75 Woensdag 21 December 1921.37e Jaarg Nieuws- en Advertentieblad voor Ze euwsch-Vlaan deren. J. C. VINK - Axel. De Installatie AXELSCHE l HAM Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Galden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER Bureau Markt C 4. Telefoon Nr. 5G. - Postbox 6. ADVERTENTIEN van 1 tat 5 regels t»0 Cent; voer eiken regel meer 12 Cent. Greets letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën werden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrij dagvoor middag ELF ore. ran den EdelAchtbaren Heer F. Blok als Burgemeester en Voorzitter van den Baad der gemeente Axel. Zoodra bekend was, dat de installatie op 16 December zou plaats hebben, gingen verschillende stemmen in onze gemeente op, om daaraan eenig feestelijk karakter te geven. Wel bestond de algemeene overtuiging, dat de tijdsom standigheden er niet naar waren, om grootsche feesten te houden, terwijl ook de tijd van voorbereiding te kort was. Een tweede motief daartegen liet zich gelden in het feit, dat de nieuw benoemde Burgemeester ons nog geheel en al vreemd was en het, logisch geredeneerd, toch eigenlijk niet opgaat om iemand, ldie als Burgemeester zoo nauw ver bonden wordt aan onze gemeentelijke en particuliere belangen, op spontane wijze te huldigen, terwijl al wat van hem te verwachten is, in de toekomst ligt en het dus voor ieder nog een vraag is, in welke verhouding de burgerij tegenover hem komt te staan. En ten slotte deed het bericht de ronde, dat de heer Blok verzekerd had, dat het zijn wensch was, dat zoo min mogelijk feesten werden op touw gezet te zijner eere. En dit, meende men, gaf den doorslag, om niet te feesten. Welnu, men heeft dan ook dien wensch geëerbiedigd en geen feesten gehouden of beraamd in dien zin, als men dat in Axel wel gezien heeft, dat daar eere poorten werden opgebouwd en de straten onkenbaar waren van groen en guirlandes van levende bloemen dat daar histo rische en allegorische optochten de' tot versierde lanen gevormde straatjes door kruisten, terwijl klaroengeschetter de vroolijke marschen van de muziek af wisselden ten slotte dat daar na de illuminatie, die ons stadje tot een j sprookjesachtig geheel betooverde, een prachtig vuurwerk schitterde en donde rende moordslagen als een roffelvuur over de pleinen weergalmden, om met een slotstuk in diamantvuur een waardig einde te maken aan den dag van vreugd. Neen, lezer, dergelijk feest heeft men op zijde geschoven, om de drie bovenge noemde redenen. Maar de bevolking wilde wat anders. De burgerij wilde haren Burgemeester ontvangen op waardige wijze, ten einde hem te toonen, dat hij hier zou vinden een ontvankelijke bevolking, gastvrij en ordelievend. Dit was althans de gedachtengang van een deel onzer inwoners en de dag van Vrijdag heeft doen zienvan een zeer groot deel. Men denke slechts aan de vlaggen, die bijna van huis tot huis hingen. Het was daarom dan ook, dat het Bestuur van de Oranjevereeniging, die immers is opgericht met het doel leiding te geven zoo noodig in samen werking met te benoemen commissie's aan openbare en nationale feesten hier ter plaatse, dat dat Bestuur vergaderde en overwoog wat er te doen stond. Eerbiedigend het gezag, werd allereerst besloten, dat het Bestuur zich zou ver staan mët het Dagelijksch Bestuur onzer gemeente, waarvan een conferentie het, gevolg is geweest. Door een samenloop van omstandig heden, waaraan vooral begripsverwarring en verkeerde voorstelling van zaken niet vreemd zijn geweest, had die conferentie niet het gewenschte succes. Deze zaak is achter den rug en ook wegens den persoonlijken aard van gerezen geschil len, achten we het hier niet de plaats verder daarop in te gaan. We kunnen volstaan met de mededeeling, dat het Dagelijksch Bestuur van meening was, zich tot het officiëele van de installatie te moeten bepalen. Het Bestuur