t\o. 45.
Dinsdag II September 19^3.
39e «iaai g.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
IJ is 4e Wrake
J. O. VINK - Axel.
Buitenland
FEUILLETON.
1
Di blad verscmjnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per oost 1 Gulden.
Afzonöeriilke Nos. 5 Oen
DRUKKERUITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postgiro 60363.
ADVERTENTIES van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regei meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrtjdagvoormiddag ELF nre.
De aardbeving in Japan.
Na de vage berichten van de out-
zaglijke ramD, welke naar Japanschen
tijd omstreeks halt twee, op het etens
uur, het laud der Rijzende zou heeft
getroffen, juist in zijn dichtstbevolkte
gedeelte, dat een oppervlakte heeft van
20.000 vierkante mijl met een bevol
king van 15 millioen wordt nog het
volgende gemeld. De telkens zich her
halende aardschokken te Tokio zijn
er bij de 200 en den volgenden dag
nog weer 57 geteld hebben een on
beschrijflijke verwoesting teweegge
bracht. In enkele uren is het zoo
machtige en zoo gevreesde Japan
teruggebracht tot een mogendheid van
den vierden rang.
Nu van allen kant ooiogschepen van
alle natiën naar Nipon zijn gezonden
en sommige daar reeds zijn aangeko
men, zullen juistere berichten dan de
tot dusver outvangene weldra een
denkbeeld geven van de ramp, die
aan vele tienduizenden het leven heeft
gekost en andere honderduizenden
heeft beroofd van al hetgeen zij be
zaten.
Een te Londen vertoevend lid van
het Japansche parlement heeft de ma-
terieele schade, veroorzaakt door de
aard- en zeebevingen, begroot op tien
duizend millioen yen. Wel wordt erin
de Oude- en de Nieuwe wereld, be
halve gitten in nature en vooral
rijst, waartoe China het voorbeeld gat
70)
geld bijeengebracht voor het lenigen
van den eersten nood der slachtoffers,
doch waar het economisch verlies zóó
groot is, za' het tientallen jaren duren
eer het keizerrijk zal zijn bekomen
van deze grootste ramp, welke het
ooit heeft getroffen en welke het ge-
üeeft ontredderd.
Oader deze omstandigheden behoeven
we niet stil te staan bij de mogelijke
gevolgen van het ontkomen van de 20
voornaamste leden der Seiojukai-partij,
de modernisten, de antipoden van ad
miraal Yamamoto, den nieuwen pre
mier, het hoofd der Genrai, de zoozeer
bevoorrechte, oer-conservatieve adeis-
partij, en oovenal den navalist bij uit
nemendheid, die het „Azië voor de
Aziaten" tot lijfspreuk had.
In zoover kan er ook uit een ramp
iets goeds geboren worden. De „ko
mende oorlog in de Stille Zuidzee" be
hoeft voorloopig niet meer het spook
te zijn waarmee wordt getracht, de
vloot-vacaatie weer ongedaan te maken.
Uit Sjanghai wordt nog gemeld De
toestand in de verwoeste gebieden van
Ja- an wordt thans duidelijker. Uit te
Londen ontvangen telegrammen blijkt,
dat, hoe vreeselijk ook het aantal
slachtoffers van de aardbeving, den
brand en de vloedgolf is, het zeer is
overdreven. Een onderschept draad
loos telegram schat het aantal slacht
offers te Yokohama op 50 000. Alle
Banken in de getroffen streek worden
weer geopend.
Uit Nagasaki wordt gemeldDe
hulpverleening wordt te Tokio krachtig
ter hand genomen. De regeering stelt
onbeper&ta fondsen uit haar reserves
ter beschikking voor den aankoop van
levensmiddelen. De geheele tenten-
voorraad van leger en vloot wordt ge
bruikt voor het verschaffen van ouder
dak aan de door den ramp getroffenen,
in afwachting van het bouwen van ba
rakken.
De vice-gouverneur van de Bank
van Japan deelt mee, dat de Bank de
verhandeling van openbare fondsen
Woensdagochtend heeft hervat en ver
zekert, dat de specie, in het hoofdkan
toor bewaard, onbeschadigd is. Dit
bedraagt 1050 millioen yen. De depo
sito's bedragen 2320 millioen yen.
Uit Osaka wordt gemeld, dat onge
oorloofde winstneming bij den handel
in noodzakelijke levensbehoeften, straf
baar is gesteld met 3 jaar gevangenis
straf en 3000 yen boete. De vesprei-
ding van geruchten, die onlusten, of
schade aan leven of eigendom zouden
kunnen teweegbrengen, is strafbaar ge
steld met tien jaar gevangenisstraf en
3000 yen boete.
Het moratorium, het verbod van on
redelijke winstneming en het verbod
van verspreiding van valscbe geruch
ten ziju afgekondigd in den vorm van
keizerlijke bevelen.
