PI
\a
Axelsche Courant
7
I
BIJVOEGSEL
C
r
Pr
Vrijdag 19 Mei 1922. No. 15.
Doi
rFirn
ZeYei
Raads verslag.
VB
k he
gen
itmbal
temei
ngspi
age u
(feu VI
■oepst
(legen-f
[belang
dat iet
b'Kan h
Wij
|2 el
|prÖ 8.
Ooi
12 el 1
d
3(
me
I
a
VAN DE
VAN
(Vervolg.)
4. Vaststelling verordeningen inge
volge de Vleesclikeuringswet.
Wordt voorgesteld de navolgende
verordeningen vast te stellen
a. Verordening op den Keuringsdienst
van vee en vleesch in de gemeenten
Axel, Zaamslag, Boschkapelle, Overslag,
Koewacht en Zuiddorpe.
b. Instructie voor den keuringsvee
arts van den Vleeschkeuringsdienst Axel.
c. Instructie voor den Ambtenaar,
die met de herkeuring is belast.
Het advies van de Gezondheids-
Commissie hieromtrent luidt gunstig.
De Voorz. gelooft, dat de verorde
ningen weinig aanleiding zullen geven
tot bespreking. Alleen wil hij reeds bij
voorbaat zeggen, dat de praktijk zal
leeren, dat het salaris van den keur
meester te laag is bepaald.
Dhr. KosterMoet dat een vee
arts zijn.
De Voorz.Moeten niet, maar er
moet toch een chef van dienst zijn en
er zijn gevallen, waar de hulp van een
geëxamineerd veearts noodzakelijk is.
We kunnen er dus toch niet buiten.
Dhr. Kruijsse vraagt, of' dat nu maar
stilzwijgend aaugenomen wordt, dat
die andere gemeenten met ons samen
werken. Hij zou een besluit willen
uitlokken om officieel uit te maken,
dat de gemeente met de andere ge
meenten overeenkomt dezelfde ver
ordeningen vast te stellen en samen
te werken.
De Voorz. zegt, dat zulks vroeger
reeds is medegedeeld dat is geconfe
reerd met de andere gemeentebesturen
en allen het over deze zaak eens zijn,
zoodat er heelemaal geen bezwaar is,
om dat als aangenomen te beschouwen.
Bovendien ligt het besluit in de samen
stelling van de verordening opgesloten
en is er verder niets bindend dat ons
nadeelig kan zijn. Spr. begrijpt niet,
hoe dhr. Kruijsse zich nog een nader
besluit voorstelt.
Dhr. Oggel licht toe, dat dhr. Krujjsse
bedoelt, dat de raad zich bij stemming
accoord verklaart met de gem enschap-
pelijke regeling tusschen o- ze en an
dere gemeenten.
De Voorz. heeft geen bezwaar om
Git voor den vorm te vragen aan de
heeren.
Niemand verklaart er zich tegeD,
waarop de Voorz. ook vraagt of de
Raad sif zich mede vereenigen kan,
dat de Verordeningen worden vastge
steld, zooals het ontwerp is.
Dhr. Dieleman vindt het niet wen-
schelijk om daarover nu te beslissen,
zonder er meer van te weten. Hij
zou dat in een volgende vérgadering
willen behandelen.
De Voorz. merkt op, dat dit de vorige
maal ook is gevraagd en dus de leden,
nu ze het ontwerp thuis hebben kun
nen bestudeeren, wel bekend zullen
zijn met de voornaamste bepalingen.
Bij deze mededeeling kijken de raads
leden vreemd op, want er blijkt dat,
behalve de Wethouders niemand hun
ner het ontwerp thuis gekregen heeft.
De Voorz. drukt zijn spijt hierover
uit en vraagt of dhr. Dieleman be
zwaar heeft de verordening nu te be
handelen, er is nog al haast bij.
