%o. 100, Dinsdag 20 Maart 1023 38- .iaarg. \k I J L Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. ij m J. C. VINK - Axel. Binnenland. FEUILLETON. Du blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postgiro 66363. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Ad verten tiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrtjdagvoormiddag ELF ure. Kameroverzicht. Tweede Kamer. Tot Donderdag toe heeft men gepraat en gedebatteerd over de jachtwet en nog is het geen einde. In het wetsontwerp, zooals bij den aanvaüg der mondelinge beraadslagin gen luidde, heette het dat het jacht- recht toekwam aan den grondgebruiker die dit weder aan een ander dus ook aan deu eigenaar van den grond kon afstaan. Eo thans heeft Z. E. de Kamer geadviseerd overeenkomstig een amendement van den heer Vaa Schaik het jachtrecht toe te kennen aan den eigenaar of aan den bezitter van een zakelijk recht en de Kamer heeft zich hiermede vereenigd. Wordt de grond echter in pacht gegeven dan gaat het jachtrecht over op den pach ter, tenzij de eigenaar zich het genot van het jachtrecht heeft voorbe houden. De eigenaar kan het recht echter niet aan een derde verpachten. Men ziet dat aan den pachter toch nog eenig recht is toegelgend en dat de regeering theoretisch zeer dicht tot het oorspronkelijk voorgestelde nadert. De heer Deckers wilde in het wets ontwerp jachtschappen doen opnemen, en de Minister gat toezegging, dit te zullen regelen. Practisch wal het streven van den heer Bakker, om de lange jacht te verbieden, welke een uoodelooze marte ling voor de dieren bevat. Minister Ruys t> (Vrij uit het Duitsch.) 26) Zij hoorde hem aan, met ingehouden adem. Langzaam vielen haar handen van haar gelaat af, dat zoo bleek was geworden als marmer bij de machtige ontroering van het vrijgeworden gevoel en haar schoone oogen blikten als verhelderd. „Mijn geliefde, mijn geliefde!" riep hij uit, overweldigd door het zoete vertrouwen waar mede zij toeluisterde als een kind „wees de mijne in eeuwigheidHartstochtelijk wilde hij haar in de armen sluiten, maar onvoor- zichtiglijk had hij zelve het geweer aangeraakt dat tegen den boom stond, was het omge vallen door zijn onstuimige beweging en had de haan den knoestigen boomstam aangeraakt het ontbrandde met een donderknal, zoo hard, dicht bij Magdalena's wang, dat het den schijn had, of zij getroffen was. Een tweevoudige kreet weerklonk door de lucht en was het eerste bewijs dat beiden leefden. Maar doodsbleek, met gesloten oogen en onbekwaam om antwoord te geven op zijn vragen, hing het meisje in Herberts armen. Hij hield haar hoofd met zijn handen vast en streek haar lokken achteruit, hield haar van zich af, om te zien of zij ongedeerd was en nam haar liefkoozend in zijn armen, bij de snelle wending van schrik en geluk. Eerst toen hij zag, dat er volstrekt geen reden tot bezorgdheid was, dat zij zich slechts moest herstellen van den schrik, legde hij haar hoofd op zijn schouder om haar te laten rusten. Zij bleef zwijgen, de schoone oogen ge sloten, maar plotseling sprong zij op een warme droppel viel langs haar wang en de hand die hem wilde wegwisschen, werd rood gekleur^, vond die kwelling zoo erg niet, voor hem was elke jacht gelijk. Gelukkig dacht de Kamer er anders over en nam zij het voorstel aan. Een mooi succes had ook Mevrouw Bakker-Nort met haar amendement, waarbij hét gebruik van klemmen, beugels en vallen alleen wordt toege staan als de dieren daardoor onmiddel lijk worden gedood, of wel zij, indien zij worden opgesloten, niet worden ver minkt. De heer Duymaer van Twist mocht het genoegen smaken, een wijzigings voorstel in de wet opgenomen te krij gen, nl. dat het verboden is op Zondag schadelijk, gedierte met een „schietge weer" te bemachtigen of te dooden. Een amendement van deu heer Biemstra werd tegen den wil van den Minister aangenomen. Hierbij is ul. bepaald, dat de leden der schadecom- missie door Z.E.