%o. 42.
Dinsdag 4 September 11123
39fc «laarg.
I\ ÉJ
Hij is <t« Wcaks
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
J. C. VINK - Axel.
Buitenland
FEUILLETON.
Di blaa verscngnt eiken Dinsdas- en Vrljaatravonu.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maaDaen 75 Cent; franco per post I Gulden.
AfzonderiiiKe Nos. 5 Cent
l)K U KKEtt— UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postgiro 60303.
aOVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken ragei meer 12 Cent, Groote letters worden naar
plaatsruimte berexen i.
Advert,entiën worden iranno ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdasr- en YrfldafTOormiddag ELF ure.
Buiteniandseh overzicht.
De belangrijkste berichten zijn dit
maal ontvangen in het eind van de week.
Bijna onmiddellijk na de mare van
het vrij plotseling overlijden van admi
raal Kato, den Japanschen eersle-mi-
nister, kwam het bericht, dat graat
Utsida, de minister van Buitenlandsche
Zaken, althans tijdelijk de plaats van
den in den Russisch-Japanscben oorlog
beroemd geworden admiraal zouinnemen
als premier en vlak daarop verluidde,
dat het Kabinet-Kato collectie! ontslag
had gevraagd en dat aan admiraal
Jamamoto de vorming van 'n nieuw
Kabinet was opgedragen, welke opdracht
deze ruim 71-jarige had aanvaard.
Dat is een uiterst belangryke wijzi
ging in de politiek van Japan. Het
Kabinet Kato was een vau de krach
tigste, welke het land van de Rijzende
zon in lengte van jaren heeft gehad.
Kato had er zijn stempel op gedrukt
en tot zijn medewerkers trekozen de
meest eminente Japanners van de meer
moderne richting. De buitenlandsche
politiek, door dat Kabinet gevoerd,
bestond in hoofdzaak uit het terugkee-
ren naar de politiek in Takahaski,
welke vooral bedoelde toenadering tot
Rusland en tot Cüina en een allermi
nutieust vermyden van hetgeen aan
leiding zou kunnen geven tot een conflict
met de Vereenigde Staten, meer in het
bijzonder naar aanleiding van de Chi-
neesche quaestie. Wat Kato's binnen-
(Vrij uit het Duitsch.)
68)
De zaakwaarnemer maakte lachend een be
weging met de hand tegen den vertoornde.
„Het vooruitzicht uw schoonzoon te worden,
dit uitzicht was voor uw overleden broeder
evengoed als een pand, zooals de laatste
schuldbekentenis aantoont, waarvan hij zoo
zorgvuldig afschrift genomen heeft. De wereld
gelooft nog heden daaraan deed zij dit niet,
dan zou uw tegenwoordigheid dit huis be
zwaarlijk kunnen beschermen voor de dringende
schuldeischers."
Snel en zacht klopte iemand aan de deur en
bijna gelijktijdig vertoonde zich het ontroerde
gelaat van Theresa, die met haar vader naar
Tannensee gekomen was.
„Mag ik binnenkomen, papa zeide zij in
vloeiend Duitsch, „ik heb iets zoo goeds te
melden Herbert is bij zijn mama met een
jonge lieve bruid."
Graaf Wolf en de zaakwaarnemer sprongen
beiden op was dit nu de tijd, om liefde te
werven, een tijd, waarin de eer van het huis
gevaar liep? Een onuitsprekelijke verachting
vertoonde zich op het ernstige gelaat van den
graaf en hij drukte zijn kind aan het hart met
een hevigheid, als ware zij een groot ongeluk
ontkomen. Nog eer hij zich den tijd gunde,
om te vragen naar den naam der bruid, meldde
een bediende reeds graaf Herbert aan en aan
zijn arm trad een jonge, in het zwart gekleede
dame binnen die hij als zijn verloofde voor
stelde en in welke graaf Wolf Melanie Voltz
herkende.
