:%o. os
Dinsdag 14 November 1922.
58e Jaai'g
w
H
Spf»C
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
1*
J. C. VINK - Axel.
linAth^ite-
Binnenland.
FEUILLETON.
li
■i m
EOa |cj3
I. H K
ia Atf S°D1
8)
d«$eni
zs|r"^
gd.) f
Oti blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Poütgiro 60363.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertenti&n worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrfl dag voor middag ELF ure.
\\o
piti
Btt&Q
;rV d'
|ol ar'.
h 2\e ^ai?veu
enho\k. ipge
P> nL
v3add'
Pooti
i Dani^d «Vei*
JannijD (l>rei,
Z riff* Igde
i BaalicerD jn
es deidd(l921
Gee' ge
us vai 6
tdrianci yhei-
Pieten q loog
!de aige3ru
Lrok»^FD*
'2 i-» zÜiss,c'1
701* h«
ng. f ven
jm. ei peren
iciscJu0*b,e~
niël, 0 ^..eD
Saman
HimsW der
Maria wehet
ïentiniovöeD
LouiP0
Kameroverzicht.
De algemeene beschouwingen over
de Staatsbegrooting vormen het groote
jaarlijkscbe politieke debat waaraan de
Tweede Kamer steeds met groote
graagte eenige weken besteedt. Voor
de echte parlementariërs is dit debat
net neusje van de zalm, het heerlijkste
tijdperk uit het geheele jaar. Nuchter
en prozaisch aangelegde menschen
vragen zich af, waartoe een dergelyk
debat dient, aangezien men ook een
Ministerie het best kan beoordee-
len naar zijn daden en niet naar re-
deDeeringen en de gelegenheid tot het
eerste zich het beste voordoet bij de
behandeling van wetsontwerpen, ter
wijl daartoe anders de mogelijkheid
bestaat door het houden van interpel
laties over belangrijke onderwerpen
Maar onze Kamerleden zouden van
dit heerlijk spiegelgevecht zeker niet
gaarne afstand doen.
Bovendien werden er een tweetal
interpellaties in het algemeene debat
opgenomen, t. w. die van den heer
Troelstra omtrent de premieheffing
van de salarissen van de ambtenaren
en van den heer Van Rappard over
de voorgenomen opheffing van het
dep. van Landbouw, Nijverheid en
Handel.
De uitslag van de verkiezingen
wordt door de afgevaardigden van de
onderscheidene politieke partijen ver
schillend beoordeeld. De leden van
de Rechterzijde en ook de Regeering
zien er terecht in een overwinning van
het vorige Kabinet en van de groepen,
waarop dit steunde. En al kan men
(Uit het Eogelsch.)
Hij dacht in werkelijkheid, dat de
ware oplossing van het geheim was,
dat de jongen, nadat hy door luisteren
buiten de tent van den kolonel den aard
van de zending waarmee zijn meester
belast was te weten gekomen met
zijn zoo verkregen wetenschap, zich een
zeer juist denkbeeld gevormd had van
het gevaar dat hem wachttedat hij het
bericht gestolen had en zich nu verscho
len hield met de domme gedachte, dat
indien het bericht weg was, zijn mees
ter het ook niet nemen kon.
Dat de kleine Tom onmiddellijk uit
het kamp van de roode huzaren gegaan
zou zijn om dat papier door de vijf
mijlen lange moeilijke en gevaarlijke
streek te brengen, die tusschen de twee
Britsche kampen lag, dat denkbeeld kwam
nimmer in Ferrer's hersenen op.
Maar niemand deelde zijn meening,
nog minder kwam iemand op dat denk
beeld als een oplossing van Tom's ge
heimzinnig gedrag en Ferrer vertelde
niemand wat hij er van dachthij hield
alleen met kracht vol, dat hy zonder
van de Lihkerzyde ook nog zoo beslist
verkondigen, dat de beginselen van de
rechtergroepen geen bepaald richtsnoer
geven voor Regeeringsbeleid, het
is niet te ontkennen, dat de kie
zers zich zeer bepaald voor Rechts
hebben uitgesproken en dat aan het
optreden van een ander Kabinet dan
een dat steunde op de groepen der
Rechterzijde ternauwernood kon wor
den gedacht. Wel vroegen de heeren
Troelstra, Dresselhuys en Marchant
opnieuw, waarin dan toch wel de ge
meenschappelijke beginselen van de
rechterzijde bestaan, maar zij weten
zelf zeer goed, dat die vraag in den
werkelijken toestand geen verandering
kan brengen. En als mr. Dresselhuys
de Regeering verwijt, dat dezelfde
Minister, die de vorige jaren de gelijk
stelling van het bijzonder met het
openbaar onderwijs invoerde, -thans
deze weer gedeeltelijk moet te niet
doen, dan ziet hij toch wel al te veel
over het hoofd, dat men als het getij
verloopt de bakens moet verzetten en
dat ook de bedoelde Minister, zooals
trouwens bijna alle Nederlanders, het
slachtoffer is geworden van onzen schyn-
rijkdom.