Dhr. Dieleman antwoordt, dat juist
omdat er haast bij is, het verstandig
zou ziju, niet overhaast te handelen
nauwkeurig de zaak na te gaan.
Dbr. De Feijter stelt voor om het
ontwerp artikelsgewijze te behandelen,
wat wordt, aangenomen.
De Voorz. laat den secretaris hierop
de verordening voorlezen.
Deze luidt aldus
VERORDENING op den keurings
dienst van vee en vleeseli in de
gemeenten Axel, Zaamslag, Bosch
kapelle, Overslag, Koewacht en
Zuiddorpe.
Artikel 1.
Deze verordening verstaat
onder „Slachtdieren", „Vleesch",
„Dooden in nood", en „Keuringsveearts",
wat daaronder wordt verstaan in en
krachtens de Vleeschkeuringswet, Staats
blad 1919, no. 524;
onder: „Keuringsdienst", den keu
ringsdienst van vee en vleescji
onder: „Vleeschkeuringswet", de
Vleeschkeuringswet, Staatsblad 1919,
no. 524.
Art, 2.
Het bureel van den keuringsdienst is
gevestigd ten huize van den keurings
veearts te Axel, Stationstraat G No. 24, j
Telefoon No. 1.
AH. 3.
De kennisgeving van het voornemen
een slachtdier te slachten of tè doen
slachten geschiedt overeenkomstig de
voorschriften van artikel 2 van het
Koninklijk besluit van 5 Juni 1920,
Staatsblad no. 285, ten bureele van den
keuringsdienst, tusschen de uren door
Burgemeester en Wethouders van Axel
vast te stellen.
De kennisgeving, dat een dier ge
storven of in nood gedood is, geschiedt
overeenkomstig de voorschriften van
artikel 3 van het Koninklijk besluit van
5 Juni 1920, (Staatsblad no. 285) ten
bureele van den keuringsdienst, tusschen
de uren door Burgemeester en Wet
houders van Axel vast te stellen, of
buiten deze" uren aan de woning van
den keuringsveearts.
Art. 4.
De keuring vóór het slachten ge
schiedt op de plaats, waar het vee
zich ter keuring bevindt, v'ermeld in de
kennisgeving, bedoeld in artikel 2 van
het Koninklijk besluit van 5 Juni 1920,
(Staatsblad No. 285.)
Art. 5.
De keuring na het slachten geschiedt
ter plaatse van slachting vermeld in de
kennisgeving, bedoeld in artikel 2 van
het Koninklijk besluit van 5 Juni 1920,
(Staatsblad no. 285). Van gestorven en
in nood gedoode dieren geschiedt de
keuring in een daartoe bestemd ge
bouwtje te Axel, voor de gemeenten
Axel, Zuiddorpe, Overslag en Koewacht,
en te Zaamslag voor de gemeenten
Zaamslag en Boschkapelle.
Art. 6.
Op Zondag, benevens de door Burge
meester en Wethouders van Axel aan
te wijzen dagen, wordt niet gekeurd-
Art. 7.
Het in artikel 8, eerste lid, dier wet
bedoeld onderzoek van vleesch, óf sedert
de keuring in de gemeente van uitvoer
veranderingen zijn opgetreden, waardoor^ jingsveear-ts en de eventueele hulpkeur
het voorwaardelijk goedgekeurd of af
gekeurd moet worden, heeft niet plaats.
Art. 8.
Ieder, die vleesch vervoert, in zijn
bezit of onder zijn beheer heeft, is ver
plicht dit op de eerste vordering van
de ambtenaren, genoemd in artikel 44
der Vleeschkeuringswet, te vertoonen,
en, zoo dit verlangd wordt, over te
brengen of te doen overbrengen naar
het lokaal voor noodslachtingen te Axel
of te Zaamslag.
Bij weigering zal de overbr.enging op
zijn kosten geschieden, onverminderd de
strafvervolging ter zake van de weigering.
Art. 9.
