Woensdag 22 Februari 1922
37e 4 aart.
-
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
FEUILLETON.
De geheimzinnige moord.
IflS-
la|pS
ill
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Is os. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telefoon Nr. 56. - Postbox 6.
aDVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrfldagvoormiddag ELF ure.
Overzicht.
Reeds enkele weken moesten we ons
buitenlandsch overzicht opschorten en
zoo is het dat we nog met slechts een
enkele regel melding maakten van het
overlijden van Christiaan de Wet. Deze
bekende Boerengeneraal is evenwel een
te groote figuur geweest, dan dat we niet
nog even in herinnering willpn brengen,
dien held uit den Engelsch-Trans-
vaalschen oorlog van 1899—1902,
die misschien voor ons, maar voor de
Transvalers toch niet onverwacht is
overleden.
Wy behoeven, na hetgeen naar aan
leiding van zijn dood is geschreven,
niet meer uitvoerig over de daden van
dezen man te spreken. Trouwens, als
er één man is onder het ons stamver
wante Transvaalsche volk, die hier
bekend en populair was, dan is het
De Wet. Velen hebben persoonlijke
herinneringen aan hem, hebben hem
gesproken of althans gezien tijdens het
bezoek, dat hij kort na den Zuid-Afri-
kaanschen oorlog aan ons land in ge
zelschap van De la Rey en Botha bracht
en allen weten wij te vertellen van
zijn avonturen in den strijd met de
Eogelschen, hoe hy de eeuwig onvind
bare was, die telkens weer den Britschen
generaal Buller wist te verschalken en
zich daarbij een militair genie toonde,
als er uit de laatste decennia weinig te
noemen zullen ziju. Zelfs in Engeland
bewonderde men hem om zijn buiten
gewone behendigheid en nu de jaren
Uit het Engelsch vertaald.
Dienzelfden Damiddag ging Rixton
weer naar Garry Street, niet om Conway
te spreken, doeh om Madraszo een be
zoek te brengen. Mrs. Phorney was als
gewoonlijk met stoffer en blik in de
weer en antwoordde op Rixton's vraag,
of Mr. Madraszo thuis was, met een
bedenkelijk hoofdschudden
»Ik geloof, dat bij thuis is, Mr. Rixton,
maar hoelang hy het nog op die kamers
uit zal houden, durf ik niet zeggen.
Die van beneden en van de eerste ver
dieping hebben de huur al opgezegd
ze droomen van niets anders dan van
moord en doodslag en allerlei bloede
righeden, zeggen ze. Als de anderen
volgen, weet ik niet, hoe ik het uit zal
houden. Ik wou, dat ze den schavuit,
die het gedaan heelt, maar pakten. Ik
zou hem wel aan den hoogsten boom
kunnen ophangen.*
»Ja, ja,« zei Rixton; »de politie zal
hem nog wel krijgen. Ge hebt uw
best gedaan, Mrs. Phorneyge hebt
immers alles verteld, wat ge wist?«
»Niet precies alles, Mr. Rixtob.c
»Hoe zoo
>0, mijnheertjelief, het ligt my hier
aan den oorlogshaat een einde hebben
gemaakt, nu wijden de Britsche bladen,
trots de mislukte poging van De Wet
in 1914, om zich tegen het Engelsch
gezag te verzetten, woorden van waar
deering aan hem.
Aan den voet van het gedenkteeken
van de vrouwen en kinderen, omgeko
men in de Eogelsche concentratiekam
pen, is het stoffelijk omhulsel aan de
aarde toevertrouwd en talrijke comman
danten uit den Boerenoorlog, alsmede
Reitz, de oud-president van den Oranje-
Vrijstaat, hebben de droefheid en
weemoed van het Afrikaansche volk
om het sterven van hun ouden voor
vechter vertolkt.
Tus8cheu Parijs en Londen is nog
steeds geen overeenstemming verkregen
op enkele belangrijke punten der Entente
politiek. Ook deze week is weer groo
tendeels achter de schermen gewerkt.
Het merkwaardigste is wel, dat de
Britsche premier in zijn rede, in het
pas geopende parlement zich zoo uiterst
vaag en gereserveerd over de betrek
kingen met Frankrijk heeft uitgelaten.