Meer billijk is de klacht van dien
afgevaardigde aan het adres van den
minister van Arbeid, dat deze in de
vier jaren, die achter ons liggen, niets
heeft gedaan om ons van den dwang
der sociale wetten te verlossen.
Ook gevoelen wij voor de bezorgd
heid* van mr. Dresselhuys, dat de Re
geering te ver zal gaan op den weg
der zgn. bescherming onzer nijverheid
door invoerverboden of hooge invoer
rechten.
krachtig tegenbewijs Dimmer gelooven
zou, dat de jongen hem verraden had.
Zoo ging de ellendige morgen voorbij.
Wat was dat een lange, lange dag!
Het heele kamp leek verlamd door het
verlies van dat papier, dat orders voor
een gelijktijdigen aanval bevatte op de
stad en de opstandelingen op den derden
dag van af deu datum van verzending.
Het was nutteloos een afschrift te
zenden, want waarschijnlijk was niet
alleen het cijferschrift reeds in handen
vaD Arabi, doch de waakzaamheid dei-
rebellen zou zoo toegenomen zijn, dat
het onmogelijk zou zyu, dat een koerier
de ruimte tusschen de twee Britsche
kampen zou kuDnen doorkomeD.
Tegen den avond werd getracht met
electrische lichtsignalen in verbinding
te komen met het andere kamp. Tot
nu toe hadden hunne pogingen daartoe
immer gefaald maar het was een uiterste
poging die de roode huzaren nu beproefden.
Tot hun groote verwondering, kwamen
de antwoordsignalen echter duidelijk te
rug, zeer ''erschillend van de verwarde
antwoorden, die zij vroeger kregen.
Dezen keer konden zy huDne seinen
niet misverstaan.
»In orde Uw boodschap ontvangen
We zullen als u, dadelijk handelen*.
De seiner ruimde het toestel op en
de groep officieren die rondom hem stou-
De heer Troelstra stond langen tijd
stil by de positie der ambtenaren.
Zeer sterk stond hij vooral waar hij
aantoonde, dat nog steeds zeer weinig
wordt gedaan voor de inkrimping van
het aantal ambtenaren en ook dat de
Regeering die het georganiseerd overleg
in ambtenaarszaken invoerde, de meest
belangrijke maatregelen neemt zonder
de door haar zelf ingestelde commissies
te raadplegen. Uit de rede van mr.
Troelstra stippen wij voorts nog aan,
dat hij de houding der Roomsche gees
telijkheid, die zich bij de laatste ver
kiezingen in onze biunenlandsche po
litiek mengde, ten sterkste afkeurde.
En hij stelde aan minister Ruys de
besliste vraag, hoe .deze over die in
menging denkt.
De heeren Dresselhuys en Marchant
drongen nog oyzonder aan op bezui
niging op de defensie uitgaven, terwijl
de laatste de wijze, waarop de Re
geering is aangebleven zonder dat een
program bekend is geworden, op de
hem eigene scherpe wyze hekelde.
Hij beschouwt de huidige ministers
slechts als mandatarissen van de par
tijleiders met een opzeggingstermijn
van één jaar. Ook meende Mr. Mar
chant zich te moeten verzetten tegen
de tegenwoordige strooming om tot
loonverlaging te geraken. Zag hij
hierbij niet al te zeer over het oog,
dat die verlaging niet kunstmatig is
maar veelal uit economische noodza
kelijkheid wordt geboren?
Natuurlijk vond hij hier den heer
van Gijn lijnrecht tegenover zich.
Deze ziet alleen heil in bezuiniging op
alle gebied. De "Regeering gaat hem
in dit opzicht lang niet ver genoeg,
den keken elkaar beteuterd aan, wareD
stom van verbazing en verassing.
»Ben je er heel zeker van ?c vroeg
Hartog te.n laatste aan den officier
die belast was met den eeredienst.
De seingever lachte.
»Ja; heel zeker.*
»Dan heeft die jongen de boodschap
gebracht om Ferrers te reddenriep
Hartog uit.
