,\o. 23. Vrijdag 29 1923 39e .la mg. Nieuws» en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. J. C. VINK - Axel. Raadsverslag. Du blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER Bureau Markt C 4. aDVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en VrQ dag voor middag ELF ure. BU dit blad behoort een bijvoegsel. Zitting van Dinsdag 19 Juni 1923. Voorzitter de heer F. Blok, Burge meester. Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, C. Th. van de Bilt, A. E. C. Kruijsse, Ph. J. van Dixhoorn, J. Weijns, J. de Kraker, J. Dekker, J. M. Baerr, F. Die- leman, J. de Feijter en M. W. Koster, be nevens de waarnemende Secretaris. (Slot.) Omvraag. Dhr. Van de Bilt zegt, dat er een veldwachter vertrokken is en vraagt of het nu geen aanbeveling zou verdienen om bij den Commissaris der Koningin pogingen aan te wenden, dat we met 1 veldwachter volstaan. Het is hier een kalme plaatswe hebben een brigade marechaussee en we zijn niet gewoon, dat de veldwachters met processen- verbaal rondloopen ze loopen meestal samen te wandelen en doen surveillance. Dat is ook goed, maar ik geloof toch dat één man dat best af kan. Het zou ons bovendien een besparing geven van f 1700 tot f 1800 en als er wat te doen is, hebben we altijd de hulp van de marechaussee, die daar ook wat voor krijgen. Spr. stelt voor om een dergelijk verzoek aan den Gommis saris te richten. De Voorz. wenscht, dat de Raad er zich over uitspreekt. Dhr. Weijns is er wel voor en ook dhr. de Kraker. Dhr. de Feijter voelt er ook veel voor, maar wenscht eerst de meening van het hoofd der politie te hooren. De Voorz. hoort met genoegen, dat dit gevraagd wordt, want dat is eigenlijk het begin. Hij verklaart dan, dat 2 veldwachters hier beslist noodig zijn en zal alles in het werk stellen om te voor komen, dat een zoodanig besluit door den Commissaris wordt bekrachtigd. Axel is wel geen zoo groote plaats, zoodat ze alle dagen evenveel werk hebben, maar spr. kan toch niet de Ver antwoording dragen, dat er maar één veldwachter is. Over den dienst zal hi niet spreken de bijzonderheden daarvan kaVi hij hier niet uiteen zetten, dat hoort hier niet thuis. Dhr. Van de Bilt: U zegt wel, dat er twee veldwachters noodig zijn, maar dat is geen bewijs. Ik had gehoopt, dat U aan die bezuiniging mee zou willen werken, omdat ik ervan overtuigd ben dat 2 veldwachters hier overbodig zijn De Voorz.: Dan is uw hoop teleur gesteld, maar' ik kan niet anders zeggen Dhr. Dieleinan heeft wel vertrouwen in het hoofd der politie, maar vraagt zich af, of het doen van andere diensten hun tijd niet te veel in beslag neemt werkt dat wel goed met die bijbaantjes De Voorz.Dat is voor de verant woording van den Raad. Toen ik hier kwam, was die toestand zoo. Dhr. Dieleman En u heeft toch ook gezegd, dat ze niet altijd zoo hard noodig zijn. De Voorz.Zeker, maar er kunnen ook tijden komen, dat ze geheel voor hun taak opgeëischt kunnen worden en daarom acht hij het noodig over 2 veld wachters te kunnen beschikken. Het is wel gemakkelijk om te zeggen, ze doen niets, als men er niet in zit. Dhr. van de BiltIk wil niet zeggen, dat ze niets gedaan hebben, maar er zijn toch weken, dat er niets te doen is. Spr. heeft toch zelf kunnen constateeren, dat ze maar liepen wandelen en als ze geen boodschappen deden, hadden ze heelemaal niets te doen, want er gebeurt hier niets dan de wekelijksche markten daar zijn ook nog geen 2 veldwachters noodig. Het valt me tegen, dat de Voorz. aan deze bezuiniging niet mee wil werken. Ik handhaaf echter het voorstel en hoop dat de raad ermee zal instemmen. Dhr. van