EEN KERSTAVOND. ,\o. 64. Woensdag 17 November 1920 36e «laarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. J. C. VINK - Axel. Binnenland. FEUILLETON. D«t biad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 75 Cent; franco per post 87V* Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER Bureau Markt C 4. Telefoon Kr. 5S. - Peartbex AL>VERTENTIEN van 1 tot 5 regel* 50 Cent; voor eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Adverteatiên worden frwco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrfjdagvoor middag ELF are. Kameroverzicht. Ia d« avondvergadering van Dinsdag werd de beraadslaging voortgezet over de drie wetsontwerpen, welke tot gemeenschappelijk doel hebben, den woningtoestand van ons volk te verbe teren. Het kwam voor, dat Minister Aalberse nog al optimistisch gestemd is. Hij legde sr in het bijzonder des nadruk op, dat onze woningtoestand nog veel beter is dan die in het buitenland. En ook deelde h\j mede, dat in enkele gemeenten de toestand wel in een jaar of drie, vier weder geheel normaal zal zijn gewor den, terwyl in de andere gemeenten bet bouwen zooveel mogelijk zal worden bevorderd. Dat de huren van de oude huizen op het oogenblik veel te laag zijn, staat ook naar het oordeel van den Minister wel vast en het is daarom de bedoeling geweest bij het indienen dezer wetsontwerpen de toestanden voor de huurders minder knellend te maken. De buren moeten weder komen tot hetzelfde percentage van het inkomen, dat vroeger door een bepaalde groep menschen werd betaald. Miuister Aalberse wil wel, dat de menschen er aan moeten gewennen, meer huur te betalen dan vroeger, maar niet, dat de woningen slechter worden. Van de alcoofwoningen, waarvoor onlaDgs werd gestreden, wil Z.E. ook niets weten. Donderdag kon mot de algemeens We kwamen op het stille, kleine kerkhof. In een hoek, waar het gras het dichtst groeide, was bet graf Tan Valeska Bruhn onder een ouden reus- achtigen cypreseen eenvoudig wit kims was er op geplaatst. Robert stond aan het graf eenige minuten in diep stilzwijgen. Zijn gelaat was bleek van ontroering. »Arme Valeska*, xeide hij deelnemend; »met al hare schoonheid, haar opgeruimd humeur en meerdere beminnenswaardige eigenschappen die sij bezat, is het meisje toch nog onge lukkig aan baar einde gekomen.* We vertoefden er nog eenige wijlen en toen wij heengingen nam Robert van het graf eenige grashalmen mede. »Uie wil ik bewaren tot aandenken,* zei h\j in zichzelf. Op den terugweg vroeg hij nog aan lrmgard of zij geloofde dat haar vader zich nog met Arno von Pahlen zou kunnen verzoenen. »Hij zal het niet doen,* hernam lrm gard, »raen zou eerder kunnen vewach teD, dat de sterren aan den hemel neer vielen, dan dat mijn vader daarin van jaeening zal verapdereq.* beschouwiBgen over de Staatsbegroo- ting, het groote jaarlijksche debat, worde» begonnen. De heer Schaper opende ae ry der sprekers met een rede, die hoofdzakelijk ten doel scheen te hebben, alle niet-socialisten tot reactionnairen te verklaren. De heer Braat was ook niet steeds vriendelijk. Zyn opmerkingen zyn soms meer origineel dan juist. Zoo byv. toen hij verklaarde, dat ons volk voor het meerendeel tegen het socialis me is „dus tegen de sociale wetgeving" eu dat socialisatie zakkenrollerij is. Wat de tegenwoordige Regeering betreft, deze kan met de verklaring van den heer Braat tevreden zijn. Het platteland zal volgens hem de Regeering gedeeltelijk steunen, niet uit sympathie maar uit vrees voor erger. Maar er kwamen ook ernstiger redevoeringen, zooals die van