sli
-h
I
hi
fel
k
|LAxelsche Courant
A. S
Oor-
Een klein
Bleet
OU
fer-
fii
BIJVOEGSEL
Vrijdag 2 Maart 1923. No. 95.
ij IS «s
j.
Prijs
I
1 K(
Li
xel.
Buitenland.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
Axel, Nieu
en
p.
De Poe
Pink Pil]
M
sc
G
pl
kfekJl
Vreeseltyk drama.
,(20)
I
bu:
de
Pie
ha
tO
hi
Ter
L
I Jlec
Mec
Brui
St.
Antl
Sen
ami
.leui
'Drie
Axel
Zaan
Rape
"tHenj
aroel
tyool
rpfifralf J
V HII 1st
iuita
r Drie
West
v Fas 1
Phiii]
v Pgra
alJzer
Uiei
v lioeh
Bierv'
Pyrai
Uses'
VAN DE
VAN
Er is hoe kan het eigelijk ook an
ders bitter weinig nieuws. D w.z. uit
het Westen. Uit het Oosten zijn eenige
berichten tot de wachtende menschheid
gekomen, die onze hoop, dat alles daar
ginder nog zonder bloedvergieten in orde
zal komeö, verlevendigen. In het Roer
gebied zijn er weer eens een paar maat
regelen uitgevaardigd, die wel in staat
zijn onze overtuiging te bevestigen, dat
de Franschen zullen trachten hun tegen
standers tot toe- en opgeven te dwingen.
Immers de order, die generaal Degoutte
heelt uitgevaardigd, n.l., dat de Duitsehe
politie bevel heeft gekregen de Duitsehe
ministers te arresteeren, zoodra deze het
wagen mochten, het bezette gebied te
betreden, is er eene van zeer wijde en
vérgaande strekking. Het ligt voor de
hand, dat het eerste wat de Duitsehe
autoriteiten zullen doen is, zich aan dit
verbod niet te storeu. Dan zullen na
tuurlijk de ruchte sancties in toepassing
worden gebracht, sancties die hierom van
zeer beden kei ij ken aard zijn, omdat bij
een overtreding der Duitsehe ministers,
onscnuldigen van deze ongehoorzaamheid
de dupe zullen worden. »Wantc, zoo
heeft generaal Degoutte gedecreteerd,
wordt ons bevel overtreden, dan zullen
de stelen, wier politieautoriteiten hun
plicht verzaken, op zware wijze worden
gestraft. Het ligt in de lijn der verwach
tingen, dat wij spoedig met deze straf
fen kennis zullen maken. Aan den eenen
kant toch zullen de Duitsehe ministers
zich niet laten terughouden van een be
zoek, wanneer zij meenen, dat het hun
plicht is de bevolking een hart onder den
riem te steken, en het is kwalijk te ver
wachten, dat Duitsehe onderdanen hun
Duitsehe superieuren zullen gevangen
nemen, aan deu anderen kant is het ook
te begrijpen, dat de Franschen een einde
wenschen te maken aan de aanwakkering
van het verzet, dat hen dag noch nacht
met rust laat. Het is niet onwaarschijn
lijk, dat ministers voor het alternatief
gesteld óf zich als Duitscher te onthouden
van het recht zich vrij en ongehinderd
oo hun eigen Duitsch gebied te bewegen,
onschuldige steden een behandeling
te zien ondergaan, als o.m. op Gelsenkir-
chen is toegepast, het eerste zullen kie
zen. Het is een bevel, dat niet na zal
laten, de verbittering met felheid aan te
wakkeren en op te doen laaien.
La alsof het nog niet genoeg was,
hebben de militaire bevelhebbers in het
Ruhr-gebieri bekend gemaakt, dat alle
vergrijpen -teg -n de Fransche verorde
ningen met straffen tot 5 jaar gevangenis
en boeten van tot 10 millioen mark
gestraft zullen worden.
