37p Jaarg. 101. Zaterdag 25 Maart 1922. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Viaanderen. J. C. VINK - Axel. De eerste steen Dit blad verscnijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER i ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en "Vrijdagvoormiddag ELF ure. Bureau Markt C 4. Telefoon Ir. 56. - Poatbox 6. By dit blad behoort een byvoegsel. gelegd voor de electrisclie centrale in Zeeuwsch-Vlaanderen We vinden thans gelegenheid uit voeriger terug te komen op hetgeen we kortelijks vermeldden in ons vorig nummer. Door een verzuim, waaraan niet wij schuldig waren, konden we Dinsdag de redevoeringen, die aan ver schillende persorganen voorat waren toegezonden, niet vermelden. Wij voor ons zien hierin echter geen achterlijk heid. Integendeel, het komt ons vrij wat fatsoenlijker voor deze te melden, als ze uitgesproken zijn, dan zooals geschiedde op een plaats in Zeeuwsch- Viaanderen, waar de krant met rede voering en al wat men dacht" dat wel gebeuren zou, omdat het program ma zoo luidde, reeds bij de abonne's werd bezorgd, voordat nog de boot met zijn passagiers aan de r iaats van bestemming lag gemeerd. Men moet maar vlug zijn. Ook andere bladen hadden hun verslag reeds vooraf gezet staan. Het wordt dan blijkbaar niet nauw genomen met de risico, als het eens anders loopt. Intusschen moeten we herhalen, dat hetbouwen van een electrische centrale, die geheel Zeeuwsch-Viaanderen reeds in September van licht en kracht hoopt te voorzien, een feit van beteekenis is voor dat gewest en de Prov. Zeeuwsche Electr. Maatschappij, met name de Raad van Commissarissen, gegronde redenen hadden dit feit te vereeuwigen. Wie kon men beter uitkiezen voor de hoofdrol, dap den Commissaris der Koningin en het zal zeker ten zeerste door dlle Zeeuwen worden geprezen, dat de hoogste autoriteit onzer provin cie zich bereid verklaarde om den eersten steen te leggen aan het eerstp gebouw der centrale, dat volgens het plan van electrificeering van de geheele provincie, thans wordt opgetrokken. Die waardeering kwam dan ook vol komen tot uiting, door de aanwezigheid van bijna alle genoodigden en uit alle deelen der Provincie. Alzoo waren we mede de gast van de P. Z. E. M., vertegenwoordigd door den raad van commissarissen de heeren J. A. van Rompu, mr. P. Dieleman, mr. F. J. Sprenger, mr. A. A. de Veer, D. W. Lindenbergh en den secretaris den heer J. F. Magendans. Tal van uitnoodigingen waren ver zonden, behalve aan den Comtdissaris der Koningin, den heer jhr. mr. J. W. Quarles van Uffórd, aan alle leden der Provinciale Staten met den griffier, aan de gemeentebesturen van de 19 ge meenten in Oostelijk en de 16 ge meenten in Westelijk Zeeuwsch-Viaan deren, aan de burgemeesters van Vlis- singen, Goes, Middelburg en Zierikzeej daar deze gemeenten aandeelhoudsters van de P. Z. E. M. zijn, aan de hoofd ingenieurs van den Rijks- en den Prov. Waterstaat te Middelburg en aan de ingenieurs daarvan te Terneuzen, aan den ingenieur en domeinen te Middel burg. Ook waren aanwezig de direc teur, de ingenieur en de hoofdboek houder der P. Z. E. M,, de architect en de aannemer van het bouwwerk. Bericht van verhindering was o. a. ingekomen van den oud-president com missaris, den heer jhr. mr. E. A. O. de Casembroot, van den adviseur der P. Z. E M., prof. Feldman. van enkele Statenleden en van een 3-tal gemeente besturen. De heeren, die van boven de Schelde kwamen, verlieten te ruim negen uur met een extraboot van den Prov. Stoom bootdienst de haven van Vlissiugen en stoomden tot Terneuzen, waar nog ver schillende genoodigden uit Zeeuwsch- Viaanderen zich aan boord begaven. Na te zijn geschut voer de boot