So. 50.
Vrijdag 22 SeptembeI9%2,
38e «iaanr.
tvie"
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
ÏK
J. C. VINK - Axel.
Binnenland.
&ak£U Ik
hCH
idf>
el(fëri$
V
rveï'an bige
nsti jer
3eePr'ave|et
de'W
jelen^ï
r<i
9n blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postgiro 60863.
aDVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrij dag voormiddag ure*
Heropening der Kamers.
Voor de tweede maal dit jaar heeft
de plechtige opening der Staten-Gene-
raal plaats gevonden. De belangstelling
was nu veel geringer dan de eerste
maal, toen H. M. de Koningin persoon
lijk de plechtigheid verrichtte.
Ten paleize uitgeleid door den Hot-
maarschalk, bestegen de Ministers de
gala hotrijtuigen, die, voorafgegaan en
gevolgd door een peloton cavalerie,
zich langs den aangegeven weg naar
het Binnenhof bega/en.
Nadat da Ministers door de commis
sie waren binnengeleid, werd door den
Minister-president uitgesproken de vol
gende
Troonrede.
H. M. de Koningin heeft ons opge
dragen in Haren naam de gewone
zitting der Staten Generaal te openen.
Sedert Hare Majesteit persoonlijk üe
laatste maal in uw midden verscheen,
zijn de wetsontwerpen ingediend, welke
vereischt worden om aan het aange
vangen werk der Grondwetsherziening
de laatste hand te leggen. Allereerst
zal daarvoor Uwe aandacht gevraagd
worden.
De crisis welke een groot deel der
wereld teistert, doet haar droeve gevol
gen ook hier in breeden kring gevoelen.
Het evenwicht tusschen s lands in
komsten en uitgaven is zoowel in het
moederland als in de overzeesche deelen
van den staat verstoord.
Ingrijpende beperking van publieke
uitgaven mede te bereiken door wette
lijke voorzieningen, ia onvermijdelijk.
Vermindering van het aantal depar
tementen van algemeen bestuur wordt
noodig geacht. Het departement van
Landbouw, Nijverheid en Handel zal
met dat van Arbeid worden samenge
smolten, terwijl de behartiging van de
landbouwaangelegenheden voorshand
zal worden toevertrouwd aan den
Minister van Binnenlandsche Zaken.
Enkele verschikkingen zullen bovendien
plaats vinden.
De bedrijven van den staat, en de
zoodanige welke daarmee op een lijn
zijn te stellen, zullen aldus zijn te be-
heeren, dat nadeelige sloten worden
vermedeD.
Een wetsontwerp tot regeling van de
rechtspositie van de kerkgenootschappen
en een nieuw wetboek van burgerlijke
rechtsvordering, aan de hand van de
voorstellen der daartoe benoemde
staatscommissiën, zijn in voorbereiding.
Overwogen wordt een regeling van
de arbeidsovereenkomst welke zoowel
het burgerrechtelijke als het publiek
rechtelijke element in zich bevat.
Eene wijziging van de kieswet ten
einde ook de leden van de Eerste
Kamer langs den weg van het even
redig kiesrecht aan te wijzen, zal u
zoo spoedig mogelijk bereiken.
Ingediend zal worden eene herziening
van de Gemeentewet, waarbij tot leid
draad dienen de door de staatscommis
sie aangeboden voorstellen.
Onderscheidene voorstellen ter ver
eenvoudiging van de onderwijs- en de
verzekerings wetgevingzullen u bereiken.
Geleidelijke afschaffing van de huur
wetten is evenals een herziening van
de drankwet in voorbereiding.
Een wijziging van de wet op de
besmettelijke ziekten wordt overwogen
waarbij tevens zal getracht worden om,
zonder de algemeene volsgezondheid te
schaden, tegemoet te komen aan de
gewetensbezwaren tegen de vaccinatie.
Zoodra de grondwettelijke voorschrif
ten het zullen gedoogen, zal het noodige
worden verricht om bestuur en wet
geving van de overzeesche deelen van
den staat te regelen in den geest,
welke de herziening van de desbe
treffende bepalingen der grondwet be-
heerscht. Tevens zal het belasting
wezen aan een ingrijpende verandering
zijn te onderwerpen, ten einde rekening
te houden met de economische eischen
welke de tijdsomstandigheden stellen.
Aan de geestelijke en stoffelijke be
langen van de bevolking, ook der over
zeesche gebiedsdeelen, zal de onver
deelde aandacht der overheid worden
gewijd.