- zullen worden aange wezen op voordracht van de land- bouwvereeningen, terwijl de heer Ruys ook het advies wenscht van jachtorgfi nisalies en, als daaraan niet wordt voldaan, nadeel vreest voor de jacbt- belangen. Voor het overige hadden de ingediende amendementen minder succes. Vrijdag heeft de Kamer een begin gemaakt met de begrooting voor de Posterijen, Telegrafie en Telefonie voor 1923. De heer Bulten kwam op voor de belangen van het platteland, dat door de opheffing van hulpkantoren zeer zou worden gedupeerd. De heer Wintermans drong er op aan dat men „Gij zijt gekwetst, o mijn God! gij bloedt," riep zij uit, buiten zichzelf van schrik, „gij zorgt slechts voor mij en bemoeit u alleen met mij en ik laat Uit toe, waar gij hulp behoeft I" Herberts lichte grauwe jachtvest toonde aan d^n schouder een donkere vlek en toen hij zijn zakdoek daartegen drukte, was die in korten tijd druipnat van het bloed. Hij had de lichte pijn niet geacht bij zijn bezorgdheid voor Magdalena en ook nu nog verloochende hij zichzelve om haar gerust te stellen. Zoo trotsch en schuchter had zij het jonk vrouwelijk geheim bewaard en wat verlangen noch begeerte gedaan hadden, dat deed de angst dezer ure. Onbelemmerd als een krachtige stroom, kwam de liefde te voorschijn en over trof Herberts stoutste hoop. „Niet sterven, niet sterven I" riep zij uit. terwijl zij op de knieën viel, „nu niet terwijl de dag aanbreekt. Ik was niet trotsch, noch koudterwijl ^ik mij van u afwendde, vlood mijn hart u tegemoet, want ik was steeds de uwe, en ik begeer niets dan uwe liefde 1" Als een duizeling greep hem aan, toen hij met den gezonden arm het schoone schepsel ophiefmaar weldra viel het koude, bedaarde licht der beradenheid in de gouden nevelen, die zijn zinnen omfloersten. Hij was in weerwil van zijn gloeiende vlammende hartstocht een koude, berekende natuur, die haar voordeel waarneemt. De overwinning was hem ge makkelijker gevallen dan hij gehoopt had, nu kwam het er slechts op aan er partij van te trekken. „Het doet geen pijn," zei hij, „en al veroor zaakte het mijn dood, na deze bekentenis geeft het mij het leven, ik zal heengaan en de wonde door Constantijn laten onderzoeken, het is gewis maar een licht schampschot. Maar ware het een paar duim dieper geweest en had het dit onstuimige hart doen stilstaan zou het dan uw» liefde hebben medegeno men, Magdalena „Voor immer," zeide zij. een vakman zal benoemen tot directeur- generaal, om op die wijze aan den bu- reaucratischen rompslomp een einde te maken. De heer van Braambeek besprak de personeelsbelangen en diende eene motie in om de kosten van den port vrijdom niet ten laste te brengen van de postbegrooting maar van de ver schillende hoofdstukken der Staatsbe groting. Voorts werd er geklaagd dat de uit komsten van den postchèque en giro dienst ook al tegeuvallen. De heeren Gerretzen en van Gijn drongen er daarom op aan de rentevergoeding aan de rekeninghouders te verl&gen, aangezien dit bedrijf dat aan parti culieren concurrentie aandoet, in geen geval verlies mag afwerpen. Voorts drongen de heeren Beumer, Smeeuk en Krijger weder aan op ontslag van vrouwelijke ambtenaren. Eerste Kamer. De Eerste Kamer had eveneens hare werkzaamheden hervat. Allereerst kun nen wij melden, dat dit college niet van plan blijkt het wetsontwerp-Braat tot afschaffing van den zomertijd zon der nader onderzoek aan te nemen. Z(j heeft zelfs aan de Regeering over legging van nadere gegevens gevraagd. Er bestaat dus nog hoop, dat deze in stelling behouden blijft. De Senaat heeft verder de Indische begrooting onder .banden genomen en zij heeft dit gedaan met een ernst en nauwgezetheid, die achting afdwingt. „En zal de liefde mij bijblijven, ook al verlaat mij het geluk, zal zij niet twijfelen, waar zij niet begrijpt, zal zij volgen, ook waar zij weg kent noch doel vroeg hij ernstig. „Altijd," klonk het bevend van haar kuische lippen, „altijd, want ik ben de uwe. Maar ga nu," sprak zij dringend, „en laat uw wonde onderzoeken, want mij verteert de angst." Hij lachte, men kon het hem aanzien, hoe goed die bezorgdheid hem deed. „En zal het geheim niet in onze oogen te lezen staan „O neen," antwoordde zij verschrikt, „wij zullen het goed bewaren." Geen autwoord had hem meer gewenscht kunnen voorkomen. „En gij zult geen rozen mger laten verwelken, als gij ze vindt?" Nu lachte zij. „Nooit