No. 25 Vrijdag 0 Jw/« 1923 39" Jaaig. j x a X m no dJ J_JL U Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Provinciale Staten Yan Zeeland. ij is 4e Wrake J. C. VINK - Axel. FEU IL LET ON. Dn blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent: franco Der post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 5B. - Postgiro 603B3. aDVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrij dagvoormiddag ELF ure. Dinsdagavond werd de zomerzitting van de Provinciale staten van Zeeland, door den Commissaris der Koningin, jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford in naam der Koningin geopend. Door een drietal commissies werden de geloofsbrieven der 42, alle aanwezige leden, onderzocht en tot toelating be sloten. De leden legden de voorgeschreven eeden of beloften af, waarna de voor zitter als volgt sprak Mijne Heeren Ik heet U allen welkom en wensch U geluk met de aanvaarding van Uw man daat. De vier jaren, welke ons scheiden van het tijdstip, waarop na de voorlaatste uitspraak der kiezers de Staten van deze provincie voor de eerste maal samen kwamen, vormen voor ons vaderland een tijdperk, waarin het oeconomisch leven een crisis doormaakte, waarvan het einde nog niet is te zien. Ook onze provincie doorleefde eene periode van inzinking nagenoegd op elk gebied. Getrouw aan zijne historie zal ons volk echter ongetwijfeld den druk der tijden doorstaan en hoe donker de tijds omstandigheden ook nog mogen zijn met fieren moed en vol hoop op beter toekomst zullen ook Zeeland's ingeze tenen worstelen en overwinnen. Gij, mijne Heeren, vormt het lichaam, dat aan de opleving van de welvaart en de bloei van onze provincie een grooten stoot kan geven. Moge God U daarbij wijsheid en kracht schenken en den weg U wijzen, waarlangs dit ons aller doel kan worden bereikt. Veel arbeid zal van U ook in Uwe hoedanigheid van lid der Staten en van enkelen Uwer als lid van het Dagelijksch Bestuur worden gevraagd ik twijfel er niet aan, of gij zult Uw beste krachten willen inspannen en U volkomen geven aan het werk, hetwelk U wacht. Ik acht het mijn plicht om bij den aanvang dezer zitting eene aansporing tot U te richten om bij het voteeren van uitgaven ernstig rekening te willen hou den met den nog zeer weinig rooskleu- rigen ik zou haast zeggen den bijna nog precairen toestand van onze pro vinciale financiën. Soberheid spaarzaam heid en zuinigheid zijn deugden, waar toe in de eerste plaats de overheid het goede voorbeeld moet geven. Intusschen niemand, ook niet de overheid, late zich leiden door pessimisme integendeel een gezond optimisme, hetwelk het aan boren van nieuwe welvaartsbronnen mogelijk maakt en alle inwendige energie doet ontplooien, moge ons allen sieren. Reeds in de winterzitting van het vorige jaar bracht ik een eeresaluutaan die ieden, die, om welke reden dan ook, niet meer in deze vergaderzaal zouden terugkeeren. Zij allen hebben, zoolang zij lid der Staten waren, een ieder naar eigen overtuiging, de provinciale belan gen behartigd en kunnen in ruime mate op den dank der provincie aanspraak maken. Hoezeer er ook thans in Uwe samen stelling wijziging moge zijn gekomen, ik vertrouw, dat gij allen de goede tra dities, welke hier altijd hebben geheerscht, zult willen hooghouden. Ik vertrouw, dat Uw College voor al zijne leden in den meest ruimen zin zal waarborgen de vrijheid van het woord en al mogen de meeningen ook uiteen loopen, steeds blijk zal gevQti van onderlinge waardee ring en van eerbied voor elkanders ziens- wijzen. De aangename en goede toon, waarop steeds de discussies werden ge voerd, moge ook bij voorduring het kenmerk der zittingen van de Staten van Zeeland blijven. Ik hou er mij van overtuigd, dat gij daartoe zult willen medewerken en vlei mij in de hoop, dat gij met mij zult willen streven naar een goeden, gere gelden en vlotten gang van zaken. Met den wensch, dat gij, Mijne Heeren, in den tijd, dat gij zitting zult hebben, veel nuttig, en vruchtbaar werk ten bate onzer dierbare provincie zult mogen ver richten, stel ik U voor met onze werk zaamheden aan te vangen. Voor kennisgeving werden aangenomen de Koninklijke besluiten ten opzichte van verschillende besluiten der Staten. In handen van Ged. Staten om advies werden gesteld de adressen van de Ka mer van Koophandel voor de Zeeuwsche