TWEEMAAL lilMD.
*0. 94.
if oensdag 2 Maart 1921
36e Jaarg
Nieuws- en Advertentieblad
or Zeeuwsch-Vlaanderen.
J. C. VINK - Axel.
Binnenland.
feuilleton.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdasr- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per Maand 25 Cent; franco Der post 30 Gent.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telefoon Sr. 56. - Postbox 6.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimtes berekend.
Advertentiën worden franr.o ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrfldagvoormiddag ELF ure.
Kameroverzicht.
Dinsdag kon de Tweede Kamer
voortgaan met de behandeling van de
begrooting voor de Posterijea, welke
nog dienzelfden dag zonder hoetdelijke
stemming werd goedgekeurd, vermoe
delijk eradat niemand eene verbetering
van den in vele opzichtea droevigen
toestand mogelijk achtte. Want, dat
de geest onder het personeel veel te
wenschen overlaat, bewijst wel iuzon-
derheid het groote resultaat, behaald
met controleerende gsneesheeren in ds
drie grootste steden van ons land.
Tengevolge van het optreden dezer
heeren toch werkten in de drie
bedoelde steden gemiddeld in 1920
302 personen meer dan in 1919. Is
dit geen droevig cijfer, dat tevens kan
worden geacht te wijzen in de richting
van te veel personeel alg een van de
eerste oorzaken van het groot finan
cieel tekort? Want het geraamde
tekort van 13 millioen op den dienst
is niet gering, vooral wanneer men in
aanmerking neemt, welke verhoogin
gen de tarieven reeds hebben onder
gaan, en al het meerdere, dat er uit
weer bijkomt, zal wel weder door den
Heiligen Bureaucratius worden opge
j Blokt.
r Dit tekort is ook des te merkwaar
diger, als men in aanmerking neemt,
dat de postdienst steeds in omvang
afneemt, Denk eens aan den Zondags
i dienst, die du stfaks voor het platte
land wel geheel zal verdwijnen, maar
HitUiruch verhaal.
Juist hief hij het hoofd op het was
dezelfde ruiter, dien de beide meisjes
op La Ferté hadden ontmoet. Het ont
ging de postmee8tere8 niet, dat beiden
yÜDgs verschrikt het hoofd terugtrokken.
»Freules,« zeide zij min of meer ang
stig, »die man schijnt u bekend te
zijn Weet ge soms wat hij in zyn
schild voert?*
Louise wenkte de postmeesteres haar
naar het uiterste hoekje van de kamer
te volgen. Zij zoowel ais Arèie was er
vast van overtuigd, dat die man een
aanslag in den zin had en dat ia dien
bewusten reiswagen de voortvluchtige
pretendent zou zitten. Zij maakte bier-
uit alle gegevens op en deelden madame
L'bopital au fluisterend en haastig hare
vermoedens mede.
»'t Is de voerzieoigheid die ons hier
heen voert, om een ongelukkige voor
de tweede maal te redden 1* beweerde
Louise.
>Maar ik begrijp het dog nïet 1 Wat
is er dan eigenlijk gaande?; riep de
postmeesteres.
Hoor dan toch!* hernam Louise, iu
ook in de steden al niet veel meer
beteekent. Of 's Ministers naaste par-
tygenooten, de Roomsch-Katbolieken,
iB deze aangelegenheid met hart en
ziel aan zijne zijda «taan, mag worden
betwyfeld. Maar toch hielpen zij
braat mede, da motie-Braat, om de
bestelliag ten platte lande op Zondag
te behouden, te verwerpen, hetgeen
geschiedde met 38 tegen 26 stemmen.
Minister König kon niet ontkennen,
dat er aan den dienst in den laatsten
tijd wel iets mankeert en weet dit aan
het geringer plichtsbesef van vele
jongere ambtenaren. Ook het plan,
om de postkanteren in kleine middel
matige steden gedurende den middag
le sluiten, kon Z. E. niet volkomen
verdedigen, hij zocht alleen naar eene
verklaring. Hy zei toe, dat er eens
commissie zal worden benoemd om te
trachten de exploitatie van communale
telelooDaetten door hei Rijk teregelen
an deelde veorts mede, dat het Dep^r-
partementen van Onderwijs de verzen
ding van archiefstukken zal bekostigen.
