*o. 57
Dinsdag 17 October Mm,
38® «ïaarg
or
ak.
teller.
II
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
9
e
otheken.
nhove.
lel, Axel.
n, flxel.
J. c. VINK - Axel.
Hun!
SllliSEl
npen.
scherp
n, die
ii zijn
'en:
?'s
Buitenland.
FEUILLET ON
.anl^S
><T\ h.eD
Vr'!n
3' êrt
handen
traat 71,
over de
et maat-
k voor-
Bepa-
svyze
ich-
te-
ci,
i
Huwelijk
acten van
;dij
leeninge
tantiën
in en
en van
igen;
itwet
bij de Wet
el
Iets over
ende ver-
a en Ge-
"ijfwijze
leiding
munt
mde
•Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regei meer V2 Cent. Groote letters worden naar
Diaatsruimte berekend.
Bureau Markt U 4. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Teief. 5«. - Postgiro ooso3. Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag ELF are.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
De Grieksch-Turksclie kwestie.
Het is deze week weer draaien ge
weest. Is het nu werkelijk niet be
lachelijk, dat alles draait om de belan
gensfeer van Engeland en Frankrijk r
Daardoor zijn nu al nagenoeg het
Duitsche Rijk en de Oostenrijks-Hon-
gaarsche monarchie ten onder gegaan
en nu een moedige Turk, Kemal Pasja,
het zóóver weet te breugeD, dat bij zijn
land wellicht zal weten vrij te maken
■van vreemde smelten", nu komen
Engeland en Frankrijk opnieuw opzetten
met hunne bezwaren eu hunne eigen
belangetjes, terwijl Eugeland nog den
schijn wil aannemen, dat het dit land
alléén te doen is om bet bloedvergieten
in Europa te beletten. Ja zeker, na
tuurlijk, maar zoo langzamerhand be
ginnen we te snappen dat onder een
lawine van dikke woorden niets anders
wordt verborgen dan het behartigen
van eigen belangen en nu zou dit feit
op zichzelf weinig beteekenen,. want
ten slotte is iedereen zichzelt het naast,
- dat is eenmaal de natuurwet. Maar
het antipatieke van de geheele ge
schiedenis is de huichelarij, waaronder
dit alles zoowel in Engeland als b rauk-
rijk wordt verborgen. En daar nie
mand den modernen Turkscheu leeuw
durft aanvallen, hem desnoods liever
een stuk vleesch toewerpt, opdat hy
zich in vredesnaam maar kalm zal
houden, prutst men nu weer over de
9hoegrootheid" van dat stuk vleescn
en vreest men dat weer andere prive-
belangetjes in de verdrukking zullen
komen. Daar waar de „groote oomes
zulk een slecht voorbeeld geven,
spreekt het als een boek, dat de klei
nere goden in den Balkan zich even
eens trachten te roeren en probeeren
"hun deel van de pudding te krijgen.
Het is toch zoo dom, dat de heeren niet
leeren voor hun geld te kiezen.^ Het
Turksche Rijk is du eenmaal niet uit
de wereld te krygen. De Turken
wenschen niet, dat hun Rijk verdeeld
wordt onder de Europeesche heeren,
die hun dan als vasall^n zullen gebrui
ken. En nu men begint te beseften
wat uit de gedane, concessies blijkt
dat er weinig te bereiken zal zijn,
nu dunkt het ons glad verkeerd, dat
men nog tracht -op zijn achterstepooten
te gaan staan, ten einde aan de
naar de meening der Geallieerden al
thans - te groote eischen van Kema.
Pasja weerstand te bieden. Mij dunkt,
dat men met een dergelijke handelwijze
den toestand nóg erger maakt dan die
momenteel reeds is. Is het dan de
bedoeling van de Westelijke volken,
om Europa zoo spoedig mogelijk ten
ondergang te voeren? Zou het waar
zijn, wat Radek te Moskou heelt gezegd,
n.l. dat de Europeesche revolutie slechts
een kwestie van een paar maanden is i
Of moest dat dienen om Sovjet
propaganda te maken Wij gelooven
het laatste, wat nochtans niet weg
neemt, dat Frankrijk en Engeland in
het Oosten gevaarlijk spel spelen en
dat het weuschelijk zou zijn, dat zij
daarmee eindigden.
