Ao. 83. Vrijdag 19 Januari 1923 38e «iaarg. üij is de Wemke FRIESCHE BAAI J1 Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. J. GRÜNO'S J. C. VINK - Axel. Raadsverslag. FEUILLETON. Winschoterkade 13 - GRONINGEN. j O Du blad verscnrjnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKERUITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. A0. - Postgiro 0O863. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franeo ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrtjdagvoormiddag ELF ure. Vergadering van 16 Januari 1923. Dinsdag werd onder voorzitterscbap van den heer F. Blok, burgemeester, een belangrijke zitting gehouden. Dat er iets bijzonders zou worden behandeld, bewees ook de publieke tribune, die geheel gevuld was met belangstellenden. Voornamelijk betrof dat een voorstel tot afschaffing van de kermis en ook een verzoek tot steunregeling van de werkloozen gaf aanleiding tot meer dan gewoon bezoek. Nadat de Voorzitter de vergadering die door alle leden werd bijgewoond, had geopend met gebed, zeide hij by de eerste zitting van dit jaar behoefte te gevoelen aan de leden een gelukkig en voorspoedig jaar toe te wenscben en wild6 daarbij vooral niet vergeten den secretaris, den heer J. A. van Vessem, die wegens ernstige ongesteld heid verhinderd is aanwezig te zijn. Spr. hoopt dat hij spoedig hersteld moge zijn en dat den leden lust, kracht en gezondheid worden geschonken om in het belang der gemeente werkzaam te zijn. Moge Gods zegen op ons werk rusten. Dhr. Baert dankte als oudste lid voor deze felicitatie en zeide dat ook hy zich gedwongen voelde om namens de leden wederkeerige gelukwenschen tot den Voorzitter en Burgemeester uit te spreken en dat er onderlinge samen werking moge zijn, opdat ons werk sy tot heil der gemeente en tot eer van onzen God. Hierna stelde de Voorz. aan de orde de agenda. 1. Notulen. De notulen van de vergadering van 31 Oct. en 16 Nov. 1.1., die een vorige vergadering nog niet gereed waren, werden thans zonder hoofdelyke stem ming goedgekeurd. 2 Ingekomen stukken. „om dit voor gezamelijke rekening te „doen met de gemeente Axel of derden". De Voorz. drukte zijn leedwezen uit over deze beslissing en deelde mede, dat B. en W. tot de conclusie zijn ge komen, om geen voorstel in te dienen om den Oudenweg uitsluitend op kosten van de gemeente te herstellen. Dhr. Dixhoorn vroeg wat B. en W. dan denken te doen Dhr. Oggel zou nog een poging wil- len wagen bij den polder Beoosten blij, Letter A Letter B Letter C Letter D per ons 40 cent 36 30 26 Behalve eenige missive's van Ged. Staten houdende goedkeuring van ge nomen raadsbesluiten en bericht van afschaffiog markten te Middelburg, Wemeldinge en Zuiddorpe, was er een schrijven van het Bestuur van den Noordpolder, waarin dit mededeelde, „dat de vergadering van Ingelanden „bad besloten om niet tot verharden „van den Oudenweg over te gaan en „geen voorstel in overweging zal nemen, omdat die toch belang heeft by den Oudenweg, die verbinding geeft tus- schen den Beoostenblijschen en den Provincialen weg. De Voorz. achtte dat niet mogelyk, omdat het antwoord van den Noord polder is om ook geen voorstel met derden in overweging te nemen. Dhr. Dixboorn vroeg of het dan geeD overweging verdient om zich tot de Prov. Staten te wenden Het zou toch een schande zijn voor de gemeente om de eenige weg, die binnen de kom ligt en onbestraat is, zoo te laten liggen De Voorz.Maar het onderhoud be rust bij den polder, en als die niet wil Dhr. Weyns vond, dat de Noordpol der toch verplicht kan worden zyn wegen in goede conditie te houden. Het was daarom wel nuttig dat B. en W. daar eens een kijkje meer namen om te zien of die weg in orde is. De Voorz-Het is toch maar een ge deelte van 'tjaar, dat die weg slecht ligt en we kunnen toch niet iederen dag gaaH zien Dhr. Weijns Dat zou 364 keer meer zijn, maar ik vraag maar enkele keeren meer te gaan kijken. Dhr. Dixhoorn wees er ook op, dat die weg al jaren voortdurend slecht is. De Voorz.Ja, in ieder geval wil ik niet goed