rw. iJLi yj k
\o. 40.
Dinsdag 28 Augustus 1923.
aarg.
ij is 4e Wpake l
e
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verscmjnt eiken Dinsdas- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco Der post 1 Galden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 5«. - Postgiro 603«3.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vr$S dap voormiddag ELF ure.
De vraag óf Duitscbland kan betalen
zelfs de 50 milliard goudmark,
welke Engeland in zijü jongste nota
bedong wil Poncairó niet zien uit
gemaakt. „Zijn politiek beooogt eenig
en alleen de economische en de finan-
cieele ruïne van Duitschland", schreef
Maandag onze correspondent in Duitsch
land, Nederlander in merg en been.
De quintessens van Poincaré's lang be
toog is, dat de Commissie van herstel
die ozoo onpartijdig is, al beeft
haar Fransche voorzitter een beslissende
stem die hij nooit ongebruikt laat als
'ter op aankomt Duitschland weer
een deuk te geven en niet een on
partijdige commissie van deskundigen
hier te zeggen heeft. Het zou ook wat
werden als neutrale financiers en eco
nomen eens adviseerden op de wijze,
die alle deskundigen, behalve die in
het Fransche Kabinet en van den
Franschen Generalen stat dringend
noodig achten in het belang van ge
heel EuropaFrankrijk incluis.
Waar toch zoo'n „Stampa" den moed
vandaan haalt, te durven schrijven
„De jongste rede van Poincaré (die
van Charleville) tegen Duitschland zou
in normale niet één, doch tien oorlogen
hebben veroorzaakt". En Mellon, de
Amerikaansche minister van Financiën,
pas uit Europa teruggekeerd, waar h(j
oogen en ooren terdege den kost gat,
heeft óók al gerapporteerd, dat eerst
het Ruhr-vraagstuk moet zijn opgelost,
zal de economische voorspoed in Europa
kunnen terugkeeren. De Japansche
pers is nog veel heftiger en de geheele
Europeesche althans de onafhanke
lijke, dus die welke geen goede be
trekkingen onderhoudt met de Quai
d'Orsay is het roerend eens met
allen, die met den dag meer inzien, dat de
huidige Frauscbe politiek allernoodlot-
tigst is voor heel de wereld.
Het is nog zomer en reeds neemt in
alle landen de gedwongen werkloosheid
toe millioen arbeiden slechts een hal
ven dag en minder. Wat moet dit
worden in den komenden winter
Het wachten is thans op het Bel
gische antwoord, dat Dinsdag zou wor
den bekend gemaakt, waarna Enge
land over een dag ot veertien weer
een zet zal doen op het politieke -
hier ware juisterhet economische
schaakbord.
Middelerwijl zinkt Duitschland dieper
in het moeras en begint met het uur
meer te gelijken op Rusland in zijn
bangsten tijd. Met een cynisme, dat
zijn wedergade niet vindt in heel de
Geschiedenis, heeft de Fransche auto
riteit in het Ruhr-gebied Dinsdag ge
antwoord op het protest van de Duit-
sche Rijks-regeering in zake het in
beslag nemen van geldswaarden zelfs
van privaatkassen, dat voortaan de be
zettingstroepen zich overal gelden zul
len toeëigenen waar zij die machtig
kunnen worden. En dat geld wordt
op de markt gegooid om den mark
nóg meer waardeloos te maken. De
bankbiljetten-pers maalt nóg sneller
(Vrij uit het Duitsch.)
66)
De tocht op het meer in den helderen ma
neschijn in de bontversierde boot met haren
lampentooi, de zachte muziek en de teedere
veelstemmige niannenzang, waren wel in staal
om het gevoel te bedwelmen en op den terug
tocht, in de sti'le lanen van den tooverachtig
verlichten tuin sprak Herbert het jonge meisje
van zijn verwachtingen.
Het hart klopte hem, als ware het echte
liefde, waardoor het werd bewogen, de zenuw>
achtigheid, waarmee hij de beslissing afwachtte,
sprak uit den diepen toon zijner stem, uit het
lichte beven zijner hand, waarmee hij de hare
omsloten hield. Hoe schoon en bekoorlijk zij
hem ook menigmaal toegeschenen had, op dit
oogenblik zag hij niet de vrouw, hij zag alleen
den rijkdom waarover zij gebood. Hij wist het
nauwkeurig, dat nu zijn lot beslist moest
worden het zijne en dat van vrouw en kind,
die daar ginds op zijn trouw bouwden.
Als de teerling gevallen zou zijn, had hij
het spel verloren.
