osst lie. 3 eken jlaaI len xal. 68. Vrijdag 24 November 11)22. .18' aarg Fill ESC HE BAAI unpen. Aio. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. prijzen. Rerïslgedachlen. J. GRUNO'S n 159 per ons. per m, Kampe m, flxel, mhuis. oekbandel. nhuis. even J. C. VINK - Axel. i, flxel. Binnenland. Winschoterkade 13 GRONINGEN. P S Voor slecht ter bestrj ding der f 1.25 vei eer esschen ilksartikel, ►011(1. f Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco oer post 1 Galden. AfzonderiijKe Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postgiro 603G3. aDVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en VrQdagvoormiddag ELF nre. By dit blad behoort een by voegsel. Ieder jaar, het eene vroeger, het an dere wat later, maar altijd komt na de dagen van zonneweelde het langzame versterven, het haast onmerkbaar weg zinken in den doodschen slaap van den winter. Het is de onverbiddelijke wet van het leven, die wij vroeger of later ook aan ons zeiven gewaar worden. Van de eerste bloesems af gaat de vreugdige, stralende opgang naar de volle kracht en de schoonheid en het geluk. Maar na dien blijden, verruk- kenden groei komt even zeker de ver kwijning, het langzame verval, de neder- gang. Die kan ook schoon zijn, wonder van schoonheid zelfs in de goud-blauwe herfstdagen, wanneer het zilver ver vluchtigt aan de kim en een wondere, vreemde droom nog schijnt te huiveren om de ontbladerde boomen. Maar deze schoonheid mist het stralende, het juichende van den lentebloei en de volrijpheid, het krachtige van de zomer weelde. Zij is broos en teer als de welkende loovers, die prachtig gekleurd, afbrokkelen bij de aanraking. Zij is als een stervende, als de vreemde ontroe rende schoonheid van het doodgaan. Maar die schoonheid en dat sterven zijn altijd anders. Dat is ook een on verbiddelijke levenswet, dat niets terug keert. Het lijkt soms wel zoo. De herfst is als de herfst en de zomer als de zomer. Maar ieder jaar zijn ze anders, ieder jaar is de weelde anders en het doodgaan anders. Het leven bevat' noch terugkeer, noch onveranderlijkheidhet is de rustelooze 1 verandering. Dat is zijn rijkdom, zijn schoonheid, maar het beteekent ook zijn eeuwige onrust, die vermoeit en verwart en teleurstelt. En het is, of we ieder najaar ons dat te duidelijker bewust worden. Niet in de lente nog, wanneer de hoop leeft en het verlangen, wanneer wij reikhalzen naar de vervulling der rijke beloften en naar het geluk van den zomer. Niet in den zomer ook, wan neer iedere dag nieuwe weelde en nieuw verblijden aandraagt, wanneer de volheid van het leven al onze krachten, al onze energie en ons vertrouwen vraagt. Maar in de stille herfstdagen, wanneer de boomen roerloos staan in hun langzame ontbladering en aan de verre kimmen de zilvere nevels blau wen, wanneer het langzame, maar ze kere wegsterven van het zomerschoon ons stil maakt en ernstig en zonder verlangen, wanneer we als begeerloos nog alleen maar achter ons zien naar de zomerdagen die voorbij zijn en de rekening opmaken van wat ze ons aan "onze verwachtingen gebracht hebben. Want nietwaar? ieder voorjaar op nieuw brengt dezelfde en hetzelfde ver langen, en ieder najaar dezelfde teleurstelling. Niet altijd misschien. Maar toch Wat zette deze zomer niet mooi in. Het scheen wel, of nu werkelijk een zomer zou komen, zooals die, hier in ons land tenminste, alleen in onze ver beelding leeft. Maar het is zoo arfders geworden. Lang, tot het laatst toe, tot voor enkele weken nog hebben we ge wacht, of niet eindelijk weer de zomersch- heid, zij het dan de nazomerschheid van September, ons iets zou brengen van den glkns en de warmte van de gouden zonnepracht, waarnaar we iederen winter zitten te hunkeren. Nu weten we het, en verlangen al weer naar een