Eene motie vaa den heer van Stapeie
em het aantal hoogero ambtenaren
bij dezen dienst te beperken werd ver
worpen met 47 tegen 17 stemmen.
Bij de, daarop volgende begroouEg
voor de artillerie-inrichtingen kwam
ook aan de orde eene motie-Duys em
zoo spoedig mogelyk het Staatsbedrijf
der artillerie inrichtingen om ta vor
men in oene inrichting, geschikt voor
de vervaardiging van andaro dan
militaire vooi werpen en hiervoor eene
commissie te benoemen en eene uit
voerige motie Kolthek, eveneens ten
toenenrem eo angst en spanning. »Die
vreemdeling i» een Engelsch spion en
hij wacht hier om een hoogen vluchte
lir.g te vermoorden ot gevangen te
Deinen den zoon vaD koning Karei
II, den pretendent begryp toch eens
Wilt gij fiat hij hier bij u het slacht
ofter wordt
Wat zegt ge? De prins da zoon
van een koning op de vlucht? Zou die
vermoord worden En dat hier- bij
my
»Ja, als gij 't niet mede voorkomt.
O, help ons raad schaffen
»Dat zal niet gebeuren riep madame
L'bopital vastberaden.
»Wij zullen dien man met zijn
arendsneus en zijn drie metgezellen'
in verzekerde bewaring laten nemen.
»Neen, dat zou niet helpen. Wie
weet hoeveel anderen er nog in het
komplot zijn. Wij moeten den prins
waarschuwen voor het gevaar dat hem
dreigt, en eerst als we hem verborgen
hebben, moet de zaak wordeD aange
geven dan zullen al zijn vervolgers
zich wel schielijk uit de voeten maken.*
»In alle geval moeten we ons haasten,*
stemde de postmeesteres toe. »Kent die
man u beiden
»Ja. Hy heeft ons op La Ferté
gezien. Maar wy weten niat hce hij
heet.*
»Laat hij u niet in het oog krijgeD.*
>De prins kau zich op het kasteel
doel hebbende artillerie-inrichteH te
veranderen in inrichtingen voor vre
desdoeleinden, welke moeten worden
geëxploiteerd zonder winst te maken
en waarvan de leiding moet berusten
by vakvereenigingen.
Dat deze beide moties veer de Re
geeriag onaannemelijk waren, spreekt
vanzelf. Minister Pop is wel bereid,
de iarichting mede voor vredeswerk te
bezigen, maar hoofdzaak blijft, zoolang
men nog niet geheel zonder bewape
ning kaD, de aanmaak voer oerlogs
materiaal. De heeren van de oppositia
waren het ook niet oens, de heer
Duys verklaarde zich openlijk tegen
de aaotie-Kolthek, omdat deze het
maken van winst geheel wilde uitslui
ten en de leiding van het bedrijf in
banden wilde stellen van de vakver
eenigingen, hetgeen zelfs den sociaal
democraten te ver ging.
Eene suppletoire begrooting voor
Oorlog van een bedrag van 11 millioen
voor verhooging van de bezoldiging
van militair personeel der laudmacht
over 1920 ontmoette vrij veel verzet.
Bij dit verzet kon men weder het
merkwaardige verschijnsel waarnemen,
dat de Kamer in het algemeen op be
zuiniging aandringt, terwyl men m da
bijzonderheden op verhoogirg van uit
gaven aanstuurt. Zoo kwamen ook
thans weder vele Kamerleden op voor
de belangen van dat deel van het
personeel, dat hunne bijzondere belang
stelling heeft. De heer Marchant be-
igde nog, dat by wel een goede
salariësriDg wenscht, maar dat hier
de hoofdzaak is, dat bet personeel
tnoat worden verminderd. Nadat Mi
nister Pop de voorgestelde salarissen
uitvoerig bad verdedigd, werd het
wetsontwerp eaet 52 tegen 19 stemmen
aangenomen. Tegen stemden de soci
aal- en vrijzinnig- democraten en de
heer A. P. Staalman.