eilanden en Handelsbelang inzake wij ziging in de dienstregeling Vlissingen—- Terneuzen en het adres van de Kamer te Terneuzen, dat een andere meening ter dezer zake geeft. Het jaarverslag van den toestand der provincie werd voor kennisgeving aan genomen. Nog werd voor kennisgeving aange nomen de mededeeling betreffende de mogelijkheid om op de lijn Vlissingen Breskens en omgekeerd booten in de vaart te brengen,-waarop vele voertui gen tegelijk kunnen worden overgebracht. In verband met het verslag der com missie tot onderzoek van de mogelijk heid van afdamming van de Eendracht, waarvan niemand overbrenging naar de afdeelingen verlangde, werd de desbe treffende commissie onder dankzegging voor haar arbeid ontbonden. Besloten werd tot aanhouding van de verzoeken om subsidie voor autobus diensten van A. Poppe te Graauw voor een dienst Graauw Hulst en van de N. V. Automobielhandel v.h. Mannaert-Geers te Nenzen voor een dienst AxelHulst. Eveneens werd weder aangehouden, wat reeds herhaaldelijk geschiedde het verzoek van den gemeenteraad te Phi lippine om een bijdrage voor de verbe tering van de Weststraat aldaar. De overige voorstellen werden alle naar de afdeelingen verwezen. (Vrij uit het Duitsch.) 52) Zij zat dagen lang met u hier boven en zag zwijgend naar buiten de wereld in of zij liet u spelen aan haar voeten in de kamers, die wij haar aangewezen hadden en die nog heden bestemd zijn voor de vrouwen, die hier in teruggetrokkenheid haar weduwjaar doorbrengen of in vromen inkeer tot zichzelve willen leven. Steeds bleef zij voor mij een teedere onafhan kelijkheid gevoelen. Was mijn verschijning verbonden met schoone beelden, die ofschoon duister, nog in haar leefden, had zij een flauwe herinnering behouden daaraan, dat ik in haar plaats trad in de hoop van haar verplichtingen te kunnen vervullen, meende zij dat ik haar verstond ook in het wereldsch wee, dat zich mengde in haar berouw, honderd malen wel legde zij u in mijn armen en badHeb haar ook lief, ook als ik zal zijn heengegaan." „En gij hebt dit gedaan, hoezeer, ach hoe zeer," zei Theresa bewogen: „Allengskens werd haar jeugdig en sterk lichaam gesloopt door de eeuwige stormen en door de knagende smart, want zij kon zich niet losmaken van de gedachte, dat het lot harer familie een Goddelijke straf was voor haar. Toen echter haar einde naderde, werd het licht in haar verduisterd gemoed. In de herwonnen vrijheid schitterden vlammend de stralen van het eeuwige morgenrood en ont gloeiden veredelend en verhelderd opnieuw de liefde tot den echtgenoot harer jeugd, Geroepen door een haastige boodschap, kwam hij weinige dagen voor haar einde, en nooit bezat hij haar hart meer dan in de scheidingsure." „Omdat zij reeds Gods nabijheid gevoelde," zei het jonge meisje aangedaan, „en omdat jn Zijn licht de liefde leeft en de duistere waan wordt uitgedoofd 1" De overste antwoordde hierop niets, maar ging voort in herinnering verloren „Ik was geen getuige harer laatste gesprekken, de toenmalige overste en de heer pastoor waren meestal aanwezig, maar ik vernam den uitslag. Hij heeft haar beloofd u op te voeden in het geloof der alleen zaligmakende kerk en u te laten in de hoede van het klooster, tot gij achttien jaar oud zoudt zijn. Behaalde ook in deze ure Catharina's echtelijke liefde en trouw een ongedachte overwinning, de leer harer jeugd, de heimelijke wenschen harer ziel vroegen daarnevens hun recht. Er leefde in haar een sterk verlangen, haar kind te stellen in de liefde des Heilands, het in deze Gods- gewijde plaats voor immer beschermd te zien tegen alle stormen des levens. Maar dat had zij begrepen, zelfs in de duisternis, waarin zij tot dusverre had verkeerd, dat alleen het vrij willig offer den Heere welgevallig is dit ge voelde zij diep, dat haar man recht had op zijn kind, evengoed als zijzelve en niets, zelfs niet de voorstellingen van haar biechtvader, konden en haar toe brengen, een anderen drang op haar echtgenoot uit te oefenen, dan dien eener zachte bede. Zoo lange jaren had hij haar niet gehoord welk een invloed oefende zij nog steeds op hem uit. Zijn eenig streven was, haar arm hart te bevrijden van iederen druk, het nog eenmaal te zien opvlammen in liefde tot hem. Hij beloofde alles en hield haar in zijn armen, vrij en gelukkig, lachend en jong als in langvervlogen