fOI Vrijdag 23 Maart 1923. 38e «laarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. ij &s Wmb J. C. VINK - Axel. Binnenland. FEUILLETON. ZWARE SHAGTABAK Du blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKERUITGEVER Bureau Markt C 4. AI)VERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrfl dag voormiddag ELF ure. Oproep. Van het algemeen secretariaat van het Voorloopig Indisch-Onderwijscomité ontvingen we het onderstaande met verzoek tot plaatsing Het is een feit, dat bij het overgroote deel van ons Volk, de belangstelling voor onze Indiën zoo goed als ^heel ontbreekt en de doorsnee-Nederlander er nog een geheel onvoldoende voor j. stelling van heeit, dat volgens het eerste artikel onzer Grondwet, het Koninkrijk der Nederlanden het grondgebied van Nederland, Neder landsch-Indië, Suriname en CuraQau omvat. Het trekt dan ook de aandacht dat kennis van Oost- en West-Indië op het leerplan van de meeste onderwijsin richtingen in Nederland eene, in ver houding tot de beteekenis dier landen, veel te onderschikte plaats inneemt. Wij gelooven niet mis te tasten, wan neer wij zeggen dat op de scholen in Indië en in de West meer kennis om trent Nederland wordt verkregen dan hier te lande omtrent de streken in het overzeesche. Dat dit te betreuren is, behoeft geen betoog. Kennis van land en volk is de noodzadelijke voorwaarde om den weg te banen tot onderling begrijpen en waardeeren welke weer noodig zijn om samenwerking tusschen de volken van het Koninkrijk der Nederlanden in Europa, Azië en Amerika te ver- 27) (Vrij uit het Duitsch.) „En de bouwkosten van dit jaar?" „Zijn gedeeltelijk betaald en worden gedeel telijk gedekt door de pachtgelden der weiden, die bij de nieuw aangekochte boeren hoefjes behooren. Qij weet, heer graaf, dat die tot het einde des vorig;n jaars nog voor rekening van den vroegeren bezitter verpacht waren." „En gij hoopt buitendien op een goede opbrengst van het nieuw aangekochte land Is er werkelijk mergel voorhanden „Boven verwachting, heer graaf, naar het oordeel van zaakkundigen." De vrager schoof met een uitdrukking van bevrediging de papieren ver van zich af en leunde wejbehagelijk in den hoogen lederen zetel. „Gij hebt alles voortreffelijk gedaan, Ruben, gij hebt de hoogste aanspraak op mijn dank, want gij stelt mij in staat, een wensch te vervullen, dien ik mij bij minder gunstige omstandigheden wellicht had moeten ontzeggen. Acht en twintig jaar ben ik nu in het bezit van mijn eigendommen; door uw zorgen zijn die aanmerkelijk vermeerderd en ik acht het nu mijn plicht, nadat voor al mijn persoonlijke wenschen en behoeften overvloedig gezorgd is, ook iets te doen voor den roem en voor het aanzien van mijn naam. Ik heb geen zoon, die hem doet voortleven, ik moet dit aan mijn neef overlaten," ging hij voort met een lichten zucht, „maar ik verlang dat zulks op waardige wijze geschiedt. Ik heb kort geleden toevallig in het familieleven van mijn broeder een die peren blik geslagen, dan mij ooit is vergund en ik heb de overtuiging, dat hij, in weerwil van mijn voorzorgen met verlegenheden te kampen heeft. Haal uw schouders niet op, Ruben, ik weet wat gij wilt zeggenHij kon, krijgen en het bewustzijn levendig te doen worden van onderlinge saamhoorig heid. Door deze overwegingen geleid heb ben ondergeteekenden zich aaneenge sloten tot een voorloopig Indisch-Onder wijs-Comité hetwelk zich ten doel stelt de verspreiding van kennis omtrent Oost- en West-Indië op de scholen in Nederland te bevorderen. Naar het hun voorkomt is hierdoor een taak aangewezen tot vervulling waarvan allen in Nederland, zonder onderscheid van godsdienstige of poli- ke richting kunnen en ook behooren mede te werken. Het Comité stelt zich voor, daartoe de medewerking in te roepen van reeds bestaande instituten, Comité's en Vereenigingen, deze waar noodig te steunen, voorts daartoe bevoegde per sonen te verzoeken zich met de auto riteiten iü verbinding te stellen, ten einde de noodige maatregelen voor de scholen te beramen. Zij zyn overtuigd te zullen slagen, omdat zij rekenen op volledige mede werking van de autoriteiten, de be trokken Hoofden en Directie's, op alle in dit verband in aanmerking komende organisaties en