van de Oranjevereeniging was het echter hiermede niet eens en achtte het meer gewenscht om aan de ontvangst van den nieuwen Burgemeester eenig feestelijk karakter te geven. Om hieromtrent van de algemeene meening zeker te zijn, werd tegen Dinsdag 13 December een openbare vergadering uit geschreven, ten einde bij voldoenden steun met een uit die vergadering te benoemen commissie samen te werken en een programma samen te stellen. Van de 54 aanwezigen uit alle rich tingen en- standen, waren 49 personen het erover eens, dat hij, die door H. M. de Koningin in overleg met de Regeering was aangewezen als de bekleeder van het hoogste gezag in onze gemeente, op een meer hartelijke wijze diende te worden ontvangen. Naast het bestuur van de Oranjever eeniging, bestaande uit de heeren F. Dekker (voorzitter), C. Th. van de Bilt, L. J. Maris, W. A. den Boggende, J. C. Vink, P. Buijze en M. W. Koster, werden na stemming nog aangewezen de heeren J. H. Futselaar, J. de Lozanne, A. Kolfer, A. E. C. Kruysse, F. J. Die- leman, P. Augusteijn, L. van Cadsand, L. de Kam en P. A. Wondergem, die dus gezamelijk met bovengenoemd be stuur de feestcommissie vormden. Waar bekend was, dat een tweetal afgevaardigden uit den Raad den Bur gemeester per auto uit Neuzen zouden' afhalen en tegen 2 uur naar het stadhuis alhier brengen, daar werd besloten aan Burgemeester en Wethouders te vragen, of zij dit plan zoodanig wensch- ten te wijzigen, dat bij aankomst van de prov. boot, ongeveer 10 30 te Neuzen, de Burgemeester zou worden afgehaald en de heeren bij het begin van de Sta tionstraat alhier wildeu overstappen in door de commissie beschikbaar gestelde rijtuigen, ten einde alsdan begeleid door muziek en commissie eenige straten door te rijden en halt te houden aan „het Gulden Vlies waar de commissie den burgemeester een lunch wenschte aan te bieden. Aanvankelijk werd hierin toegestemd door B. en W., doch Donderdagmiddag deed dit college ijnondeling aan de com missie weten, dat de afgevaardigden na mens den Raad aan den Burgemeester een lunch zouden aanbieden, alvorens de installatie begon. Ofschoon eenerzijds teleurgesteld door het late tijdstip, waarop B. en W. op hun laatste besluit, dat ook een niet- officiëel Raadsbesluit is gebleken, waren teruggekomen, verheugde de commissie er zich toch in, dat thans de stand van zaken zoodanig was gewijzigd, dat de ontvangst door de gemeentelijke autori teiten plaats had op een wijze, zooals men dat kon verwachten. Alzoo kon men nu het programma de finitief vast stellen en reden Vrijdag voormiddag twee auto's naar Neuzen om den Edelachtbaren Heer Blok af te halen, terwijl de feestcommissie en de harmonie „Concordia" zich opstelden om den Burgemeester binnen de ge meente te geleiden. Men had echter met tegenspoed te kampen, want een zware mist belem merde het uitzicht zoodanig, dat niemand eraan twijfelde, dat de komst zou vertraagd worden. Spoedig kwam dan ook bericht, dat de boot van Vlissingen niet was uitgevaren en de Heer en Mevrouw Blok met reisgenooten over Breskens hierheen zouden komen. Onmiddellijk werden maatregelen getroffen om de reis zooveel mogelijk te bespoedigen en ruim half twee zagen we het gezelschap uitstappen, doch nu niet aan de Stationstraat, maar op den Buthdijk, aan de Marechaussée's-kazerne. De heer Dekker verzocht namens de commissie aan den Burgemeester met Mevrouw, den heer C. Th. van de Bilt, als wethouder en den heer Jan de Feijter, als raadslid, om plaats te nemen in de rijtuigen, terwijl de muziek het Zeeuwsch-Vlaamsch volkslied speelde. Daarna zette de stoet zich in beweging. Voorop de harmonie „Concordia" met bestuursleden, daarna de feestcommissie, die gevolgd werd door een rijtuig, waarin de Burgemeester met Mevrouw en de beide raadsleden, en een rijtuig, waarin familieleden van den Burgemeester, ter wijl daarachter een tweetal