dagen. Zij stierf met dank op de lippen en haar brekend oog hing aan hem, aan hem alleen. Deze man bezat bij al zijn smart een groot heid van ziel, welke mij met bewondering ver vulde en al ware ik ook gestraft om deze gedachten, als ik mij dien tijd voor den geest haal, zeg ik opnieuwhij was een beter lot waardig. Ook wij, jongere nonnen, vernamen nu wat besloten was. Gij zoudt in het kloos ter blijven tot uw achttiende jaar, om vaste grondbeginselen te krijgen tot een vroom, Gode welgevallig leven, om bevestigd te zijn in het alleen zaligmakend geloof voor alle tijden, als gij volgens eigen keus aan de hand eens pro- testantschen vaders wellicht de wereld zoudt intreden. Want geen dwang, geen belofte uwer moeder zou uw jeugdig hart drukken, als eens het hare. Hoeveel zij ook hoopte van uw liefde en van uw gebed, zoo wilde zij toch de zonden harer schuld nooit op uw schouderen leggen, maar u alleen in de gelegenheid stel len, den vrede te leeren kennen van het kloos terleven, opdat gij vrij beslissen zoudt naar eigen keuze. Ook uw vader behield zich voor; hij wilde zijn invloed op u niet geheel laten varen, hoe vele en hoe gioote voorrechten hij ook schonk aan de stomme bede der hartelijk geliefde vrouw. Hij stemde er in toe, dat zijn stand een geheim voor u zou blijven, opdat de daaraan verbonden voorrechten en rechten geen lokazen zouden zijn, die u trekken zouden uit die aan God gewijde plaats Derhalve behield hij voor u den vlekkeloozen naam, waaronder hij uw ongelukkige moeder hierheen had gebracht. Maar hij begeerde voor u vrij verkeer in het huis des dokters; signora Lorenza was zoo nauw verbonden geweest aan zijn gade, dat hij hoopte door de vroolijke, praktische levens beschouwing zijner vriendin aan het klooster leven het hem noodzakelijk toeschijnende tegen wicht te stellen. Voor twee maanden in het jaar ten laatste behield hij voor zichzelven vrij en ongehinderd aanspraak op zijn vaderrechten, opdat uw hart niet van hem zou vervreemden op deze voorwaarde stemde hij in een scheiding toe." „En mijn moeder nam het ontzachlijk offer aan na alles, wat zij papa had opgelegd vroeg Theresa verwonderd, „en niemand was daar die haar zeide, dat de genoegdoening, die zij zichzelve verschafte, en onrecht was, ge pleegd aan man en kind?" De non talmde verlegen. „Gij oordeelt over haast, Theresa, maar gij zijt jong en onervaren Toen dacht ik als gij; had ik de vrijheid ge had om te spreken, wellicht had ik de dwaas heid begaan, tot haar te zeggen uw ijver voert u te ver." „Gezegend zijt gij daarvoor nog heden, dier baarste moeder," riep het schoone meisje in levendige ontroering uit. „Wat gij gevoeldet, kwam voort uit uw goed en groot hart, dat God en alle menschen recht laat wedervaren, alleen uzelven niet." „Ook mijzelven," hernam de overste met vriendelijken lach, „ik toch ben in de haven, Theresa, en geen storm kan mij meer deren. Uw vader liet u hier," ging zij voort. „Toen ik na jaren overste van dit klooster werd, werd gij in het bijzonder aan mijn zorg en waakzaamheid toevertrouwd." Nu zweeg zij een wijle, zichtbaar bestreed zij een diepe aandoening, eer zij voortging. „En nu," zei zij, „staan wij aan den kruisweg, heden spreek ik u mondig. Ik heb er naar gestreefd, u vroom op te voeden in het geloof der alleen zaligmakende kerk, maar ik heb getracht de schaduwen verre te houden van uw gemoed, die schaduwen, welke het leven uwer moeder hebben verduisterd en u die vroolijkheid der ziel te behouden, welke Gods gelukkige schepselen Hem toonen moeten als tolken van hun dank Ik heb het klooster geprezen als een heerlijk toevluchtsoord tegen alle aanvechtingen der ziel, maar, voor zoover ik weet, nooit hen miskend, die daar buiten den weg tot Gods genade zoeken en ook vinden. Nu moet gij kiezen, Theresa, naar uw eigen behoefte, deze ure zal beslissen, waarheen gij u zult wenden, tot uw moeder, wier eenzaam graf deze muren omsluiten, of tot uw vaders gedul dige, sterke liefde, die achttien jaar lang naar dit oogenblik heeft gesmacht." Het jonge meisje sidderde aan al hare leden, zij wees naar beneden op den weg, die onder de schaduwen der kastanjes zich omhoog kronkelde en waarop de hooge gestalte zich vertoonde van een man, die opsteeg tot het klooster. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1923 | | pagina 1