No. 30. él Dinsdag 14 Augustus 19^3 3£)e rfaai'g. *1 Nieuws- en Advertentieblad voor Ze eu wsch- v laan deren. Binnenland. FEUILLETON. IS Du biad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. j DRUKKER UITGEV r.R ABONNEMENTSPRIJS: J. C. VINK - Axel. Per 3 maanden 75 Centfranco ner post 1 Gulden. Bureau Markt C 4. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. aDVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor alken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Adverientiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrljdagvoormiddag ELF nre. Minister Coljjn. Onze lezers zullen zeker weten, dat het Kon. Besluit reeds is bekend gemaakt, waarbij op 11 Augustus aan Jhr. de Geer op zijn verzoek onder dankbetuiging eervol ontslag is verleend als Minister van Financiën en met iu- gang van denzelfden datum als zooda nig is benoemd het lid der Tweede Kamer R. Colijn. De crisis aan het Departement van Financiën is dus opgelost en de keuze van den heer Colijn als opvolger van jhr. de Geer mag zeer zeker eene ge lukkige worden genoemd. De heer Coliju is een man uit één stuk, hij weet wat hij wil en zal de portefeuille van Financiën zeker niet hebben aan vaard, zonder dat hij zich een oordeel zal hebben gevormd omtrent de wijze, waarop hij zal trachten het evenwicht in onzen financieelen toestand te her stellen en weder te komen tot wat men noemt een sluitende begrooting. In het tegenwoordige kabinet, dat niet zeer rijk is aan krachtige figuren, zal hij ongetwijfeld eene plaats van bij zondere beteekenis innemen. Zal het minister Colijn gelukken wat minister de Geer niet heett kun nen bereiken, nl. stelsel te brengen in de besteding van 's lauds gelden Wij zullen moeten afwachten. Zeker is, dat ook de heer Colijo, evenals zijn ambtsvoorganger met groote kracht naar bezuiniging zal streven. Twee vragen doen zich nog voor. n de eerste plaats, hoe zal de heer Colijn staan tegenover de Vlootwet? Natuurlijk zal hij er niet geheel afwij zend tegenover staan, in dat geval zou hij zeer zeker thans geen zitting in het Ministerie hebben genomen. Maar toch is bekend, hoe de heer Colijn n de Tweede Kamer heeft verklaard dat over de geheele linie bezuinigd moet wordeo, waarbij hij de defensie geenszins uitsloot. Dit laatste in tegen stelling met velen zijner partijgenooten en ook van de Vlootwetcommissie, die op alles willen bezuinigen, behalve juist op de landsverdediging. In de tweede plaats moeten wij vragen, hoe zal de heer Colijn staan tegenover hen, die steeds krachtiger aandringen op verhooging der invoer rechten in ons land met het doel daar door tegelijker tijd de publieke kas te stijven en de werkloosheid te bestrij den Als handelsman van beteekenis moet hij begrijpen, dat dergelijke maat regelen zeer ver-strekkende gevolgen hebben en dat zij over het geheel ge nomen niet slechts de Neaerlandsche consumenten benadeelen, maar ook onze industrie en handel veel meer schaden dan bevoordeelen. Oyer bet geheel genomen wordt het optreden van minister Colijn met ver trouwen tegemoet gezien. Moge hij deze verwachtingen niet teleurstellen en moge het hem gelukken ons econo misch zoo zeer verzwakte land weder tot eene krachtige natie te maken. Intusschen is met die crisis ook be kend gewordeD, hoe met de centen is omgesprongen. Zoo wordt in een hoofd artikel in „De Standaard" gemeld, dat ondanks alle ten vorige jare aangebrachte bezuinigingen, ondanks de tot stand gekomen wettelijke voorzieningen, die versobering ten ge volge zouden hebben, er voor 1924 re kening moest worden gehouden met een tekort op den gewonen dienst, dat wel niet ver van de 150 millioen ver wijderd zou blijven. Ot er dus bezuinigd isMaar och, als het woord bezuinigd maar genoemd is, kan men doen wat men wil. Ret is dan toch beloofd. Men ziet dat in s Rjjks financiën zoo goed als in de Provinciale en zoo goed als in de stedelijke; ons eigen plaatsje niet te vergeten. Jubileumfeesten. Men meldt ons Omtrent de Nationale Huldebetooging, die ter gelegenheid van en in verband met de aanbieding van het Nat. Hulde blijk aau de Koningin op 6 Sept. te Amsterdam plaats heeft, vernemen wij, dat bet slagen er van is verzekerd. Uit alle provinciën melden zich nog dagelijks talrijke vereenigingen aan het aantal