Moge God in deze moeitevolle tijden
Zijn zegen schenken aan de vervulling
van de zware taak welke u wacht.
]n naam der Koningin, en daartoe
door Haar gemachtigd, verklaren wij
de gewone zitting der Staten Generaal
te zijn geopend.
Naar de rede, waarmede de Minister
president in naam van de Koningin
het nieuwe zittingsjaar der Staten-
Generaal zou openen, werd allerwege
met buitengemeene belangstelling uit
gezien. Eindelijk toch hoopte men eens
te vernemen, in welke richting het
verjongde ministerie de oplossing zou
willen zoeken van het groote probleem,
waarvoor ook ons land staat en dat
meestal met het enkele woord „malaise
wordt aangeduid. De Staatsuitgaven
hebben de inkomsten in de laatste
jaren aanmerkelijk overschreden en
indien hierin niet spoodig verandering
wordt gebracht, kan dit voor ons land
en volk in hooge mate noodlottig
worden. Welke voorstellen zouden in
de openingsrede worden aangekondigd
izoo vroeg men zich af), die in dezen
ongewenschten toestand verbetering
zullen brengen, en hoe zal men dit
willen doen, zonder daardoor de werk
loosheid in hooge mate te doen toe
nemen en daarmede de gevolgen van
de huidige crisis voor groote groepen
der bevolking nog ernstiger maken
Het antwoord, dat de Troonrede op
deze vraag geeft, lijkt ons weinig be
vredigend en voor velen is de rede,
van welke zooveel werd verwacht niet
anders, dan eene groote teleurstelling.
De Millioenennota.
Aan de Nota betreffende den toe
stand van 's lands financiën (de milli
oenennota) wordt het volgende ontleend
Het jaar 1918 sluit met een tekort
van ƒ489.850.804.36. De cyfera van
het dienstjaar 1919 wijzen aan een
tekort van totaal 116.123.428.35.
Voor het dienstjaar 1920 kunnen
nog slechts voorloopige bedragen wor
den opgegeven. Volgens de voorloopige
gegevens is er een tekort van totaal
ƒ109.234.954.94 (met een overschot
op den cricisdienst van 73.526.362.22.
De voorloopige gegevens over 1921
leveren de volgende uitkomsttotaal
tekort 299.509.824.69 (met een over
schot op den crisisdienst 17.731.821.33.
Het voor in het jaar 1921 op den
i gewonen dienst becijferd tekort blytt
55.336.378.35 beneden het aanvanke
lijk geraamde tekort. De gewone uit
gaven bleven 7.880.721.59 beneden
de oorspronkelijke raming. Dat voor
het eerst sedert vele jaren wederom
eene z.g. besparing op de gewone uit
gaven werd verkregen, acht de minis
ter van Financiën een gunstig ver-
scJftij Q80I,
Wat het loopende dienstjaar 1922
betreft, valt omtrent den afloop van
den dienst nog slechts uiterst weinig
te zeggen.
De Minister verwacht, dat de raming
van de gewone middelen en inkomsten
voor dat dienstjaar zal bereikt worden.
Met betrekking tot de gewone uitga
ven is hij van oordeel, dat deze be
neden de oorspronkelijk toegestane
bedragen zullen blijven. Hij meent
derhalve te mogen aannemen, dat het
tekort op den gewonen dienst, omstreeks
34 a 35 millioen zal bedragen.
Voor 1923 worden de uitgaven in
totaal geraamd op 808.224.831.21,
waarvan buitengewoon 183.999.123.
blijft ƒ624.225.708.21.
Met betrekking tot den gewonen
dienst merkt de Minister o.m. het vol
gende op
Bij de voorbereiding der begrooting
heeft vooropgestaan, dat een sluitend
budget der gewone uitgaven en ont
vangsten onafwijsbare eisch is en ten
koste ook van zeer groote offers moet
bereikt worden. Daar de aanvankelijk
door de departementen ingediende be-
"Tootingen, hoewel ook deze reeds
olijk gaven van ernstige pogingen tot
besnoeiing, een totaalcijfer van gewone
uitgaven aanwezen dat vermeerderd
met het tekort op het postbedrijf en
het spoorwegbedrijf zeer verre te
boven ging het totaal van de voor
1923 genoemde ontvangsten, werd be
sloten den weg van rantsoeneering in
te slaan. En wel in dien zin, dat als
basis werd genomen eenerzijds het
bedrag der voor 1923 geraamde ont
vangsten, anderzijds het bedrag der
voor 1922 toegestane uitgaven.
paleis begaf. In de vestibule van het
paleis werden Koningin en Prins door
de Koningin-Moeder ontvangen en
verwelkomd.
