Vrijdag 6 Apr1923 59c *faarg. W óo Hij is 4<s Wsa&s pSiieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. J. C. VINK - Axel. Binnenland. FEUILLETON. ZWARE SHAGTABAK Du blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrydagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITG SV ER Bureau Markt C 4. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag ELF ure. By dit blad behoort een byvoegsel. De Zomertyd. Het verslag der Eerste Kamer. Verschenen is het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer over het voorstel van wet van den heer Braat tot in trekking van de wet van 23 Maart 1918 scheppend de mogelijkheid tot afwijking 's zomers van den wettelijken tijd. Door velen werd betreurd dat een initiatief-voorstel moest worden inge diend en de regeering niet zelf met een voorstel is gekomen in welken zin dan ook. Ongetwijfeld zouden dan de door de regeering verstrekte gegevens juister en vooral meer volledig zijn geweest. De thans, op verzoek, te elfder ure, verstrekte gegevens ziju zeer onvolledig en van geen groote beteekenis. Van andere zijde evenwel werd de passieve houding "der regeering goed gekeurd. Zij die van gevoelen waren, dat de Reg. zich de tijdregeling niet uit handen had moeten laten nemen, meenden, dat de Eerste Kamer, overeenkomstig haar taak is aangewezen, dit wetsvoorstel at te wijzen. Het betreft volgens hen een belang, dat slechts door één groep in den lande wordt voorgestaan en de Eerste Kamer heeft tegen de eenzijdige behartiging van de belangen ot ver meende belangen van deze groep te waken. Sommige leden betuigden hun in- stemming met dit wetsvoorstel, dat algemeen steun vond in de verzoek schriften, die te dezer zake tot de Staten- Generaal uit landböuwkringen waren. De nadeelen van den zomertijd voor de landbouwende bevolking kunnen moeilijk onder cijfers worden gebracht. Het werken in het vroege morgenuur is slecht voor de gezondheid, terwijl tal van werkzaamheden worden ver traagd omdat het landbouwproduct iu drogen toestand moet worden verwerkt. Verder weegt zwaar het hygiëusch bezwaar voor de kinderen op het plat teland, die ten gevolge van den zomer tijd slaap te kort komen. Zij kunnen niet in slaap komen zoolang de zon nog schijnt. De landbouw en veeteelt heb ben recht op den meteorologischen tijd. Het gaat toch niet aan, omdat de ste deling niet vroeger op wil staan, om daardoor een uur langer van het zon licht te genieten, land- en tuinbouw eu veeteelt schaue te doen lijden. Vele andere leden daarentegen kon den zich met het wetsvoorstel met ver eenigen. Men merkte op, dat het grootste deel der bevolking (genoemd werd 90 pet.) den zomertijd wenscht en wees o.a. op de door honderdduizend ondersteunde verzoekschriften uit de groote en kleine steden welke allen een beroep doen op de Eerste Kamer om dit voorstel te verwerpen. De geheele beweging tegen den zo mertijd noemen onderscheidene leden grootendeels kunstmatig opgeschroefd. Zeer vele plattelanders zijn niet voor afschaffing. De hygiënische bezwaren van den zomertijd voor volwassenen en kinde ren werden door de tegenstanders van het voorstel ongegrond geacht. In Duitschl md bestaat de midden-Euro- peesche tijd, waar dus ook in net wes telijk, aan ons land grenzend gedeelte alles 40 minuten vroeger geschiedt dan hier te lande en toch verneemt men van daar geen klachten. Vele leden, op den voorgrond stel lende, dat van beide zijden overdrij ving plaats heeft, maar de voordeelen voor de eene groep en de nadeelen voor de andere groep juist afwegende, J.GRUNi waren van oordeel, dat vooral bij eenige beperking van den duur van den zo mertijd de voordeelen eenerzijds ge wichtiger zijn en een grooter aamlal personen ten deel vallen dan de na deelen anderzijds ernstig zijn en het deel der bevolking, dat deze te dragen heeft belangrijk is. Zij zouden den zomertijd willen doen gelden van 1 Mei tot 15 September. Grieven als het moeten melken bij kunstlicht, het naar school gaan der kinderen in het don ker, vervallen dan. Men kwam tot de slotsom, dat het op den weg der Regeering ligt, met een modus vivendi t,e komen, door den ter mijn te bekorten gedurende welken de zomertijd zou gelden of