betoogers nadert de tien duizend. Met nadruk worden de vereenigingeD die alsnog aan de betooging wenschen deel te nemen, eraan herinnerd dat 18 Aug. de uiterste termijn is waarop het bedrag van het reisgeld bij den pro vincialen peupingmeester moet zijn in 62) gezonden. Op den Dam wordt het huldigings lied gezongen, onder leiding van den componist Kor Kuilerde Kon. Mil. ianel zal begeleiden. Daarna vangt het défilé aan. Bij het voorbijtrekken der afdeelingen stelt het muziekkorps zich tegenover het paleis op. Verwacht wordt, dat het mogelijk zal zijn verschillende gilden uit Noord-Brabant te doen vendelen. Na afloop wordt door een groep van 13 personen, uit elke provincie één, als mede uit Amsterdam eu Rotterdam, aan de Koningin een oorkonde betref fende de huldebetooging aangeboden. Naar de „Stand." meldt, hebben zich voor den specialen Zeeuwschen trein, die op 6 September naar Amsterdam zal rijden, ter deeldeming aan de Hul debetooging zooveel deelnemers opge geven uitsluitend van deelnemende vereenigingen, dus niet gerekend de particuliere aanvragen dat velen geen plaats konden krijgen en dus te leurgesteld moesten worden. Zelfs op katten wordt bezuinigd. Van een der Regeeringsbureaux is onderstaande circulaire d.d. 9 Augus tus aan de verschillende Rijksmaga zijnen verzonden: „Gaarne zal ik van u vernemen voor hoeveel katten (bij het magazijn onder uw beheer) thans kosten aan het Rijk in rekening worden gebracht en in welke gebouwen (mag.) die die ren zijn gehuisvest, alsmede het gel delijk bedrag per kat en per dag. Ook negatieve opgave wordt ingewacht. Voorts gelieve u c.q. te overwegen of uit een bezuinigingsoogpunt het niet mogelijk zou zijn het aantal katten eventueel te verminderen en zoo ja, in welke mate". Avp. tlin J Te lef. 56. - Poulgiro 60363. t) fj (Vrij uit het Duitsch.) Zij had haar rol verwisseld met die van haar zoon; nu was het Herbert, die nadacht en zweeg. Terwijl de anderen zich als gered beschouwden, gaf hij zich verloren, hij zag geen uitweg 111 de gevaren, die hem omringden, uan een openhartig juist woord. Maar juist daarvan wendde hij zich huiverend af, dit woord was gelijkluidend met arbeid en beper king, gelijkluidend met een maatschappelijken dood. Wat had hij verspeeld, wat moest hij wagen om de gevolgen zijner dwaasheid, welke hij eens liefde had genoemd, te verminderen en hoe bekoorlijk en frisch scheen hem deze schoone, jonge geluksgodin toe, die den horen des rijkdoms lachend boven zijn hoofd hief. Hoe anders en schooner was zij dan Magdalena in haar zekerheid en beslistheid, in haar gemakkelijkheid om zich te bewegen, wat hij toeschreef aan het aristocratische bloed, dat door haar aderen vloeide en hetwelk toch alleen zijn oorsprong had daarin, dat zij zeker was van het bezit van alle aardsche goederen en van den machtigen steun des meestge- liefden vaders. Arme Magdalena geen tehuis had haar beschermd en geen ouderliefde; zij had alleen gestaan op vreemden bodem, toen hij haar misleidde, zij had dapper en moedig gestreden voor haar eer en liefde gegeven voor trouw, die voor Gods altaar was verheerlijkt! O, dat woord, dat eene woord, hoe machtig was het in zijn armzaligheid bij hem besliste het over leven en dood. Des morgens had het hem nog niet half zoo vernietigend toe geschenen, daar hij dacht dat het noodlot hem den eenen keten voor den anderen schenken zou, de ruil beteekende niets, dan de onafhan kelijkheid van een hatelijke, onbeschaafde, half onnoozele vrouw. Nu, dat hij Theresa gezien had, in de frissche bekoorlijkheid eener geluk kige jeugd, in den gloed harer zuidelijke schoonheid, omgeven door vorstelijken glans, nu wist hij, dat hij zich tot ellende gedoemd had, tot ellende zijn leven lang. Hij wendde vermoeidheid voor, toen de gravin hem vroeg naar de reden van zijn stilzwijgen, hij smachtte naar zijn bed en naar den slaap, als eertijds somwijlen na woest dootzwendelde nachten. Hij kon en mocht niet meerdenken. Wat zijn geluk moest zijn, stond hem tegen waar hij naar smachtte was een droombeeld en toen eindelijk na lang rusteloos woelen Theresa's gloeiend beeld lachend en zelfbewust door zijn droomen zweefde, toen knielde aan gene zijde van het kanaal een jonge, blonde O lioor- I/itiH un cnrnlr strijd. Wellicht bedroog hij