fto. 20.
Dinsdag 19 Juni 1923
39e .laarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Mij is de W rake
J. C. VINK - Axel.
Wat zijn Kamers
FEUILLETON.
Binnenland.
Diblad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Galden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. AG. Postgiro 603G3.
aDVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Aövertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vr^Jdagvooriuiddag ELF ure.-
We zouden zoo ^zeggen, dat dit een
vraag is naar de bekende pad En
toch wisten we deze niet te beant
woorden, nl in zooverre het rapport
van het Zeeuwsch Vlaamsch Waterlei
ding Comité van kamers spreekt. We
namen het begrip kamer te ruim op
en dachten aan .vertrekken'1, zoodat
dan iedere afgesloten ruimte, voorzoo
ver deze voor huishoudelijk ge
bruik en niet uitsluitend voor berg
plaats van goederen of huisdieren dient,
een kamer is En zoo kwamen we
tot de conclusie, dat dan het tar ef
voor waterverbruik, indien dit werd
berekend naar het aantal kame.s in
een huis, tamelijk hoog zou zijn En
niet wij alleen verkeerden in die mee
ning, maar verscheidene belangstel
lenden met ons, zoodat we ze fs van
meer dan een zijde blijken van in
stemming mochten ontvangen met den
wensch aan het slot onzer artikelen
uitgedrukt, nl om meer Rijkssteun.
Maar van andere zijde en dit
doet ons genoegen wijst men er
ons op, dat we een vergissing begaan,
als we op dat begrip „kamer" voort
borduren. En nu springt weer direct
in 't oog, van hoeveel belang het is
dat sprekers en deskundigen de zaak
toelichten, maar ook hoe afstootend en
ontmoedigend het is, dat als die spre
kers kom< n, men niet alleen weinig
belangstelling toont, maar dat de aan
wezigen geen vragen stellen of bespre
king houden met degenen die voor
lichten kunnen Alleen dan toch zijn
de laatsten in de gelegenheid op alles
te wijzen, wat nog twijfelachtig is of
waaromtrent van de zijde van het pu
bliek verkeerde meeningen bestaan.
We gelooven dan ook, dat we door
onze artikelen te plaatsen een dienst
hebben bewezen aan degenen, die
niet voldoende op de hoogte waren
met de plannen van watervoorziening,
en ook niet in de laatste plaats aan het
Waterleiding Comité, dat nu in de gele
genheid werd gesteld om een verkeerde
meeniug op te helderen. Vooral waar
het de dubbeltjes geldt, dient men ze
kerheid te hebben We verwijzen
daarom naar het desbetreffend schrij
ven (z e Ingezonden Stukken) van ge
noemd Comité hetwelk we met vol-
""doening opnamen Men zal zich o i
thans met het tarief best kunnen ver
eenigen.
De oorzaak, dat we de vergissing
begingen, was, dat het rapport niet
aangaf, wat door kamers wordt ver
staan en ook niet aangaf dat deze
minstens 6 M3 ruimte moeten hebben,
om mee te tellen.
Pat we het hemelwater „krijgen" is
voor ons geen hoofdzaakte minder
waar d.t in zuiverheid, zelfs in de
meest zindelijke regenbakken nog niet
opweegt tegen leidingwater. Maar we
wezen er op, dat gezien een bereke
ning van 40 a 50 gulden per jaar,
het een luxe zou worden om lei
dingwater te nemen. Dat is nu ge
lukkig in genoemd schrijven weerlegd,
zoodat het een doorsneeburgerop
een paar kwartjes per week komt en
dat is men vaak kwijt aan tafelwater,
afgezien nog van het gemak, dat men
maar naar het kraantje-te gaan heeft
en men tapt zooveel men wil.
Uit is het dan met klaagliederen,
dat men zoolang aan de pomp moest
wachten en dat de p mp weer„ af- is, of
dat de pomp „op slot" ligt, enz
Uit is het dan ook met water koopen
aan de kerk of uit de putten, enz. en
het gemak is onbetaalbaar.
Eén d ng is zeker, dat wie eenmaal
leid ng water heeft gehad of het slechts
enkele maanden heeft, nimmer dat ge
mak zou willen missen.
Dat het veel gezonder is, behoeven
we wel niet meer uit te leggenmen
moet alleen maar denken aan het ge
not dat men op elk oogenblik, zelfs
in den droogsten zomer, een glas heer
lijk en frisch water kan tappen.
Wat is dat niet waa d, als men dorst
heeft en ook voor een zieke Vraagt
het den dokter maar
We weten n et, of de Raad dezer
gemeente in de zitting van vandaag
een beslissing zal nemen, maar mocht
het zoo zijn, dan hoien we, dat die
gunstig zal zijn ten opzichte van de
moderne watervoorziening in Zeeuwsch
Vlaanderen. Ook daarin moeten we
vóóruit.
AXEI
(Vrij uit het Duitscli.)