Waarachtig,* zei Louis »en ik heb
nog wel zoo veel op den jongen geschol
den, den heelen dag, als ik er een
oogenblik kans toe zag. Ik schaam mij
over mijzelf.*
»Vraag nog eens vraag wie de
boodschap bracht en of hy daar nu is 1
stelde Hartog aaD den seingever voor,
die hieraan gaarne voldeed en de straleo
van het lichtsein door de avondduister
nis zoDd, waarin de schitterende sterren
reeds een voor een zichtbaar werden.
Het antwoord kwam iD een reeks
krachtige stralen
»Een jongeD uit ons kamp op terug
tocht met opdracht voor zonsondergang
antwoord te breDgen.*
»Dan hebben de opstandelingen hem
te pakken,* riep Hartog opgewonden uit.
Arm kereltje! Ze hebben hem vast
te pakken.*
Het nieuws verspreidde zich als een
loopeud vuurtje door het kamp, en bin-
lij komt bij zyne berekeningen tot
veel grootere tekorten dan Minister de
Geer en voorspelt dat zij in de vol
gende jaren, als niet zeer krachtig
wordt ingegrepen, nog veel grooter
zullen worden. Als de Minister van
Financiën niet krachtig in het werk
van al zijn collega's ingrijpt, deugt hij
niet voor zijn taak.
Terwijl Dinsdag en Woensdag de
leiders der Linkerzijde zich deden
hooren, kwamen Donderdag en Vrydag
de voormannen van de rechterzijde aan
het woord. De heer Nolens sprak als
de voorzichtige man, die er niet van
houdt dat hem later „oude plunje"
zou kunnen worden getoond en die
dus in het openbaar niet gaarne meer
zegt, dan hij onder alle omstandigheden
kan blyven volhouden. Over den uit
slag der verkiezingen wilde hij niet
spreken, over de coalitie kon ny geen
nieuws vertellen alleen zeide hij, dat
de katholieke kamerfractie geheel zelf
standig staat tegenover de kerkelijke
autoriteiten, iets waaraan trouwens in
dien zin ook nooit is getwijfeld.
Met meer belangstelling werd de
rede tegemoet gezien van den nieuwen
leider der antirevolutionnairen, den heer
Colijn, die vermoedelijk thans met den
heer -Nolens de meest invloedrijke
figuur uit de Kamer is en op het pro
gram der RegeeriDg blijkbaar grooten
invloed heeft uitgeoefend. Hij heeft de
antithese verdedigd op grond van de
Goddelijke openbaring en ziet de een
heid der partyen der rechterzyde hierin,
dat zij allen de souvereiniteit Gods
erkennen. Daarom en tevens omdat
het ministerie naar bezuiniging streeft,
zal «de heer Colijn het steunen. Als
nen een half uur werd er evenveel goeds
over den jongen Hoepla gesproken als
den geheelen dag slechts.
Iedereen had wat aardigs te zeggen
ten voordeele vau het kereltje, dat zijn
leven zoo heldhaftig gewaagd had en
arme jongea het du al vermoedelijk
verloren had ter wille van zijc meester,
dien hij als een trouwe hond aanhing.
Wat zijn meester betreft, deze giDg
regelrecht naar den kolonel en vroeg
met eeu heesche stem en een traaD in
zijn blauwe oogen, of er een patrouille
op zoek mocht gaan zoo ver als maar
eenigsziDS veilig was, voor het geval de
jongen -gewond was en het kamp niet
zou kunnen halen.
»Zeker, zeker eD ga zelf maar als je
het graag doet,* zei de kolooel, met de
handen zijn oogeD afvegende. >Ga maar
zelf, als je er zoo'n zorg over hebt. Ik
ben blij dat ik je sabel terug kan geven.
Ik hoop oprecht, dat de jongen er onge
deerd afkomt. Waarachtig, hij is de held
van den veldtocht dat is hij En
toen schudde de vriendelijke kolonel
zyn gunsteling de hand en wreef zich
nogmaals de oogen uit.
Ferrers zei: >Dank u, mynheer,* en
ging heen zonder "een woord te spreken
een brok in zijn keel belette hem dit.
lange rzë
stin"Jarlsn
enlo»vro!L-;,
K vaeu
ibte i
n. ljaciL
Berths nas-j
ondu>met,n
rmins. -u
JP°M
vanongqe
ioek(.a
an§e>s eri,
Ma)den
wirers
laalrteft
F[ leesten
el m wtg
i- lurde1.-
telten
tra
nd
n
3 nieu/'
komé"
c li vea
ff.
1. j allee*
|kantf
huize;
urteni
■izeibetrad
traanden1
he en d,j
frisc.
Ma1'
iirliju
lag,
fit of
1 en t«?
ns, d>
tend h
I en kiii
I n aai
Wordt vervolgd.)
en"ci
tr h
d half
ohan
reelde
i ongeni
eener-
vezenl