vereenigingen, en niet in de minste plaats op de scholieren, wier belangstelling zal worden gewekt en behouden door zooveel mogelyk aanschouwelijk én populair onderwijs in de hoogere klassen der Lagere Scholen, en door het houden van Le zingen, Causeriën, Cursussen enz. over Indië in den ruimsten zin des woords ja hij moest eigenlijk welgesteld zijn. Maar de opvoeding van een zoon kost in onze omstandigheden geld, veel geld zelfs; de ver geeflijke wensch, om den eenigen zoon, die tegelijkertijd de laatste drager van den naam Wangerloh is, in een dezen naam waardigen stand te plaatsen, heeft mijn broeder offers gekost, die ik, billijkerwijze, verplicht ben met hem te deelen, daar het niet alleen de eer van zijnen, maar ook die van mijnen naam is, die Herbert moet ophouden. Ik heb onderzoek gedaan naar mijn neef en helaas gehoord, dat hij in schulden zit. Ziet gij te weten te komen hoeveel die schulden bedragen het overschot van het laatste jaar moet tot voldoening dier schulden worden gebruikt." De procureur werd driftig, maar de eerbied deed hem zwijgen. Alleen zei hij, „het is een groote som, heer graaf." „Zeker Ruben," zei de graaf lachende „en daar het spaarpenningen zijn, die ik voor m ij- ze 1 v e n had bestemd, zoo zal deze verandering niet zeer ip uwen smaak vallen. Maar toch moet het zoo gebeuren. Het is mij om vele redenen lief, dat mijn broeder voor zijn zoon een staatkundige loopbaan verkiest boven den hofdienst; zij biedt zijn bekwaamheden een ander veld aan. Het bevalt mij ook, dat mijn broeder den moed heeft, met zoo weinig mid delen voor zijn zoon in te staan en in Herbert acht ik het, dat hij te trotsch was, om het noodanker eener rijke partij aan te grijpen. Een man, die zijn persoonlijke vrijheid verkoopt, is die vrijheid niet waard. Als men nu echter zoo gelukkig is, om Herbert van zijn schulden te bevrijden, is dit evenwel niet toereikend voor hem, om in Londen overeenkomstig zijn naam te kunnen leven. Om dit mogelijk te maken, zal ik zijn inkomsten moeten ver- hoogen." De procureur keek zeer verwonderd tot hem op, een zichtbare tegenzin sprak uit zijn trek ken. „Mijnheer de graaf heeft slechts te be velen," zei hij evenwel. „Hoe hoog en voor I hoelang moet de aanwijzing zijn Wellicht te geven, door lichtbeelden, films en ander demonstratie-materiaal verduide lijkt en aantrekkelijk gemaakt, ook bij het Voortgezet-, Middelbaar- en Gym nasiaal Onderwijs. Maar vooral rekenen zij te slagen door hun overtuiging den steun van het geheele Nederlanasche Volk te ver krijgen. En zij beginnen daarom iederen Ne- derlandschen man en iedere Neder- landsche vrouw, van welke maatschap pelijke positie ook, die met hun streven in begiusel instemt, te verzoeken, hun daarbij daadwerkelijken steun te ver- leenen, door een adhaesie-betuiging te willen doen toekomen aan den Heer Kees R. van Hoek, algemeen Secretaris, Nieuwe 'Binnenweg 63, Rotterdam. (Volgen 52 onderteekeningen, waaronder vooraanstaande personen op Indisch- en Onderwijsgebied, verder persoonlijkhe den van iedere politieke uiting of gods dienst, en ten slotte enkele journalisten van naam, vormende samen het boven genoemd Comité). Invoerbeperking schoenwerk. In de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer betreffende het wetsont werp, houdende tijdelijke beperking van den invoer van schoenwerk, zegt de Minister, dat het hem tot voldoening stemt, dat een groot aantal leden be reid was, de Regeering te steunen bij haar pogingen, een in ernstige moeilijk heden gebrachte industrie voor den ondergang te behoeden. Het kan niet worden ontkend, dat het wetsontwerp inderdaad in strijd is met de theoretische beginselen van den ab- soluten vrijhandel, vermits het beoogt een bepaalden tak van industrie, tijde lijk te beschermen tegen een doodende concurrentie. Zulks wil evenwel niet zeSSen, dat de regeering daarmede van het stelsel zelf zou wenschen afstand te doen. De indiening van het wetsontwerp geeft daarvan allerminst blijk Vrijheid van handel behoort regel te blijven. Slechts in bijzondere gevallen J.GRUNO als het onderwerpelijke is een tijdelijke belemmering van den invoer te recht vaardigen. Het vorenstaande sluit niet in, dat van een indiening van een