auto's met de wethouders van Arnemuiden, die hun afgetreden Burgemeester uitgeleide deden, en commissieleden de stoet sloten. Op verschillende plaatsen werd de Burgemeester tijdens den rondrit door de bevolking begroet en met innemende hartelijkheid werd daaraan door den Heer en Mevrouw Blok beantwoord. Op de Markt werd uitgestapt en ging men het stadhuis binnen, waar om half drie de openbare raadszitting begon. Aanwezig waren alle leden, behalve de heer J. de Kraker, wegens ziekte. Verder namen de commissieleden en de reisgenooten van den Burgemeester de gereserveerde plaatsen in en werd de tribune geheel gevuld door een be langstellend publiek. De Voorzitter, de heer J. M. Oggel opende de vergadering met gebed en verzocht den heeren Van Dixhoorn en Baert den Burgemeester binnen te leiden. Nadat deze heeren weer plaats ge nomen hadden, las de Voorz. voorhet schrijven van Qed. Staten, bevattende het Kon. Besluit van 30 November 1921, waarbij de heer F. Blok is benoemd als Burgemeester van Axel en het proces verbaal, waaruit bleek, dat de heer Blok den daartoe vereischten eed van zuivering en den ambtseed voor den Commissaris der Koningin in Zeeland heeft afgelegd. De voorz.' sprak daarop de volgende woorden EdelAchtbare Heer Blok Waar H. M. de Koningin U benoemde tot Burgemeester van Axel, daar rust thans op den gemeenteraad de plicht, U als zoodanig te ontvangen en te be groeten. Hij doet dat met den wensch, dat het uw streven zal zijn de belangen dezer gemeente steeds trouw voor te staan, dat u gegeven moge zijn een helderen blik op en een vaste leiding in alle zaken, waarmede U in dit uw ambt in aanraking komt; een degelijke lei ding onzer vergaderingen, opdat deze vruchtbaar mogen zijn en we met ver eende krachten mogen optrekken en schouder aan schouder staan, om onder Gods zegen het welzijn dezer ons dierb're gemeente en harer inwoners te zoeken. Mijnheer de Burgemeester, als voor zitter dezer vergadering, verklaar ik U te zijn geïnstalleerd als burgemeester van Axel en verzoek ik U, als zoodanig uwe plaats in, de waardigheidsteekenen aan en het presidium over te nemen. Hierna legde de Voorz. den ambts keten en den voorzittershamer voorden burgemeester, die antwoordde met de volgende rede Mijne Heeren Leden van den Gemeenteraad! Het is een oude en goede gewoonte, dat bij een plechtigheid als deze de hoofdpersoon daarvan in de eerste plaats uiting geeft aan de gevoelens van dank baarheid, die hem vervullen. Ik zou dan thans niet anders willen en ook niet anders kunnen, dan van af deze plaats in het openbaar ihijn dank uit spreken jegens Hare Majesteit, onze geëerbiedigde Koningin, voor de benoeming tot dit ambt. Tevens druk ik mijne erkentelijkheid uit jegens Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken en den Heer Commissaris der Koningin, die hebben gemeend mij voor deze betrekking voor te dragen. Mijne heeren, Leden van den Gemeente raad, ik kan begrijpen, dat U zich de laatste dagen hebt afgevraagd„Met welke beloften zal heden onze nieuwe Burgemeester zijne intrede doen Ik zeg U directBeloften zult U van mij niet hooren, slechts dit wil ik U zeggen, dat ik bezield ben met ern stige voornemens en een ernstigen wil. In hoever deze ernstige voornemens/ en deze ernstige wil tot zijn recht zulleijl komen, en in hoever aan Uwe verwach tingen zal worden beantwoord, daarva n zal eerst de toekomst kunnen getuige.n. Niet geheel en al sta ik voor'U als een vreemdeling. Als-Zeeuw be-a 'k geboren, als Zeeuw heb ik steed^ onder de Zeeuwen geleefd, en als Zeeu' w heb ik Zeeland lief. De taak, die ik op mijn. 'jeugdige schouders neem, is geen gemr iKkelljki Het was dan ook eerst na rijf dat ik naar dit gewichtig an l- Ja, ik weet het: VeeJ z? van mij worden geëischt en veel z? d van mij worden gevraagd.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1921 | | pagina 1