Dixhoorn zal over de veld wachters niets zeggen. Alleen dit wil hij verklaren, dat hem nimmer is ge bleken, dat er hier twee noodig zijn. Dhr. Weijns ondersteunt het voorstel uit een oogpunt van bezuiniging, we moeten zelf op ons terrein ook bezuinigen. De Voorz.Ja, maar men moet niet vergeten, dat als we een veldwachter afschaffen, dan het Rijk komt en zijn manschappen ook wegneemt eri dan kon het ons nog wel eens duurder komen. Ik zeg het ook niet om de gemeente op kosten te jagen, maar acht werkelijk twee man noodig. Dhr. van de Bilt: Maar er is een groot verschil tusschen veldwachters en rijkspolitie. Een veldwachter dient maar zoo'n beetje om boodschappen te doen enz., maar niet om alles op te sporen en achter den broek te zitten. Ik kan niet aannemen, dat hier de rijkspolitie zou verminderen, doordat we een veld wachter minder hebben. Dhr. Kruijsse gelooft ook niet, dat de marechaussee er hier door weg zou gaan, maar wel zou het kunnen, dat b.v. de rijksveldwachter op Kijkuit wegging. We hebben alles gedaan, om dien daar te krijgen en er zelfs een woning voor gekocht en dus zou dat jammer zijn. Ook de mededeeling van het hoofd van politie moet ons een waarborg zijn, dat het noodig is. Dhr. Van de Bilt kan zich dat niet voorstellen, want die veldwachter op Kijkuit dient niet alleen voor Axel, maar ook voor Koewacht, St. Jansteen en Boschkapelle. Dhr. Kruijsse: De jachtvereeniging Nimrod heeft toen toch ook meegewerkt om die veldwachter daar te krijgen en ver scheidene menschen waren er voor; en nu willen ze een veldwachter weg hebben i Dhr. van DixhoornHet zou een ander geval zijn, als er een veldwachter voor den buitendienst was, zooals te Ter Neuzen voor Sluiskil b.v., maar hi vraagt wanneer en waar is er hier al eens buitendienst gedaan door de veld wachters En wat de redeneering van dhr. Kruijsse betreft over den veldwachter te Kijkuit en Nimrod, dat houdt heelemaa geen steek. Als de veldwachter te Kij kuit ook bestemd was geweest voor bin nendiensten, dan was èr nooit een wo ning voor gekpcht. Spr. is ook van meening, dat er geen 2 veldwachters noodig zijn, om over de steentjes te oopen wandelen. Dhr. Weijns vraagt of de Voorz. pep tinent kan verklaren, dat het niet met één af kan. De Voorz. heeft die verklaring niet meer te doen hij heeft het reeds dui delijk gezegd. Dhr. Weijns Dan zal ik niet meegaan met het voorstel van dhr. Van de Bilt. De Voorz.Ja, maar daarom kan de Raad zich uitspreken. Dhr. Oggel: Dat is moeilijk, want de Raad kent' niet den dienst, zegt U en als U dan als hoofd van politie verklaart, dat het noodig is, dan zou het een wantrouwen zijn tegenover den Burge meester, als de leden het vooMel van dhr. van de Bilt steunden. Maar de Raad stelt het hier voor als bezuiniging, en omdat we uit den dienst zien dat het hetzelfde is, of er een of twee samen door Axel loopen. Doch als het hoofd van politie verklaart, dat er twee noodig zijn, behoeft de Raad niet naar den Commissaris te gaan met een ver zoek, dan helpt dat toch niet. De Voorz. herhaalt, dat de Raad zich kan uitspreken en beschouwt het niet als een blijk van wantrouwen in den Burgemeesterde Raad heeft ook zijn verantwoording en daarom spreke men zich uit. Maar, omdat ik met den dienst op de hoogte ben, durf ik de verant woording niet op mij nemen, om het maar met 1 veldwachter te doen. Dhr. OggeiNu, dan moeten we erin berusten, want dan helpt het toch niet Dhr. Van Dixhoorn vindt het juist, dat de Voorz. zich alzoo uitspreekt, dat is zijn recht en inzicht, misschien ook zijn beleid, daar twijfel ik niet aan. Maar daarom