\o. 83
Zaterdag 21 Januari 1922
37e Jaar».
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
J. C. VINK - Axel.
Raadsverslag.
FEUILLETON.
De geheimzinnige moord.
AXELSCHE
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telefoon Mr. 56. - Pestkox 6.
aDVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voer
eiken regal meer 12 Cent. Groote letters wordeH naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrfldagvoormiddag ELF ure.
Vergadering van 17 Januari 1922.
Aanwezig waren de heeren F. Blok,
Burgemeester, Voorzitter, J. M. Oggel,
C. Th. van de Bilt, Wethouders, A. E.
C. Kruysso, J. Weyns, J. Dekker, J. M.
Baert, F. DielemaB, J. de Feijter, M.
W. Koster, Raadsleden en J. A. van
Vessem, Gemeente-Secretaris.
Afwezig waren de heeren Ph. J. van
Dixhoorn, wegens ambtsbezigheden, en
J. de Kraker, wegens ziekte.
Do Voorz. spreekt do gebedsformule
uit en opent de vergadering mot de
volgende toespraak
Mijne Heeren. Het zij mij vergund
by de eerste vergadering in het jaar
1922, die tevens de le vergadering is,
die ik als voorzitter alhier presideer,
U en uwe gezinnen mijne gelukwen
schen aan te bieden. Ik hoop, dat wij
met frisscheu moed en met vereende
krachten dit jaar 1922 werkzaam zullen
zyn, de belangen van Axel en die
harer inwoners op een waardige wijze
zullen behartigen en dat by de behan
deling van de verschillende onderwer
pen in de vergaderingen steeds onder
ling een aangename verkeuding moge
bestaan.
Mega God ons daartoe de krachten
geven.
Dhr. Baert nam hierop het woord en
dankte als oudste lid voor de door
den Voorz. uitgesproken woorden. Oek
bij wenschte dezen wederkeerig geluk
en hoopte, dat hij werkzaam zou zijn
tot heil en zegen van de gemeente,
Uit het EDgeHch vertaald.
Dat stuk werd naar Eogeland over
gebracht door een zekeren Patrick
Doolau, den bediende van den afgestor
vene, en daardoor kwam de nalatenschap
van Mr. Bennett, (bestaande uit
uitgestrekte goederen in Devonshire en
eeue rente van vijf duizend per jaar,)
iu bezit van Mr. Conway, zyn neef.
Het bleek later, dat Mr. Bennett na
Doolan's vertrek, uit zijn toestand van
gevoelloosheid bijkwam en naderhand
verder het binneland van Peru ÏDging,
waar hij door een Indianenstam gevan
gen werd genomen. Vier jaar lang
bleef hy in de macht van die lieden en
ontsnapte ongeveer twee maanden
geleden, waarna hy zich onmiddellijk
naar Edgeland begaf om zyne identiteit
te bewijzen en zyne aanspraken op zyn
1 goederen te doen gelden. Het 1i hoogst
treurig, wanneer wij bedenken, dat de
overledene aan zooveel gevaren was
ontkomen alleen om zijn dood te
vinden, door de handen van een onbe
kenden moordenaar.
«Woensdag maakte Mr. Bennett zijn
neef bekend met zyn terugkeer in
Engeland en bad eene byeenkomst met
dat zyn bestuur zou ten goede komen
aan den welstand van de gemeente in
het algemeen en in bet stoffelijk be-
laDg van elkeen in het byzonder. Dan
zal bet vanzelt aan samenwerking niet
ontbreken en hopen we allen tet heil
van de bevolking werkzaam te zullen
zij n.
Do Voorz dankte voor het gesprokene
en stelde aan de orde de agenda.
Behoudens een paar opmerkingen
van dhr. Oggel, werden de notulen
vastgesteld, ender goedkeuring van de
leden, dat de door dhr. Oggel voorge
stelde wijzigingen zullen worden aan
gebracht.
Hierna deed de Voorz. mededeeling
van de ingekomen stukken, die zoeals
spr. zeide ter inzage hebben gelegen
en als aan de leden bekend kunnen
geacht wordei zoodat voorlezing over
bodig werdt geacht. Het waren
a. Verslag van den Correspondent
der Arbeidsbemiddeling betreffende
zijne werkzaamheden.
b. Bericht van den heer C. Th. van
de Bilt, dat hij de benoeming tot lid
van het Burgerlijk armbestuur alhier,
aanneemt.
e. Bericht van den heer A. Coumou,
dat hij de benoeming tot lid der Com
missie van toezicht op het lager onder
wijs alhier aanneemt.
d. Bericht van de heeren A. E. C.