volgend voorjaar en een volgenden zomer. Maar in dat verlangen sluipt, wanneer we ouder zijn of ouder worden, de twijfel. We hebben het nu al zoo vaak gezien, zoo vaak beleefd, en we weten feitelijk wel, dat ieder lenteverlangen, onbevredigd blijft. Zoo we desniettemin verlangen blijven, is het omdat we niet anders kunnen en niet anders willen. Niet anders willen ook! .Maar juist daarom verliest dit verlangen het ver rukkende, het juichende van onsjeugd- verlangen. Het is niet heelemaal tot in zijn diepsten grond echt, er is iets gewilds in. Zoo de teleurstellingen het nog niet gedood hebben en dat doen ze niet mdkkelijk ze hebben het toch verminkt. En al willen we het niet altijd weten, we zijn het ons toch bewust. Dat verandert onze verhouding tegenover het leven. Want het is niet alleen het lenteverlangen, waarvan we weten, dat het oubevredigd blijft. In het najaar is het, dat we terugzien op het lenteverlangen en de zomerweelde, en vergelijkende, de rekening opmaken. En in het najaar van ons leven is het, dat we ons zijn lente en zijn zomer herinneren en in stillè overpein zing de rekening van dat leven opma ken, maar ook, dat we het leven zelf leeren doorschouwen en begrijpen, en, de onverbiddelijk van zijn wetten ver staande, er ons bij neerleggen. maar het vertrouwen bleef. En wanneer een stralende zonneschijn de kleurige boomen verguldt en de hooge luchten blauwt tot waar de zilverige kimmen wegwazen in het onbekende, dan kan het zijn, dat een nieuwe, schoon ver anderde droom nieuwe gouden draden door ons denken en ons leven spint en we met een anderen glimlach dan die der lentejaren, maar met een glimlach toch, naar den blik over het voorbijge gane, opnieuw uitzien over de velden onzer toekomst. Zoo zij het. X. Kameroverzicht. Wegens het raadsverslag in ons vorig nummer moest dit uitgesteld wor den en omdat het nu wel wat oud is gewordeD, zullen we ons bepalen tot het voornaamste. Zooals we weten werden de «orige week de Algemeene Beschouwingen over de Staatsbegrooting voortgezet. Allereerst was de heer Wijnkoop aan het woord, die in krachtige termen verkoudigde, dat alleen de landen met een SovjetRegeeriug welvarend waren, doch dat alle overige landen ten gronde moesten gaan. De heer Beumer nooit een man van groote po litiek, legde zich toe op bestrijding van het feminisme in het algemeen en van de vrouwelijke Kamerleden in het bij zonder, terwijl de heer Rutgers de door ds. Kersten als ware Christelijke beginselen verkondigde theorieën be streed. Daarna kwam Minister Ruys de Beereubrouck aan het woord, die het eebter nog al kalm opnam en vele belangrijke vraagstukken aan den Mi nister van Financiën overliet. Over netgeen Z. E. vertelde ten aanzien van bet Kabinet kregen we Letter A Letter B Letter C Letter D per ons 40 cent 36 30 26 Dat najaar komt ook voor den een vroeger en voor den ander later, en het komt nooit bij twee op dezelfde wijze, maar het komt eenmaal.' En wanneer we in den zomer nog, soms ons voelen huiveren op kille regendagen, zooals we dezen zomer zoo vaak gedaan heb ben, dan voorvoelen we al zijn nade ring. Dat hoeft ons niet wanhoopig of zelfs droef te stemmen. Ook de herfst, en de herfst vooral, heeft haar zeer bizondere schoonheid. Maar het zal ons wel nadenkend maken. De over moed verdween, soms zelfs de moed, te hooren dat het Kabinet geheel steunt op de Christelijke beginselen en dat uit het feit dat velen, die niet beslist rechts staan, toch bij de laatste ver kiezingen de kerkelijke candidaten steunden, mag worden afgeleid dat de tegen woordige Regeeringspartijen hunne beginselen met groote gematigdheid toepassen. Het bleek voorts, dat ook de Minister evenals de heeren Nolens en Schokking, geschrokken is door de verklaringen, die Minister Colijn