r'l
H
afefeele j[
Gemengd Nieuws.
Zi
een
tea
pers
dat,
het
den
I Zü
een
I geval'
I- onge
zij
tear
nade
I men
I licha
1 hevi|j'
I bet
revo!
aoliti
lada
aanv
t weliil;
te (j
t >ij bi
r^ebrajji
Ikaur
L Weel.
e
moorc
den
dat d
eeu a
hebbel
Ier»,
dienst
definifHj
Pap
geven
I Op
[stond
erder
t li::'
nste:
It 8l j
rhe
■toon
n, aa|
£)ve(j
tbejai
ia
^1,
8
i
C
1|
t
'u
soek
tiek verkeer met het Rijk der Serven,
Kroaten en Slaven wordt ook door den
Minister van belang geacht en gaarne
door hem tegemoet gezien. Zonder in
bijzonderheden te treden meent de
Minister zich te mogen bepalen tot de
verzekering, dat zijn aandacht geves
tigd is op den weg, die daartoe zal
kunnen leiden. Naar aanleiding van
het verzoek van sommige leden om
volledig te mogen worden ingelicht
omtrent den stand van het vraagstuk
nopens onze verhouding, sinds de me-
dedeelingen door den Minister over
Rusland gedaan in de vergadering der
Tweede Kamer van 20 Oct. 1921 zegt
de Minister dat geen wyzigingen zijn
ingetreden, die de Regeering tot ver
andering van het ingenomen stand
punt hebben gebracht.
Ook ten aanzien van de vraag der
hulpverleening aan Rusland refereert
de Minister zich aan het boven be
doelde.
Het woningtekort.
Bij Kaninklijk Besluit van 31 Jan. is
bepaald dat het in alle gemeenten
verboden is, zonder toestemming van
burgemeester en wethouders een woning
geheel ot teD deele te onttrekken of
onttrokken te houden aan de bestem
ming, die zij 1 Juli 1920 of daarna,
had, of zonder dezelfde toestemming
een woning af te breken of te gebruiken
voor een ander doel.
AXEL, 7 Februari 1922.
Wij maken onze lezers opmerkzaam
dat in dit nummer voorkomt de gewij
zigde dienstregeling, zooals die voor
wat de Belgische lijnen aangaat, op 1
Februari is ingetreden. Ook de cor
respondentie op de Hollandsche lijnen
is nader aangevuld.
Waar we meermalen hebben onder
vonden, dat deze tot gerief van velen
onzer lezers is, raden we aan om de
tot heden bewaarde dienstregelingen
van ons blad t« vervangen door de
thans verschenene.
Natuuilyk is niet alle correspondentie
weer te geven, zoodat nog altyd de
aanschaffing van een reisgids gewenscht
blijft voor degenen, die over de grenzen
onzer provincie trekken.
Tot directeur van het muziekge
zelschap te Stoppeldyk is benoemd de
heer C. v. Delft uit Hulst.
bedrogen werd. Zijn kenois van haar
karakter echter deed hem dubbel op zijn
hoede zijn
»Het spijt mij, dat ik een herinnering
bij u heb opgewekt, welke u leed moet
veroorzaken,* zeide hij met iets ais spot
in den toon zijner stern. »Weetgeook,
of uw zuster Mr. Horace Beonett in
Lima gekend heeft?*
»Mi8schien welmaar ze heeft zijn
naam over hem gesproken
»Ge hebt waarschijnlijk nooit zijn
naam gehoord, vóórdat deze moord ge
pleegd is
»0, ja dat wel. Mr. Conway heeft
een paar keer over zijn neef met mij
gesproken en mij verteld, dat hij te
Cuzco gestorven was. Later kwam hij
weer voor den dag, doch nu zal hij wel
zeker dood zijn, geloof ik.*
»Zonder twijfeldood en begraven.
Ik zou wel eens willen weten, wie hem
vermoord heeft.*
»Goede hemel 1 Dat moet ge mij niet
vragen,* zei Mrs. Brynmaur, terwijl ze
met eenige haast opstond. >Ge zijt van
morgen niet erg gezellig, Mr. Rixton.