praten de houding van het polderbestuur. Dhr. Kruijsse verdedigde die door te zeggen, dat de Noordpolder een kleine polder is, en de ingelanden een zeer hoog dykgeschot betalen, zoodat elke 100 meer uitgaven" reeds 50 cent per H.A. meer aan belasting kost. Spr. wees erop, dat al zoo vaak is gespro ken over bet verschaffen van produc tieven arbeid door de gemeente. Welnu, bier is een prachtige gelegenheid om de werkeloosheid op nuttige wyze te bestrijden. Het gaat toch niet aan om de ingelanden, die voor het grootste deel kleine menschen zyn, op groote éfo. Jt L. cot aan 'arijg ndat eeft van aag le- - AmSCHEWCOUKANT. (Vrij uit het Duitsch.) 11) Zij gedacht de geliefden, die zij had verlo ren, de stille vriendelijke pastorie, die haar gelukkig tehuis was geweest. En terwijl die daar verrees voor haren geest, zoo vreedzaam en vertrouwelijk, terwijl weiden en woudzoom met de vergeten kinderspelen hare herinnering machtig aandeden, daar trad uit deze schilderij de gestalte van Richard helder en helderder te voorschijn, totdat zij het van licht stralend middelpunt werd. Verlangen en herinnering overbrugden de verte en duizend innige ge dachten togen die brug over in haar avond gebed. Het was laat, toen zij de lamp uitblies en het zijden deksel over zich heen trok zij droomde haren eersten droom onder vreemd dak. Maar die droom, zij was noch zoet noch zacht, de indrukken, dien dag ontvangen, ver warden zich en weefden zich in elkander tot een bont beeld en beklemden haar het hart. Zij voer op het verre schitterende meer, waar zij voorbijgekomen was, zij hoorde Hortense roepen: „Ariadne! Ariadne!" Wel wilde zij zeggen, wie zij was, maar zij kon zich haren naam niet herinneren, zij keek om hulp zoekend, om hulp smeekend naar de pastorie, maar de zee werd plotseling woelig, de golven omspoelden haar al hooger en hooger en vol angst zag Magdalena haar tehuis in de golven verzinken. VIERDE HOOFDSTUK. De gloeiende zon, die op den middag de levendigheid van het Markusplein te Venetië in de koele schaduw zijner paleizen terugdrijft, begon te dalen en van lieverlede vulde zich het prachtige plein met een naar lucht en koelte smachtende menigte, die bewonderend, pratend en genietend of voor de koffiehuizen zat, of in bonte rijen zich door elkander heen bewoog. Schoone bloemenmeisjes met donkere smach tende oogen, talrijke kooplieden in met schelpen versierde of kleine uit ivoor gesneden voor werpen en gesuikerde* vruchten, zangers en zangeressen, die om een liefdegift vroegen, zij allen herkenden met zekeren blik in de op wandelen beluste menigte, den vreemdeling, die verrukt en vervuld door de heerlijke om geving minder afdingt en lichter geneigd is tot geven, dan de ingezetene, voor wie die pracht een dagelijksche gewoonte is. Uit een der winkels onder de boogvormige openingen, kwamen twee vrouwen, die naar de Piazetta gingen. De oudste, wier jeugd reeds lang voorbij was, verried in de scherpe, maar goedaardige trekken het Romeinsche type. Boven den adelaarsneus schitterden een paar doordringende zwarte oogen en het door grijze haren omlijste gelaat had de bijna houtbruine kleur, die de tint der Romeinsche vrouwen in den ouderdom aanneemt. De jongste had de grens der kindsheid bereikt, een half ontloken bloem. Op hare zachte trekken lag een ver rukkelijke frischheid, die iederen ontvangen indruk trouw en onbewimpeld in de donker gloeiende oogen weerkaatste. De Piazetta was tamelijk ledig, de lachende blikken van het jonge meisje volgden het spel, of wat het spoedig werd, de kloppartij van twee knapen, die, vechtend om het bezit van een stuk watermeloen, een goed onderwerp voor een schilderij van Murillo zouden geweest zijn. Eindelijk overwon de sterkste der beide knapen; hij ontnam met een krachtigen ruk aan de bruine hand van zijn kameraad de ver- bodene vrucht, maar liet daarbij een verzegelden brief vallen, zonder bij de haastige vlucht daarop acht te slaan. Buiten zichzelven van woede raapte de be roofde dien op, rukte hem bliksemsnel uit el kander en