Vriendelijk wenschte hij het jonge meisje
geluk en wierp op zijn neef een verbaasden
blik, welken deze met stoutmoedigen en licht
triomfeerenden oogopslag beantwoordde.
laudsche politiek aangaat, deze had
vooral ten doel de Japausche volks
kracht te versterken, niet alleen met
het oog op de nieuwe ideeëa, welke
zich hebben baan gebroken in het groote
eilandenrijk, maar óók met het oog op
dat conti ct.
Graat Jamamoto, de nieuwe premier,
is, evenals zijn ambtsvoorganger, een
vecht admiraal, Evenals Kato was hij
meermalen minister, gewoonlijk hootd
van het departement van Marine.
Evenals Kato, die in den Russisch-
Japanscben oorlog van 1905 de Russische
vloot vernietigde, werd Jamamoto be
roemd door den geweldigen strijd aan
de Jaloe, in de i Chineesch-Japanscben
oorlog van 1895, waarbij de halve
Chineescbe vloot werd vernietigd Aan
hern is h^t te danken dat de Japansche
vloot op «eu zóó dooge stap van volma
king kwam, dat zij tien jaar later de
geweldige Russische vloot reddeloos kon
verslaan.
De nieuwe premier is echter de fei
telijke leider van de oude, zeer bevoor
rechte adelspartij, welke uitermate
conservatief is en het „Azië voor de
Aziaten" als wapenspreuk heeft. On-
dauks zijn gevorderden leeftijd heeft
hij de opdracht om voor de derde maal
eeu regeering te vormen aanvaard en
het is geenszins onmogelijk, dat hier
door een a'geheele verandering zal
komen in de Japansche politiek,
al zal hieruit niet maar zoo aan
stonds volgen, dat er een oorlog
komt in de Stille Zuidzee.
De comedie was nu uit, Herbert wilde na
de nederlaag en de teleurstelling, welke hij
had ondervonden, zich ten minste de voldoening
verschaffen, te toonen, dat het niet de liefde
en de welwillendheid geweest waren zijner
verwanten, waaraan hij waarde hechtte.
Of graaf Wolfs grootmoedigheid nog in waarde
gehouden moest worden voor den naam des
dooden en voor diens weduwe, dit was Herbert
op het oogenblik onverschillig; hij zelfwas
toch gered, geheel onafhankelijk van iedere
hulp van een man, dien hij haatte.
„Deze gebeurtenis is geheel nieuw?" vroeg
graaf Wolf, om toch iets te zeggen in dit
pijnlijke oogenblik. terwijl hij vervuld was van
tegenzin en verachting jegens een man, die
zijn hand slechts uitstrekte naar rijkdom, die
niet het minste gevoel van schaamte had voor
dengene, die hem vaderlijk toegenegen geweest
was en wiens familietrotsch hem nu nog be
schermde voor ieder gevaar.
„Zij is tien dagen oud," hernam de jonge
dame. „Onze verloving had plaats op hetzelfde
uur, waarin Herberts vader stierf. Houdt gij
dat eigenlijk niet voor een droeve beteekenis, dat
geluk en dood zoo dicht bij elkander stonden
„Het is onder de omstandigheden een gena
degeschenk des Hemels," zei graaf Wolf ont
wijkend. „Het zou mijn broeder den dood
verlicht hebben, de zekerheid in u een dochter
te krijgen."
Weder ontmoetten de blikken der mannen
elkander, zonder dat Herbert de oogen terneder
sloeg, hij verloochende met stomme gebaren
ieder bewijs van achting, dat hem er mogelijk
toe gebracht zou hebben, zijn stap te recht
vaardigen.
Hij bekortte de voorstelling door zijn bruid
opmerkzaam te maken op de afgebroken bezig
heden zijns ooms, uitte den wensch, hem aan
tafel weder te zien en nam afscheid met de
beide dames.