De stryd tegen de veiligheidspolitie in
het Ruhr-gebied is verscherpt!' Te Reck
linghausen zijn alle tot deze politie be-
hoorende. ambtenaren met de officieren
en commaudauten in hechtenis genomen
en weggevoerd. Ook te Herue is de
politie ontwapend en in hechtenis ge
nomen.
Uit Boehum wordt gemeld, dat daar
een ware terreur heerscht. lie agenten
der veiligheidspolitie worden daar in
hechtenis genolnen en met rijzwepen
mishandeld. In het centrum van Bochum
is de verkoop van alle mogelijke artikelen
verooden, met name voor de handelaars
in levensmiddelen, de bakkers, vleesch-
houwers, enz. De eethuizen voor onge
huwde arbeiders en ambtenaren zijn
gesloten. Zelfs een ziekenwagen werd
niet toegelaten in het versperde gebied.
Dit alles komt neer op een systematische
uithongering van de bevolking, die
160 000 zielen telt.
(Vrij uit het Duitsch.)
Maar zijn vrienden hadden nu en dan gele
genheid gehad, zich daarover te beklagen, dat
men zich op hem niet kon verlatenwaarheid
was een rekbaar begrip voor hem en zelfs zijn
moeder noemde hem menigmaal schertsend een
egoïst, zij het dan ook een beminnenswaardige.
Niettegenstaande dat alles werd hij bevoor
recht in de meest verschillende levensomstan
dighedendoor zijn meerdere wegens zijn
schitterende eigenschappen, door de adellijke
familiën wegens zijn prachtige vooruitzichten,
daar hij voor den erfgenaam zijns ooms door
ging, door de vrouwen eindelijk, wegens zijn
persoonlijke eigenschappen.
Hij had zijn kindsheid niet eenzaam doorleefd
de makker, dien men hem gegeven had, bleef
ook de onafscheidelijke gezel zijner rijpere
jongelingsjaren en was van een natuur, die
zoo geheel en al van de zijne verschilde, dat
een daartusschen staand karakter beiden nader
zou geweest zijn.
Maar de oprechte aard, dien de jonge Con-
stantijn Wangen uit het ouderlijke liuis had
medegebracht, was niet te buigen de hoeken
en oneffenheden van zijn wezen sleten wel af,
ie vorm veranderde wel, inaar de sterke, zui-
rere geest bleef onaangeroerd. Hij bezat een
ngewone vastheid en onaantastbaarheid van
arakter, die hem in de kinderjaren menige
nrechtvaardige beoordeeling op den hals
talde, welke hij zwijgend verdroeg. Hij zou
n de geheele wereld niet verraden hebben,
t hij de onedele beweegredenen kende, die
'rbert had met betrekking tot een of ander
pian, waartegen hij zich schijnbaar eigenzinnig
•erzettemaar niets zoude hem ook hebben
'ergehaald, om er aan deel te nemen.
Namens het Nationaal Hulde-Co-
mité, kantoor houdende aan de Wijn
straat te Rotterdam is bij de politie
aangifte gedaan van de verduistering
van 1000 bons van een gulden.
Berouw. De mijnwerker S die
Vastenavond-Maandag te Stein een ande
ren S. met een slagersmes zoodauig ver
wondde, dat deze aan de gevolgen over
leed, heeft zich, meldt het Limb. Dagbl.
zijn daad zóó aangetrokken, dat hét hem
in bet hoofd is geslagen en hij thans in
het hospitaal te Maastricht ligt, laboree-
rende aan hersenvliesoustekening.
Aan de weduwe van den verslagene
gaf hij al zijn gespaard geld, zijnde 500,
plus een vol weekloon.