Zij had den naam van haren medeplichtige
niet genoemdnochtans wendde hij, minder
grootmoedig dan zij, zich van haar af, de
wereld keerdë haar met verachting den rug
toe en zoo trok zij zich terug naar Rome, waar
haar familie haar daad zocht te hullen in den
glans eener vaderlandslievende opoffering.
De beide zonen gingen naar Milaan in een
instituut, terwijl Catharina met haar moeder
medeging, want zij had nog vrouwelijke ver
pleging en vrouwelijk toezicht noodig en de
overste, zonder middelen, met verwoeste voor
uitzichten en verbitterd gemoed, was niet in
slaat, noch in een stemming, om zijn dochter
bij zich te houden. Maar hoe jong zij ook
was, de teedere liefde van het kind tot den
vader werd nimmer uitgebluscht en de eenige
troost, die hem restte, was het vooruitzicht
dat zij hem later mocht bezoeken.
Zoo groeide de kleine Catharina op in Rome
onder de oogen van eenvrouw, gevallen in
haar eigen oog en ook in dat der wereld. Zij
genoot weinig liefde en vrijheid. De schuld,
welke de moeder drukte, lag zwaar op de ge
noegens harer jeugd en toch had zij een zoo
ontvankelijk gemoed voor al wat schoon was
en goed, toch was daar geen teederder, geen
zachter wezen dan zij."
„Arme kleine," zei Theresa ontroerd, „maar
gij, eerwaarde moeder, gij hebt haar toch
liefgehad
„Innig," hernam de overste, „God weet hoe
gaarne ik mijn geluk zou gegeven hebben voor
het hare, maar Hij nam dit niet aan, Hij wilde
een reinere en meer volmaakte ziel dan de
mijne."
Ongeloovig kuste het jonge meisje lachend
de hand der non „En nu, eerwaarde moeder,
wat gebeurde er verder met haar vroeg zij
dringend.
„Wij groeiden samen op. Catharina maakte
weinig kennis met wereldlijke genoegens, des
te meer met boete en vroomheidsoefeningen,
want haar moeder voedde den vurigen wensch,
haar in het klooster te zien gaan, een wensch,
waarmede de dochter nooit volkomen instem
de. Zij gedroeg zich te dezen opzichte steeds
geheel lijdzaam vertrouwde zij op haar
eigene geestkracht, rekende zij op de hulp
haars vaders, of wilde zij dezen stap nog in
overweging nemen, zelfs tegen mij, haar ver
trouwde vriendin, sprak zij niet openhartig
over het besluit, dat zij nemen zoude, een
besluit, dat waarschijnlijk ook nog niet vast
genomen was.
Maar toen verscheen de dag, die haar de-
beslissing bracht met sterken drang, ten minste
voor haar zwak hart.
Zooals ieder jaar geschiedde, zou zij haar
vader bezoeken, ditmaal te Nizza waar hij ziek
lag en Catharina zou reizen onder de bescher
ming mijner ouders. Het was in den tijd, toen
Karei Albert beproefde de banier der vrijheid
te planten. Men leidde een veelbewogen op
gewekt leven in Opper-Italië en ware Catha-
rina's vader niet juist bedenkelijk ziek gevyeest
dan zou haar moeder haar nauwelijks die reis
vergund hebben.
Den avond te voren verklaarde zij plotseling,
als zoenoffer voor de schuld en de fouten
haars levens, Catharina reeds sedert jaren
stellig toegezegd te hebben aan het heilige
hart van Jezus en haar bestemd te hebben, om
in het klooster der Lieve Vrouwen te gaan.
Zij wist dit besluit voor te stellen 3ts Gode
bijzonder welgevallig, daar uit een erfenis een
familiekapitaal voorhanden was, dat der eerst
volgende bruid van Christus zou medegegeven
worden en dat het zeer bescheiden begiftigde
klooster uiterst welgevallig zou zijn.
Er was geen tijd meer tot onderzoek; als
altijd, was de tegenstand van Catharina tegen-
over haar moeder lijdelijk en de beslissing
was ook niet dringend noodig. Wij vertrokken
en nu brak voor Catharina een korte, gelukkige
tijd aan, een tijd, dien zij later betaalde met
de rust haars levens.
In Nizza aangekomen, vonden wij haar vader
reeds herstellende. Hij was liefdevol verpleegd
door een jong Duitscher, zekere graaf Wan-
gerloh, wiens gezelschap ook den genezende
zeer weldadig was. Het was een schoon, be
gaafd, beminnenswaardig man en wat meer
zeggen wil, een voortreffelijk mensch. Hij
kwam dagelijks bij ons aan huis en verkeerde
volkomen ongedwongen met de familie en
Catharina, niet onder den invloed van den
somberen ernst harer moeder, toonde zich in
haar volle bekoorlijke natuurlijkheid. De liefde
tusschen "hen beiden ontstond onder mijn oogen
en toch was ik blind daarvoor," ging de non
voort met een onderdrukten zucht, „anders
had ik Catharina wellicht vooraf gewaarschuwd
en haar herinnerd aan haar bestemming, die
bezegeld was door An heilige gelofte harer
moeder. Ik vernam het eerst dat zij beminde
en weder bemind werd, toen haar vader haar
aan ons voorstelde als de bruid des Duitschen
graafs."