Kruysse P. P. M. de KortP. Le Feber
A. van 't HoffP. Verijzer en Abr.
Esselbrugge, dat zij hunne benoeming
tot lid van de commissie tot wering
van schoolverzuim aannemen.
o. Bericht van Ged. Staten van Zee-
hem, volgens Mr. Conway's verklaring,
in de Athenian Club, St. James's Spare,
tegen half acht des avonds. Na eene
korte bespreking keerde hy naar zijn
hotel in Beatrice S-ercet terug, terwijl
hy zyn neef beloofde, den volgenden
dag nogmaals op dezelfde plaats een
onderhoud met hem te hebben. Naar
de beschrijving, welke Mr. Conway van
hem gegeveu heeft, waren zyne gelaats
trekken door de zon gebruind eD
droeg hy eeD zwaren, zwarten baard,
want het schynt, dat hij zich den tyd
niet gegund had zich op te knapen,
zoo'n haast had hij gemaakt, zijn neet
op te zoeken. In zijn hotel gekomen,
schoor Mr. Bennett zyn baard at en
kleedde zich in avoDdkostuum.. Om
tien uur ging hij uit, waarschijnlijk
met het doel den avond op de eene of
andere plaats van publieke vermakelijk
heden door te breDgen. Het moet hier
opgemerkt worden, dat de kellner uit
het hotel onder den indruk verkeerde,
dat Mr Bennett in gezelschap van eeD
vreemde was uitgegaan doch het lijdt
geen twijfel of zijne vergissing moet
toegeschreven worden aan de groote
verandering in Mr. Bennett's voorko
men, ten gevolge van het wegscheren
van zijn baard.
Van het oogenblik af, dat hij het
hotel van Slowman verliet, te tien uur
ongeveer, weet men niet, waar hy
geweest is. Wel wordt er beweerd,
land, dat zij de beslissing omtrent de
gemeentebegrooting, dienst 1922 hebben
verdaagd.
Terugzending van Ged. Staten
het goedgekeurde raadsbesluit inzake
grondruiling met den heer Ph. J. van
Dixhoern.
g. Terugzending van Ged. Staten de
goedgekeurde begrootingswijziging,
dienst 1921.
h. Rapport v. d. Dir. der Gasfabriek,
inzake gasverbruik straatverlichting.
t. Bericht van dhr. Ph. J. van Dix
hoorn, dat hij de vergadering niet kan
hijwonen.
Z. h. s. werd besloten deze stukken
voer kennisgeving aan te nemen.
j. Verzoek van den Inspecteur der
Rijks directe belastingen, invoerrechten
en accynxen, om een lokaal beschik
baar te stellen, ton einde aldaar inwo
woners te doen beoren, die voor de
Ryksinkomstenhelastiiag zijn opge
roepen.
Door B. en W. was voorgesteld de
raadzaal hiervoor beschikbaar te stel
len en wel ep den Maandag van elke
week.
Dhr. Dieleman vroeg ei die dag wel
een geschikte dag zou zijn voor den
Inspecteur. Maandag is de marktdag
voor Hulst eu mogelijk komen er dan
voel menschen, die den Inspecteur wen-
schen ta spreken.
De Voorz. antwoordde, dat B. en W.
dat ook hebben besproken. Het zal echter
hoogstens een paar maal in het jaar
zijn, dat de Inspecteur komst gewenscht
acht. Ia een dag kan men nog al wat
menschen ontvangen. Bovendien zyn
dat de politie op de hoogte is van 't
geen hy in dien tyd heelt uitgevoerd;
doch wij voor ons meenen, dat ze
in zoo'n geval een dergelijke belangrijke
getuigenis niet onder zicb zou hebbeD
gehouden. De overleden Mr. Bennett
verdween om tien uur uit Beatrice
Street, om tegen middernacht in Garry
Street weer te voorschijn te komen.
Toen was hy dood en reeds koud en
zat voor Mr. Conway's lessenaar in
diens studeervertrek.