Ik heb er een hekel aan, om over
moorden en begrafenissen en al die
akelige dingen te praten.*
Met een knorrig gezicht ging Mrs.
Brynmaur naar den kant van het vertrek,
waar de beide gelieven zaten, en Rixton
bleef achter, terwijl toorn en bewondering
elkander in zyn binnenste verdrongen
Te Leiden staken eenige kinderen
een hoop papier, liggende by eenige
in aanbouw zijnde huizen in brand.
Een zes-jarig meisje geraakte daarbij
zelf in brand. Hoewel door iemand
de brandende kleertjes werden gedoofd
door het kind in een mantel te wikke
len had de kleine zulke ernstige brand
wonden gekregen dat men voor haar
leven vreest.
't Kind werd in het Academisch Zie
kenhuis opgenomen.
Te Leeuwarden zakten twee jon
gens van vier jaar door het ijs van
de Stadsgracht bij de Oldehove, waarop
zij zich gewaagd hadden. Een 9-jarige
wilde hen redden, doch zakte er even
eens door. De 14 jarige Bouke Scheer
dit ziende, waagde zyn leven om de
knapen te redden, doch schoot onder
't ijs en werd na 20 min. dood opge
haald. De drie kleine drenkelingen
werden gered.
Het l1/,- jarig zoontje van den koop
man J. Doorten te Dingelocf dronk uit'
een ketel kokend water en kreeg
zulke inwendige brapdwonden, dat het
aan de gevolgen overleden is.
Een 4 jarig meisje van zekeren
B. te Zevenhuizen (Leek) is in aanra
king gekomen met een brandend pe
troleumstel en spoedig overleden.
Te Zevenaar, zoo deelt 't Hbl,
mede, trad een vrij bejaarde weduwe
in den echt met een betrekkelijk jong
echtgenoot. Typisch genoeg huwde
echter terzelfder tijd een zoon dezer
weduwe met een zuster van den twee
den man zijner moeder, (zijn stiefva
ders zuster dus). Het gevolg van dit
huwelijk is, dat de jonge vrouw haar
eigen broeder met „vader" moet aan
spreken, terwijl deze laatste ripor zijn
huwelijk voorts „zwager" is geworden
van zijn aangetrouwden schoonzoon.
Deze familie complicatie komt nog $ter
ker uit als men weet dat tusschen de
hertrouwde weduwe en haar eigen zoon
zwagerschap is ontstaan, terwijl dus de
jonge vrouw haar schoonzuster tevens
met „moeder" moet aanspreken.
Het valsclie moordbericht.
Tegen den verspreider van de valsche
aanklacht, tegen iemand te Broek (Fr.)
inzake een moord aldaar veertig jaar
geleden gepleegd, is door de politie
procesverbaal opgemaakt.
toom, omdat hij Diets uit haar gedrag
kon opmaken, cd bewondering voor de
handige manier, waarop zij hem ontsDapt
was. Hij zou haar gaarne in haar
laatsten schuilhoek drijven, door haar te
laten blijkeD, dat hij van hare bedoeling
op de hoogte was maar de tijd was oog
niet rijp, om zonder omwegen voor den
dag te komen. Rixton hielde zich dus
in en speelde middelerwijl met haar als
de kat met de muis. Maar dit muisje
merkte niets van het gevaar, waarin het
verkeerde en dartelde en trippelde maar
voort, schijnbaar in de grootste zekerheid.
Rixton zou haast medelijden hebben
kuuDen krijgen met het kleine, beweeg
lijke schepseltje; doch haar kwalijk
verborgen wrok tegen Lena maakte hem
hardvochtig.
>Nu moet ik heusch weg,* riep Mrs.
Brynmaur uit, hare vriendin een kus
gevende. »Ik verwacht eenige gasten
op de lunch, Wanneer komt gij mij
eens opzoeken, lieve, en gij, Mr. Conway
en gy, Mr. Rixton
Alle drie beloofden spoedig te zullen
komeD en na den heeren den hand te
hebben geschud, trippelde Mrs. Brynmaur
naar de deur. Op den drempel kwam
Mr. Darrell haar tegeD, die haar terug
in de kamer geleidde.