het kanaal op eD stevende naar de plaats, waar de Centrale zal verrijzen, namelijk onder de gemeente Westdorpe bij Drie kwart. Het was de „Luctor et Emergo" die het gezelschap ter plaatse voerde en of nu die boot de verkeerde beteeke nis van zyn naam getrouw wilde zijn, weten we niet, maar het scheen toch of men dacht kom i'c er vandaag niet, dan kom ik er morgen. Anderhalfuur werd gevaren van Vlissingen naar Neuzen (zonder stoppen), terwijl men na de brug te Sluiskil de richting van het Axelsche kanaal insloeg, in plaats van de richting Sas van Gent. Beter half gekeerd, dan ten heele gedwaald stoomde men maar achteruit en werd de goede weg genomen. Onderweg werd den passagiers een „verwarmende" verfrissching geboden en|dit kwam goed te pas, want de Noord- Oostenwind was koud en beschutting aan boord was er niet voldoende voor de talrijke passagiers. Door gezelligen kout wist men den tijd te korten en zoo zagen we weldra de vlaggen wapperen, die aan verschil lende masten en stellingpalen waren geheschen, ten teeken, dat er ter plaatse feeststemming heerschte. Nadat de boot gemeerd lag en allen zich aan de wal hadden begeven, trad de burgemeester van Westdorpe naar voren en wendde zich tot den Commis saris der Koningin met den volgenden welkomstgroet: „Exellentie, Heer Commissaris der KoniDgin, Heeren leden van Gedeputeerde en Provinciale Staten, Myne Heeren In de eerste plaats wensch ik Zijne Excellentie, den heer Commissaris der Koningin, de heeren leden van Gede puteerde en Provinciale Staten, alle overige heeren van het gezelschap een hartelijk welkom toe in deze gemeente. Dat Zijne Excellentie den heer Com missaris, deze feestelijke bijeenkomst met zijn hooge tegenwoordigheid hé; ft willen vereeren, stel ik ten noogste op prijsimmers, hierin zie ik wel het duidelijkst bewijs, dat Uwe Exelentie de electrificatie van Zeeuwsch-Vlaan- dereD een warm hart toedraagt, dat Uwe Excellentie deze streek zooveel in uw vermogen is zal willen steunen en bevorderen. Mijne Heeren, ik druk dan ook den wensch uit, dat èn indu strie èn landbouw van de electrische zullen profiteeren, dat alle ingezetenen van Zeeuwsch Vlaanderen van deze nuttige instelling zullen gebruik maken. Mijne Heeren. nogmaals roep ik U allen het hartelijk welkom in deze gemeente toe, en ik druk den wensch uit, dat de electrische centrale een zegen zij voor de gansche streek. Vervolgens ging men naar de plaats, waar een geïmproviseerd spreekge stoelte was aangebracht en waarop een dito bordes plaats namen de Com missaris en de heer Van Rompu en enkele andere heeren. De heer Van Rompu nam het woord en las het vol gende „Mijnheer de Commissaris der Koningin Mijne Heeren Het is den Raad van Commissarissen der Provinciale Zeeuwsche Electrici- teits-Maatschappij recht aangenaam en mij als zijn Voorzitter en woord voerder een byzonder genoegen U hier tegenwoordig te zien op een tijdstip, dat in de geschiedenis der werkzaam heden onzer maatschappij niet zonder beteekenis zal blijken te zjjn. Onze vennootschap immers is, na velerlei moeilijkheden doorworsteld te hebben, thans zoover gevorderd, dat zij het gebouw harer centrale kan gaan optrekken, d.w.z. het huis kan gereed maken, waarin de machtige machines den stroom zullen opwekken, die geheel Zeeuwsch-Viaanderen van licht en kracht zullen voorzien. Commissarissen hebben gemeend, dat dit tijdstip als aangewezen was, om de leden der Provinciale Staten, het col lege, dat ons financiëel tot dezen bouw in staat stelde, en de gemeentebesturen uit dit deel van Zeeland, die naar wij vertrouwen straks onze stroomafnemers zullen zijn en propagandisten voor ons bedrijf, bier bijeen te brengen in