Vrijdag 8 1923
No. 17.
39e tlaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch -Vlaanderen.
ij is <ie Wrake t
J. C. VINK - Axel.
Binnenland.
FEUILLETON.
Dit blad verscürjnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Galden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
aDVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en VrtJdagvoormiddag ELF ure.
Koninklijke ontmoetingen.
Ot er aan de wederzijdsche ontmoe
tingen van onze Koningin en den Koning
van Noorwegen politieke oogmerken
ten grondslag liggen en van welken
aard die zouden kunnen zijn, is natuur
lijk alleen te beoordeelen door degenen,
die ingewyd zijn in de hooge politiek,
en zal voor anderen ook wel geheim
blijven. Maar wat ons bemoedigend
stemt, is zeker de hartelijke wijze waar
op, blijkens de kolommenlange verslagen
in de dagbladen, het hooge Noorsche
gezelschap in de hoofdsteden van ons
land is ontvangen.
Ook de koninklijke redevoeringen
getuigen daarvan en het zal zeker ieder
Hollansch hart goed doen, dat onze
Koningin Wilhelmina op zoc juiste
wyze de Nederlaudsche gastvrijheid
weet te vertolken, evenals we ons ge
streeld gevoelen, als we de goede eigen
schappen van ons volk hooren roemen
door vreemde vorsten. Daarom laten
we hier volgen de toespraken, welke
aan het galadiner ten Koninkl. Paleize
te Amsterdam zijn gehouden.
Vertaald uit het Pransch zeide de
Koningin het volgende
t Sire,
g|Het is Mij een waar genoegen uwe
Majesteit in Mijne Hoofdstad welkom
te heeten en Haar dank te zeggen voor
het bewijs van vriendschap, hetwelk
zij ons brengt door Ons in Nederland
(Vrij uit het Duitsch.)
Slechts Herbert zelve was niet gerust, hij
verheelde zich niet, dat zijn oom eigenlijk nog
te jong was, om op diens dood te kunnen
wachten en bij diens ruw karakter en strenge
grondbeginselen, was het van hooge waarde
voor hem, zijne nieuwe ongelegenheden ge
heim te houden. Daarom verheugde hem het
vooruitzicht niet, dat Magdalena hem had
voorgespiegeld, hoezeer dit anders ook geschikt
was, om de aanspraken, die hij voor zichzelven
maakte, te verminderen. Zijne middelen waren
slechts beperkt met betrekking tot zijn toe
stand de hulp, die graaf Wolf verleende, was
berekend voor een fatsoenlijk passend jongge-
zeilenleven, niet voor verkwistende gewoomen
en het onderhoud van vrouw en kind. Mag
dalena had geen idee van deze toestanden.
Tegenover haar stil bescheiden leven schenen
haar de sommen rijk toe, die Herbert ter be
schikking stonden en zijne behoeften kende
zij niet.
Zoo ging de zomer voorbij als de zwoelte
van een onweder voor Herbert, voor Magda
lena als een schoone droom.
Niets gevoelde zij van de vrees, die eene
vrouw vervult voor de beslissende ure, niets
dan zalige verwachting. Alles wat in haar
leefde aan liefde en teederheid schoot te voor
schijn als een schitterende straal, die zelfs
verwarmend nederviel op Herberts koele natuur.
De herfststormen en de winternevels sloten
haar op in hare kamer, zij knikte nu over de
ontbladerde tuinheg het kleine meisje toe, niet
meer vol verlangen, maar vol bevredigd geluk.
Zij werkte en zorgde en schiep steeds opnieuw
en toen de kerstklokjes in de stille winterlucht
weerklonken, luidden zij de geboorte van een
te komen bezoeken.
Mijn volk zal zich gelukkig achten
op deze wijze in de gelegenheid te
worden gesteld jegens Uwe Majesteit
getuigenis af te leggeD van de hartelijke
gevoelens, welke het voor Noorwegen
koestert, en in Haar verheven Per
soon de edele natie te bezoeken, welke
zij vertegenwoordigt.
Na tot elkander gebracht door de
zee welke hen scheidt, trotsch op hunne
eeuwen oude maritieme overleveringen,
laten onze beide Volken, grootgebracht,
als zij zijn in de school eener gelijk
soortige geestesontwikkeling, zich bij
het nastreven hunner vreedzame roeping
leiden door gevoelens en gedachten,
welke hen in staat stellen elkander te
waardeeren en te begrijpen, 't Bezoek
van Uwe Majesteit zal er toe bijdragen
de tusschen onze beide Landen bestaan
de vriendschap te versterken. En in
een tijd, waarin de behoeften der mensch-
heid een beroep doen op de natiën om
te trachten elkander beter te verstaan, om
hunne onderlinge betrekkingen te ver
veelvoudigen en om tot overeenstem
ming te geraken, koester Ik den wenscb,
Noorwegen, onder de verlichte Regee
ring van Uwe Majesteit en Nederland
in toenemende mate de tusschen hen
bestaande banden te zien versterken.