Tweede Kamer.
De Kon. Familie op het Loo.
Woensdag zijn de Koningin en de
Prins met den koninklijken exprestrein
uit het buitenland op het Loo terugge
keerd. Voor het paleisperron stond
reeds een talrijke menigte te wachten,
die het Koninklijk paar met vreugde-
hoera's begroette, toen het den trein
had verlaten en met de Prinses, die bij
aankomst haar vorstelijke ouders had
verwelkomd, zich wandelend naar het
neer')
lich;1
j|f°n
er lik cl
•en,
^de- 1 s
fioe
t we
ippe
o je
De heer Kooien, benoemd tot voor
zitter der Tweede Kamer, aanvaardde
dit met een rede, waarin hij dank
brengt aan H. M. de Koningin voor de
benoeming en aan de Kamer voor het
gebleken vertrouwen.
Zuinig beheer van de Gemeente-
financiën.
De minister van binnnlandiche
zaken heeft de volgende circulaire tot
de Commissarissen der Koningin in de
onderscheidene provinciën gericht
„De nood der tijden noopt mij, hoe
wel mogelijk overbodig, uwe bijzondere
aandacht te vragen voor de uitnemende
belangen welke met uiterst zuinig be
heer van de gemeente financiën zijn
gemoeid.
Hoewel de overgroote meerderheid
der gemeentebesturen zich voldoende
hiervan doordrongen betoont, is er toch
voldoende uitvoering voor de vrees dat
de betrekkelijke ruimte van middelen,
welke hier en daar aan gemeenten zijn
toegevloeid, tot min oordeelkundig
beheer kan leiden.
Het is vooral met het oog hierop,
dat ik U. H. E. G. verzoek, de burge
meesters van uw gewest te wijzen op
den noodzaak om elke uitgaaf, hoe
gering ook, nauwgezet te toetsen, zich
zooveel mogelijk schrap te zetten, als
de onvermijdelijkheid wel blijkt, en,
mocht hun verzet in den boezem van
het gemeentebestuur niet tot de ge-
wenschte uitkomst leiden, zich te wenden
tot hooger gezag. Zoo noodig kan dan
art. 70 tweede lid Gemeentewet worden
toegepast.
Wat de beslissingen van Ged. Staten
inzake gemeentefinanciën aangaat, reeds
vroeger mocht ik, te allen overvloede
hun medewerking tot een spaarzaam
beheer inroepen. De opgedane onder
vindingen maakt het onnoodig, dit be
roep te herhalenmaar het spreekt
vanzelf, dat wanneer er eens een
besluit zou kunnen vallen, dat niet aan
den zuimgheidseisch beantwoordt, ik van
U. H. E. G. toepassing van art. 32
tweede lid der Prov. wet verwacht.
Eindelyk zou het mijn ambtgenooten
en mij niet anders dan aangenaam
zijn, wanneer mijn aandacht werd ge
vestigd op maatregelen van hooger
hand, welke geldelijke gevolgen voor
de plaatselijke kassen meebrengen,
zonder dat hetzij het gewestelijk, hetzij
het gemeentelijk bestuur de onvermij:
delijkheid erkent. Ik zal dan niet
verzuimen, met den minister, onder
wiens verantwoordelijkheid zoodanige
maatregel is genomen, in overleg te
treden."
Het Nederl. Nansen Comité.
Door bovengenoemd comité is een
boekje uitgegeven, getiteld rWat heeft
men met uw geld gedaan?" In dit
werkje, dat geïllustreerd is met ver
schillende kiekjes uit Rusland, wordt
ia! er jq
ffèj2l
va: ët_
in! t»ei-
jeile jjoog
5la-e\n(ilen
el
teil U^n»
h\kt.ijgg3h-
elïon bif
1wer; f ,en.
B°ltf einren
itinir.
tir«tuijrv
t hl "i
W8 en.
oroï,
"n j
:heu bte
h^. 17C81.
ver po.
Va ,ekt
au en i
n a ;rs
itu .akltt
veie)iestei
u 1de we
dC;jcirde.
3nlten
onl
zij
00
ïeu»
J0ksorae
uclts|i n
.n %anfc
"hel uize
tem
ret:r'a\
n den
et, d
sWMag'
in erde:
»We vee
1 even
u <1 eenel
r steed;
juertroii
a tnnd
r h
d ht
cif-vi
-ongeil
eeneij
Vezen'
gd.)