No. 28 Dinsdag 17 Juli 1923 i 39® Jaar Nieuws- en Advertentieblad A voor Zeeuwsch-Vlaanderen. J. C. VINK - Axel. Raadsverslag. FEUILLETON. 6 Du blad verschijnt enten Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Gentfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Gent. DRUKKERUITGEVER Bureau Markt C 4. Tefteff. 5«. - Postgiro GOSÖ3. tot 5 regels 60 Cent; voor Groote letters worden naar ADVERTENTIEN van 1 eiken regei meer 12 Cent. plaatsruimte berekend. Advertentie! worden franco ingewacht, uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag ELF ure. tot Vrijdag werd alhier vergadering ge houden van dan gemeenteraad, waartoe alle leden waren opgekomen. Na de gewone plichtplegingen stelde de Voor zitter, Burgemeester Blok, aan de orde het onderzoek der geloofsbrieven van de nieuw gekozen Raadsleden. Nadat de heeren Kraker, Dieleman en Baert waren aangewezen, als vormende de commissie van onderzoek, werd de vergadering geschorst, tot de commis sie, die zich even had afgezonderd, terugkwam en adviseerde tot toe lating, wijl daartegen blijkens de stuk ken geen bedenking was. Zonder hoofdelijke stemming werd alzoo besloten. De waterleiding. Daarna kwam aan de orde een ver zoek van het desbetreffend Comité tot deelname in de N. V. Zeeuwsch- Vlaamsche Waterleiding-Maatschappij. Een schrijven van dit comité was ingekomen, waarin verzocht werd a. dat de gemeente tot een bedrag van ten hoogste 406.000. zal deelne men in een te stichten N. V. Z. VI. Waterl. My. op den basis, met een maatschappelijk kapitaal en volgens het plan en den opzet, neergelegd in bet April 1923 van wege den Direc teur van het Rijksbureau voor Drink watervoorziening uitgebracht beknopt rapport, betreffende een centrale drink watervoorziening voor Zeeuwsch- Vlaanderen. (Vrij uit het Duitsch.) 55) „De bloemenpracht heeft hij verloren, de wortel is ongedeerd. Ontneem mij de hoop niet, u nog eens gelukkig te zien De harde schooi zijner jeugd kwam hem nu te pas, hij was zichzelven spoedig meester en deze kunstmatige bedaardheid was de beste beschutting voor het gekwetste gevoel, dat bij iedere aanraking pijn deed. Het was hem mo gelijk nog voor zijn vertrek met graaf Wolf, den welwillenden en ervaren man, te spreken over zijn plannen voor de toekomst en zijn raad aan te nemen. Zich in de Duitsche re sidentie als dokter neer te zetten, zooals zijn plan geweest was, scheen hem, ten minste in het begin, te zwaar, nu ook Theresa daai den volgenden winter met haar vader verblijven zou. Haar dagelijks zien, het zou zijn dagelijks opnieuw den strijd strijden en hij wilde niet lijden onder haar oogen. Het oude lied van wandelen, dat de smart voorzingt aan het vermoeide hart, weerklonk ook in zijn gemoed; een onbeschrijfelijk ver langen greep hem aan om voort te trekken over land en zee, onder vreemde menschen een nieuw leven te zoeken en het oude leed te verdooven. Ook hierin begreep graaf Wolf hem. Ook hij had eens in een nieuwe omgeving zich in zijn lot geschikt en zijn leven gewijd aan ernstigen arbeid. Nieuwsgierigheid noch medelijden hadden hem gekwetstwaar hij verscheen, was hij een vreemdeling geweest, van wien men alleen wist wat hij zelf open baarde en de wonde, door niemand aangeraakt, kon langzaam genezen. Als wilde het toeval hem bijstaan in zijn besluit, bood het verstoorde ontwerp zich op nieuw aan. Een bijzondere expeditie naar b. voor het geval bedoelde N. V. opgericht wordt met een kleiner maat schappelijk kapitaal dai het totaal be- noodigd bedrag, daarin de gemeente eveneeos zal deelnemen tot een bedrag in evenredigheid met het bevolkings cijfer vast te stellen en voor het overige aan het in A bedoelde bedrag dan te kort schietende zich garant zal stellen, ten behoeve van de te stich ten N. V., wanneer deze door een obligatieleening zelve de buiten het dan verkleind maatschappelijk kapi taal benoodigde gelden zal leenen. c. zoodra de N. V. is opgericht de in de gemeente bestaande bouwveror dening aan te vullen met bepalingen als bedoeld in de bij bovenvermeld gevoegden leiddraad betreffende aan- sluitiugsplicbt aan de waterleiding. Dit besluit zou dan worden geuomen onder de volgende voorwaarden le. dat het benooaigd kapitaal aan de gemeente wordt verschaft, hetzij van rijkswege, hetzij anderszins en de vereischte renten en aflossiDg van het door de gemeente formeel genomen ka pitaal daarvan uit het bedrijf der Ven nootschap of het reserve kapitaal ge noemd in bovengenoemd rapport ad 500.00G zal worden betaald. 