de heeren Treub en Marchant. De eerste voorspelde een betrekkelijk spoedige breuk in de coalitie, wier vriendschap hy niet onaardig vergeleek met die tusschen Frankrijk en Engeland. Hij meende, dat de onverschilligheid van ons volk op dit oogenblik voor de politiek voortspruit uit de onnatuurlijke partygroepeering. Ten slotte drong mr. Treub aan op krachtige bevorde ring van het productievermogen en daaraan gepaard een zoo krachtig mogeiijke bezuiniging op de uitgaven. De heer Marchant is ook voor bezuiniging inzonderheid voor zooveel de militaire Departementen betreft en verder ten aanzien van het aantal »De hemel geve het,* zeide Robert; en mij dacht, dat deze wensch eigeDlyk zeer dubbelzinnig was. Robeit begon hierna eeD heel ander gesprek en wellicht om ons wat op te wekken en vooral lrmgard uit hare sombere gemoedstemming op te vrooly- ken begon hy grappige ervaringen uit zijn dienstleven te vertellen. Ik sloeg hem voortdurend gade en opmerkelijk was het, hoe hij zich om ons druk maakte. Hij wijdde ons al zyn tijdlas met ons, wandelde met ons, ging met ons rijden, kortom hij deed alles, wat in zijn vermogen was, om ons te amuseereD en van dienst te zyn. Altijd was hij in goeden lnim, vroolijk en opwekkend, onvermoeid om iets aardigs te zeggen of te doen. Nadat hij reeds geruimen tijd op het laudgoed had vertoefd, trof hy mij op zekeren morgen alleen aan in de oranje rie waar ik bezig was een ruiker voor lrmgard te maken. Hij bood aan mij te helpen. »Die geschiedenis met Valeska was toch vreeselijk,* zei hij. >U hadt het vroeger hier moeten kennen, toen zy nog hier inwoonde, om te kunnen begrijpen hoe hier op Allenhot alles veranderd is. Hebt ge mijnheer Arro von Pahlen reeds dikwijls gezien, juffrouw Halm Ik antwoordde ontkennend. »Het is zeer hard voor den mao, die ▼eidenkiDg te moeten doorstaan,» zeide ambtenareB, dat nog voortdurend wordt uitgebreid. Ten opzichte van de tusie van de vrijzinnigs partijen wareD de beide laatstgenoemde sprekers het natuurlijk niet eens. De heer Marchant wil ook wel fusie maar alleen op vooruitstrevenden grondslag. In de vergadering van Vrijdag heeft alleen Mej. Groene weg het woord kunnen voeren om bijzondere belangen van de vrouwen te bepleiten. Zy bestreed de weeldebelasting, waardoor de huisvrouwen ernstig worden ge troffen. Nadat de eenige vrouwelijke afge vaardigde had gespreken, stelde de heer Toelstra Voer, de vergadering te verdagen, aangezien er geen sprekers meer waren ingeschreven. Toen het na eenig heen en weer praten tot stemming kwam, bleek het dat slechts 39 leden aanwezig waren, soodat de vergadering wegens onvoltalligheid meest worden verdaagd tot heden. Begrafenis van dr. Kuyper. Het was te verwachten, dat de be langstelling bij de begrafenis van dr. Kuyper buitengewoon groot zou zye. Er atend dan ook tegea den tyd dat de stoet van het sterfhuis zou vertrek ken in da Kanaalstraat en de verdere straten, welke hy zou volgen een dicht op eengepakte menigte, dit getuige wilde zyn van de laatste eer, den doode bewezen. Er heersehte een eer biedige stilte onder die allen. Nadat in het sterfhuis een plechtige lykdieust was gehouden en bijgewoond, behalve doer den Kamerheer i b-d. G. Robert verder,* het spijt mij, want hy hield zeer veel van lrmgard en zij be minde hem. Gelooft gy Diet, juffrouw Halm, dat myn oom nog wel eens toegevender zal worden »Dat zou ik niet denken; ik durf daarvoor geen hoop geveD,* hernam ik. »En wanueer zij vóór den zevenden Januari van het volgende jaar niet huwt, dan gaat dit prachtige laüdgoed voor haar verloren en komt in vreemde handen. Wist gjj dat juffrouw? Hoe vreeselijk moet dat voor haar zijn »Z'.j schijnt er niet zoo veel over te denken*, antwoordde ik. »Dit landgoed bekoort en verontrust haar allerminst onder deze omstandigheden.