Nochtans bestond een onloochenbare toe
genegenheid tusschen beiden; voor zoover als
Herbert een ware aanhankelijkheid kon ge
voelen, koesterde hij die voor Constantijn en
dit gevoel was des te duurzamer, daar de
jonge graaf de goede en groote eigenschappen
van zijn makker voor zichzelven niet gering
schatte, hoe ijverig hij die ook in de schaduw
zocht te plaatsen. Als er iemand was, die
invloed op Herbert bad, dan was het voorzeker
Constantijn en waar Herbert zich daaraan ont
trok, zocht hij zich ook te onttrekken aan zijn
berispingen, ja zelfs aan zijn stilzwijgende
afkeuring, terwijl hij zijn handelwijze zorg
vuldig verborg voor het oog zijns vriends.
Verschillend van karakter en gemoed ge
leken zij ook in het geheel niet op elkander,
wat liet uiterlijke betrof Constantijn werd
naast Herbert licht over het hoofd gezien en
er moest al gewichtige aanleiding toe zijn, om
hem zoover te brengen, dat hij aan vreemde
lingen een blik gunde in de diepte van zijn
groot, warm hart, of dat hij met den rijkdom
zijner kennis of zijn helder oordeel de aandacht
tot zich trok.
Zij hadden niet alleen hun jeugd te zamen
doorleefd, zij waren ook niet gescheiden toen
zij de universiteit bezochten, waar Herbert de
staathuishoudkunde bestudeerde. Tevergeefs
had de opperjachtmeester beproefd Constantijn
over te halen om een staatkundige loopbaan
te kiezen, waarbij zijn invloed en zijn protectie
hem van nut hadden kunnen zijn. De jonge
man gaf de voorkeur aan een vrije studie en
kon zijn begeerte om dokter te worden des te
vrijer volgen, daar zijn bestaan verzekerd was
door een toereikend vermogen.
Ook op de universiteit leefden de beide
vrienden ais broeders in dezelfde woning en
met dezelfde bediening; eerst na de voltooiing
hunner studiën liepen hun wegen uit elkander.
Terwijl Constantijn een vaak afwisselend ver
blijf hield in de groote steden van het vaste
land om beroemde klinieken en hospitalen te
leeren kennen, deed graaf Herbert in de resi-
Zondag reed S. op den Bussum^r
grintweg te Hilversum met een duo
rijder van een gevaarlijke hoogte en
werd op een zevental meters gevolgd
door !)u Ch. Deze zette zijn motor aan
om te passeerenS. schreeuwde, dit
niet te doen wegeus het gevaar, en
raakte 'r stuur kwijt, kwam op het
trottoir, slingerde enkele meters verder
en sloeg toen met zijn duorijder om.
De duorijder kwam er oügedeerd al
S. werd ernstig aan een been gewond.
Du Ca. raakte eveneens zyn stuur
kwijt, kwam op het linkertrottoir en
reed met volle vaart tegen een boom.
Zijn hoofd was verpletterd, de dood
trad onmiddellijk in.
In de Kolfstraat te Dordrecht
werd mej. R. aaugesproken door ze
keren M., die haar reeds herhaaldelijk
had lastig gevallen.
Het meisje, dat met haar moeder en
zuster de. bioscoop had bezocht, bleef
even achter waarop M. haar onver
wachts een messteek toebracht.
Het meisje snelde onmiddellijk naar
het politiebureau, waar ze door den
directeur van den Geneesk. Dienst
werd verbonden. Het bleek, dat zij
vrij ernstig was verwond. De dader
had de vlucht genomen, doch werd
weldra gearresteerd.
Bij is D. E. M. i?5-jarig los werkman,
verblijvende in een logement. Hij is
ter beschikking van de Justitie gesteld.
Een brutale overval heeft in een
winkel aan de rue de Lyou te Parijs
plaats gehad. Een „heer" die in be
doelden winkel een paar sokken kocht,
en bediend werd door een 19 jarig
meisje, gaf haar een bedrag van 3
trancs in belaliog. Zij moest geld
teruggeven en begaf zich nu naar het
in een donker gedeelte van den winkel
geplaatste kasregister.