Nog OEder de bekoring der herinne
ringen, welke Mij van Mijne bezoeken
aan Uw schoone land bijbleven, ver
heug ik Mij er over in da gelegenheid
te z(jn om Uwe Majesteit nogmaals te
zeggen, hoe gevoelig Mijn Gemaal en
Ik zijn geweest voor de zoo hartelijke
klein meisje in. De moeielijke ure vond haar
alleen; hare boodschap bereikte Herbert niet;
hij had een diner bijgewoond en na de opera
de club bezocht zonder te huis te komen of
door den bediende gevonden te zijn. Het was
een harde strijd en zij was alleen, maar moed
en liefde deden haar vergeten dat zij alleen
was. Toen Herbert den volgenden morgen
aan hare legerstede stond, legde zij met zaligen
lach het kind in de armen. „Nu zijn we rijk,1'
zeide zij.
Zij was rijk en hield zichzelve nog geruimen
tijd daarvoor, toen zij lang reeds verarmd was.
Zij was zeer ziek geweest en herstelde
langzaam en moeilijk. Herbert vond de voor
zichtigheid die hij in acht moest nemen met
komen en gaan, de verstoring zijner behage
lijkheid door het kind teweeg gebracht, niet
zeer aangenaam en hij nam Magdalena's be
hoefte aan rust tot voorwendsel, om s'avonds
vroeg heen te rijden, als hij haar bij dag een
kort bezoek had gebracht.
Zij had een treffend onbeschrijfelijk ver
trouwen, zij zag op haar kind en geloofde
hoe zoude hij haar ook ooit kunnen verlaten
met zulk een schat. Zij behoorde nu aan beiden,
hare liefde en zorg verdubbelden. Zij sierde
zich op voor hem en smukte hare kleine lie
velinge op zij maakte dagelijks de kamer in
orde om hem te ontvangen en was niet meer
teleurgesteld, als de avond kwam zonder hem.
Zij had nu bezigheid, immer gezelschap, immer
geluk zijn komst verhoogde dit slechts.
Geen enkele gedachte vlood meer heen naar
de beuzelingen, die eens haar kinderlijk hart
hadden bekoord, aan de wieg van haar kind
ging dit alles onder en als zij het op den sdhoot
hield en in de ocgen keek, die diep en donker
waren als die des vaders, dan juichte haar
hart in volle zaligheid 1
O, zonneschijn toef! Niet alleen in de vreed
zame kamer, maar leg u neder op hare oogen,
opdat zij, verblind door uwen glans, het niet
bemerkt, hoe het geluk de vleugelen opheft
en henenvliedt,
ontvangst ons den vorigen herfst bij
ons bezoek aan Cbristiania bereid.
Wanneer ik die heerlijke dagen in
Mijne herinnering terugroep, betreur
lk het te meer, dat de omstandigheden
aan Hare Majesteit de Koningin niet
hebben toegestaan Mijnen wensch, Haar
hier aan de zijde van Uwe Majesteit te
zieD, in vervulling te doen gaan.
Ik hef Mijn glas op ter eere van
Uwe Majesteit de Koningin en van den
Kroonprins en Ik spreek Mijne beste
wenschen uit voor den voorspoed en
het geluk van het Noorsche volk.
De Koning van Noorwegen beant
woordde de tafelrede van de Koningin
als volgt
Uwe Majesteit.
De beminnelijke woorden van wel
kom, die Uwe Majesteit zooeven tot mij
gericht heeft verheugen Mij ten zeerste
en Ik betuig Haar er Mijn levendigen
dank voor, evenals voor de warme
ontvangst, die Mij ten deel is gevallen.
Ook zij het Mij vergund, Uwe Majesteit
ie danken voor de vriendelijke woor
den waarmede zij wel de Koningin,
Mijne Gemalin heeft willen gedenken.
TWAALFDE HOOFDSTUK.
In de kloosterkerk van Onze Lieve Vrouwe
van het hart van Jezus was een lijkmis ge
lezen. De nonnen verwijderden zich langzaam
door het portaal der kerk, doorschreden den
kleinen binnenkloostertuin, die reeds bekleed
was met al de pracht der Italiaansche lente en
verdwenen stil achter de zware eikenhouten
deuren van het klooster.
Weinige minuten later werd een kleine zij
poort der kerk, welke de kloostergebouwen
naar de oostzijde afsloot, nogmaals geopend
en de overste der orde trad met den geeste
lijke, die de mis gelezen had en het misge
waad reeds met zijn gewoon geestelijk kleed
had verwisseld, in den schilderachtig gelegen
buitentuin, die, door muren omsloten, van hier
af terrasvormig nederdaalde en van boven af
een prachtig gezicht opleverde over het
bloeiende land.