Eeu en ander klemt des te meer,
omdat op het oogenblik de Amerikaan-
sche bankiers bij elkaar zijn, om over
het wel en wee van Europa een be
slissing te nemen. En voor zooverre
men tot dusverre over deje conferentie
kan oordeelen, blijkt dat men iD Ame
rika geenszins ongeneigd is, Europa te
helpen, waarop èn de openingsrede van
den voorzitter, èn die van den Ameri-
kaanschen minister van Financiën on-
omstootelijk hebben gewezen. Ofschoon
men ook wel zal vernemen, wat de
oppositie zal hebben te zeggen kan
toch wel gezegd worden, dat als de
heeren in Europa maar steeds doorgaan,
met elkaar te krakeelen, de Ameri
kaausche Maecenassen machtig weinig
lust zullen gevoelen om werkdadig
te steuiien. Hoe goed zou het zijn,
als aan alle mogendheden, dus ook aan
de onze, het gevaarlijk speeltuig werd
ontnomen, dat men kanonnen, geweren,
torpedo's, oorlogsvliegmachines, enz.
noemt. Dat zou op alle budgetten zeer
belangrijke bedragen schelen, terwijl
men er dan van overtuigd zou kunnen
zijn, dat de ellendige crisis voorgoed
een'einde zou genomen hebben en dat
een tijdperk van bloei wederom zijn
triomphale intrede zou doen. Dan zou
het de Vereemgde Staten gemakkelijk
vallen, geld te verschaffen ot oude
schulden te schrappen, omdat men
alsdan zou overtuigd kunnen zijn, dat
de te verschaffen gelden productief ge
maakt zouden kunnen worden.
En nu vrageu we in gemoede Kan
dat doel in onderlinge samenwerking
niet worden bereikt en is het noodig,
dat dat ten slotte zou moeten geschie
den door middel ven een revolutie,
waardoor alles beschaving, intellect
en ondernemingsgeest misschien
meer dan een halve eeuw zou worden
teruggezet Mij duukt dat het ant
woord op deze vraag geenszins twijfel
achtig behoeft te zijn en dat iedereen,
die het met zichzelt en daarna met
anderen goed meent, daarop een be
vestigend antwoord zal geven, wat het
eerste gedeelte, een óntkennend wat
het laatste deel dezer vraag aangaat.
Doch laat men dat dan cok trachten
in praktijk te brengen. Nu weet ik
wel, dat het heel weinig zal geven,
of ik een en ander te dezer plaatse
neerschrijf, maar toch is het goed
daarop steeds te blijven hameren en
ook in ons volk de meening te trachten
vast te leggen, dat het komen tot een
vergelijk de ééaige weg is, om uit
dezen ellendigen doolhof te geraken.
Want onze bladen worden in den
vreemde gelezen en wanneer ook wij
ons steentje er toe kunnen bijdragen
om de publieke opinie in de juiste
richting te leiden, dan zullen wij niet
alléén hebben geholpen de wereld een
weldaad te bewijzen, maar we zullen
ook in ons welbegrepen eigenbelang
gewerkt hebben, wat in zulk een vorm
zeker geoorloofd mag heeteu. Laat
ons dus hopen en wenschen, dat alles
spoedig voor elkaar zal worden gebracht
en dat vooral binnen zeer atzienbaren
tijd de Turksche kwestie zal worden
opgelost.
ren
ge. 1-Wo* 1
detf*' P£>e~ I
lieu, 1
ooF
hopjtj
.oom"' f?dt I
zen1/"1 I
dedd<921 1
»er
eei.tej aoog
slaJ!anaden
iige'ru"
tell coi^118
iktjfc jgsch-
ion or hij
?er; f lef.
3-. eipsreu
-osroa.
dj btel-
ll\llcd1
zocluriai(j
aktus
la' ^.a'
rlijl
J'
end aai
ing bij:
AN!
-4
(Uit het EDgelsch.)
1)
I.
»Kom, vlug watAls je mijn tyd zoo
vermorst, zal ik het je anders leeren,
begrepen ?c Deze woorden gingen ver
gezeld met het dreigende klappen van
een lange zweep.
»Ja, ja, mijnheer Frisco, maar ik weet
zeker dat ik het nooit zal kunnen doen.»
»Vlug er dan mee», gromde de man,
die Frisco genoemd werd. »Ik heb al
te veel tijd besteed om je dit te leeren.
Ik geloof, dat je het met opzet doet.»
»Neen, dat doe ik niet, mijnheer Fris
co», was het antwoord, met een angstigen
blik naar de zweep in de sterkte en
meedoogenlooze hand van deD pikeur.
»Zoo, dan zal je het dezen keer beter
moeten doen». Èen oogenblik neerschte
er diepe stilte in den verlaten, slechts
met een enkel flikkerende gaspit verlich
ten kring van het ciicus.
De jongen, een ondervoed knaapje vaD
'om en bij de twaalf jaar, met eeu smal
gezichtje en groote helderblauwe oogen,
stond klaar om op de ladder te klimmen,
die Daar de verschillende zweelrekkeD
boveu hunne hooiden voerde.
Arm kereltje! met lichaam en ziel
gebonden aan de eigenaars van een
rondreizend circus.
Hij wist, dat hij die moeilijke eD ge
vaarlijke trapéze-sprong nooit zou kunnen
doen. Hij had zijn uiterste best gedaan.
