinigd.
Maar iedereen weet, dat ook daarby
de politiek een woordje mede zal
spieden en de eene partij het bczui-
mgingsmes op g e h e e 1 andere plaatsen
iSCHE
Telef. 56. - Postgiro 60363.