* >Ik geloof het, want zij is een bijzon der edel en belangeloos meisje. Ik moet erkennen, dat ik daar geheel anders voor zou staan. Mij is de gedachte, dat het goed aan een vreemde zou over gaan, onuitstaanbaar.* Korten tijd daarna kwam Robert heel dicht bij mij, klaarblijkelijk voor een vertrouwelijk gesprek. »Juffrouw Halm,* zei hij, »mijn nicht scbijotveel sympathie voor U te gevoelen.* Dat is ook een bewijs van hare belangelooze goedheid,* hernam ik. >Misschien is het zoo, maar ik geloof, dat gij haar volle vertrouwen bezit. Welnu, ik wilde zoo gaarne, dat gij mij hielpt, nu ik weet, dat gij dat kunt.* C. baron van Asbeck, als vertegenwoor diger der Koningin en door dan Kamerheor Mr. S. W. B. graaf van Limburg Stirum als vertegenwoordiger der Koningin-Moederen een aantal andere genoodigden dia later in de volgrijtuigen plaats namen werd de stoet, dia uit 2 hotrijtuigen en 11 andere rijtuigen bestond, tegen 1 uur gefor meerd. Na de hofrijtuigen met de vertegenwoordigers van de Koningin nen, volgden 4 rijtuigen met de familie, zooDS en dochters van den overledene, benevens twee huisbedienden, oude getrouwen, die lang de huishouding van den overledene badden helpen hesturen. Studenten vaD de Vrij» Univeristeit fungeerden als dragers, boden van de Eerste Kamer als slippondragers. De stoet maakte een hoogst eenvou- digen maar statigen indrukgeen bloemen sierden den lijkwagen. Van circa halfelf af stroomde een op geen honderden na te schatten menigte naar „Eikenduinen". En daarby kwam een stoet van 21/, a 3000 menschen die in de Zuiéerkera waren geweest om gezamenlijk naar den doodenakker te gaan. Dat waren vereerders van dr. Kuyper uit alle doelen des lands, velen in hun ty pische nationale kleeding. Onder de aanwezigen bevonden zich een aantal Ministers, de Commissarisen der Koningin in Z.-Heiland en Gel derland, een groot aantal Kamerleden, oud-leden, leden van den Raad van State, burgemeesters, vertegenwoordi gers van Cbr. Onderwijsinrichtingen, Waarmede, mijnheer Werneck »Als lrmgard niet huwt voor den zevenden Januari, verliest zij Allenbot, zooals gij weet. Voor oom is dat een gruwel en ok ik bon zeer aan bet landgoed gehecht. Wilt gij haar over halen, om mij te huwen »U te huwen herhaalde ik, zeer verrast. »Maar gij bemiDt tech lrmgard niet en zou dus slechts een koopcontract wilen aaDgaan »Neen, juffrouw, zoo is het niet. Ik bemin lrmgard reeds lang, maar ik heb steeds gezoeht naar beantwoording harerzijds van mijne liefde, zonder haar juist het hof te maken en ik kon die niet vinden. Eerlijk gezegd, durfde ik mij aan haar niet verklaren, daarom wilde ik zoo gaarne, dat U uwe tusschen- komst verleeDdet, u, die haar volle vertrouwen bezit.* Terwijl ik hem aankeek, zag ik, dat zijne lippen zeer bleek en zijne woorden niet in overeenstemming waren met de uitdrukking van zijn gelaat. Hij durfde mij ook niet vast in de oogen zien. »Het zou niets baten, mijnheer,* zei ik. lrmgard zal de eenige liefde t»d haar hart niet prijs geven, zal nooit ontrouw worden aan haar belofte.* »Maar denk eens aan het vermogen, juffrouw Halm Denk eens dat een zoo schoon en rijk landgoed haar zal ontval len en sij zonder voldoende inkomsten om te leveq, zooals zij gewoon is, zal

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1920 | | pagina 1