»Mr. Conway zelf vond hem daar
na zijne terugkomst van Curtain Theatre.
Het vreemdste van de geheele zaak is
misschien wel de omstandigheid, dat
deze heer, misleid door de verandering
in het uiterlyk voorkomen van zyn
neef, hem niet herkende. Er is even
wel Daar ons oordeel wel een weinig
te veel gewag gemaakt van deze zeer
natuurlijke vergissing. Mr. Conway
verzekert, dat hij zijn Diced ver want
slechts tweemaal heeft ontmoet, eeDS
vóór diens vertrek naar Peru eD later
bij het bezoek aan de «Athenia Clubc.
Het is derhalve niet te verwonderen,
dat hij in den zwaargebaarden man,
dien hij ontmoet had, en den vreemdeling,
die dood op zijne kamers werd gevonden,
twee verschillende personen meende te
zien. Daarby moet men in aanmerking
nemen, dat de dood het menscheiyk
gelaat verandert; de uitdrukking
verdwijnt, het licht dar oogen is
de andere dagen ook niet best geschikt.
Dinsdag is het raadzitting, Woensdag
markt in Neuzen, Donderdag trouwen
enz., zeodat Maandag de meest geschikte
dag werd geacht.
Dhr. Dieleman wilde maar zeggen,
dat we in elk geval rekening dienen
te houden net den Inspecteur.
De Veorz Juist, mijnheer Dieleman,
op d&t standpunt staan óok B. en W.
Dhr. Kruysse heeft bemerkt, dat het
schryven over die zaak gericht is aan
den Directeur der Directe Belastingen
te Breda 'terwijl toch het besluit van
den Raad luidde, om aan den Inspec
teur te schrijven te Hulst en niet aan
hoegere autoriteiten. Hy voad het wel
van belang, dat er hier eens op ge
wezen werd, dat het niet de bedoeling
van den Raad is geweest om den In
specteur veorbij te gaan.
Aan den heer L. J. den Hollander
werd m. a. s. eervol ontslag verleend
als lid der commissie, bedoeld in art.
57 der Wet op de Inkomstenbelasting,
terwijl in diens plaats na herstemming
werd gekozen de heer J. M. Oggel met
6 stemmen. De heer Van de Bilt had
2 stemmen en 1 stem was blanco.
Bij eerste stemming waren uitge
bracht 4 st. ep dhr. Oggel, 3 op dhr.
Van de Bilt, 1 op dhr. Kruysse en 1
blanco.
Hierna volgde een punt, dat eigen
lijk neg niet op de agenda thuis be
hoorde. Het betrof de benoeming van
een tweeden geneesheer vaor de
armenpraktijk. De termijn van solli
citatie eindigt eerst op 31 Januari,
zoodat dit puut later aau de orde komt.
verduisterd er blyfe niets over dan een
masker, zonder leven, waar zich geen
ziel in weerspiegelt. We herhalen
dus het is geenszins te verwonderen,
dat Mr. Conway zijn bloedverwant niet
heeft herkend en den doode aan zijn
lessenaar voor een vreemdeling gehouden
heeft.
»We hebben in der tyd als ods
gevoelen te kennen gegeven, dat de
politie niet gerechtigd was Mr. Conway
aan te houden. De verdenking, dat hij
schuldig zou wezen, was enkel op
toevallige omstandigheden gegrond.
Een doode, een gesloteD deur en
Doolan's verklaring, dat hij zyD meester
in groote ontsteltenis bij het lijk zag
staan, ziedaar de eenige aanleiding,
waarom men Mr. Conway eene schan
delijke gevangenschap deed ondergaan.
Het wapen, waarmee de misdaad werd
gepleegd, is niet in zijn bezit, of op
zijn kamers gevonden, er is tot
nu toe zelfs niets van ontdekt. Er was
geen bloed aan zyn kleederenniets
aan hem droeg de blijken, dat by in
een worsteling gewikkeld zou zyn
geweest, en hij verklaarde, naar
waarheid, gelijk wy hebben aagetoond,
dat hy den vermoorde zelfs niet
bij name kende. Toeh werd hij up
dergelijke zwakke schyn bewijzen in
hechtenis genomen en bijna eene week
lang gevangen gehouden.
{Wordt vervolgd.)