ten aanzien van de defensie heelt algelegd. Het is vooral voor den buitenstaander een zeer zon derling geval dat de twee maanden van onderhandelen, die aan de Kabi netsformatie voorafgingen, een zoo be langrijk vraagstuk niet tot klaarheid hebben gebracht. Een volgend punt van beteekenis uit de redevoering van den premier was de voorgenomen opheffing van het dep. van Landbouw. Daarbij stelde Z. E. voorop dat Handel, Nijverheid Arbeid het best kon den worden vereenigd, aangezien daar door de belangen van de werkgevers en werknemers bij één Departement zijn samengebracht. Daarnaast heeft natuurlijk het verlangen naar bezuini- giug voorgezeten, maar dit verlangen werkt soms als een prikkel tot in krimping van het aantal Departementen, dan weer tot uitbreiding, zooals bij het herstel van het Departement van Ma rine. Men krijgt dan ook steeds den indruk, dat hier veel willekeur bestaat of beter nog dat men de ware overwe- giugen die vermoedelijs een persoon lijken groudslag hebben toch niet ver neemt. Hij zal nu tot taak hebben, aan te sturen op vereenvoudiging der sociale verzekering en tevens op meer dere samenwerking tnsschen de werk gevers en werknemers. Donderdag kwam de min. van Fi nanciën aan het woord om het finan cieel beleid der Regeering te bepleiten en tevens de interpellatie-Troelstra betreffende de positie der ambtenaren te beantwoorden. Wat dit laatste betreft, bleek allereerst, dat in zake de herziening van de classificatie der gemeenten nog geen beslissing genomen is, al werd anderzijds ook afdoende duidelijk dat de Regeering van baar voornemen, om ook langs dezen weg de salarissen van groote groepen amb tenaren te drukken, niet zal afzien. De korting op de salarissen voor het pensioen werd voorts verdedigd met een beroep op het dalen van de index cijfers en van loonen in het particu liere bedrijf. Wat de verdere rede van Minister de Geer betreft, z\j was slap, zooals welhaast alles, wat deze regeering doet. Eenige kracht gaat er van haar niet uit en men zal dan ook niet behoeven te verwachten, dat zij tot doeltreffende bezuiniging in staat is. De liefde voor de kerkelijke scholen en de vrees voor de arbeiders zijn twee factoren, waarop elke poging toe krachtige bezuiniging schipbreuk zal lijden Wel zal ook op ouderwijs en de sociale wetgeving be zuinigd worden, maar hoe dit zal moeten geschieden, daarover is men het blijkbaar nog niet eens. Bij de replieken werd de rij van de sprekers weder geopend door den heer Troelstra, die nog eens uitvoerig de gehouden verkiezingen besprak en de houding van de Roomsche geestelijk heid in deze afkeurde. Hij stelde scherp tegenover elkaar de rede van den heer Colijn betreffende de beper king der milit. uitgaven en de houdiDg onzer Regeering te dien aanzien ook tegenover den Volkenbond. En hij »n ftt< ie- bUktf. n otirdQ d«i d ii\L an hf1* peren l ;eno\'J'e" zad h\eD itge norzei imetu gd.) c r ANT. I. 99 99 99 ernti an. piti tie lutgveu i tak. >pge- °P> rjy i haddf jersotK aad l>ek Een tSren. schiep. i troi ilgde aDdern jn i midd<[921 ge- i ^an d looS Hand'^en ndige^ru" 6 iprokt'etJ( ailiiss10/1* c vor1 J tneif. iO der m we het •g ovtdeo zichder, rooH de r( brntajj' i 2-jari|8D 1 vroïjj« t gen dat imbtt i aDCsleg{ e nat,r(j i armeipn t Opoar iroogtie doekt.-, gr2r tden vers t aakteft leestan tn wttg aurde?- telten el nieuv_ kome"" ich ven en, ml. E n allee 1 li kants i huize j eurteni betrat1 anderf en djr frist 1 Ma! 1 aorlijf» 1 ior oc 1 ;n tuf ns, d» 1 vend i en kin aai 'if 1 |n aai ggei; 'udefl E iet lee: dan eit 'rfe. 1 Mag, «verdet te vee|j j even- j n eenejli' steed# ertrott j daiemaL waken en nofjjf tr haf1 d haan 1 of-alp reelde,* j onge eene vezen

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1922 | | pagina 1