Onze politiek is er een van vriendschap
en samenwerking ons doel is hetzelfde,
al verschillen onze methoden soms"
dit is ongeveer de quintessence van
hetgeen Lloyd George zeide. In detail
treden deed hij niet en de quaestie van
het Nabije Oosten, die nauw verbonden
is met net Fransch-Engelsche verdrag,
liet hy zorgvuldig onaangeroerd.
We naderen steeds meer de conferen
tie van Genua en zoo goed als naar
Rome, leiden er ook vele wegen naar
Genua. Engeland wil den aoodgewonen
weg van afwachten tot het zoover is
en dan op stap naar de conferentiezaal
Frankrijk wil echter vooral een confe
rentie tusschen de twee groote Gealli
eerden, opdat deze een bloc zullen
kunnen formeeren. De bedoeling daar
van is duidelijk en wordt door Poincaré
trouwens niet onder stoelen en banken
geschoven Frankrijk wil waarborgen,
dat niet aan het verdrag van Versailles
zal worden geraakt. Dat gaat recht
streeks tegen Lloyd George's bedoelin
gen in bij wil juist alle economische
vraagstukken dat der schadeloos
stelling niet uitgesloten rechtstreeks
in breederen kring besproken hebben,
in aanwezigheid van Duitsche gadele-
geer&en en van de afgevaardigden van
de Sowjet regeering, die (dit tusschen
twee haakjes) reeds heelt verklaard
voor een wijziging van het verdrag van
Versailles te zullen pleiten.
Een tweede belangrijke vraag in
verband met de conferentie te Genua
is, ol de Ver. Staten er aan zullen
deelnemen of niet. De diverse officieus©
berichtgevers aan gene zijde van den
Atlantischen Oceaan hebben al ettelijke
malen hun knoopen geteld, zonder
evenwel tot een eenparige meening te
komen. Het schijnt nu echter waar
schijnlijk, dat de neen tellers gelyk
zullen krijgen. Wat niet wegneemt
dat de Ver. Staten niet zonder belang
stelling de ontwikkeling der gebeurte
nissen op de conferentie zullen gade
slaan. Jonathan heeft een aardig duitje
in Europa uitstaan en zou daar zoo
langzamerhand wel eens wat van willen
terugzien. Weliswaar is in Europa al
als een steen op het hart,* zuchtte Mrs.
Phorney, op haar borst kloppende.
»Maar ik zal 't u nu toch vertellen: Ik
heb dien avond tegen elf uur hooren
kloppeD, of de deur iogeslagen zou
worden.*
»Waarom zyt ge niet opgestaan om
te zien wat het was?*
»0, ik was zoo baDgantwoordde
Mrs. Phorney; »maar ik ben naar de
keuken gegaaD, waar ik door het
venster op de trap kon kyken. En
toen heb ik hem gezien.*
»Hem? Wien?« vroeg Rixton onge
duldig.
>Daar zit hem de knoop, Mr. Rixton.
't Kan een inbreker of een dief ziju ge
weest, ol een dronken vent, die zijn
deur niet kon vinden. Doch hij ram
melde en klopte wel tien minuten lang
en keek naar boven en beneden en
naar de vensters en liep toen in eens
hard weg.*
»Zag hij er als een heer uit
»Het was zoo donker, dat ik daar
niets van zien kon en ik beefde van
bangigheid, zoodat ik bly was, toen hij
wegging en ik mijn bed weer kon op
zoeken. Daar bleef ik wakker liggen,
tot ik de voetstappen hoorde, waarover
ik u gesproken heb, en viel eindelijk
in slaap, lk ben niet weer wakker ge
worden, vóór 's morgens de politie kwam.
O, 'tis verschrikkelijk, Mr. Rixton!
Niets dan bloed en doodslag. Ik be
sterf het nog
»Wel, Mrs. Phorney,* sprak Rixton
na eenig nadenken >daar het nu al
lang geleden is, moet gij er maar met
niemand over. spreken. Hoe minder ge
zegt, hoe minder ge hebt te verant
woorden.*
»Mrs. Phorney knikte neerslachtig met
het hoofd, en met een korten groet ging
Rixton de trap op. Op de tweede ver
dieping bleef hij staan en schelde by
Conway aan, daar hij Doolan nog even
wenschte te spreken over den wandelstok
van Mr. Bennett. De bediende liet den
bezoeker in de studeerkamer en wilde
zich verwijderen, toen de detective hem
tërugriep.