Plotseling gat het heerschap haar een
hevigen stomp in de maagstreek en
bracht haar met een schaar, die op de
toonbank lag, verscheidene steken jn
het voorhoofd toe. Daarna wierp hij
haar op den grond en duwde haar een
prop in den mend.
De kaslade, waarvan hij zich den
inhoud wilde toeëgenen, viel echter op
den grond, en verschrikt zette het in
dividu het op een loopen. Later vond
men het meisje bewusteloos in den
winkel liggen. Zij werd naar het
ziekenhuis overgebracht om verbonden
te worden.
dentie de eerste schrede, die leiden moest Hot
een staatkundige loopbaan,
Onder Constantijns invloed, onder de ge
woonte van het samenleven met hem, werd
Herberts weelderige en kostbare levenswijze
eenigszins beperkt; maar in de residentie, in
een zelfstandige betrekking en maar zelden
bestraft door zijn vader, die zelve boven zijn
middelen leefde, gaf hij zijn lusten ongehinderd
den vrijen teugel.
Men oordeelde het ook geoorloofd, dat de
opperjachtmeester zijn eenigen zoon, den erf
genaam van een uitgestrekt grondgebied, alle
mogelijke vrijheid liet, ja men hield het in
zeker opzicht voor noodig dat het Wangerloh-
sche geslacht waardiglijk vertegenwoordigd
werd, daar graaf Wolf als ontoegankelijk zon
derling in het buitenland leefde en voor zoover
men wist, aan geen enkel hof zijn ouden naam
vertegenwoordigde.
Kwam er ooit twijfel of vrees op in den
opperjachtmeester, dat zijn broeder, het on
doorgrondelijke van zijn wezen in aanmerking
genomen, anders over zijn bezittingen mocht
beschikken, dan de wereld dacht, zoo wist zijn
gemalin dezen twijfel steeds te verdrijven.
Wie ook had nader recht op de bezittingen
dan de eenige broeder en dat graaf Wolf zich'
bewust was van zijn familieplichten, had hij
getoond, door reeds tijdens zijn leven Tan-
nensee aan den opperjachtmeester toe te wijzen.
Wel bestond van deze schenking geen ver
bindend document, geen bewijs, geen verdrag,
hen eenvoudige brief had den toenmaligen
jachtjonker gemeld, dat hem en zijn moeder
verblijf in en inkomsten van Tannensee ver
zekerd waren tot den dag, waarop zijn ver
diensten volkomen toereikend en verzekerd
zouden zijn. Maar het scheen dat deze dag
nooit gekomen was, de opperjachtmeester
had er niet over gesproken, graaf Wolf, vol
grootmoedigheid, er nooit naar gevraagd.
In de grafelijke familie was men het er niet
geheel eens over, of de voortdurende afwe
zigheid van den oudsten Wangerloh gunstig
Men schrijft ons uit Antwerpen
Kenschetsend is het volgende stukje,
dat in »Le Peuple* verscheen
Eenige jaren geleden drong zekere D.
achtereen volgens bij B. en F. binnen.
De kwaaddoener maakte .zich niet alleen
schuldig aan belangrijke diefstallen ten
nadeele van laatstgenoemden, maar be
handelde hen op zoo'n misdadige wijze,
dat zii gedurende langen tijd in de on
mogelijkheid verkeerden om te arbeiden
en heden nog de gevolgen van het door
gestane leed ondervinden.
Het ^gerecht slaagde er ten slotte in,
de hand te leggen op D en veroordeelde
hem tot volledige schadevergoeding van
alle ontvreemde of vernielde goederen
en plaaiste hem onder politietoezicht.
D. deed al het mogelijke om een klein
gedeelte van zijn schuld af te lossen,
maar na eenigen tijd gaf hij te kennen,
dat het hem gansch ondoenlijk was, alles
te betalen, wat men van hem vorderde.