meer, maar doe nu ook wat ik u verzoek, het is de eerste maal. Ga heen en laat u verbinden." Hij keerde zich om tot Heengaan en zij wilde de roos uit haar ceintuur nemen om die aan hem te geven. Maar in Herberts onstuimige omarming was zij van den stengel gebroken, zij viel geknakt voor haar voeten neder. „Die arme bloem," zij Magdalena, „zij is reeds dood en heeft zoo kort geleefd I" „Ja," hernam hij terwijl hij zich verwijderde, „maar zij leefde in glans en licht." ZEVENDE HOOFDSTUK. De geregelde werktijd van den notaris en procureur Ruben was onderbroken de werk zame rechtsgeleerde had zijn werkkamer reeds verlaten in weerwil van het vroege voormid daguur en bevond zich in zijn bijzonder ver trek. Niettegenstaande deze kamer uiterst netjes was, ontbrak haar toch die vriendelijke tooi, welke een zorgende en verfraaiende vrouwenhand zoo gaarne daaraan schenkt. De ontzachlijke boekenkasten, de groote, met groene kleeden bedekte tafels en de hooge lederen stoelen gaven haar een eenigszins plechtig aanzienmen kon niet nalaten te De heer Van Lanschot onderwierp het financiëel beleid van minister de GraafF aan scherpe kritiek en kwam inzonderheid nog eens met kracht op voor de afschaffing van het uitvoerrecht op aardolie en van de productenbelas ting. En de heer Idenburg drong er in hetfcelfde verband op aan dat men de Europeanen in het algemeen en de industrie in het bijzonder niet te zwaar moet belasten. Want ruim de helft van alle uitgaven in Indië moet door omstreeks 50.000 Europeanen worden opgebracht, zoodaf, als men niet de grootst mogelijke zuinigheid betracht, de belastingdruk voor deze menschen veel te zwaar wordt. Om de aanhan gige begrooting sluitend te maken zal men echter wel moeten overgaan tot het heffen eener buitengewone inkom stenbelasting. Van de banken der sociaal-democra ten voerden de heeren Mendels en Wibaut het woord. De eerste besprak de houding van de Regeering tegenover de inlandsche bevolking en hij verweet haar, dat zij slechts wantrouwen en verzet kweekt. Inzonderheid de wijze, waarop de vrijheid van het woord en de pers tegen wordt gegaan werd aan scherpe kritiek onderworpen. De heer Wibaut besprak het belas tingstelsel van zijn standpunt, waarbij hij natuurlijk een geheel ander geluid deed hooren dan de heer Van Lanschot en tevens aandrong op uitbreiding der Staatsexploitatie. Min. de Graafï heeft het zich niet al te moeilijk gemaakt. Het eenige van gelooven, dat vele van de gedachten en vragen, die den met werkzaamheden overstelpten man vervulden, zich ook hier tehuis gevoelden. Aan een der heden inderdaad met werk be dekte tafeik zat de heer Nathan Ruben met zijn cliënt. Deze laatste was een bejaard heer met een voornaam uiterlijk, bijna een hoofd langer dan de procureur en die door zijn hou ding toonde, dat hij gewoon was meer ontzag in te boezemen dan te bewijzen. Evenwel had de uitdrukking van .zijn gelaat niets over moedigs, noch kwetsend integendeel, de toon en de gebaren, waarmede hij den procureur aansprak, waren goedig en boezemden ver trouwen in. „Gij moogt mij daarmede niet kwellen, Ruben, dat is waarlijk mijn aanwezigheid mis bruiken. Wat gij doet is welgedaan." „Gij vereert mij daardoor in alle opzichten, heer graaf," hernam Ruben, maar gij zoudt mij toch groot genoegen doen, als gij zelve eens een overzicht nemen wildet over alles. Een getrouwe knecht heeft het gaarne, dat het oog van zijn heer op hem rust." „Mijn waarde Ruben," zei de graaf vriende lijk maar op vermoeiden toon, „dat leidt slechts tot het gebruiken van meer woorden. Ik maak mij kort en bondig van het overzicht af, als ik zegIk dank u oprecht. En nu, geef mij als ik u verzoeken mag even kort en bondig op alles antwoord. Ik heb een afkeer van akten," De procureur bedwong zich om het hoofd te schudden. „Vraag dan maar, als het u belieft, heer graaf." „Het overschot van het vorige jaar „Is voorloopig belegd in goede winstgevende papieren." „En zij beloopen De procureur sloeg een der groote boeken open, die voor hem lagen. „Omstreeks elf duizend vierhonderd thaler." (Wordt vervolgd) A1\TT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1923 | | pagina 1