gelijk eenige leden aangaven, door invoering van den midden-Europeeschen tijd. De ver wachting werd daarom algemeen uit gesproken, dat bij eventueele verwer ping van het voorstel-Braat c.s. de Regeering in dien zin zou handelen. De schoolkinderen en onze volksliederen. Dezer dagen heeft, naar het Vad. meldt, de Minister van O. den volgen den brief aan de inspecteurs van het Lager onderwijs gericht „Het is mij bekend en nog on langs i3 van bevoegde zijde mijn aan dacht daarop opnieuw gevestigd dat de onwetendheid der schoolkinderen (en ook van de volwassenen) ten aan zien der Nederlaudsche volksliederen over het algemeen niet gering is. „Ik acht het nuttig u hierop te wijzen, opdat gij bij de behandeling der leerplans hieraan de noodige aandacht wijdt door te bevorderen, dat in de leerprogramma's eenige der meest in zwang zijnde volksliederen worden op genomen. Het verdieDt voorts aanbe veling de medewerking der hoofden van openbare en bijzondere lagere scholen in te roepen, opdat de kinderen meer dan tot dusver naast de melodie ook de woorden dier liederen leeren kennen en onthouden. ("-30) ra t :1 1 u U, 1 c«i Telef. 56. - Postgiro 60363. GRONINGEN (Vrij uit het Duitsch.) »ri" Gewond en bloedend, zooals de gravin haar oon het slot zag binnenkomen, zonken alle mnen in het niet voor den schrik die haar rlamde; zij zag alleen het tegenwoordige P581,. hierin het gevaar, dat het zorgende moeder- öQiart duizendmaal vergroot beschouwde. Want A. a waarheid was het niet meer, dan een licht li hampschot en het bloedverlies, waarvoor ■onstantijn alleen rust bevolen had, niet noe menswaard. Herbert had in zijn tegenwoor- i.^.'ige stemming geen middel zoo begeerig kun- in aangrijpen, als juist dit; hij benuttigde et tot het lijden van een besloten, ongestoord F, amilieleven, dat hem, zonder in het oog te 'vallen, een volkomen ongedwongen verkeer met Magdalena' verschafte en hem gelegenheid genoeg aanbood, om de geliefde, zij het ook steeds voor korten tijd, alleen te zien en te spreken. Nimmer was zij bekoorlijker geweest, dan in dezen lentetijd der liefde, waarin de jubel zang van haar hart weerklonk uit ieder woord en uit iederen lach, waarin een glans en een frischheid, een geluk en een innigheid van haar afstraalden, die een ieder in het oog vielen. „Hoé goed zijt gij," zei de kleine Hortense dikwijls feeder, ,~hoe schoon is zij," zei de opperjachtmeester somwijlen, terwijl hij haar bewonderend nastaarde. Haar hartsgeheim maakte haar niet nalatig, noch droomerig, het verhoogde slechts haar innerlijk leven, het ontwikkelde hare talenten, die zij minder had gevoed in den tijd, waarin zij in de onzeker heid leefde en zij stond opwekkend en weg- steepend te midden van den kleinen kring, die door Herberts ziekte zoo was verminderd. Nu speelde e» zong zij ook weer het was haar als had zij te voren nooit gezongen. „Geen aria's uit de spera,".zei de gravin, „dat hooren we spoedig beter in de stad. Een jong meisjé ais gij, moet altijd slechts kleine liederen, volksliederen zingen. Mij dunkt, dat men die muziek welke men uitsluitend gehoord heeft en die natuurlijk in huis werd gezongen, het beste kan uitvoeren." Magdalena lachte. „Geen vuur of geen kool kan branden zoo heet, als heimelijke liefde waar niemand van weet," zong zij en Constan- tijn luisterde verschrikt toe. Uit het diepst harer ziel weerklonk het jubelend wie had haar geleerd dit lied te verstaan Herbert zweeg voor de overigen, maar zijn woorden spiakèn in iederen blik dien hij in het geheim op haar richtte, in iederen hand druk. Als met een toovernet welks draden dicht en onverbreekbaar waren, omspande hij haar kinderlijke ziel en haar gedachten, haar vrije wil werden langzamerhand verstrikt in de gouden mazen. De geheimzinnigheid, waar aan zij zich vroeger slechts half bewust en met tegenzin overgaf, wist hij haar te maken tot een zoeten plicht, het blinde geduldige vertrouwen was de eerste gehoorzaamheid, welke hij vorderde. Want somwijlen dacht zij toch aan de toe komst en kwam de bange vraag in haar op, wat er van haar zou worden, ais hij in Londen in zijn betrekking zou zijn teruggekeerd en nieuwe indrukken en vermeerderde beroeps