Ter rechterzijde was een kleine dichtbescha-
duwde plaats afgezet en ingericht tot rust
plaats voor de zusters, die moe van het strijden,
in stilte hopen, daar den vrede deelachtig te
worden, die hen zoo vaak was toegezegd. En
een oord des vredes was het in waarheid
stil en vreedzaam stonden de weinige een
voudige houten kruizen naast elkander, over
schaduwd door donkere cypressen en de graven
beplant en versierd met de vriendelijke kinde
ren der lente. De vogelen zongen in de takken
een lied van de lusten en de schoonheid der
aarde, die de slaapsters niet gekend hadden,
maar de bonte vlinders gelijk, die om de bloei
ende bloemen fladderden en tot het zonlicht
omhoog zweefden, had hun geest zich verheven
boven smart en schuld en dronk nu de gouden
vrijheid.
Eene jeudige gestalte in een wit gewaad
verdween juist achter de tralieden van het
kleine kerkhof, de overste legde de hand boven
de oogen en keek haar na.
„Dat was Theresa", zeide zij, „zij verzuimt
haar liefdesoffer nooit".
„Daarom is het 't beste haar hier te wachten,"
Wij beiden betreuren levendig dat de
omstandigheden Haar niet hebben ver
oorloofd Mij op deze reis te vergezellen.
De bewoordingen, waarin Uwe Majesteit
wel Haar bezoek van het vorig jaar
aan Cbristiania in herinnering heeft
willen brengen hebben Mij diep getrof
fen. Ik verzoek Haar zich er van ver
zekerd te houden dat ik Mijnerzijds
steeds de aangenaamste herinnering zal
blijven bewaren aan dit bezoek aan
Nederland waar Ik met een zoo milde
gastvrijheid en groote beminnelijkheid
ben ontvangen.
Het is Mij bijzonder aangenaam Mij
op den dag van heden tot tolk te maken
van de gevoelens van vriendschap,
waarmede Mijn land voor Nederland is
bezield. Het Noorsche volk dat steeds
zoo veel belangen gemeen heeft gehad
met het Nederlandsche volk gevoelt de
grootste bewondering voor zjjn vrijheids
liefde, zijn werkzaamheid en onder
nemingsgeest, welke hoedanigheden zich
gedurende het 25-jarig tijdperk der zoo
gelukkige regeering Uwer Majesteit
vrijelijk hebben kunnen ontwikkelen.
Ik heb de overtuiging, dat de goede
betrekkingen die tusschen Onze landen
bestaan in de toekomst nog verstrekt
zullen worden en dat beide volken
steeds samen zullen gaan in dezelfde
pogingen om mede te werken tot den
vredelievenden arbeid tot geluk en wel
zijn der menschheid.
Ik nef Mijn glas op ter eere van Hare
Majesteit de Koningin der Nederlanden
van Z.KH. Prins Hendrik van H.M. de
Koningin Moeder en de Koninklijke
zeide de geestelijke om de rechte stemming
en de juiste ure ten nutte te maken. Nu zal
het zich toonen, wat gij in de zeventien jaren,
die Theresa hier doorbracht, gestreefd hebt en
bereikt. Het was een lange arbeidstijd voor u,
het is te hopen dat gij hem benuttigd hebt.
Het bleeke gelaat der non kleurde zich een
weinig. Den zegen geeft God, eerwaarde heer,
mijn streven was ernstig gemeend en het ging
met mijne wenschen hand aan hand ik zou
mij ook niet zonder smart van Theresa kun
nen scheiden.
Een strenge vorscfiende uitdrukking vloog
over de trekken van den geestelijke. Als gij
uwe aardsche wenschen daaraan verbondt, was
het reeds niet geheel rein. Wie zich den Heer
heeft toegewijd, diens hart moet hem alleen
aanhangen. De non onderdrukte een zucht,
„lk scheid ongaarne van Theresa, daar ik de
smart der wereld voor haar vrees", zeide zij.
Wij zullen zien. Daar deze Duitsche graaf
met de eigenzinnigheid en de woorderz fterij,
die hem zoo lastig maken, op zijn zoogeuaamü
recht stelt en hij mij, nog eer ik er over begon,
gezegd heeft, dat hij voor zonsondergang eene
beslissing verwacht,zoo moet die beslissing dan
nu maar vallen. Ik heb eveneens op mijn
goed recht gestaan en ons voorbehouden de
noodige mededeelingen zelve te doen. Daarbij
komt alles aan op de slimme en gunstige voor
stellen en een vrouw vindt in zulke zaken lichter
den juisten toon. Ik leg die in uwe hand, zuster
Angelica, wees voorzichtig en verstandig.
Hij wilde zich verwijderen, maar de non legde,
terwijl zij hem terughield, hare smalle hand
op zijn arm.
Ik zou u willen verzoeken, zelve te zeggen,
eerwaarde heer, in welken zin ik spreken, in
welke richting ik werken moet. Graaf Wan
gerlok was dezen morgen bij mij, toen hij het
graf zijner vrouw kwam bezoeken en Theresa
zijnen gelukwensch bracht.
(Wordt vervolgd)
COURANT.
Telef. 56. - Postgiro 603H3.