Het ruischte in zijn ooren, de lampions in
de boomen wemelden als bonte, dansende
stipjes in een nevel voor zijn oogen maar hi;
hoorde Theresa's woorden helder en duidelijk,
toen zij liefdevol zei„Mijn goede Herbert, ik
heb geen hart meer weg te schenken, maar
wel een warme vriendschapneem die aan
Hij wist niet, wat hij geantwoord had, een
of andere volzin, dacht hij naderhand, toen hi;
weer tot zichzelven gekomen was. Namelooze
woede vervulde hem en bluschte met vollen
straal het vlammetje uit van den hartstocht,
die uit het schuim des eigenbelangs en der
sluwe berekening hier en daar was opgeflikkerd
Yoor zijn oogen vertoonde zich de oude
dan indertijd de Russischezes en
veertig billioen per week (46 met 12
nullen De uitgevers-maatschappijen
hebben Woensdag moeten besluiten,
zelts tijdscbritten waarnaar heel de
wetenschappelijke wereld elke week
gretig grijpt, te staken. De tram te
Berlijn heeft geen kans gezien het be
drijf nog langer voort te zetten en de
Oostzee-badplaats Swinemünde heeft
zich failliet gegeven. Voor de meest
onontbeerlijke levensbehoeften betaalt
men, althans in de groote en grootere
steden, fancy-prijzen. En de commu
nisten, niet alleen door Russisch, maar
thans ook door Franseb geld gesteund
doen, broederlijk met de separatisten,
al hun best om den wanhopigen toe
stand nog te verergeren.
Straks krijgen zij hulp van de ham
steraars de nieuw-rijken en andere
schavuiten, die zich rijk stelen ten
koste van hun landgenooten. Want dr.
Stresemann, da nieuwe Rijks-kauselier,
wil het „waardevaste" betaalmiddel
fundeeren en eischt medewerking van
de geheele groot-industrie en van het
groot grond bezit en uitlevering van
de devisen, de buitenlandsche, vrijwel
waardevaste betaalmiddelen. Natuur
lijk scheldt men hem „dictator". Pas
verleden week Dinsdag heeft hij zijn
Kabinet voorgesteld aan den Rijksdag
en dus is het hem niet mogelijk ge
weest, iets anders te doen dan plannen
te beramen en was hij nog buiten
machte, iets te doen. In een goede
week kan zelfs een wezenlijke dictator
Diets méér tot stand brengen, gelyk
Mussolini heeft bewezen in Italië, om
een voorbeeld uit den jongsten tijd te
noemen.
De bezuinigingsplannen van de
regeering.
De Residentiebode schrijft
In aansluiting vaD onze jongste mede-
deelingen dat in de millioenennota van
den heer Colijn het cijter van de 105
millioen tekort aanzienlijk gewijzigd zal
worden. (Men zie ons ochtenblad van
Woensdag j.l. Red. N. R. C.), ver
nemen wij van zeer betrouwbare zijde,
dat thans definitief besloten is, met 1
Januari a.s. een algemeene salarisverla
ging in te voeren voor het geheele rijks
personeel, ook voor de onderwijzers.
De daartoe noodige maatregelen zyn
reeds iD bewerking.
Verder vernemen wij, dat ook het te
kort op de spoorwegen gedekt zal wor
den door een algeheele salarisregeling
van het spoorwegpersoneel.
Aangezien dus de regeering nu ook tot
salarisverlaging besloten heeft voor het
reeds jaren in dienst zijnde personeel,
zal tot intrekking van art. 40 van het
Bezoldigingsbesluit moeten worden over
gegaan.
De Res.bode verneemt nog dat de re
geering voorloopig geen plannen heeft,
eenig bedrag te korten op de bestaande
pensioenen.
De militaire tractementen zullen ook
een verlaging ondergaan.
afgrond, de gouden brug stortte in, welke zijn
hoogvliegende plannen daarover geslagen had.
Nu gold het een laatsten koenen vertwijfelden
sprong, wilde hij niet verzinken in de diepte,
waaruit een liefelijk vrouwengelaat bang naar
boven keek, wilde hij den tegenoverliggenden
oever bereiken, waar het leven lokte en lachte
met nieuwen lust.
In deze stemming vond zijn vader hem, die
nauwelijks minder opgewonden en met even
veel verwachting de beslissing tegemoet zag.
„Is zij de uwe?" vraagde hij met vroolijke
stem.
De zoon schaterde het uit, „hoe hoog taxeert
gij haar vriendschap
„Leg mij niet op de pijnbank!" riep de op-
perjachtmeester bijna sidderend, „wat heeft
zij gezegd?"
„Het woord isneen, hernam de zoon
op" scherpen toon, „en zij was zoo genadig,
mij haar vriendschap aan te bieden."
De opperjachtmeester sloeg zich voor het
hoofd en liet zich in een armstoel nederzinken.
„Is het onherroepelijk?" vroeg hij na korte
pauze.
„Kent ge haar zoo weinig voer Herbert
voort, „dat ge meent, zij zou zich laten
verbidden? Denkt ge, dat een meisje in
haar plaats en met haar karakter dit kan De
zaak is uit en alles, wat ons rest, is, schan
daal te vermijden. Gij zijt op den besten weg
daartoe, met uw terneergeslagen houding en
nadat ik voor het algemeen welzijn der familie
mijn plicht heb gedaan, mag ik u wel ver
zoeken, mij voor belachelijkheid te bewaren."