zichzelven niet eens, dat hij Theresa, ware hij vrij geweest, boven duizend en nogmaals duizend anderen zou verkozen hebbenwant haar jeugdige schoonheid was aanstekelijk en vol natuurlijke gratie; een edel wild, niet gemakkelijk te vangen en daarmede den jachtlust der jagers prikkelend. Hij gaf toe, dat dit wellicht even zoo zou geweest zijn, als Magdalena zijn liefde onbeantwoord gelaten had, het onbereikbare bleef hem het hoogste. hij betoonde Theresa de meest mogelijke op merkzaamheid, echter op niet in het oog vrouw aan de w.eg van haar kind én sprak slechts jan lieverlede^ Th™ zijn voor hem een avondbede uit. VIJFTIENDE HOOFDSTUK. Er was een keerpunt ontstaan, niet zoozeer in Herberts uitwendig leven, of in zijn geheimste Nu dacht hij alleen daaraan, hoe de ketenen [00pende wijze, hij maakte, dat zij zich zijner te verbreken, die hij, door nartstocht verblind, herinneren moest, ieder uur van den dag, bij zich had aangelegd, want, aat hij vrijmoesi j haar werkzaamheden en bij haar genoegens, worden, was iets, dat reeds bepaald en aui- weu{e hij deelde of meer genotvol wist te delijk in hem leefde. Het hoe kwelde hem maj<en Als zijn taktiek bij Magdalena daarin meer dan het wanneer; hij was een veei te - - voorzichtige natuur, om niet te weten, dat hij slechts van lieverlede Theresa zijn hulde mocht bewijzen, zou die hulde de licht opge- wekten argwaan van graaf Wolf niet gaande maken, ten opzichte van baatzuchtige neven- bestaan had, om haar te verschalken met de zoete bekoorlijkheid der geheimzinnigheid, en hij zijn hartstocht voor de arme gouvernante tot zijn eigen bestwil voor de oogen der wereld had verborgen, zoozeer, dat het kin- - derlijk hart van het jonge meisje vaak zelf er bedoelingen. Deze verstandige beschouwing (joor jn war geraakte, zoo had hij geen had hij na menigen strijd ook het ongeduld recien onl (ier jonge gravin die duizend kleine .4 nln 1» r» 11 t i rrt a rt tanrrol oor.rromrrn An maakte. Zoolang meisje alleen een schrikbeeld geweest was in de jammerbrieven, welke zijn vader hem over het kanaal toezond, zoolang zijn fantasie, ge voed door avontuurlijke geruchten, haar hem had voorgesteld als een onbehaaglijk of deer niswaardig wezen, zoolang was hij het met zichzelven oneens geweest, hoe het dreigende gevaar het zekerst te kunnen afwenden en had hij slechts één duidelijk besef, namelijk dat graaf Wolfs dochter zijn natuurlijke vij andin was. Maar sinds hij haar gezien had, zoo jong en zoo schoon, met zoo frisschen geest, met de gemakkelijkheid, welke een zorgvuldige op voeding schenkt aan manieren en wijze van uitdrukken en die het verkeer in goed gezelschap Juist deze wijze matigheid verlichtte zijn toenadering tot Theresa, die, op grond der nauwe bloedverwantschap, zelve een zekere vertrouwelijkheid niet buitensloot. Jeugd sluit zich zoo gaarne aan bij jeugd en daar Hortense nog een kind was en graaf Wolf zich niet •haastie om zijn dochter aan den omwonenden adel voor te stellen, zoo bleven de beide jongelieden gedurende de weinige weken van Herberts verlof, grootendeels in elkanders ge zelschap. Hij verstond het meesterlijk zich den tijd ten nutte te makenmet het vertrouwen der dochter won hij tegelijkertijd de welwil lendheid des vaders, wat hij vertoonde zich van de schitterende, glanzende zijde, welke zoo menig oog verblind, zoo menig hart mis- verleent, sinds kwam hij tot het inzicht, dat j leid had. Met eenige nuanceeringen speelde een hechte vrede verkieslijk was boven iederen hij hetzelfde spel, als eens met Magdalena om zijn opmerkzaamheden die bescheidenheid toe te voegen, welke vertrouwen doet winnen en behouden. Theresa bewonderde zijn geest en zijn beschaafde vormenzij ontdekte een merkwaardige sympathie tussche hun weder- zijdsche levensbeschouwingen, ja zij vond bij hem zelfs een bescheidene neiging tot het katholieke geloof, waarmede zij alleen in de familie stond en vermoedde niet, dat dit alles toch slechts een opgezet masker was, dat nauwkeurig beantwoordde aan de eischen, welke zij zelve stelde. Zoo had hij dan den tijd van zijn verlof voortreftelijk benuttigd en toen die verstreken was, was het dreigende onweder nogmaals afgetrokken en de hemel opnieuw helder. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1923 | | pagina 1