Nooit was de sprong uit zijn gedachten
als gij wakker was, zelden bleet ze weg
uit zijn droomen
Dikwijls zat hij rechtop in zijn harde
bed eu betastte zich, om er zich van te
overtuigen, dat zijn lichaam nog lieel
was en zijn beenen nog niet gebroken.
»Kom, ga je er op? Hoeveel tijd
moet ik nog aan je vermorsen dreigde
de pikeur.
Zoo ging hij naar boven, stond eeD
oogenblik op het kleine platform, een
huiverend figuurtje in versleten, uitge
rafeld tricot, keek wanhopig om zich
heen, klemde zijn handen even hard in
elkaar, veegde ze haastig aan zijn dijen
al, nam deD sprong miste den stok en
viel met een doffen slag in het net.
Een knal van de laDge zweep, een
doordringende gil, en de joDgen rolde
uit het net op deD grond.
»Je gaat naar boven; geen onzin!»
grauwde Frisco. Als je dezen keer mist
zal je den toer zonder het net doen.»
Dan zal ik doodvallen», snikte de
jongen.
»Je gaat naar boven, zeg ik, en vlug
er mee.»
Een knal met de zweep gat kiem
aan die woorden.
Zoo ging hij nog eens naar boven
en kwam weer op het platform.
Wat zou hem kunnen redden, als hij
dezen keer miste? Hij wist dat al zijn
moed verdwenen zou zijn als het bene
den weg was, en dat de sprong dan zijn
laatste zou zijn.
Als hij het maar zoo ver kon krijgen
om dezen keer dien stok vast te grijpen
Als zijn knieën maar met zoo knikten
en zijn handen niet zoo beefden Als
de tranen, die zijn oogen vnlden
»Vlug wat!» bromde de man beneden
hem, eu zoo nam hij in haast zijn sproüg
en viel weer.
Nu zal je het zonder het net doen»,
grauwde de pikeur, terwijl hij zijn zweep
neersmeet.
Toen de jongen aan zijn voeten naar
beneden rolde, schopte hij hem opzij,
maar dadelyk daarop lag hij languit op
den grond.
>Neen, dat zal hij niet doen, lafaard,»
gromde een stem in zijn ooren. »Je
zult nu eens eeD proefje van je eigen
behandeling hebben. Let op!»
Toen Frisco weer op zijn voeten stond
suisde de riem van zijn zweep door de
lucht en sloeg in een dubbele cirkel om
zijn beenen, niet eenmaal, maar zoo
vaak achter elkaar tot zyn lichaam zwaar
geboet had voor zijn lafhartigheid.
Ten laatste viel hij, zich wringend,
weer op den grond.
De nieuwaangekomene trok den langen
30dn.
nU
ge-
vai
in;
tpian 'Se
e,.nst< Ier
witten riem door zijn gehandschoende
linkerhand alsot deze een nuttig werk
had verricht en hij daar dankbaar voor
was.
Het was eeu laDge, elegante verschij
ning, op en top soldaat, keurig gekleed,
met geen enkele versiering dan een paar
diamanten ringen aan den middenvinger
van zijn rechterhand, die de zweep han
teerde.
De verbaasde kleine acrobaat staarde
met ontzag en eerbied naar den heer,
die mijnheer Frisco had afgeranseld.
Hij wist, dat die heer kapitein Ferrers
van de roode lanciers uit de Idleminster-
kazerne*was; hij kende hem heel goed,
want eeu8 had kapitein Ferrers hem een
kwartje fooi gegeven voor een bijzonder
moeilijken toer, die hij gedaan had.
Nu had Frisco hem dat kwartje wel
dadelijk atgenomen, maar toch had hij
de herinnering aan den gever in zijn
hart bewaard.
>Ben je de vader van den jongen
vroeg Ferrers kortaf.
»Neen.«
kWaar is zijn vader?»
>Die is dood.»
»En zijn moeder
»Ook dood
»En wie zorgt voor hem
»Dat doe ik.»
>0 doe jy dat Nu, als je hem weer
terug wilt hebben, dau kan je je tot het
gerecht wenden. vervolgd.)
V1 'ariaweiet
eer'a'uta
3etra' a
a»npe
feJoeksD
^len
■er8
aaktet
aeleestöi
d<? w?
kicurde-
331I ten
ïieu»
etskomf
at*h vei
:n-_ltanti
ael tuize
rteni
5etrac
el\nderf
iet„ df
ietfr.se
an/f 01
nijn ttr.
oi.tis, dl
lend 1
■n m
en
■n Tie
lat Mag|
,n!erde
"te vee'
1 even-
m eenet
steeds
irtrou
akGl
d(Wak(ri
in nt'L
r hal
d hal
1 of a!
■,-eelde
.on ge
eene