De eigenaar, houder of hoeder van
een gestorven of in nood gedood slacht
dier is verplicht van het sterven of
afmaken zoo spoedig mogelijk, althans
binnen 6 uren daarna, kennis te geven
en het dier, met inachtneming der be
palingen van de Veewet, uiterlijk binnen
twaalf uren na den dood te verboeren
of te doen vervoeren, langs den kortsten
weg naar het daartoe ingericht lokaal,
te Axel of te Zaamslag, om daar te
worden afgeslacht, tenzij de keurings
veearts, hoofd van dienst, hiervan schrif
telijke ontheffing verleent.
Door den keuringsveearts wordt op
verzoek van den eigenaar voor de hier
onder a en c vermelde gevallen ont
heffing verleend, terwijl genoemde func
tionaris voor de onder b en d genoemde
gevallen ontheffing kan verleenen
a. bedoeld in artikel 3 letters a en
c van de Vleeschkeuringswet
b. bedoeld in artikel 3 letter b van
de Vleeschkeuringswet, wanneer de keu
ringsveearts het slachtdier, ter plaatse
waar het zich bevindt, zonder nader
onderzoek (terstond) kan afkeuren
c. van gestorven dieren, wanneer de
keuringsveearts het slachtdier, ter plaatse
waaf het zich bevindt, zonder nader
onderzoek (terstond) kan afkeuren
d. van dood geboren en gestorven
dieren, genoemd in artikel 4, derde lid,
van de Vleeschkeuringswet.
Tot de kennisgeving, bedoeld in het
eerste lid van dit artikel, is ook verplicht
de eigenaar, houder of hoeder van dood
geboren of gestorven dieren, genoemd
in artikel 4, derde lid, van de Vleesch
keuringswet.
Art. 10.
Tot de aankomst aan de in het vorig
artikel bedoelde inrichtingen moet het
slachtdier ongedeeld worden gelaten en
mag daaraan geen enkele handeling zijn
verricht, uitgezonderd het openen van
buik- en borstholte en het uitnemen van
maag en darmen, welke organen echter
bij het slachtdier in ongeschonden toe
stand aanwezig moeten blijven.
Art. 11.
De keuring vóór het slachten heeft
zoo spoedig mogelijk, althans binnen
2 X 24 uren na de inlevering van de
kennisgeving)» bedoeld in artikel 2 van
het Koninklijk besluit van 5 Juni 1920,
(Staatsblad no 285), plaats, en de
keuring van het geslachte dier, met
inachtneming van de uren in artikel 6
vastgesteld, uiterlijk binnen 12 uren na
de slachting tenzij het daglicht of het
aangebrachte kunstlicht, naar het oordeel
van den keuringsveearts, onvoldoende
is voor de keuring, in welk geval ge
keurd moet worden zoo spoedig mogelijk
na het vervallen van dit bezwaar.
Art. 12.
Wanneer de keuringsveearts dit voor
een juiste Jceurrqg noodig acht, mag hij
zijn uitspraak-opschorten, maar niet lan
ger dan 48 uren na het eerste onderzoek.
Ark 13.
De te slachten dieren worden in geen
grooteren getale in de slachterij toege
laten, dan door den keuringsveearts zal
worden bepaald.
Art. A
'Met de keuring zijn belast de keu-
meesters bedoeld in artikel 25 van de
Vleeschkeuringswet, de laatsten
met
zake
inachtneming van hun te dezer
wettelijk verleende bevoegdheid.
Art. 15.
Met herkeuring wordt belast een
keuringsveearts, die aan de eerste
keuring niet mag hebben deelgenomen
of een Rijkskeurmeester in algemeenen
dienst te benoemen door Burgemeester
en Weihouders van Axel.
Diens uitspraak is beslissend.
Art. 16.