Weldra kwam hij in zijn betalingen tekort.
B. en F., die zelf verplichtingen hadden
te vervullen jegens anderen en niet
wisten hoe deze behoorlijk na te komen,
veilangden van hun schuldenaar eeu
volkomen nauwgezetheid. Opnieuw deden
zij hem een proces aan, dat echter geen
gevolgen had en waarvan zij zelf de
onkosten moesten dragen.
Toen kwam bij hen het verlangen naar
wraak boven en zij besloten derhalve,
met geweld te dwingen gansch zijn
schuld te voldoen.
Op een oogenblik, toen zij verzekerd
waren, dat D. aan zijn arbeid was en
geen wapens op zak had, gingen zij naar
hem toe om hem te dwiügen, zijn ver
plichtingen na te komen.
D. stribbelde tegen en duidde op zijn
goeden wil; zijn eigen armoede belette
hem echter meer te doen. F., die in woede
ontstak, stelde aan B. voor, korte metten
te maken met D. en hem in een nabij
gelegen rivier te verdnuken. B., een
onzelfstandig man, nam het voorstel
dadelijk aan. Beiden grepen daarop hun
tegenstander aan, die zich echter de
moeite niet gaf, zich te weren. Maar
op den oever der rivier gekomen, klemde
D. zich in wanhoop aan zijn twee schuld-
eischers vast eD trok hen mede ,in de
golven.
Toen men ter hulp snelde, hadden alle
drie reeds den geest gegeven.
Op de lijken werd de volgende identi
teit vastgesteld D. heet Duitschiand F.
Frankrijk en B. België.
of ongunstig was voor het zekere vooruitzicht
op de erfenis. Nam de scheiding ook iedere
aanleiding weg tot verschil in meening, zoo
als die in hun jeugd tusschen de beide broe
ders evenzoo goed ontnam ze de familie op
Tannensee ook iedere gelegenheid om zich bij
den oudsten broeder aangenaam, ja onont
beerlijk te maken. In allen gevalle deed men
zijn best, om zijn belangstelling op te wekken
voor Herbert, dien hij sinds zijn kindsheid niet
meer gezien had en die te onderhouden zoo
vaak zich daartoe de gelegenheid aanbood,
door middel hunner zeldzame briefwisseling.
Eens echter was de opperjachtmeester in
ernstige ongelegenheid; men hoopte steeds
tevergeefs op een ondersteuning voor Herberts
groote behoeften, een ondersteuning, die over
een zou komen met zijn rang en 'stand en die
destemeer noodig w.as, toen hij attaché zoude
worden bij het gezantschap in Londen en de
vader zich niet kon bekrimpen ten behoeve
zijns zoons.
Maar de Opperjachtmeester had eindelijk zijn
wederstrevende gemalin getoond, dat het laatste
reddingsmiddel bestond in een rijk huwelijk
van haren lieveling en haar gunstig voor dit
plan gestemd. Men liet Herbert komen, om
met hem de noodzakelijkheid van dezen stap
te bespreken, alsook den spoed, die vereischt
werd tot het doen van een verstandige keuze
Gedurende korten tijd was het waarlijk, als
zou Herbert in jeugdig onverstand de welbe
rekende plannen van zijn vader verijdelen,
maar de iioog opbruisende golven van zijn
licht ontvlambaren hartstocht effenden zich
sneller dan ooit voor een vaderlijk wacht
woord, welks erge gevolgen niet hem zouden
treffen, maar haar die zijn gloeiend verlangen
zoo lang had gezocht en die nu in de naaste
nabijheid, als door betoovering voor zijn ver-
langende blikken verscheen.
(Wordt vervolgd).
Geneeshe
zal in d
houden t<
Zaterd
lOVs —12:
door scl
currentie
leveren
door ons
tijd met
prys zijn
Winkel
O
in fraai
D
CLJ
S3)
rei
CZj
Q3