2e. Voor het geval het reserve- kapitaal ad 500.000 mocht zijn uit geput, een risico-garantie voor gelijk bedrag van Rijks en provincie wege zal worden gegeven eu de desbetref fende wet of het Provinciaal besluit zal zijn gesanctioneerd of aangenomen. Afrika werd in Engeland uitgerust en door bemiddeling van den graaf gelukte het Con- stantijn zich bij het gezelschap aan te sluiten. Het afscheid van Theresa duurde kort, slechts eenmaal nog, in de hartelijke wenschen voor haar geluk en voor haar welstand vlamde nog eens zijn liefde voor haar helder op. „Vaarwel," zei zij bewogen, „God zij met u en Hij brenge u weer Hij boog zich over haar hand heen en drukte er zwijgend een kus op, op die dierbare hand, die hij zoo gaarne bóhouden had voor het leven en die hij moest laten varen voor immer. „Keer spoedig weder," zei zij nog eenmaal, „en keer gelukkig weer." „Kalm, signora," hernam hij, „dat is genoeg, ik keer kalm terug of in het geheel niet." Zijn plotseling genomen besluit eischte een spoedige uitvoering, want de tijd drong en de voorbereidselen waren vele. Maar alle omstandigheden vereenigden zich, om hem het reeds genomen besluit te doen liefkrijgen en hem er toe te brengen, het vaderland vaarwel te zeggen. De laatste smartelijke indruk welke hij zou medeneinen uit zijn vaderland, werd veroorzaakt door den plotselingen dood zijns vaders, en Constantijn gevoelde het diep, dat hij met hem het eenige wezen verloren had, hetwelk hem geheel en al had toebehoord, dat geen hooger belangen kende, dan die zijns zoons. Een bitter gevoel maakte zich van hem meester, dat deze schoonste en natuurlijkste betrekking van het familieleven vrijwillig was opgeofferd aan schijnvoordeeien, nog voordat de dood zé had verbroken. Want als hij terug blikte in het verledene, dan zou het hem wel dadig geweest zijn, als hij ten minste de her innering aan een vrije, vroolijke kindsheid, aan een teeder en liefdevol verpleegde jeugd had kunnen meenemen in de toekomst,^ die zoo weinig verlokkend voor hem lag. Eenzaam, hij verbloemde dit niet voor zichzelven, een zaam scheidde hij van het grafelijk huis niemand miste hem en niemand behoorde hij toe, een tehuis was het hem niet geworden. d. Burgemeester en Wethouders te machtigen een overeenkomst dienaan gaande en houdende het bovenstaande aan te gaau met het Zeeuwsche Wa terleiding Comité. De Voorz. deelde mede, dat de meer derheid van het college van Burg. en Weth. geen vrijheid vond, om te advi- seeren tot deelname, onder de voor waarden, zooals die in het ontwerp besluit zijn genoemd. Hij stelt daarom voor om den heer Carrière, die als ingenieur en deskundige op dit ge bied bereid is deze zaak toe te lichten, uit te noodigen om de vergadering bij te wonen en dan in geheime zitting de zaak der waterleiding te bespreken. Het spijt hem persoonlijk, dat B. en W. niet eenparig tot deelname te vin den waren. Dhr. Dieleman achtte het wel wen- schelijk de zaak eens te bespreken in besloten vergadering ook zonder inge nieur. Dhr. Oggel vond het echter beter den ingenieur te ontbieden, dan kan men vragen stellen en volledig op de hoogte komen. De Voorz. bevestigde dit en wees erop, dat het noodig is, dat men in deze belangrijke zaak eerst goed over tuigd moet zijn, eer men zijn stem uitbrengt. Hierna ging te half drie de openbare vergadering over in een geheime, en werden te half zes ure de deuren weer geopend. De Voorz. zeide dat nog aan de orde was het punt der waterleiding en gaf Hem bleef ook niet eens de tijd over, om af scheid te nemen van den opperjachtmeester en zijn gemalin. De nalatenschap zijns vaders, die veel minder bedroeg, dan een ieder gedacht had, eischte een spoedige regeling vóór zijn vertrek en daarna werd liet tijd voor hem, dat hij naar Londen ging. Hem, die hem van de Wangerlohsche familie het naaste stond, Her- bert, hoopte hij in Londen aan te treffen om hein vaarwel te kunnen zeggen voor langen tijd, want hij gevoelde het, dat jaren zouden moeten voorbijgaan, eer hij als een tevreden mensch in duurzame betrekking zou kunnen wederkeeren. Maar ook deze laatste hoop werd niet ver vuldtoen hij in Londen aankwam, had een blief van den opperjachtmeester