het hart van onze onderneming, ten einde hun een blik te gunnen op wat onze maatschappij deed en straks zijn zal. Daarbij behooren de hoofdambtenaren onzer maatschappij, met name de di recteur, uit den aard der zaak aan wezig te zijn, terwijl ook de bij onze werken en plannen betrokken hoofd ambtenaren van Rijk en Provincie, wier medewerking wij tot nu toe zoo ruim schoots mochten ondervinden en op wie wij waarschijnlijk nog meermalen een beroep zullen moeten doen, niet mogen ontbreken. Ten slotte moest, meenden wij, ook de Zeeuwsche pers vandaag naar Sas van Gent geroepen wordenwij zelf zouden ons werk in het algemeen en de gebeurtenissen vau heden in bet bijzonder als onbelangrijk bestempelen, indien wij haar niet in de gelegenheid stelden van onzen arbeid kennis te nemen en daarvan te vertellen in hare organen. Zjj zal, naar wij mogen aan nemen, ons hare onmisbare medewer king gelijk voorheen ook iu de toexomst met onthouden. Mijne heerenhet leggen van den eersten steen van een lang gewenscht gebouw, zij het den werkelijk eersten steen of den als symbool bedoelden eersten steen, is een feestelijke, een plechtige handeling, die de betrokkenen met vreugde vervult; ik twijfel niet of gij allen zult in de voldoening van commissarissen deelen, dat dit oogen- blik thans voor ons voor dit gebouw bereikt is. Een bijzondere glans wordt aan die handeling verleend waar zij door U, mijnheer de Commissaris der Koningin in Zeeland, zal worden volvoerd. Uw sympathie, Uw warme belangstelling voor onzen arbeid zijn ons bekend dat daarvan ook thans wederom blyk wordt gegeven stemt ons tot groote erkentelijkheid. Ik veroorloof mij U uit te noodigen, de plechtige eerste-steenlegging van het gebouw der Zeeuwsek-Vlaamsche elec trische centrale thans te willen ver richten." De Commissaris nam hierop den ge- reedstaanden troffel ter hand en begon in den mortel te scheppen, die ZExc. als een echte metselaar uitspreidde op de plaats waar de steen moest liggen. Deze hing aan een takel vlak boven de plaats en werd neergelaten op het door den Commissaris aangebrachte speciebed, terwijl ZExc. den steen met beide handen in goede richting hield. Op den steen, die uit hardsteen is gehouwen stond met zilveren lettefs De eerste steen van dit gebouw ia op 21 Maart 1922 gelegd door Jhr. Mr. Quarles vaD Uftord, Commissaris der Koningin in Zeeland." Vervolgens nam de Commissaris der Koningin het woord en sprak ongeveer als volgt In de eerste plaats myn harlelijken dank voor de uitnoodiging tot het leggen van den eersten steen van het bouw werk, hetwelk hier straks zal verrijzen. Spr. juicht toe, dat meu nevens de dagelijk8che besturen der gemeenten in dit deel der provincie ook alle leden van het Prov. bestuur tot deze plechtig heid heeft uitgenoodigd en hem als hunnen voorzitter verzocht hebben door eene handeling zijnerzijds daadwerke lijke medewerking te verleenen aan de oprichting van het bouwwerk, het welk licht en kracht aan een groot deel onzer provincie en hare ingezetenen zal brengen. Daarna wijst spr. op de geschiedenis der totstandkoming der P. Z. E. M., die reeds van 1914 dateert, toen aan Prof. Feldman te Deltt een rapport werd gevraagd, dat zoo insloeg, dat in 1917 werd besloten de electriciteits- voorziening onzer provincie ter hand te nemen, waarna in 1918 de P. Z. E. M. werd opgericht. Het komt spr. voor, dat men geen financieel voordeel op 't oog üeefc en men daarom ook vooral het platteland wilde aansluiten. De groote steden toch kunnen desnoods een eigencentrale stichten zonder hulp der proviucie. Daarna wees spr. op het feit dat de

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1922 | | pagina 1