overeenkom stig ontwerp ten behoeve van andere industrieën nimmer sprake zou kunnen zijn. Indien mocht blijken, dat'in een andere tak van nijverheid de toestand van dien aard zou worden, dat ver arming eener bepaalde streek hiervan het gevolg zoude zijn en ingrijpen van overheidswege mede tot behoud dier industrie op gezonde basis mogelijk en noodzakelijk zou zijn, dan zal de Minis- evenals toen, ten tijde van TannenseeTot op betere tijden De graaf lachte hartelijk. „Ruben, uit dezen bitteren spot spreekt eigenlijk alleen uw toorn, Wij zullen het ditmaal Iets voorzichtiger aan leggen en onszelven de beslissing voorbehou den, wat men betere tijden noemt. Voorloopig zal Herbert voor zichzelve een toelage van drie duizend thaler van mij ontvangen, die echter bij een huwelijk of voorloopige ver hooging zijner jaarwedde vervalt. Wees maar tevreden, Ruben, ik heb werkelijk de beste getuigenissen ten opzichte van zijn bekwaam heden gekregen. Hij moet een ongewoon be gaafd mensch zijn, wel gerechtigd naar een hooger doel te streven en daarom heb ik be sloten, evenals bij zijn vader, de dwaasheden zijner jeugd over het hoofd te zien en hem het pad te effenen tot een gelukkige toekomst. Hij is de laatste die mijn naam draagt dat is een eigenaardig weemoedige gedachte voor mij, een aanmping, om den laatsten loot van dezen eens zoo trotschen en machtigen stam te steunen en te verplegen, opdat hij wellicht eens nog in jeugdige frischheid bloeie. Ik doe niet te veelik beroof er mijzelven niet door, beperk niet eens mijn wenschen." De heer Ruben pakte de rekeningen en contracten langzaam bij elkander. „Omdat gij voor een heer van uw geboorte en opvoeding slechts uiterst geringe behoeften hebt, heer graaf. Ware de verhouding tusschen u en den heer opperjachtmeester omgekeerd, dan zou daar buitengewoon weinig overblijven, om den laatsten tak van een ouden stam nieuwe levenskracht te schenken." „Dat kan zijn, mijn waarde Ruben, mijn broeder zou ook waarschijnlijk minder in staat zijn, om te helpen. Ik betwijfel het, of hij een bestuurder voor zijn vermogen gevonden zou hebben, zooals ik in u bezit." Hij reikte den procureur met een hartelijken en vriendelijken blik de hand, die deze greep, eerbiedig en verheugd tegelijk. „Ik wil u niet verhelen," sprak de graaf na eenigen tijd, „dat de u zoo vreemd voorko mende deelneming in het lot mijner familie eerst opnieuw is opgewekt door een ander grooter belang, hetwelk ik stel in eenige per sonen, die in betrekking tot Tannensee staan. Er woont op het kasteel een jong meisje, de gouvernante van mijn kleine nicht, in welke ik levendig belang stel weet gij iets van haar en van haar omstandigheden De procureur keek verrast op, zijn ver standige oogen vestigden zich uitvorschend op het gelaat van den graaf. „Zij moet zeer schoon zijn en bestormd worden door jonge en oude cavaliers," hernam hij, een nieuw aantrekkingspunt voor het grafelijk huis. „An ders werden de bezoekers bijna jaarlijks ver rast met nieuwe verbouwingen, veranderingen in den tuin, kamerdecoraties, ditmaal met een jonge schoone gouvernante." „Ik verlang minder te weten, wat zij voor de familie, dan wat de familie voor haar is," hernam graaf Wangerloh, „maar daarover zult gij mij geen inlichting kunnen geven." „Misschien wel," zei de procureur. „Het gerucht zegt, dat zij verloofd is met dokter Wangen, die zich tegenwoordig op Tannensee bevindt." „Onmogelijk," viel de graaf uit. „Ach, heer graaf, dit woord bestaat niet in de jaarboeken der huwelijksgeschiedenissen," hernam de procureur met een lichten zucht. „Daarbij beleeft men het wonderbaarste en bij deze partij is niet eens iets opvallends. De heer opperjachtmeester spreekt, naar ik hoor, het gerucht slechts tegen met een gelaat, dat evengoed een bevestiging kan uitdrukken." „En toch is het ongeloofbaar," hield de graaf vol. „Ik heb van een andere diepe neiging van dokter Wangen de zekerste be wijzen en houd hem voor iemand met een standvastig, degelijk karakter. Zou ik mij zoo in hem vergist hebben (Wordt vervolgd) Telef. AO. - Postgiro S0363. i® v1 *«wro i' N.V. TABAKSFABRIEK GRONINGEN (■•«••«■•afNiivafSNuitamii

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1923 | | pagina 1