Uit Nagasaki wordt gemeld, dat de
min.-president in een openbare mede-
deeliug er bij het volk op aandringt,
zelfbebeerscüing te toonen. „Wij moe
ten" zoo verklaarde hij, „zelfs in tijden
van stoornis toonen, dat de Japanners
in staat zijn, hun geestelijk evenwicht
te bewaren, te doen hetgeen recht
vaardig is, de bevelen te gehoorzamen
en den vrede lief te hebben".
Voorts dringt Yamamoto aan op be
scherming van de vreedzame Koreanen,
zelfs indien het juist zou zijn, dat som
mige Koreaansche elementen onrust
hebben verwekt.
Volgens de jongste ofïlicieele schat
ting, verstrekt door het Dep. van Bin-
nenl. Zaken te Tokio, zijn er te Yoko
hama 30.000 menschen omgekomen en
100.000 gewond.
In geheel Japan beloopt het aantal
dooden zoowat 200.000.
In verband met de ramp worden,
naar uit Nagasaki wordt gemeld, tal
van voorbeelden van heldenmoed ge
noemd. In de stad Yokohama wei
gerden Japansche kindermeisjes hun
buiteniandsche meesteressen en de aan
hun zorg toevertrouwde kinderen te
verlaten. Zij gaven de voorkeur aan,
te sterven boven alleen te ontkomen.
Jap. keukenmeisjes, chauffeurs en an
deren waagden daarbij hun leven. Een
koelie stond midden in de vlammen en
hielp vrouwen en kinderen buiten het
gevaar brengen. Hijzelf kwam door
de verstikking om het leven.
Volgens een priester, die den Aka-
koerageyser bezocht, is prinses Nagako,
de verloofde van den prins-regent, die
aldaar vertoeft, ongedeerd gebleven.
De gouverneur van Kanagawa, de
provincie aan de baai van Tokio, zeide
dat de Amenk. consul en zijn echtge-
noole in het gebouw van den gouver
neur zijn gevlucht, doch door de vlam-
(Wordt vervolgd;,
(Vrij uit het Duitsch.)
„Dan zijn wij dus opnieuw zonder betrek
king," bromde de koetsier, „gaat Lamb dan
mee naar Duitschland
„Niemand, mijnheer gaat alleen, evenals hij
gekomen is. Hij neemt niets Engelsch mee,
dan zijn betaalde rekeningen en dat is gewis
een kostbaar aandenken."
Het gesprek verstomde, want de graaf trad
naar buiten, noemde een straat en huisnummer
in de City en na een snellen rit hield het
rijtuig stil voor het huis van een bankier.
De graaf toonde een assignatie op de bank
van Engeland van duizend pond en verlangde
de uitbetaling door den bankier niet in papier,
maar in goud.
Hij stak de verschillende rolletjes goud in
de zakken van zijn rok, terwijl hij het aanbod
van den bankier, om het goud bij hem aan
huis te laten brengen, afwees met de opmerking,
dat hij zijn rijtuig bij zich had.
Maar hij reed niet naar huis. Op het
naastbijzijnde plein steeg hij uit, beval den
koetsier naar huis te rijden en eerst toen die
uit zijn oog verdwenen was, steeg hij in een
huurrijtuig en noemde een straat in een der
voorsteden.
Nooit, gedurende zijn vierjarige echtveree-
niging, had hij dezen voorzorgsmaatregel ver
zuimd, nooit had hij zijn geheim aan een zijner
bedienden prijsgegeven.
De woning, die hij den koetsier aanwees,
was niet meer het lieve kleine huis met het
nette tuintje, waarin Magdalena den eersten
gelukkigen tijd harer liefde had doorgebracht,
dat hij zoo sierlijk voor haar had ingericht.
Was het berekening van hem, was het de
schuld zijner ontoereikende middelen, of lag
het aan beiden, dat zij reeds tweemaal van
wofiing had moeten verwisselen en telkenmale
was de ruil ongunstiger. Telkens ook had
Herbert een andere streek uitgekozen en
Magdalena was vreemdelinge ih Londen als
op den eersten dag.
Zij had hem dezen morgen nog niet gewacht,
diep zat zij over haar werk gebogen en
slechts nu en dan viel haar oog op het kind,
dat spelend aan haar voeten zat en door haar
gepraat somwijlen een helderen glans van
geluk op haar gelaat te voorschijn riep.
Een weinig bleeker was zij geworden en
iets magerder, de vroolijke kinderlijke lach was
verdwenen uit haar trekken, maar de meer
ernstige uitdrukking ontnam haar niets van
haar schoonheid. Het gekrulde blonde haar
was kunsteloos weggestreken van het edel
gevormde voorhoofd en de eenvoudige heldere
huisjapon gaf haar iets meisjesachtigs.
Ook de woning droeg een ander karakter
dan voorheen en als men in Magdalena's ver
schijning de vroolijkheid miste, die haar eens
zoo onwederstaanbaar gemaakt had, zoo ont
brak ook aan deze kamer veel van de sier
lijkheid en bevallige schoonheid, die haar de
eerste woning deed toeschijnen een klein
paradijs te zijn.