»NeeD zei de philantroop, haar een
paar tikjes op haar mollige handje ge
vende. »Ik kan mijn beste vriendin
niet toestaan weg te gaan, nu ik bin-
Een brutale diefstal heeft Dins
dagnacht plaats gehad in de R.K. pas
torie te Nes, onder Nieuwer-Amstel,
meldt de N. R. Crt.
Een aantal zilveren voorwerpen als
eetlepels, vorken, dessertmessen, ser
vetringen, lepeltjes, een nikkelen kof-
fleservies, zilveren vingerdoekringen,
enz. zyn ontvreemd.
Voor het transport er van is hoogst
waarschijnlijk gebruik gemaakt van
een goDjezaa. Vermoed wordt, dat de
dief zicb heeft laten insluiten. Vinger
afdrukken ontbreken. De brandkast is
onaangeroerd gelaten.
Wie Rijksklerk, Kommies, Politie
agent, Bewaarder, Hulpkeurmeester wil
worden moet zich opgeven by P. BOER,
Nieaw Amsterdam. (5)
Een forens, die enkele dagen in
Amsterdam logeerde, werd Maandag
avond nadat hij juist het urinoir op
den Singel bij de Munt aangesproken
door een tweetal jongemannen, waar
van de een beweerde dat de aange
sprokene hem niet nader te noemen
voorstellen had gedaan. Het tweetal
dreigde de politie te waarschuwen,
wanneer hun niet aanstonds een be
paalde som werd overhandig, waarmee
hun stilzwygen kon worden gekocht.
Het slachtoffer weigerde natuurlijk
en begaf zich naar zijn hotel, waarheen
hij echter door de jeugdige chantage-
plegers gevolgd werd.
Bij het hotel gekomen werd het
tweetal brutaal-opdringerig.
De aangesprokene die zich inmiddels
had beraden, verzocht nu een der
jongelui, om hem naar zijn kamer te
volgen, waar de geldzaak zou worden
geregeld.
Eenige oogenblikken later zat dit
jongmensch alleen op de kamer opge
sloten. Het hotelpersoneel werd ge
waarschuwd, om ook den tweede te
knippen. Deze kwam na een kwar
tier bij den portier vragen, waar zijn
makker bleef. De jongeman voldeed
aan het verzoek om mee naar boven
te gaan en zag zich daarop in de lift
opgesloten.
Nu werd de politie van het bureau
Leidscheplein gewaarschuwd, die het
tweetal naar het bureau overiracht.
Bij iormulfcering werd eeu vrij groot
bedrag aan geld en een aantal gouden
sieraden op hen bevonden/ wellicht
ook van chantage afkomstig.
nenkom. Ik sta er op, dat ge my de
eer aandoet bij ons te blijven eten.*
»Ge zijt al te vriendelijk,* antwoord
de Mrs. Brynmaur; >maar ik krijg zelf
gasten, en dus kan ik niet blijven.
NeeD, geen woord meer, ik laat my
niet overhalen.*
Ze boog met een gemaakt lachje en
ging de kamer uit, gevolgd door Darrell,
die haar met alle geweld naar haar
rijtuig wilde brengen. De menschen-
vriend was zoo buitengewoon galant en
bezorgd, dat Rixton niet kon nalaten
zachtjes te fluisteren.
»Ho, hol* dacht hij. »Waaitdewind
uit dien hoek Darrell wil met Mrs.
Brynmaur trouwen om haar geldzij
wil Conway huwen om zijn uiterlijken
deze heeft Lena gekozeü uit liefde. Een
aardige samenloop van omstandigheden.
En dan nog dat zilverstukje.*
Hij naderde Lena met een glimlach
op de lippen.
»Miss Darrell,* vroeg hij, „hebt ge
dien avond ook iets iD de studeerkamer
verloren
„Niets, Mr. Rixton."
„Zelfs geen halven shilling
„Wat een idee!" zeide ze lachend.
„Ik had zelfs geen portemonnaie bij mij.
Waarom vraagt ge dat?"