»Ga niet heen, Doolan Ik wilde u
iets vragen.*
»Mij, mijnheer?*
»Ja. Weet ge ook nog, of ge hier
Diet eens eeD bijzondere soort van wan
delstok heb gezien
»Neen, mijnheer; voor zoover ik my
herinner, niet.*
>Denk er eens goed over na, Doolan 1
Een stok van wit bamboes geheel bedekt
met allerlei grillig snijwerk, krullen en
beestenkoppeu en dergelyke, terwijl de
figuren blauw, rood, groen en geel
gekleurd waren. De knop was een
negerhoofd uit ebbenhout gesneden.*
»Neen, mynheer,* herhaalde Doolan,
Da eenig nadenken. >Ik heb hem niet
gezien. Was het er een van Mr. Con-
een paar maal een balletje opgegooid
om dat bagatel maar te schrappen en
zijn ook in Amerika zelf eenige men-
schen er over gaan denken, dat dit
maar het beste zou ziju maar voor
'toogenblik vindt Jonathan het een
toch wel wat erg royaal gebaar. Neen,
daarmee nog maar een oogenblikje
wachteneerst eens aankijken, hoe de
debiteuren iD Europa onderliDg hun
zaken regelen.
Duitschland heeft stormachtige tijden
achter den rug. Gelukkig echter is de
spoorwegstaking bijgelegd, of juister
gezegdis door de stakers verloren.
Want anders dan van een verloren
staking kan men toch moeilijk spreken.
De krachtige houding door de regeering
aangenomen en vooral het feit, dat
een groot deel der arbeidersmassa den
stakers allen steun en sympathie ont
hield, heeft de staking spoedig den kop
ingedrukt. En met de staking van het
Berlijnsche gemeentepersoneel is het al
net zoo gegaan. Een referendum onder
de stakers gehouden, leverde een
meerderheid voor voortzetting der
staking op, maar de verklaring van da
ryksregeering tegenover het stakings
comité, dat als de staking niet binnen
een tijdsverloop van een paar uur zou
zyn geëindigd, de regeering de geheele
technische noodhulp, die door het eindi
gen van de spoorwegstaking vry was
gekomen, ter beschikking van de stad
Berlya zou stellen, deed het stakings-
bestuur niettemin besluiten het stakings-
parool in te trekken.
De regeering legt bij de straftoepas
sing een groote mildheid aan den dag
way, mijnheer
»Neen, van den overleden Mr. Bennett.*
»Van deD heer, die hier vermoord is
Neen, ik weet er niets vaD.«
»Zijt gij er zeker vau, dat hij niet op
den vloer lag, toen ge hier binnen werd
geroepen
»VolkomeD, mijnbeer. Zoo'n vreemd
soortigen stok zou ik zeker opgemerkt
hebben.*
»H'm zei Rixton, dat is onbegrijpe
lijk. Hy had hem by ziek, toen hij aan
het eind van Garry Street het rytuig
verliethij moet hem dus hier heen mee
genomen hebben. Waar drommel kan
hij gebleven zyn?«
Doolan stelde voor, er samen naar te
zoeken.
ilndien ge hem nergens in de kamer
gezien hebt, zal hij er ook wel niet te
vinden zijn,* sprak Rixton met eenig
ongeduld. »Maar nu wat anders Waar
om hebt ge me niet gezegd, dat Miss
Darrell dien avond hier geweest is
Dat mocht ik niet, mijnheer,* ant
woordde Doolan, zonder van zijn stuk
te geraken.
»Zoo Om dien halren souvereign,
denk ik? Wel, ge kunt nu vrijuit
spreken, want Miss Darrell heeft mij
verteld, dat zy hier is geweest en eeu
briefje voor Mr. Conway heeft achter-
»Dat is waar, mynheer. Ik heb haar
een weinig over negen ingelaten. Ze is