Toen de deur gesloten was, kwam de zaak
waarnemer te voorschijn uit de vensternis,
waarin hij zich bescheiden had teruggetrokken,
Al even onheilspellend is het incident,
dat zich heeft voorgedaan op de Al-
baansch Grieksche grens. De hoofden
van een door den Gezantenraad aan- j
gewezen Italiaansche commissie zijn op
onomstootelijk Grieksch gebied in eea
hinderlaag gelokt. De auto met subal-
lerne officieren, welke vooruit reed,
liet men passeeren de daarop volgende,
waarin een generaal, een hoofdofficier
van gezondheid, de adjudant van den
generaal en een Albaneesche tolk zaten,
werd echter plots opgehouden, doordien
een zware boom dwars over den weg
viel en toen de auto stilhield, werd er
een 30-tal geweerschoten op gelost,
waardoor alle inzittenden werden gedood.
De Italiaansche premier is geen man
van halve maatregelen en hij heeft,
zoodra hij een betrouwbaar raDport had
ontvangen omtrent den laiïen, door
niets gewettigden moord, een ultimatum
naar Athene gezonden, dat lang niet
gemakkelijk is na te komen. Benito
Mussolini eischte natuurlijk verout-
scbuldigiogen, welke hij nauwkeurig
omschrijft en waartoe onder veel meer
behoort: „het brengen van eerbewijzen
aan de Italiaansche vlag door de Griek-
sche vloot in de haven van Piraeus,
waartoe een Italiaansch eskader zich
daarheen zal begeven, eu wel door
salvo's van 21 kanonschoten door de
Grieksche schepen, die gedurende deze
salvo's de Italiaansche vlag op eigen
bodem moeten bijschen het vinden en
straffen van de schuldigen met den
dood door ophangingen het betalen
binnen vijf dagen na het overhandigen
en nam zwijgend zijn plaats aan de tafel weer in.
„Ruben, Ruben 1" riep graaf Wolf ontroerd
uit, „ge hadt gelijk, de aangelegenheden mijner
fami'ie staan slechter dan ik meende."
„Zedelijk," hernam de oude man, „financieel
niet. Gij ziet het, de bres, geschoten in de
vooruitzichten van uw neef, is weer aangevuld
een andere erfgename zal voor hem optreden.
Maar alleen voor hem, niet voor de eer zijns
vaders of de toekomst zijner moeder, die hem
buitengewoon onverschillig zijn. De jonge graaf
heeft nog steeds alleen aan zichzelven gedacht en
hij zal natuurlijk de zorg voor den naam overlaten
aan hem voor wien die naam waarde heeft."
„Alzoo aan mij," hernam graaf Wolf. „Ik ben
vast besloten, Ruben, ik zal betalen. Gij weet het
beste, welke van mijn papieren op dit oogenblik
goed verkoopbaar zijn, bezorg mij dat en dan,
dan Ruben, blijf mij getrouw en genegen. Wij
zijn een goed eind teruggeslingerd op den weg,
dien uw omzichtigheid en trouw mij zoo schoon
geëffend had ga opnieuw weer met mij 1"
„Met u en voor u," verzekerde de zaak
waarnemer.
„Gij roept dus de schuldeischers te zamen en
geeft ieder het zijne," ging de graaf voort, „alleen
den heer Veitel niet het recht van overlevering
van Tannensee, vijf en twintig percent onder de
taxatie. Mijn schoonzuster zal' haar rijken inven
taris behouden Tannensee echter vervalttot een
verstandig bestuur aan mij terug. De gravin zal
natuurlijk aan een verblijf op de goederen barer
schoondochter de voorkeur geven, er buiten ge
laten, dat haar hart mij niet genegen is, zal de
plicht en de eer van den zoon in het geheel niet
gedoogen, dat deze zich het onderhouden zijner
moeder uit de handen laat nemen. Zijt ge
zoo tevreden, Ruben
„Als altijd, heer graaf," zei de oude man bewon
derend, „zelfs als gij in uw goedheid te vergaat."