„Och, zoo maar," antwoordde hy in
gedachten, waarna hij zich tot Darrell
wendde, die juist weer binnenkwam.
Rixton wist. om welke reden de onde
Een schrikwekkende aanrander.
Vrijdagmiddag, toen tal van personen
bij de tramhalten op den vluchtheuvel
van het Muntplein te Amsterdam op ver
schillende trams stonden te wachten,
sprak, zoo vertelt de Tijd, een jonge man
als heer gekleed een tweetal jonge
dames aan.
De meisjes waren hiervan blijkbaar
niet gediend, en toen de jonge man, die
een mal figuur sloeg, tot haar bleef
praten, draaide het meisje, tot wie hij
sprak, zich een weinig van hem af.
Plotseling greep hij baar vast, om
helsde haar, zoodat het meisje gillend
achterover op den grond viel.
De aanrander bleek haar tot bloedens
toe in den neus te hebben gebeten. Hij
liep weg, maar werd enkele meters ver
der gegrepen door omstanders, die den
verkeersagent vroegen den jongen man
te arresteeren. Toen de agent hem enkele
vragen stelde, stamelde hij doodsbleek
wordend en als op het punt in zwijm te
vallen „ja, neem me maar mee, neem
me maar mee, ik heb het gedaan."
Ondersteund door den agent en bur
gers werd de aanrander naar het po
litiebureau Singel gebracht. De jonge da
me was inmiddels het relletje ontvlucht,
bleek echter ook buiten zichzelf, zoodat
een inmiddels aangekomen andere agent
haar met haar gezellin naar hetzelfde
politiebureau moest geleiden.
Een twintigjarig persoon te Coe-
vorden kreeg plotseling zulke oorpijn,
dat hij zich terstond onaer geneeskun
dige behandeling moest stellen. De
dokter, die terstond overging tot het
inspuiten van zyn oor, ontdekte in het
oor een stukje griffel, hetwelk hij daar
uit verwijderde. Precies tiei jaar ge
leden was dit stukje griffel door eon
schoolkameraadje in het oor gestopt.
Folitie troepen. Volgens de
Grondwet (Roozendaal) wordt de 8e
compagnie politietroepen, bestemd voor
Zeeland opgeheven, en zal de 3e com
pagnie waarvan een detachement in
Roozendaal is gestationneerd, tot geringe
sterkte worden teruggebracht.
Te Amsterdam kwam door slippen
een auto tegen een boombeschermer
terecht, waardoor de achterlantaarn
(petroleumbrauder) eD het beczisereser-
voir in brand geraakten. De brandweer
bluschte met een slang op de Vecht-
leiding en met zand. Het voertuig is
bijna geheel verbrand. Persoonlijke
ongelukken kwamen niet voor.
heer zoo'n bijzondere waarde hechtte
aan het zilveren muntstukje, hetwelk hij
in zijn bezit had eD trachtte het ge
sprek zóó te leideo, dat hij er over
sprgken moest. De philantroop weidde
lang en breed uit over zijn bemoeiingen
op het gebied van armenverzorging en
de wijze, waarop het publiek er over
oordeelde» Doch Rixton verbeeldde zich
dat bij afgetrokken eD volstrekt Diet op
zijn gemak was.
„Ik heb nooit veel aan die dingen
gedaan," sprak hij. „Ik heb altijd
ondervonden, dat het volk dom, ondank
baar eD oneerlijk is."
„Met uw verlof, neen zei de ander
ietwat uit de hoogte. „Onwetend, ja;
maar niet ondankbaar niet oneerlijk.
Ik heb bewijzen voor het tegendeel."
„O, jazei Rixton, zich houdend,
alsof hij du eerst op de gedachte kwam.
„Ik vergat de geschiedenis van dien
halven shilling."
„Wat bedoelt gij, Mr. Rixton?"
„Wel het zilverstukje dat gij den
laarzeDpoetser geleend hadt, en waarvoor
hij zoolang spaarde om het u terug te
geven. Ge hebt het bewaard, meen ik,
als een aandenken aan de eerlijkheid
van den man
Wordt vervolgd.)