Na aannemiag van de Veerenwet
en eene wijziging van de Onteigenings
wet kon de Kamer beginnen ra^t het
wetsontwerp betreffende de Electrici-
teitsvoorziening. Het hoofddoel van
dit wetstontwerp is, de electriciteits-
voorziening van ons land zooveel mo
gelijk te concentreeren en voor die
voorziening eene naamlooze vennoot
schap ob te richten, met den Staat,
de gemeenten en provinciën als hoofd
aandeelhouders. De Staat zelf zal
zorgen, dat hy de meerderheid der
aandeelen in zyn hand heeft, zoodat
hy tevens van de oppermacht in de
naaml. vennootschap verzekerd is.
Dat elke bedoeling om winst te beha
len, geheel is buitengesloten en het
eenige doel is, bet algemeen belang te
dienen, spreekt wel van zelf.
De heer de Kanter verklaarde zich
tegen de regeling, vooral omdat hij
daarvan onvoorziene financiëal» gevol
gen vreest. Het benoodigde bedrag
125 millioen om de zaak in werking
te brengen, achtte hy terecht zeer
groot. Ook de heer Zijlstra heelt
groote iinanciëole bezwaren en wees
er o.m. op, dat eeDe rentabiliteitsreke-
ning ontbreekt. Hij meent, dat men
niet verder moet gaan in do richtiDg
van centralisatie. De heer de Muralt
daartegen nam de Regeering in be-
van mijn vader schuilhouden,* zeide
Louise.
Eerst moeten we weteD, waar ze deo
aanval willen wagen,* antwoordde de
postmeesteres. »In alle geval zullen
we ons best doeD, hem een anderen weg
te doen inslaan dan dign hij zich heeft
voorgenomen.* En een knecht roepende,
gelastte zij dezen »Ga naar mynheer
Charles Benoit en verzoek hem aan
stond» hier te komen.*
»Laten we alles op het «pel zetten,*
zeide Adèle strydluatig. »Niet alleen
in het belang van den pretendent
maar we moeten ook Gaston revanche
verschaffen.*
Madame L'bopital zag van verre, dat
de vreemdeling opstond. Zij trad op
hem toe en liet de glazen daur aan
staan.
»Nog geen wagen gezien vroeg
hij.
»Wel, mynheer, wat zou ik daarvan
weten Ik leef hier stil en afgezon
derd
De overste Douglas want by was
het zag behoedzaam om zich heen.
Madame L'hopital, ge zyt rijk, niet
waar
»Zoo tamelijk, mynheer.*
»Maar ge kunt nog ryker wordeD,
ging hij voort.
»Men kan altyd geld gebruikeD
was het lachende antwoord.
»Goed dan. Ik verwacht bier elk
oogenblit een zeer gevaarlijk persooD,
een vijand van den staat. Hj moet
opgevangen worden. Daar ligt iets als
ge tnij helpt.*
Met deze woorden legde hij eea
bankbiljet van vijlhonderd livres vóór
haar op tafel.
De postmeesteres beefde inwendig.
Met ingehouden adem luisterden Adèle
en Louise, om geen woord van het ge
sprek te verliezen.
»Wat moet. ik daarvoor doen vroeg
madame L'hopital uiterlyk vrij kalm.
Zij had aanstonds begrepen dat zij, als
zij den prins wilde redden, schijnbaar
de plannen van Douglas moest onder
steunen.
»Ge inoet dea vlushteling, waarvan
sprake is, hier zeolang mogelijk ophou
den, doch mij zyn aankomst onmiddel
lijk laten weten door een van de ruiters
die ik hier achterlaat. Ik ga vooruit
en wacht hem dan op den straatweg
°P-«
»Maar hoe zal ik hem ophouden?*
Hij verwisselt hier vaB paarden.
Talm hiermede zoolang mogelijk
»Goed daD ik zal mijD best doen
»Gij redt een trooD,* riep Douglas.
»Aan een belooDiog zal het u niet
ontbreken.
Wordt vervolgd.)