frommelde hem ineen als een bal, dien hij zijn aanvaller nawierp, zonder hem te treffen. Met het verscheurde couvert in de hand, schoot hij de vrouwen voorbij, zijn aanvaller na in het menschengewoel op het Markusplein en was weldra verdwenen voor de oogen van hen, die hem nastaarden. Het jonge meisje stiet in het voortgaan met den voet tegen den in elkander gefrommelden brief en raapte dienjop. „Hoe jammer," zeide zij met een klankvolle melodieuze stem, „hoe jammer 1 Wellicht wordt naar dezen brief reikhalzend verlangd en nu komt hij nooit .terecht. En hoe groot voegde zij er met kinderlijke verbazing bij, „drie, vier vellen I De schrijver heeft zich zooveel moeite gegeven „Werp het papier weg, Theresa," zeide de oudste dame, „wat wilt gij toch doen met dien vreemden brief „Het is Duitsch schrift," ging het jonge meisje voort, zonder acht te slaan op deze vraag, „juist zooals de brieven, die papa van signor Ricardo ontvangt. Ik zal hem mede- nemen, tante Lorenza, wellicht kan papa er in zien voor wie hij bestemd is." De dame trok de schouders op en ging verder; zij wenkte een gondelier en besteeg met hare jonge gezellin het slanke zwarte vaartuig, dat op haar gewacht had. Rechts en links vlogen de gondels voorbij, in pijlsnelle vaart, maar niet zoo snel, of hier en daar trof een bewonderende blik het jonge meisje, waarop zij zelve geen acht sloeg, maar die niet verloren gingen voor de oudere dame. Na korte vaart legde de gondel aan voor een der paleizen, die zich in tooverachtige schoonheid weer spiegelden in het stille water. Terzelfder tijd verscheen een bediende in eenvoudige livrei op de hooge stoep en hielp het jonge meisje uit den gondel, waarbij zij met een hoofdknik afscheid nam van hare gezellin, die verder voer, Toen de zware deur achter haar gesloten was, besteeg zij de marmeren trappen, die naar de eerste verdieping leidden en klopte aan een hooge, met eikenhout ingelegde deur. Een zware stem riep op gedempten toon „Binnenen de jonge dame stond tegenover een oudachtig man, die gezeten was aan een met papieren en schriften bedekte tafel. Hij kon omstreeks vijftig jaar oud zijn en de trotsche houding der statige gestalte, die zich oprichtte bij het.„binnentreden van het jonge meisje, kwam volkomen overeen met de uit drukking van het fijnbesneden gelaat. Haar en baard begonnen reeds te grijzen, maar onder de zware wenkbrauwen schitterden een paar blauwe oogen vol vuur en gloed en toen die oogen zich wendden naar het jeugdig schoone schepsel, verhelderde een vriendelijk lachje die ernstige trekken. Zij vloog naar hem toe en drukte hartstoch telijk twee, drie kussen op zijn lippen, hief vervolgens zijn gelaat op en zeide: „Altoos schrijven, altoos studeeren wordt gij dat dan nooit moede, papa." Lachend ontkende hij. „Maar gij vermoeit anderen daardoor," zeide zij een weinig pruilend, „mij ten minste. Waren wij dan maar liever in Rome gebleven, Waar wij toch kennissen hadden, als men zoo zelden de deur uitkomt. Ik zou zoo gaarne op het Markusplein gebleven zijn, maar met tante Lorenza alleen, dat kan toch niet. Hare bloedverwante, die zij nog ging bezoeken, is een praatzieke vervelende oude vrouw. Nu dan kwam ik toch nog liever terug en zette mij alleen op het balkon om naar de jonge meisjes te kijken, die met hun vader op het kanaal kunnen varen." (Wordt vervolgd). BLADVULLING. „Dat is een aardig epigram," zei de veroor deelde, toen hij de uitspraak van de rechtbank hoorde; een maand gevangenisstraf. „Wat is dat een epigram vroeg de veldwachter die hem wegleidde. „Een epigram is een kort, kernachtig zinnetje, waar je lang over denken kunt," zei de gelet terde boef. 'Cf. O iapitt iegvek 1 opge- leel 1 welg eboren, a-luite- volgde gd in rt 1921 Dg ge> reehei- d vloog »oeden n bru- tevens irzich- >or hij omeir leereu hibie- ig) eD ndige linder u het j den inden; loesj verd een vaar aide toen ater ge- syn en. Bet or- am od. to- ;en ?er ier 3D. er, im de id. te n-

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1923 | | pagina 1