Een kleine pauze volgde. De gedachten
der non schenen zich niet te kunnen losrukken
van dit beeld uit het verledene en Theresa
raakte zachtkens haar hand aan, om haar aan
te sporen verder te gaan.
„Ik weet niet, hoe dat alles zoo gekomen
is," ging de non voort, „of twijfel en bezwaren
bij haar verdwenen waren, of dat graaf Wan-
gerloh's liefde die overwinnend had bestreden,
want zelfzuchtig en verblind had ik mij slechts
bezig gehouden met mijzelven en met de
verwachtingen, die het leven opwekte in mijn
jong en toenmaals zoo wereldsgezind hart.
Nu was ik de eerste, die Catharina opmerk
zaam maakte op de zware verantwoordelijkheid
van den stap dien zij deed. Ik herinnerde
haar aan haar moeder, hoe de berouwvolle
vrouw de redding harer ziel alleen zag in 3e
Parlementair Weekoverzicht.
Het wetsontwerp tot verhooging van
de collegegelden van 200 tot 300
is met 42 tegen 32 stemmen aange
nomen. Bijna de gebeele Rechterzijde
stemde vóór, terwijl de Linkerzijde
met uitzondering van den heer Van
Gijn tegen stemde. De heer Boon
kwam nog op voor de rechten der
thans studeerenden met een voorstel,
dezen nog het oude bedrag van 200
te laten betaleD, aangezien zij daarop
bij bet begin hunner studiën gerekend
hadden, maar de Regeering heett on
middellijk het meerdere geld noodig
en de Minister ontried daarom het
amendement ten sterkste.
De interpellatie van den heer Mar-
chant omtrent de verhouding tusschen
den minister van Koloniën en den
Gouverneur van Suriname heeft wei
nig resultaat opgeleverd. Vermoede-
ljjk zal minister De Graaff den inter-
pellaut dankbaar zijn, dat déze hem
in staat gesteld heeft, zijn beleid op
zóó gemakkelijke wijze te verdedigen,
zonder dat het hem ook slechts één
oogenblik lastig werd gemaakt. Maar
de tegenwocfrdige Gouverneur zal met
den uitslag, die de Regeering geheel in
het gelijk stelde en dus zijü optreden
afkeurde, miuder tevreden zijn ge
weest. Dat de positie van Gouverneur
van Suriname niet de alleraangenaam
ste is mag bekend worden geacht en
spreekt ook bijna van zelf. Deze ko-
vrome toewijding van haar kind. Ik stelde
haar voor, hoe zij den vrede terug zou bren
gen in de verbroken familiebetrekkingen en
de Goddelijke genade zou verkrijgen, die zoo
welgevallig nederziet op het offer van een rein
hart. ik zei haar te bedenken, welk een ge-
wichtigen dienst zij het klooster zou bewijzen,
welks armoede door haar hand in welstand
veranderen zou. Ik was bespraakt, bespraakt
als de slang in net paradijs."
De non legde bewogen de hand op haar
oogen, maar in het volgende oogenblik voelde
zij een zachte wang tegen de hare. „Dierbare
moeder," zei het jonge meisje geroerd, „hoe
kunt gij toch zoo dwalen ten opzichte van
uzelven."
Treurig lachend schudde de overste het
hoofd.
„Voor God, den Almachtige, waren mijn
beweegredenen niet rein, hoe ook ikzelve mij
te dien opzichte verblindde. Tot mijn geluk
leerde Hij mij later die beweegredenen kennen
en toonde mij daarmede den weg der boete.
Als ik een oogenblik de moedige standvas
tigheid mijner vriendin had doen wankelen,
zoo behaalde toch het volgende oogenblik de
liefde een overwinning op mij. Catharina
hing aan den Duitschen graaf met een innigheid,
die niet losliet, zelfs niet onder de bedreiging
van Goddelijke straf, en hij hield haar vast,
als wilde hij haar den Hemel afpersen. Wel
licht echter zouden zij toch gescheiden zijn,
als niet Catharina's vader zich beslissend aan
de zijde zijner dochter gesteld had. Hem
beviel de minnaar, zijn rijkdom kwam hem
gewenscht voor, hij meende het teeder geliefde
kind door een huwelijk een schadeloosstelling
aan te bieden voor haar arme. vreugdelooze
kindsheid en hield een eigen haard voor een
gelukkiger plaats, dan de door God vervulde
stilte des kloosters.
(Wordt vervolgd).