heeft ook ieder raadslid het recht zich uit te spreken en dan is mijn overtuiging, dat er geen twee noodig zijn. En als de Raad zich maar steeds neer moet leggen bij een uitspraak van den Voorz. of den Commissaris, dan kunnen we ook wel thuisblijven, maar ik durf de verantwoording best aan met 1-veldwachter en steun het voorstel van dhr. van de Bilt. Als 't noodig is, heb ben we toch ook nog een Burgerwacht. Dhr. Van de Bilt vraagt den Voorz. Hoe komt het toch, dat U die noodza kelijkheid van 2 veldwachters niet wil aantoonen Ik heb nog geen enkel motief gehoord, dat hierop wijst. De Voorz.Dat kan ik in een open bare vergadering niet doen. Dhr. de Kraker zegt, gehoord de be sprekingen, zijn steun aan het voorstel van de Bilt in te trekken. Wegens onvoldoenden steun komt alzoo het voorstel niet in stemming. Op de vraag van den Voorz., of dhr. van de Bilt nog iets heeft voor de ver gadering, antwoordt deze„neen, want men wil toch niet bezuinigen." Dhr. Kruijsse vraagt, hoe het komt, dat die straatklinkers opnieuw besteed worden. Hij heelt gehoord, dat bij de eerste besteding de klinkers gegund zijn en de aannemer niet aan zijn verplich tingen voldeed en er daarom een nieuwe besteding plaats moet hebben. De Voorz. antwoordt dat door B. en W. straatklinkers aanbesteed zijn van een bepaalde soort en de aannemer die soort niet kon leveren binnen den be paalden tijd en om nu den aannemer niet te bevoorrechten boven de andere inschrijvers achtten B. en W. het het best om een herbesteding uit te sc+irijven. Dhr. Kruijsse Maar waar blijft dan het karakter van aanbesteding Als iemand inschrijft moet hij toch borgen hebben opdat men gewaarborgd is, als de aannemer niet aan zijn verplichtingen voldoet. De Voorz.In theorie gaat dat op, maar hier bleek, dat het niet mogelijk was, ook voor andere aannemers om de gevraagde soort te leveren en waar dus toch andere steenen geleverd moesten worden, dachten B. en W. goed te doen door ze opnieuw te besteden. Dhr. Kruijsse wijst erop, dat er dan toch weer meer kosten gemaakt worden en het is hier ook gebleken, dat het noodig is om uit te zien, dat de inschrij vers solvable personen zijn, op wien desnoods verhaal is en die in staat zijn om aan hunne verplichtingen te voldoen, want zoo kan wel iedereen inschrijven. Dhr. Oggel licht toe, dat het in het merk zit. Er zijn ongeveer 18 steen bakkerijen, die samenwerken en op monster verkoopen. Nu bleek het ge vraagde merk niet voorradig en moest express vervaardigd worden. Wel was een zelfde soort voorhanden, maar niet gemerkt. Indien nu deze geleverd en aanvaard waren, zouden B. en W. on billijk geweest zijn tegenover de andere inschrijvers en daarom zijn nieuwe monsters gevraagd van de voorradige steenen, waarvoor opnieuw inschrijving is gevraagd. Maar het college van B. en W. was het ook niet eens over de vraag of wer kelijk besloten was om tot aankoop over te gaan. Spr. zou daarvan de meening van den Raad eens willen hooren de klinkers zijn bestemd voor de markt, maar spr. meent dat gezegd is bij de behandeling der begrooting, dat het wegens bezuiniging best zoo kon blijven, als de putten wat gelicht werden. De Voorz. ontkent dat en herinnert zich dat er toen bepaald besloten is tot aankoop der klinkers. Dhr. Kruijsse zegt ook, dat die be slissing genomen is en maakt daar ook geen aanmerking op het loopt niet over het aanschaffen der steenen, maar over de wijze van gunning. Er wordt in de gemeente over gemompeld en dan hoor je van alles. MANT. Telef. 56. - Postgiro 60363.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1923 | | pagina 1