den jongen graaf opgeroepen tot een spoedige overkomst, naar Constantijn niet ten onrechte vermoedde, tengevolge van hei bericht, dat graaf Wolf na zijn langdurig rondzwerven, een dochter en erfgename mee naar huis zou brengen. Constantijn aanvaardde die lange reis, zonder een enkelen handdruk of een enkelen wensch tot zijn geluk; geen oog werd vochtig om hem, geen woord uit een liefhebbenden mond klonk als afscheidsgroet in zijn ooren. Te midden der reisgenooten, die omringd door verwanten of vrienden afscheid namen, stond hij alleen en bij het meerdere gewoel, dat heerscht op een schip, hetwelk zich in zee begeeft, bij de laatste drukten en de bezielde aandoeningen om zich heen, gevoelde hij zich dubbel eenzaam. Voor hem was deze afscheidsure een afslui ting van ai wat daar voorbij was en, terwijl hij zich daarvan bewust was, drongen d herinneringen uit vroeger tijden zich nog eens allen te zamen aan hem op. Het eene beeld plaatste zich naast het andere en aan zijn oogen vlogen ras voorbij de spelen zijner jeugd in Tannensee, de schitterende feesten in de "prachtige zalen van het grafelijk huis, het vroolijke, vrije studentenleven en de vurige hoop uit den tijd zijner liefde! Theresa, het woord aan wie het wenschte. Dhr. Weijus verklaarde zich tegen, omdat verplichting tot aansluiting in de voorwaarden was vastgelegd. Dhr. Oggel zeide dat zulks voor hem geen bezwaar meer was, nu gebleken was, dat voor iemand met voldoend en zuiver water de aansluiting niet noodzakelijk verplichtend zou zijn. Bovendien gelooft hij ook, dat de men schen wel uit zichzelf zullen aanslui ten en dan de verplichting niet voelen. De heer Carrière wees er ook op, dat de verplichte aansluiting geen be zwaar was, wat o.i. in Noord-Holland is gebleken, waar men aanvankelijk zeer tegen de verplichting gekant was, doch weldra 96 procent der bewoners aansloten en men blij was, dat die maatregel getroffen was. Maar als men ziet dat toch alge meen wordt aangesloten, zoo vroeg dhr. Weijus, waarom dan nog die stok achter de deur Dhr. Carrière antwoordde daarop, dat zulks een noodige vorm was voor het Rijk, dat steunt, maar dan ook ga rantie moet hebben, dat de bereke ningen uitkomen. Ea deze zijD geba seerd op een algemoene aansluiting. Om nu te voorkomen, dat een groot aantal menschen door enkele onwilli- gen van goed zuiver drinkwater wor den uitgesloten, heeft men op verplich ting aangedrongen. Maar de gemeente behoeft die bepaling niet over te nemen, als zij maar garandeert, dat het water verbruik zoodanig is, dat men aan de ge-raamde opbrengst komt. Theresa, zoo klonk het in zijn gedachten, maar het dierbare beeld knikte lachend hem toe en wendde zich af. Geene dier gestalten behoorde zijn toekomst, voor hem lag de wijde, oneindige wereld. VEERTIENDE HOOFDSTUK. De geur der linden, die den zomer aankon digde, droeg ook het gerucht van Theresa's bestaan over de bergen en dit gerucht was als het eerste gerommel van het onweder, dat samenpakte boven het hoofd van den opper jachtmeester. Bij het ongeloofelijk bericht had hij in het begin spottend gelachen, maar bij de herha'ing ervan was het ernst geworden en de spoedig daarop volgende eigenhandig geschreven brief van zijn broeder had hem ten minste voorbereid gevonden. Ja, de mare berustte op waarheid en dit ongeloofelijk nieuws, hetwelk naar alle kanten nieuwsgierigheid opwekte en belang inboe zemde, werd het gesprek van den dag, het werd overgebracht uit de stad naar de land goederen en medegenomen naar de badplaatsen. De ernstige man, dien men reeds dood of in een gekkenhuis gewaand had, was plotseling der vergetelheid ontrukt en opgestaan, gehuld in het kleed der romantiek. Het feit, dat hij een dochter had, een erfgename van zijn rijk dommen, was onloochenbaar en alleen over haar persoonlijkheid luidden de berichten ver schillend, want, terwijl sommigen meenden, dat de moeder afkomstig was uit de laagste klasse der maatschappij, fluisterden anderen, dat zij heimelijk afgedaald was van de hoogste eens troons, om den geliefde in stilte gelukkig te maken en het verhaal, dat het kind in duistere omstandigheden was opgegroeid, maakte plaats voor de verzekering, dat het in een inrichting voor idioten het levenslicht voor het eerst had aanschouwd. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1923 | | pagina 1