Er was niet voor gezorgd, de ruimte op
nieuw te versieren'; de donkere muren, door
het licht der op het noorden gelegen vensters
flauw verhelderd, maakten een bijna droeven
indruk, de vroolijke landschappen, die haar
vroeger woonvertrek versierden, waren ver
dwenen, de elegante meubels door meer een
voudige vervangen en de sierlijke kleinigheden
die tatels en consoles getooid hadden, vonden
hier geen dragers.
Nochtans bemerkte men overal een schoon
heidslievende handde witte gordijnen in
hun eenvoud, de bevallige schikking der
zorgvuldig netgehouden meubels, de smaakvol
geschikte bloemen in de nette kleine vazen,
die zich uit vroeger tijden stoutmoedig hier
een tehuis geschapen hadden, dit alles sprak
van de zorg om aan het vertrek een vrien
delijk, huiselijk aanzien te geven. Het eenige
wat overigens nog zijn plaats behield, was
Magdalena s muziekinstrument, en het open
geslagen klavier bewees, dat zij het gebruikte.
Zij had zelfs in den laatsten tijd, waarin
het haar in de gedachten gekomen was, door
les geven tot haar onderhoud bij te dragen,
vlijtiger gespeeld dan ooit te voren, om
mogelijk verzuim in te halen en deze natuur-
gezeite plichtvervulling loonde haar niet
zelden, daar zij den kommer bande, die nu
zoo vaak haar het hart droevig maakte.
Toen Herberts rijtuig voor het kleine be
scheiden huis stilhield, waarvan de beneden
verdieping bewoond werd door den eigenaar,
een oud grommig man, met zijn dochter, wierp
Magdalena een blik door het openstaande
venster der bovenkamer en toen weerklonk
een luide vreugdekreet, waarmee het kleine
meisje, haar moeder navolgend, met kinderlijk
juichen instemde. Magdalena vloog haar man
tegemoet en zag het niet, dat het rijtuig bleef
staan en dat het zoo smartelijk verwachte
bezoek een betrekkelijk kort zou zijn.
Maar hoe ook van lieverlede zijn liefde en
vriendelijkheid waren afgenomen, hoe geduldig
zij haar aanspraken steeds meer beperkt had
tot de bescheidenste mate, heden lag in zijn
gelaat een vormelijkheid en koelheid, welke
haar trof tot in het hart. Wellicht kwam dit,
omdat zij hem zoo bang en reikhalzend had
tegemoet gezien, wellicht had haar verzoek
hem vertoornd, daar het zijn zorgen vermeer
derde. Zij liet de hand vallen, die slap in de hare
lag, zonder zich te sluiten en keek hem angstig
in de oogen.
„Mijn lieve dierbare man," zei zij feeder,
„gij komt zoo spoedig op den lichten hulp
kreet, dien ik liet hooren, ik hoop, dat ik u
niet verschrikt heb en ook niet vertoornd. Ik
ben zoo gelukkig, o zoo gelukkig, dat gij hier
zijt, dat mij in uw nabijheid mijn angsten
kinderachtig toeschijnen."
„Evenals zooveel nog bovendien," ant-
woordde hij, zich aan het venster plaatsend
en haar den rug toekeerend.
„Zeker," zei zij en bestreed dapper de
tranen, welke de ontgoocheling haar in de
oogen bracht, „ik was ook nog half een kind,
toen ik met u ging. Maar nu wordt dat alles
beter, het i s reeds gebeterd, geef dat toe,
mijn beste man. Hoe kan ik nog kinderachtig
zijn, daar ik moeder ben, een zoo gelukkige
moeder. Ziehier, Herbert," en zij hief het
kind, dat blond en lief was als zij zelf, van
den grond op en hield het voor hem, „zijn wij
beiden niet gelukkig, in weerwil van zoo
menige zorg
Hij wierp een halven blik op het kleine
schepsel en zei toen„Het is mij een gerust
stelling, Magdalena, dat het kind u zulk een
troost is. Het is echter ook een oude ervaring,
dat de moederliefde grooter is, dan de echte
lijke liefde, dat de verhouding tusschen moeder
en kind de eenige onverbreekbare is op de
wereld."
„Evenals iedere echte liefde," hernam zij,
het kleine meisje nederzettend. „Meent gij
dan werkelijk, Herbert, dat Veronica mij dier
baarder is dan gij, dat het geluk, haar te
bezitten, grooter is dan dat, om u toe te
behooren Neen, kom hier en wees goed
wees niet zoo somber en zwijgend, wij staan
toch na tot elkander."
„N o g," hernam hij langzaam, „maar hoe
lang Hoe lang denkt gij, Magdalena, dat
deze toestand nog duren kan
Zij boog het schoone hoofd en antwoordde be
droefd „Niet lang, dat weet ik. Daarom deed ik
u den voorslag, mij een deel onzer zorgen over
te geven, ik zal ze aannemen als een geschenk,
mijn Herbert."
Hij maakte een misnoegde beweging met de
hand. „Wat baat ons datWat gij verdient, zal
wellicht toereikend zijn, om de ellendige huur te
betalen en in uw eigen onderhoud te voorzien,
maar voor mij
„Voor u," herhaalde zij aarzelend.