„Gij hebt gelijk," zei de opperjachtmeester,
zich met moeite opheffend, „het is nu tijd noch
plaats, om te onderzoeken, wat van den in-
wendigen mensch nog heel gebleven is na
dezen vreeselijken val, Ga tot het gezelschap
terug, opdat wij niet gelijktijdig vermist worden
ik volg u, zoodra ik slechts eenigszins tot
mijzelven gekomen ben."
Het morgenrood kleurde den hemel, toen de
laatste gasten waren heengegaande schemering
verlichtte spookachtig de betreden paden en
de uitgaande lampions aan de boomen, en als
een afzichtelijke woestenij strekte het leven
zich uit voor den vertwijfelden blik des op-
perjachtmeesters, nu hij alleen was, het masker
vallen liet en zijn toestand overzag. Alles
rustte, hij alleen waakte met zijn kwelling.
Het was hem, als ware de wereld plotseling
onbewoond, als moest zijn hulpgeschrei on
gehoord wegsterven in die diepe stilte, waarop
het bleeke licht der morgenschemering lag.
Sterven, sterven, dacht de ongelukkige man,
wat blijft er anders over!
Hij trad met de lamp naar zijn schrijftafel,
verbrandde en zonderde af, rekende en verge
leek langen tijd, tot plotseling een verblindende
straal op het witte papier viel en zijn over
nachtende oogen pijnlijk trof. Door een reet
der toegetrokken gordijnen was een zonnestraal
binnengeslopen het was dag! Nu reeds
de opperjachtmeester gevoelde als een ver
maning. Hij doofde de lamp uit, ging naar
het venster en stiet een vleugeldeur open,
opdat de frissche morgenlucht kon binnen-
stioomen in de heete kamer en zijn nog heeter
voorhoofd verkoelen.
Daar buiten jubelden duizend vogelkelen
den ontwakenden dag tegen, menschenstemmen
weerklonken op den hof en een licht jacht-
rijtuig rolde voorbij, waarin een hem bekend
kantonrechter uit de nabuurschap gezeten was.
Het was merkwaardig, hoe helder zijn ge
dachten zich van elkander afzonderden in de
menigte voorstellingen en overleggingen, hij
herinnerde zich plotseling, dat er heden een
jacht zou gehouden woroen, waartoe hij was
uitgenoodigd, maar waarvoor hij bedankt had,
in de verwachting dat deze dag gewichtiger
eischen hem zou stellen. Vernietigd staarde
hij in den gouden morgen, moest, moest
het dan zijn
Hem bleef geen keus, dan een geheel ander
leven vol ontbering en beperking, een val van
de hoogte in het niet der armoede of een
spoedige dood, die hem zeker zou verlossen
van ieder verwijt en van iedere vernedering.
En uitstel? Waartoe, daar het eind hetzelfde
bleef en ieder oogenblik komen kon.
Hij wilde deelnemen aan de jacht slechts
geen schandaal, had Herbert gezegd en hij
had gesproken uit het hart zijns vaders. Hij
opende het venster en beval den koetsier, die
reeds zijn paarden drenkte, den jachtwagen
in te spannen, ging met vasten tred naar zijn
geweerkast en koos langen tijd. Toen schelde
hij zijn jager, verlangde, daar na den dag van
gisteren alles nog sliep, een eenvoudig ontbijt,
kleedde zich en verliet de kamer, waarin hij
zoo menig gelukkig uur had gesleten en waarin
hij ook den zwaarsten strijd zijns levens ge
streden had. Voor de slaapkamer zijner vrouw
had zijn voet getalmd. Zijn gevoel voor deze
vrouw was naar evenredigheid een warm en
sterk gevoel, het beste, wat hij had overge
houden uit een tijd, waarin naast zijn zucht
tot genot nog een eenigszins hooger streven
in hem woonde. Hij had haar zoo gaarne nog
eens gezien, eer hij scheiddemaar even snel
als de wensch, kwam ook het overleg, dat
hem waarschuwde. Het zou opzien kunnen
baren, als hij, wat anders nooit gebeurde, haar
morgenslaap stoorde, om afscheid te nemen
voor zoo weinige uren. Hij ging voorbij, liet
haar door den bediende zeggen, dat hij ter
jacht was gegaan, dat men hem aan tafel niet
moest wachten en steeg bedaard in den gereed-
staanden wagen.
Het was tegen den middag, toen een der
jagers op een moe afgejaagd paard den slot
hof van Tannensee opreed en de tijding bracht
van een ontzettend ongeluk. Door een nog
onopgehelderde onvoorzichtigheid had des
opperjachtmeesters eigen geweer zich ontladen
en hem in het hart getroffen. Toen op het
gevallen schot een der naastbijzijnde, in het
dichte struikgewas verscholen jager toesnelde,
vond hij den graaf, als ware hij nedergestort
op zijn gelaat liggend, met het geweer onder
zich.
(Wordt vervolgd.)
I