plichten, andere menschen en andere zeden zich gebiedend zouden plaatsen tusschen hem en den korten liefdesdroom. Wel kwam deze stomme vraag, die hij som tijds las in haar oogen, als zij, alleen met hem, aan zijn hart rustte, hem ongelegen hij ver langde, dat zij geloovig en gerust zou zijn door het feit, dat hij geweigerd had, oi» Me- lanie's hand te vragen om harentwege. En zij geloofde wanneer ook deed de liefde dit niet „Magdalena, mijn lieve, mijn schoone Ari adne zei hij eens in teedere bewondering, terwijl hij haar omvatte met zijn gezonden arm. Zij maakte zich los en keek bijna verschrikt tot hem op. „Niet Ariadne," zei zij, „verla ten moet ik sterven Het schip, dat u me- deneemt voor immer, dat neemt mij niet rrfede." Een lichte verlegenheid vertoonde zich op zijn gelaat. „Maar uw Theseüs heeft huis noch hart zoudt gij met mij in de wildernis willen leven?" Lachend knikte zij. „Waar gij zijt is geen wildernis, waar gij zijt is het schoon 1" Hij trok haar dichter tot zich. „Ook in storm en nood en gevaar? O mijn kleine, bevreesde Magdalena, gij zoudt ten onder gaan „Als gij mij vasthield vraagde zij ver trouwend. „Door uwen arm gesteund, zou ik alleen met u kunnen ondergaan en dat zou niet het ergste zijn. Neen, gij kent mij niet, Herbert, ik kan meer dan in nood en gevaar leven met u, ik kan in eenzaamheid volharden zonder u 1" „Gij kunt volharden tot wanneer, Mag dalena?" „Totdat gij komt en spreektDe tijd is daar tot' gij het aan de wereld zult zeggen, zij was niet alleen, noch verlaten, noch vergeten, zij was immer, immer de mijne 1" Zij sleepte hem onwillekeurig mee in een voorstelling van de zaak, waaraan hij tot dusverre nog niet had gedacht; als een too- verbeeld verscheen het voor zijn oogen, zoo kleurenrijk, zoo verlokkend." „Zij was immer, immer de mijne," herhaalde hij vleiend „en zoo zal het blijven 1* O geliefde, hoe zal ik u leiden en dragen en aan mijn hart drukken, hoe u omgeven met de goederen dezer aarde, als slechts het lot ons gunstig zij. Niet meer des predikants dochtertje zult gij zijn, getooid met een krans van meiklokjes, parelen en juweelen zal ik u vlechten in de gouden lokken en al wat schoon is en groot, zal zich buigen voor u Één oogenblik, een kort oogenblik slechts verwarden die vleiende woorden haar zinnen en kleurden haar wangen met een purpergloed, het was de dwaze droom harer kindsheid, dien hij voor ha^r geest te voorschijn riep. Maar toen gevoelde zij, dat deze schitterende uiter lijkheden alleen de lijst konden zijn van haar geluk, niet het geluk zelve en daarom zei zij»? na kort stilzwijgen „De gravenkroon, die gij mij schenkt en die mij blijft, is wel kostbaar, maar de mirtenkrans, die ik slechts eenmaal draag en voor u alleen, is toch schooner 1" Die voorstelling sleepte hem mede, tot geest vervoering hij drukte haar aan het hart, als moest hij haar vasthouden voor immer. Welke beelden zijn smachtende fantasie hem ook' voorgetooverd had, nooit had Magdalena hem voor oogen gestaan in de schitterende schoon heid der bruid.— het spel, dat hij zoo licht vaardig was begonnen, had hij geen ernstig einde toegedacht. Maar nu haar reine, onge kunstelde zin hem dit voorstelde als het alleen mogelijke, als het alleen natuurlijke, nu scheen het ook hem het alleen schoone. Het korte gesprek werd afgebroken door het binnentreden der gravin, maar de indruk ervan had langen tijd nog uitwerking op Her bert en deed hem duizend plannen ontwerpen in de ledige uren, waarin hij Magdalena niet zag, als zij in de leerkamer vertoefde, Nog had hij zijn ouders niet gezegd, dat hij alle huwelijksplannen met een rijk meisje, ten minste voor het oogenblik,- had opgegeven men dacht, dat de zaak slechts was uitgesteld ten gevolge zijner verwonding en tevergeefs zocht Herbert naar een uitweg. De beslissing moest weldra vallen, want op de brieven zijner schuldeischers waren hun persoonlijke bezoe ken gevolgd, daar zij een geheime afreis naar Engeland vreesden. Daar verscheen op zekeren dag de heer Nathan Ruben op Tannensee en verzocht om een onderhoud met den graaf de uitslag was vrijheid, levensgenot en geluk. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1923 | | pagina 1