„Goedheid, Ruben, er is toch veel trotsch en
egoïsme daarbij," hernam de graaf peinzend,
terwijl hij naar de deur trad. „Ik kan geen vlek
zien, op den zoo schitterenden naam, liever
moge hij worden uitgewischt."
van de nota van 50 millioen Italiaan
sche lire."
Nog heel onlangs heeft de Grieksche
minister van Financiën vreeselyk ge
klaagd over den berooiden staat van
zijn schatkist. En thans zoo'n aderlating
De vrede met Turkye is pas hersteld.
De Grieksche Staatscourant van verle
den week Zaterdag bevatte het decreet
van den ministerraad, waarby het
vredesverdrag van Lausanne wordt
geratificeerd, de oorlogstoestand voor
beëindigd wordt verklaard en te
langen leste het leger wordt terug
gebracht op vredessterkte.
En nu deze brouille.
Natuurlijk heeft ook de Gezantenraad
deze gewelddaad tegen haar missie be
sproken en hij beschouwt haar als een
internationale zaak. Men is zich ten
volle bewust van de gevaarlijke moge
lijkheden, welke kunnen ontstaan uit
het gebeurde. Men hoopt, dat in het
belang van den vrede in Europa de
hartstochten in bedwang zullen worden
gehouden en de schoten op den weg
bij Janina niet het zelfde gevolg zullen
hebben als die den 28 Juni 1914 te
Serajewo gelost.
In verband met de af wijzing van het
ultimatum door de Grieksche regeering,
heeft Mussolini de goedkeuring van zijn
plannen en sancties door den Minister
raad en den Koning gevraagd en ge
kregen. Een hooge autoriteit uit het
kabinet van Mussolini heeft de volgende
verklaring afgelegd
„Italië wil geen oorlogsverklaring en
wil evenmin een oorlogsverklaring
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.
Het was reeds tamelijk laat in den voor
middag en de dag was heet. Die menschen,
welke door hun zaken of pliifhten niet weer
houden werden, de bevoorrechten gingen naar
buiten, ontvluchtten de hitte der huizen in de
schaduwen der boomen en in de reine, lichte
lucht van het park, of buiten Londen.
In Herberts elegante woning waren de
purperen zijden gordijnen eerst voor een uur
opengedaan, het ontbijtservies stond nog op
tafel en hijzelf, in licht morgentoilet, zat in
gedachten verzonken in een' armstoel. Of
schoon zijn oogen half gesloten waren, sliep
hij niet, want tusschenbeiden woelde hij met
de hand door het donkere glinsterende haar.
Hij behoorde tot diegenen, welke hun gedachten
en overleggingen scherpen, als zij zich afslui
ten van iederen uitwendigen indruk der zinnen.
Zoo geheel onbespied en alleen, zonder be
minnenswaardig te moeten schijnen of onbe
haaglijkheid te moeten verbergen, vertoonde
zijn gelaat de natuurlijke uitdrukking zijns
karakters en de getuigenis der laatste jaren.
Er lag een onbuigzame hardheid in de vast
samengeperste lippen en het zachte blikken
zijner half gesloten oogen, waarop de zware
wenkbrauwen diep nederzonken, schonk aan
zijn gepeins een vijandig, dreigend aanzien.
Zijn koffietafel was nauwelijks aangeroerd,
de havanasigaar slechts even ontstokener
moest iets zijn, dat hem had verhinderd in
het verrichten zijner aangename ochtendbe
zigheden. Den brief, door een vrouwenhand
geschreven, die daar op den grond lag en
waarop hij onachtzaam den voet gezet had,
verwaardigde hij met geen enkelen blik, maar
na een poos nagedacht te hebben, nam hij
opnieuw de courant ter hand en zocht zijn
oog een kort bericht, dat zich bevond onder
het buitenlandsche nieuws.
(Wordt vervolgd
t XT.