Bij de aanvraag om herkeuring wordt
door belanghebbende een door Burge
meester en Wethouders te bepalen som
gestort, welke na afloop van de her
keuring zoo spoedig mogelijk wordt
teruggegeven, tenzij de aanvrageB"™
de herkeuring in het ongelijk
gesteld, in welk geval het ge;u
bedrag wordt teruggegeven na V^D
van de aan de herkeuring voor dè,^
meente verbonden kosten. a
Hij, die de herkeuring heeft aar;e'
vraagd, wordt geacht in het ongelijï.e
zijn gesteld, indien de eerste uit/
wordt gehandhaafd, £7//*Q
Art. 17. V\er!
De afloop van de herkeur-V),. /7/,erT
den belanghebbende zoo spoedig".?^,
lijk schriftelijk door den Burgemeestei
of namens dezen door den keurings
veearts medegedeeld.
De gemeente is in geenerlei opzich
aansprakelijk voor nadeelige verande
ringen, welke bij het vleesch mochtei
intreden in den tijd, welke verloop
tusschen de aanvraag der herkeuring ei
de eindbeslissing.
Art. 18.
De herkeuring wordt schriftelijk aam
gevraagd* bij den Burgemeester of bi
den keuringsveearts.
Art. 19.
Hij, die slacht of doet slachten, er
hij, die vee of vleesch ter keuring
aanbiedt, is verplicht den met de keuring
belasten ambtenaren ten behoeve var
de keuring de noodige hulp te ver
leenen, zoo dit van hem verlangd word'
en toe te laten, dat dqor of vanweb.
deze ambtenaren ten behoeve ^van de
keuring vleesch, organen en deele-
worden ingesneden, uitgesneden, medi
genomen of aan andere handeling!*
onderworpen. W-
Art. 20. ^r'
Tenzij de ambtenaar met de keu rif
belast vóór of tijdens de slacht;
anders bepaalt, moeten maag en darm
van hun inhoud worden ontdaan.
dien het dier gestorven of in nc
gedood is, mogen maag en darmen r,
worden ingesneden of van hun inho
ontdaan, tenzij de in dit artikel bedoel
ambtenaar dit noodig oordeelt.
Art. 21.
Op verzoek van hem die het slacl
dier of het vleesch ter keuring aanbiet
geeft de keuringsveearts dezen e
schriftelijk bewijs van voorwaardelijk
goedkeuring of van afkeuring, waaf
vermeld wordt de datum en het Uj
der keuring.
I
Art. 22.
Ingeval van voorwaardelijke goedkf
ring of afkeuring wordt het vlee:^
slechts op de plaatsen, geno^nd in U1
50 van het Koninklijk besluit van5Jr
1920, (Staatsblad no, 285) voorzien vl.
de stempelmerken, in afwachting v_
het verstrijken van den termijn, binr
welken de herkeuring kan worden aa
gevraagd, tenzij de eigenaar van L
geslachte dier vóór dien tijd verkla.'
met den uitslag der eerste keuring g"
noegen te nemen.
In dat geval, of nadat de voorwa;E
delijke goedkeuring of afkeuring onht
roepelijk is, wordt het vleesch voorzi i
van stempelmerken op de plaats
bedoeld in artikel 27.
Art. 23.
Het merken geschiedt onmiddellfl
nadat de keuring en de herkeuring hej
plaats gehad.
Art 24.
Het is eeij ieder verboden, uitgezonder I
den met de keuring belasten ambtenae
de aangebrachte stempelmerken, bedof^,
in het Koninklijk besluit van 5 T)
1920, (Staatsblad no. 285) te vermii
of te verwijderen, onverminderd het^
paalde bij artikel 219 van het Wetlze|
van Strafrecht.
Art. 25.
Met inachtneming van het bepide
in artikel 50 van het Koninklijk beuit
van 5 Juni 1920 (Staatsblad no. 25),.
worden bij de slachtdieren op de daibï)
genoemde organen en lichaamsdeler
merken aangebracht, als volgt
Op iedere lichaamshelft
w
ie
Je
Ir
u
i
i
o{